Rond de Schelde UIT DE PRAKTIJK Opkomst gewassen gunstig Af en toe mals buitje nodig Late start - Aardappels oogst 1974 worden nog steeds gerooid (ën weer gepoot!) We komen nu in de tjjd van de gewasverzorging 5 De voorjaarsinzaai 1975 was tijdens het weekeinde van 10 mei op WALCHEREN een flink eind gevorderd. Op en kele late percelen moeten nog bieten gezaaid worden, maar dit behoort tot de uitzonderingen. Bruine bonen en aard appelen moeten er ook in deze week nog wel wat in de grond worden gebracht. Meestal zijn dit percelen waar de struktuur van de grond nog zoveel te wensen overliet, dat met geen mogelijkheid) een redelijk zaai- resp. pootbed was te verkrijgen. Dank zij de aangedreven grondbewerkingswerktuigen is het mogelijk om ook in de ongunstigste gevallen toch nog een laagje losse grond te krijgen. De weersomstandigheden zijn de laatste weken gunstig geweest oiri toch nog te kunnen zaaien alhoewel op een zeer matig zaaibed. Er zijn, plaatselijk nogal wat verschillend, een aantal regenbuien geweest die voor de kieming van het zaad en de werking van de bodemherbiciden zeer gunstig zijn. Van de eerstgezaaide percelen omstreeks 2226 april is de opkomst niet ongunstig. We zagen percelen bieten waar al een voldoende aantal planten boven staat. Een vlotte op komst met gezonde plantjes. Hoe ze zich verder zullen ont wikkelen in de minder goede ondergrond moeten we nog maar afwachten. Overigens valt te verwachten dat de rust pauze tussen inzaai en verzorging van de gewassen dit jaar bijzonder kort zal zijn. De telers van winterbloemkool heb ben de oogst weer achter de rug. Voor verschillende zijn het bijzonder drukke weken geweest. De resultaten met deze teelt zijn de laatste jaren niet ongunstig geweest. Er is voor dit prodiukt een goede markt. Reden waarom voor uitbreiding' van deze teelt wordt gepleit. Ons gebied is kli matologisch zeer gunstig gelegen voor deze teelt. Ook het bedrijfstype leent zich er wel voor. Het is wel van belang dit gewas te telen op goed doorlatende grond. Een gematig de uitbreiding lijkt wel mogelijk. We zijn echter bang van een ongebreidelde uitbreiding met kans op prijsbederf. Het zou interessant zijn te weten hoe groot het aanbod kan zijn zonder dat dit de prijs ongunstig beïnvloedt. Voor een aantal bedrijven waren de inkomsten een wel kome aanvulling van de geldmiddelen. Ook de onkosten- nota's stijgen onrustbarend. Wanneer er dan wat extra ont vangsten tegenover staan blijft de balans enigszins in even wicht! Ook de grasgroei is goed op gang gekomen. Er is vol doende gras voor de voeding van het vee, terwijl er ook weer beschikbaar is voor inkuilen. Op de gemengde bedrij ven zal men na die drukte van de inzaai weer kunnen over schakelen op de voederwinming. Nu is in enkele weken tijds toch 'het voorjaarswenk op ZUID-BEVELAND een heel eind klaar gekomen, 't Is wel met een vrij grote achterstand! Alleen het uitpoten van de aardappelen en de uitzaai van de snijmais, waar toch weer een flinke oppervlakte van komt, zijn duidelijk vertraagd. Bij de <snij)mais lijkt het aantal in te zetten preoisiezaai- machines iets te beperkt, waardoor de uitzaai over een wat te lange periode moet worden uitgesmeerd. De opkomst van de vroeg (vóór 5 maart) gezaaide gewas sen is behoorlijk goedi Zowel deze gewassen als de winter tarwe laten wel een wat te gele kleur zien. Slechte struk- tuiur, af en toe wat wateroverlast en koude spelen hierbij een rol. De opkomst van de eerste, nu enkele weken terug gezaai de gewassen is zeer goed te noemen, mede door de enkele malse regenbuitjes die we helbben gehad. De stand van de suikerbieten die in 10" dagen 'boven stonden is lang niet slecht te noemen. Biji dit gewas zullen we wel duidelijk direkt, in geen geval afwachten, moeten gaan controleren op het voorkomen van bladluizen. Zeker op die percelen waar men geen Temik heeft gebruikt! I Thans worden de laatste werkzaamheden verricht aan de aardappeloogst 1974. Sommige partijen komen nog zeer goed voor den dag. In sommige partijen komt al veel nieuw schot voor dat moeilijk is af te breken. Bij weer andere par tijen hebben de diepst in de grond liggende knollen toch te veel water gehad en beginnen nu) te rotten. Op zulke percelen zijn vooral op de zwaardere gronden nogal wat problemen bij de uit tel voeren grondbewerkingen. De gewassenkeuze op deze percelen varieert wel sterk maar toch overheersen daarbij de zomergranen en rnais. Op weer andere percelen is de struktuur zodanig slecht dat het niet gemakkelijk zal zijn een redelijk zaaibed te ver krijgen. Het gemaakte zaaibed kan dan wel eens zodanig tegenvallen dat naar een ander uit te zaaien gewas gezocht zal moeten worden. Het is te hopen dat we af eri toe een wat mals regenbuitje krijgen Op deze wijze zal het toch duidelijk aanwezige struktuurbederf dan wat minder fel in de groei te zien zijn. Krijgen we een droge periode dan zal het struktuurbederf zich duidelijker manifesteren. Uiteindelijk moeten we van alle gewassen nog maar af wachten wat ze voor opbrengst zullen geven. De start is te laat, op vele percelen laat de struktuur te wensen over. We zullen dan ook van een aantal gewassen geen voor 100 volledige kg opbrengst meer kunnen verwachten. Op welke wijze onze akkerbouwers dan voldoende geld binnen moeten krijgen om de steeds maar stijgende kosten te kunnen be talen zal uiterst moeilijk worden. Als er alsnog geen hogere prijzen voor onze gewassen uit de bus komen zullen najaar 1975 opnieuw vele bedrijven voor grote financiële problemen geplaatst worden. Hoe paradoxaal het ook moge klinken, toch is het waar maar op THOLEN EN ST. PHILIPSLAND zijn er boeren ge weest die nadab ze klaar waren met het poten van de aard appels van oogst 1975, begonnen zijn met het rooien van de laatste aardappelen van oogst 1974! Verder zijn er collega's die eerst hun laatste aardappels van oogst 1974 hebben gerooid en ze daarna wederom in de grond hebben gestopt, in de hoop daarvan a.s. najaar we derom een redelijk gewas te kunnen rooien! In hoeverre dit nu een verstandige methode is geweest zal de toekomst leren, heel veel verwachting' heeft uw over zichtschrijver daar niet van! Zeker niet als we naast het feit dat deze aardappels niet geselekteerd en dus niet vrij van zieke planten, nog incalculeren dat 1974 een jaar is ge weest waarin veel luizen voor kwamen. Overigens is het wel begrijpelijk, want pootaardappelen zijn schaars of helemaal niet te koop en ze zijn ongekend duur. Wij hadden de verwachting dat er minder aardappelen zouden worden uitgeplant, doch wanneer we nu horen dat deze laat gerooide aardappelen alsnog gepoot worden dan krijgen we de indruk dat het totale uitgeplante areaal toch nog niet zo veel kleiner zal zijn. Het moge dan misschien wel zo zijn dat het areaal niet veel kleiner zal zijn, we mogen dan toch verwachten dat er aanzienlijk minder aardappels gerooid gaan worden dan op een normaal jaar, want de struktuur van de grond is be paald niet zoals ze zou moeten zijp en vooral niet als men de grond wat dieper los moet maken. Het zaaiklaar maken van de grond heeft dit jaar uitzon derlijk veel moèite gekost. Zonder extra bewerkingen lukte het doorgaans niet om er iets behoorlijks van te maken. Toch zal deze extra zorg die men er aan heeft besteed dit jaar zeker betaald worden. We kunnen dat nu eigenlijk al konstateren als we zien hoe de vele gerstpercelen er bij staan. Vrijwel geen enkel perceel graan is voor 100 ge lukt wat de opkomst betreft, alleen die percelen die mooi egaal klaar gelegd konden worden! De suikerbieten komen mooi boven, we hebben de indruk dat er zich hier niet veel problemen voordoen. Het grote voordeel hierbij is vanzelfsprekend geweest dat men daar voor slechts een lichte grondbewerking behoefde toe te pas sen. Laten we hopen dat deze ogenschijnlijk goede start mag resulteren in een goede opbrengst. De prijs van de sui kerbieten is redelijk opgetrokken, zodat er wat dit produkt betreft dan nog redelijk optimistische financiële resultaten mogen worden gekoesterd, alhoewel de kostprijsverwachtin gen helaas niet optimistisch beoordeeld kunnen worden, zeker niet als we tevens nog in moeten calculeren dat er heel veel Temik gestrooid is. En dat werkt nog al kostprijs- verhogend! Suiker-Unie en C.SM. stimuleren elkaar om een zo hoog mogelijke bietenprijs te betalen. De uitbetalingsprijs ver schillen zijn erg klein geworden hebben we gekonstateerd in een onlangs in ons blad opgenomen artikel. We hebben het echter wel betreurd dat in het bewuste artikel niet is gewezen op de diverse extra betalingen die S.U. in het ver leden op ledenbieten heeft uitgekeerd. Op langere termijn gezien was men toen met ledenbieten bij S.U. toch duidelijk beter af! (Zie verder pag. 6) De laatste regels uit ons vorig schrijven vanuit SCHOU- WEN-DUTVELAND n.l. te hopen, dat het weer nu verder geen spelbreker meer zou worden en dat het werk achter elkaar voltooid kon worden, is in de afgelopen weken prak tisch uitgekomen en er kon zer veel werk verricht worden. Behoudens dan plaatselijk een bui, wat even stagnatie bracht op o.a. zwaardere grond. Maar wel een buitje dat zeer wel kom was op het reeds gezaaide en op het effekt van de toe gepaste bestrijdingsmiddelen! Alhoewel gerealiseerd werd dat het klaar maken van een zaai- en pootbed niet probleem loos zou gaan, toch lieten de weersomstandigheden het toe, het zo best mogelijke te bereiken. Overduidelijk bleek wel weer, dat goed ploegwerk in het najaar de basis is voor een goede start! Als dat najaarswerk niet kan zoals het moet, mloet het maar zoals het kan. Najaar '74 dwong ons dit toe te moeten passen. Eindelijk dan zijn de laatste aardappelen oude oogst ge rooid. Over het algemeen is het zaaien/poten gebeurd. Nog enkele percelen aardappelen, en maas moeten nog afgewerkt worden en uiteraard de bruine banen. Het zachtere weer was zeer gunstig voor de groei en op komst van het gezaaide. De vroeggezaaide zomervruchten groeiden goed door. Wel verschillende bonte percelen (kou de, struktuur, N-tekort). De afgelopen 14 dagen gezaaide zomergranen kwamen er vlug uit. Ook de opkomst van de suikerbieten was nu vrij snel en het opkomstpercentage lijkt goed te zijn. Er is hier veel Temik toegepast, vermoedelijk wel van het bietenareaal. Gunstig voor diegene, die op „eind" afstand gezaaid hebben en dat zijn er meer dan vori ge jaren. Degene, die de „normale" (710 cm) afstand ge kozen hebben, kunnen bij een hoog opkomstpercentage dus zeer gemakkelijk en éénvoudig de dunmachine inzetten. We komen nu in de tijd van verzorging der gewassen. Juiste toepassing van zowel de mechanische als de chemi sche mogelijkheden vereisen grote aandacht. Hopelijk krij gen we de kans om op een juiste manier en tijd het onge wenste de baas te blijven. Nog steeds wordt er gezaaid en gepoot. De lichtste en droogste percelen zijn het eerste aan bod geweest, en de probleempercelen zijn voor het allerlaatst gehouden. Deze zijn nog goed gedroogd, maar wel plaatselijk erg hard en stug geworden. Erg welkom waren daarom de regenbuitjes welke de toplaag weer wat beter bewerkbaar maakten. Op het oog ziet het zaailand er nog niet zo slecht uit, maar de kwaal zit dit voorjaar dieper. Dit is nu al te zien aan de bonte kleur van de vroegste zomergerst en zomertarwe. De moddersporen van de vorige herfst zijn hierop aan de ge wassen duidelijk te zien en dat op „blauwe grondf niets groeit schijnt een keiharde waarheid te worden. Ook de om zetting van de stikstof wordt in zulke zieke grond tot nul gereduceerd. (De vraag rijst daarom wat we hiertegen kun nen doen. Moeten we de toplaag met wiedmachines en on kruideggen goed openhouden om zodoende de water- en luchthuishouding van de grond te verbeteren? Kan een goe de bladbedekking de kwetsbaarheid van de grond vermin deren? Het zijn allemaal punten welke met de kennis van de grond te maken hebben, maar waar we normaal gelukkig weinig ervaring mee hebben opgedaan. Het herstel van de „zoute" grond vergde enkele jaren en toentertijd hadden we in de Dienst Landbouwhierstel een goede begeleiding. Nu komen we echter met te zeggen en te schrijven dat de grond ziek is geen stap verder. Primair is daarom van 'belang hoe we nu het herstel kunnen bespoedigen, want goed boeren is alleen op gezonde grond mogelijk. Opvallend is momenteel hoe vlug alles kiemt en boven de grond staat. De hoge temperaturen en het voldoende vocht spelen hierbij natuurlijk een grote rol en het lijkt er op, dat zodoende een goede opkomst is verzekerd. Vorig jaar was dat vanwege de extreme droogte juist het tegenovergestelde en vele fijne zaden kwamen toen na half mei ook pas boven de grond. Vanwege de vlugge opkomst is het voor de loon- spuiters nu een erg drukke periode geweest. Vooral in uien en bieten luistert het met het toepassen van die vooropkomst- middelen heel nauw! De gebruiksaanwijzing op het etiket is een vast gegeven, maar dn de praktijk kan een te veel aan wind nog al eens wat roet in het eten gooien. Een groot voordeel is nu, dat alle onkruiden haast gelijktijdig boven de grond staan en in één klap goed chemisch kunnen worden bestreden. Kiemplanten van onkruiden zijn het mees' ge voelig en iin de wintertarwe waren we dit voorjaar vanwege de natte omstandigheden te laat. Hierin waren de onkruiden nu te groot om met kontaksmiddelen goed te worden be streden en daarom zijn dit voorjaar meer komb:natiemiddelen toegepast. Deze middelen hebben een veel bredere werking en bestrijden mede ook die onkruiden welke anders vanwege de seilektiviteit aan de dans ontsprongen. Het is wel eens goed om van een vast patroon af te wijken, want bij het oude recept ging de hoeveelheid kleefkruid en hoefblad steeds ernstiger vormen aannemen. De ijsheiligen die dit jaar op 1114 mei vallen kunnen dit jaar aan de aardappelen weinig kwaadi doen. Wel zullen we de bladluizen in de bieten nu al goed in de gaten moe ten gaan houden, want vorig jaar hadden we reeds om deze tijd al de eerste infectie van het vergelingsziektevirus. Een gewaarschuwde boer telt voor twee en daarom moeten we een herhaling zien te voorkomen. Er zijn nu al perzikblad luizen gesignaleerd en besmettingsbronnen zijn ook ruim schoots aanwezig. Naar luizen zoekende boeren word't dus de eerst komende weken een vertrouwd beeld in onze pol ders en bij zoeken alleen zal het natuurlijk niet blijven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 5