op het totaal van het aan het Landbouwschap verschul digde bedrag dei1 Algemene heffing dient (als gewoon lijk) rekening gehouden te worden met de aftrek van be taalde contributie aan de landbouworganisatie waar men bij aangesloten is. Deze aftrek mag hoogstens 70 van de be taalde contributie bedragen en maximaal 50 van de alge mene heffing. Bespreking minister van Landbouw en Landbouwschap Verordening Algemene Heffing en opcenten 1975 Land bouwschap vastgesteld DE algemene heffing komt per categorie volgens de be groting op de volgende tarieven pei* eenheid neer. 9 Het Landbouwschap heeft op woensdag 7 mei j.l. zijn maandelijkse bespreking gehad met de minister van Landbouw. De onderwerpen 'die aan de orde gesteld zijn betreffen de Balans van het EG-landbouwbeleid, het energiebeleid, een invoerbeleid voor de sierteelt en de moeilijkheden in de bijenhouderij. Het Landbouwschap sprak allereerst zijn grote teleur stelling uit over het feit dat het onderhoud met het ka binet, 'dat voorzien was op dinsdag 6 mei j.l. wederom uitgesteld moest worden. Minister Van der Stee betreur de dit uitstel ook, maar wees erop, dat het kabinet in verband met dat gerezen probleem inzake het wetsont werp Vermogensaanwasdeling geen tijd kon vinden om dit gesprek voor te bereiden. De voorstellen van het landbouwbedrijfsleven zullen mogelijk eerst aan 'de orde komen tijdens het kabinets beraad op vrijdag 16 mei. Daarna zal zo spoedig moge lijk het gesprek met het Landbouwschap plaatsvinden. GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID Het Landbouwschap heeft zijn reactie op de door de Europese Commissie opgestelde Balans van het gemeen schappelijk landbouwbeleid voorgelegd aan minister Van der Stee. De minister meende 'dat een afgerond oordeel over het Brusselse document nu nog niet mogelijk is en was van oordeel dat een nadere studie van de balans wenselijk zou zijn. Besloten is dan ook, dat de commissie Buitenland en Integratie van het Landbouwschap in sa menwerking met het ministerie van Landbouw de „Ba lans van de Europese Commissie" nader zal bespreken en beoordelen. Door het Landbouwschap werd er nog op gewezen, dat in het document van de Europese Commissie geen aan dacht is besteed aan de positie van de agrarische werk nemers. Minister Van der Stee is bereid in Brussel spe ciale aandacht te vragen voor het werknemersaspect. In het beraad tussen Landbouwschap en het ministerie van Landbouw zal dit punt overigens meegenomen worden. ENERGIEBELEID De Europese Commissie wil de energiesteun voortzet ten op voorwaarde dat de prijzen van aardolie en aard gas gekoppeld blijven. Het Landbouwschap heeft de mi nister verzocht alle ruimte die Brussel bij de onlangs op gestelde spelregels inzake energiesteun geboden heeft maximaal te gebruiken. Door het Landbouwschap is er opnieuw op gewezen, dat een sterke prijsstijging van energie vergaande gevolgen heeft voor de tuinbouw. De heer Van der Stee meende, dat er geen enkele re den is om af te wijken van het door de Nederlandse re gering in 1974 geformuleerde beginsel om de aardgas- prijzen geleidelijk aan te passen. Volgens de minister is er geen principieel verschil van mening tussen het Landbouwschap en hem. Hij wees er bovendien op, 'dat de positie van de tuinbouw wellicht nog verbeterd kan worden in het kader van het struktuurbeleid en zegde toe zich daarvoor ook in te spannen. Het Landbouwschap heeft erop gewezen, dat de inkomensontwikkeling geen ruimte biedt en dat gezamenlijk gezocht moet worden naar een verlichting van de lasten in de glastuinbouw. INVOERBELEID SIERTEELT De teeltsector van snijbloemen ondervindt in toene mende mate hinder van omvangrijke importen uit derde landen, speciaal tijdens de winterperiode. De daaruit voortvloeiende druk op het prijspeil tast de inkomens positie aan. Op de tuinbouwpagina's worden nadere bij zonderheden gegeven over het standpunt van de snij bloemtelers en de mening van de minister dienaangaan de. BIJENTEELT Met de minister werd eveneens gesproken over de moeilijkheden in 'de bijenhouderij tengevolge van de ge stegen suikerprijs. Om de bijenteelt te helpen, stelde het Landbouwschap aan de minister voor een subsidie van f 0,30 per kg te denatureren suiker beschikbaar te stel len en voorts het btw-tarief op gedenatureerde bijensui ker te verlagen van 16 tot 4 De minister achtte een subsidie op suiker in strijd met het EG-suikerbeleid. Ten aanzien van de verlaging van het btw-tarief zal hij over leg plegen met de minister van Financiën. Om de bijen houderij tegemoet te komen is hij bereid het exploitatie verlies van de Stichting Proefbijenstand „Ambrosius- hoeve" in plaats van 30 nu voor 100 voor rekening van het ministerie van landbouw te nemen. Ten behoeve van het onderwijs en de voorlichting zal bij het consu lentschap voor de Bijenhouderij te Tilburg een extra kracht in algemene dienst aangesteld worden. Het Landbouwschap heeft bij de minister ten slotte ge ïnformeerd naar de overheidsbijdrage aan bedrijfsverzor- gingsdiensten bedoeld om de lasten te verlichten gedu rende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid. De mi nister deelde mede, dat hij deze toezegging gestand doet. HET bestuur van het Landbouwschap heeft in zijn open bare vergadering van 7 mei j.l. de Verordening Alge mene heffing en opcenten 1975 vastgesteld, die de grondslag vormt voor de inkomsten van het Schap. Om de algemene kostenstijgingen te kunnen opvangen, is een verhoging (ruim 10 van het niveau van de algemene heffing toegepast. Vanaf 1972 is de algemene heffing gebaseerd op het systeem van standaardibedrijfseenheden (sbe), dat wil zeggen de net to toegevoegde waarde op basis van factorkosten bij een efficiënte bedrijfsvoering. (Het bestuur besloot tot dit systeem om de lasten zo evenwichtig mogelijk over de ver schillende sectoren en individuele bedrijven te verdelen. De invoering van het nieuwe systeem betekent evenwel, dat een aantal bedrijfssectoren met name in de tuinbouw aanzienlijk meer moet bijdragen in de Landbouwschapsin komsten. Mede daarom werdi destijds besloten het nieuwe systeem in fasen door te voeren. In de algemene heffingsverordening 1975 zijn de voorstel len tot invoering van de tweede fase van het nieuwe hef fingssysteem verwerkt. Deze behelzen onder meer een ge wijzigde inrekening van de grond in de sbe, namelijk niet alleen op pachtbasis, maar op het gemiddelde van pacht en eigendom. Tevens is rekening gehouden imet het verlangen van de tuinbouw om machtiging te betrachten bij het door voeren van die volgende fasen. Voor de sectoren klein fruit in de open grond, snijbloemen, boomkwekerijprodukten, pot planten en champignons zal de aanpassing van de heffings bedragen in meerdere fasen gebeuren dan het voorgenomen aantal van drie. De financiële consequenties van een en ander zullen grotendeels door de tuinbouw zelf gedragen worden. In de melkveehouderijsector is een billijker verdeling van de lasten bereikt door uitbreiding van de bestaande heffings- groep tot vier heffingsgroepen. Ook in de pluimveehouderij en de veredelingslandbouw is de indeling van de heffings groepen herzien en zijn de bestaande groepen uitgebreid van drie tot vijf. In de nieuwe verordening is het aantal heffingsgroepen uitgebreid van 8 tot 24 groepen, waarbij de drie bestaande „tuinbouwg roepen" zijn uitgesplitst in 13 groepen. De bij dragen van de vier hoofdsectoren1 zijn thans als volgt: akker bouw 21,2 melkveehouderij 43,8 tuinbouw 21,2 en dierlijke veredeling 13,8%. Tarieven Algemene Heffing AKKERBOUW 7,— per ha VEEHOUDERIJ a. grasland 1,25 per ha b. melk-, kalfkoeien, stieren 3,05 per st. c. overige runderen (excl. mestkalveren 0,90 per st. d. schapen (excl. lammeren) 0,28 per st. TUINBOUW C. Kippen, eenden en kalkoenen a. slachtpluimvee b. legpluimvee 0,51 per 1,55 per Open grond a. groenten f 22,35 per ha b. pit- en steenvruchten 23,25 per ha c. klein fruit 33,30 per ha d. tuinbouwzaden 27,95 per ha e. bloemkwekerij 79,60 per ha f. boomkwekerij 87,35 per iha g. bloembollen (excl. gladiolen) 72,40 per ha h. gladiolen 44,15 per ha Onder glas a. fruit en groenten (koud) k 2,20 m2 b. groenten (warm) k 2,60 m2 c. snijbloemen, snijgroen en vaste planten k 2,90 m2 d. potplanten k 4,35 m2 e. perkplanten k 1,65 m2 Champignons 0,15 m2 Dierlijke veredeling A. Varkens a. fokvarkens b. mestvarkens B. Mestkalveren 1,45 per st. 0,31 per stuk f 0,47 per stuk Daarnaast zijn er de zgn. bestemmingsheffingen in de vorm van opcenten op de algemene heffing als bijv. bestrij ding aardappelmoeheid, garantieregeling en export bevorde ring pootaardappelen, bevordering en onderzoek vlasteelt, Gezondheidszorg voor Dieren, rundveeverbetering, Melkpro- duktiecontrole, Berenhouderij, Hengsten- en Paardenhouderij enz. Deze opcenten bedragen Akkerbouw 16,53 Veehouderij 2,78 Pluimveehouderij 23,46 Tuinbouw (open grond) 14,92 Tuinbouw (onder glas) 7,64 Daarnaast zijn er enkele bestemmingsheffingen zoals die voor de Dienst Financiering Onderzoek en bevordering Vlas teelt waarmee op indirekte wijze in de medefinanciering van het onderzoek in en de bevordering van de vlasteelt en vlas bewerking wordt voorzien. De middelen voor deze diienst worden verkregen uit een areaalheffing op de oppervlakte van vlas ad. 12,/ha. En de Dienst Gezondheidsdienst voor Dieren wordt gefinancierd uit een heffing van 0,10 per 100 kg afgeleverde melk. Het bestuur van het Landbouwschap besloot reeds in 1975 de bestemmingsheffing op consumptieaardappelen ongewij zigd voort te zetten. De betreffende heffingsverordening werd goedgekeurd. De heffing bedraagt, evenals in 1974, 12,per ha. De opbrengst is 'bestemd voor het Algemeen Aardappel fonds, afdeling consumptieaardappelen, van het Produkt- schap voor Aardappelen. Het fonds ds ingesteld om bepaalde aktiviteiten op het terrein van afzetbevordering en onder zoek te financieren of te subsidiëren. iDoor middel van deze bestemmingsheffing op consumptie aardappelen dragen de producenten circa 50 bij in het Algemeen Aardappelfonds. Andere financiers zijn de handel en export en de aardappelverwerkende industrie. TfOOR de berekening van de jaarwinst is de afschrij ving op duurzame produktiemiddelen gebouwen, machines en dergelijke van grote betekenis. Het gaat niet alleen om de verdeling van de afschrijvingsbedragen over de verschillende jaren, maar ook om het totale bedrag van de afschrijvingen. Wat de verdeling over de jaren betreft gaat het dan vooral om de afschrijvingssystemen. Moet gedurende dé gehele afschrijvingsperiode eenzelfde bedrag worden af geschreven? de zgn. „lineaire" afschrijving of moet een andere afschrijvingsmethode worden toegepast? Er zijn afschrijvingssystemen die er van uitgaan dat een bedrijfsmiddel in de eerste jaren van het gebruik in de eerste plaats zijn hoogste profijt oplevert en verder in die jaren ook de minste onderhoudskosten vergen. Voor een gelijkmatige verdeling van de kosten is het dan gewenst in de jaren van het hoogste profijt en de minste onderhoudskosten zoveel mogelijk af te schrijven. 1?EN systeem dat hieraan voldoet is vooral het sys- teem waarin wordt afgeschreven van de boek waarde. Het beginpercentage wordt dan hoog gekozen en de eerste jaren is het afschrijvingsbedrag hoog. Het ver loop is dan b.v. bij een aanschaffing van f 10.000,dat wordt afgeschreven in het eerste jaar 25 van f 10.000, is 2.500,in het tweede jaar 25 van f 10.000, f2.500,is f 1.875,in het derde jaar 25% van f 10.000,— min (f 2.500,— 1.875,—is f 1.406,—Het gaat dus de eerste jaren snel, maar het bedrag wordt ook snel kleiner. f)E laatste jaren is aan de problemen rond de afschrij- vingen een probleem toegevoegd. De afschrijvingen moeten worden berekend op basis van het geïnvesteerde bedrag. Dit is door de voortdurende prijsstijgingen een ongewenste situatie, maar vloeit voort uit het „gulden gulden" stelsel, wat in ons belastingstelsel fungeert. In dvt „gulden gulden" stelsel is de totale afschrij ving beperkt tot het bedrag van de historische kostprijs. Voor een zuivere winstberekening zou het volgens ons aanbeveling verdienen de afschrijvingen jaarlijks aan te passen aan het gestegen prijspeil. Dit moet gebeuren op eenvoudige gemakkelijk hanteer bare methoden. Indien ingewikkelde schema's worden op gezet is het bij voorbaat onuitvoerbaar. TT7 IJ kennen in wezen reeds zulk een soort van aan- passing door de z.g. zelfstandigenaftrek die aan de investeringen was gebonden. Tot onze spijt is deze vorm van zelfstandigenaftrek verdwenen, en hebben wij een zelfstandigenaftrek die gekoppeld is aan de winst. Naar wij menen is er plaats voor een geldontioaardings- index in verband met de afschrijvingen, naast de zelfstan digenaftrek gekoppeld aan de winst. Telkenjare stijgen de kapitaalbehoeften van elke onder neming, de kapitaalbehoeften stijgen het meest als nieu we investeringen moeten plaats vinden. In een gezond fiscaal beleid, dat er op gebaseerd is de ondernemingen mogelijkheden te verschaffen, gepast te reageren op nieu we situaties, is een financiële stimulans op fiscaal gebied in deze zin meer dan verantwoord. In onze dagelijkse praktijk komt het dikwijls voor dat de totale afschrijvingen op bedrijfsmiddelen die aan vervanging toe zijn minder bedragen dan 50 van de voor vervanging benodigde bedragen. Tiet is een totaal onhoudbare situatie en moet er toe leiden dat vervanging om economische redenen worden be lemmerd door fiscale situaties. Zulks tot schade van ondernemer en fiscus beiden! PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 3