tuinbouwklanken
Goede samenwerking
een noodzaak
Stikstof
bemesting op
spruitkoo!
Steeds goede vraag naar appelen
17
QIT keer is het voor uw briefschrijver uit WALCHEREN
niet lang zjoeken over welk onderdeel van ons brede
scala van interessen die onze tuinbouw betreffen te schrij
ven n.l. nog wat napraat over de vergadering in Middelburg
van de veiling Walcheren. Er wordt o.i. nog al eens vergeten
(en dat niet alleen in Walcheren maar ook in andere vereni
gingen en belangengroepen als bijv. aandeelhoudersvergade
ringen etc- die momenteel aan de lopende „voorjaarsband"
gehouden worden) dat de loden/aandeelhoudersvergadering
uiteindelijk, als hoogste orgaan als laatste de beslissing heb
ben over een te voeren beleid. Zowel in het door ons aange
haalde verslag van de secretaris, als door de voorzitter van
de veiling Walcheren werd daar dan ook op gewezen en ge
vraagd mee te denken en mee te beslissen!
Dit is op ruime schaal in deze vergadering gebeurdi en het
was in zijn geheel erg opbouwend!
Als er geen bijzondere zaken, beslissingen of moeilijk
heden aan de orde zijn hoeft meestens geen beroep op de
algemene vergadering te worden gedaan. Voor een bestuur
is het echter bijzonder prettig en opbouwend indien, als er
wel donkere wolken boven de veiling hangen, daarvoor bij
de leden het nodige begrip aanwezig is en medewerking ge
geven wordt om te trachten de problemen opgelost te krij
gen.
Reeds vele malen is er door ons in deze rubriek op gewe
zen dat de grondoorzaak van de ontstane moeilijkheden in
feite is, de steeds verder gaande stijgende kosten die niet
voldoende gekompenseerd worden door hogere prijzen en/of
omzetten. Voor elk bedrijf is dit overigens een funeste gang
van zaken!
Wij willen in dit verband nog eens uit een vorig land
bouwblad aanhalen hetgeen de heer Paauwe in „Geld en
Goed" in een statistiekje over de kostenstijgingen aantoonde.
In akelige kale cijfers worden eigenlijk alle problemen, ook
van onze veiling, daarin bloot gelegd in enkele verhoudings-
cijfers: Gesteld werd door de heer Paauwe:
Loonkosten 1970 - 100 1974 - 169
Groothandelsprijzen 1970 akkerbouw - 100 1974 - 108
1970 veehouderij - 100 1974 - 117
De tuinbouw stond niet apart vermeld maar ieder weet
dat de kosten en opbrengsten in onze bedrijfstak parallel
lopen met voornoemde cijfers!
Bij al deze konstateringen staat echter als een paal boven
water dat de veiling een tekort heeft van ruim 50.000,—
maar zonder veel moeilijkheden werd besloten dit %-gewijs
te dragen.
Een voorgelezen verslag kan men niet geheel onthouden
maar we willen nog wel wijzen op de oproep tot nauwe sa
menwerking! Hier is n.l. echt veel, ook financieel, mee te
bereiken. Hopelijk nooit nodig, maar laten ook de leden van
zusterverenigingen en andere verenigingen op coöperatieve
grondslag in onze sektoren, hier rekening mee houden!
Een gezond teken is wel dat het verlies door een betrek
kelijk klein aantal leden gedragen wordt. De grote romps
lomp met zo'n 400 leden, zoals een tiental jaren terug, is
voorbij. Er is nu een kern van grote, goed geleide en goed
geoutilleerde bedrijven over. En zonder iemand te kort te
willen doen, een management bedrijft men gemakkelijker
met een kleinere groep groten dan met een grote groep klei
nen!
Nu we op een lager omzetcijfer komen en de onkosten
in 1975 hierop afgestemd kunnen worden zien we het per
soonlijk niet al te somber in. In hoeverre de gevolgen van
de door de uittreding veroorzaakte omzetdaling zullen na
werken is moeilijk te beoordelen. Dit kan mee of mogelijk
iets tegeni vallen.
Begin mei zagen we gelukkig niet al te veel leeg tuinders-
land meer. Wel is het nu reeds zeker dat het een laat aan-
voerseizoen wordt. Hopelijk komt er een voldoende sprei
ding en zijn we nog zoveel voor op de konkurrentie dat er
geen te groot aanbod tegelijk komt. Al met al kan het een
spannende en moeilijke periode worden. Alhoewel... aan
alles wat we nodig hebben hoeft bepaald geen extra span
ning te worden bijgevoegd!
C. A. L. van WEERINGEN
C.A.R.
in „Bedrijfsvoorlichting Zuid-
Hollanid"'
De stikstofbemesting bij de spruitkool is van groot be
lang in verband met de opbrengst en de kwaliteit van
de spruiten. Indien te weinig stikstof beschikbaar is
voor de spruitkool blijft het gewas te kort, de spruiten te
nauw geschakeld, waardoor de kwaliteit nadelig be
ïnvloed kan worden. (By te veel stikstof is het nadëel een
lang en slap gewas met legering en moeilijkheden bij het
oogsten. Zo'n gewas is ook kwetsbaar bij minder gunsti
ge weersomstandigheden in de herfst- en wintermaan
den. Om de gewenste hoeveelheid stikstof voor een be
paalde hybride te bepalen, is de laatste jaren veel er
varing verkregen.
De oude zaadvaste rassen zijn vrijiwel geheel door hy
briden vervangen en een groot voordeel is dan de uni
formiteit, want hierdoor kan het gewas gemakkelijker
beoordeeld worden. Naar de behoefte en hoeveelheid
stikstof per ha wat gegeven kan worden met betrekking
tot de stikstofbehoefte kan bij de hybride een indeling
naar 3 groepen worden gemaakt
Groep I: Top score, Peer Gynt, Lancelot, Castellum en
Prins Askold.
Groep II: Stiekema, Parcifal, Perfect Line, Rasmunde,
Sigmund, Tasolt, Leonore, Bastion, Rovoka en Sandora.
Groep III: Garreson, King Arthur en Groeneboom.
[Bij deze groepsindeling zijn de hybriden Topscore en
Peer Gynt als standaard gebruikt met 70100 kg zui
vere stikstof per ha. Deze hoeveelheid is weer afhanke
lijk van de vruchtbaarheid van het perceel en de tijd
van planten. Als de spruikool wordt vervroegd, door te
zaaien onder platglas of in een warenhuis kan vroeger
worden geplant, waardoor de stevigheid aan het gewas
wordt vergroot.
Ditzelfde is van toepassing voor vroeg en later bij ter
plaatse zaaien van de spruitkool. Dan wordt ook door
vroeg zaaien de stevigheid van het gewas bevorderd.
Groep I heeft dus de grootste stikstofbehoefte, n.l. van
70 tot 100 kg stikstof per ha. Groep H 3070 kg en groep
EU 030 kg stikstof per ha als basisbemesting.
Op bepaalde percelen is geen of een lichtere basis be
mesting met stikstof nodig en dat zijn de percelen waar
bv. 20 a 25 ton organische mest per ha werd gegeven in
de vorm van rundvee-, varkens- of kippemest en even
eens rekening houden bij gescheurd grasland.
In het Westland is op de jonge en zware zeeklei soms
een basisbemesting van 140 kg stikstof per ha gewenst
voor een goede beginontwikkeling van het gewas. Na de
basisbemesting met stikstof is het veelal nodig in de zo
mer en herfst overbemesting te geven. Deze overbemes
ting is afhankelijk van de groei en ontwikkeling van
het gewas en varieert van 150 tot 250 kg kalkammon-
salpeter per 'ha per gift en indien nodig 2 of 3 x overbe-
rnesten.
Vooral de beoordeling van de stikstofbehoefte van de
late hybride in augustus en september is van belang in
verband met de groei en jjprudtzetting in de herfst
maanden.
In het algemeen is het van dien aard bij de hybriden,
als de groei en ontwikkeling te veel is verminderd wordt
het meestal moeilijk het gewas weer opnieuw aan de
groei te krijgen.
Het experiment van de twee centrale fruitveilingen
van Zeeland om vorige week al het fruit op één dag via
één veilingklok te verkopen, kan als goed geslaagd wor
den bestempeld. Het aanbod was niet bijzonder groot.
Tevoren hadden de handelaren in Krabbendijke, Kapel-
Ie en Goes de gelegenheid gekregen 'het fruit op te ne
men en toen de verkoop in Goes begon bleek dat geen
problemen te geven. Er werden voor de appelen op
nieuw hogere prijzen betaald. Klasse I van de Golden
Delicious in de grote maten liep van 86 tot 98 cent per
kg met een gemiddelde dat dicht rond 90 cent per kg
lag. E>e maat 6570 mm van dit ras werd voor 8387
cent per kg verkocht en de maat 6065 mm voor 66
70 cent. De klasse II was gemiddeld slechts enkele cen
ten per kg goedkoper dan de klasse I. Dat wil zeggen
dat de grote maten rond 88 cent per kg werden ver
kocht, met een enkele uitschieter naar beneden voor een
zwakke partij. De klasse II 6570 mm liep van 7885
cent per kg met een gemiddelde dat dicht bij 80 cent per
kg lag. De maat 6065 mm liep van 63 tot 70 cent per kg.
De vraag naar Winston is plotseling toegenomen. Er
was nog een behoorlijk aanbod op de Zeeuwse veilingen
en vooral de kleine maten werden belangrijk duurder
dan de voorgaande weken. Ook hier was weer opmerke
lijk het bijzonder kleine prijsverschil tussen klasse I en
klasse II kwaliteit. De grote maten liep van f 1,10 tot
1,20 per kg. De maat 0570 mm werd algemeen iets
boven een gulden per kg verkocht en de maat 6066
Was naar verhouding erg duur op 80 tot 90 cent per kg.
Conference blijft er ook nog steeds in een behoorlijk
kwantum te koop. De maat 65—70 mm klasse I deed vo
rige week dinsdag 1,17 per kg. Klasse I 6065 ram
werd verkocht voor 1,12 en' 5560 mm voor 0,95 per
kg Voor de klasse EI werd betaald 6570 mm 1,09
1,17; 60—65 mm 1,05—1,09; 56—60 mm 83—92 et
5055 mm 64 cent per kg.
Het kwantum dat wekelijks wordt aangeboden gaat
nu minder worden, maar nog enkele weken zal deze peer
in Zeeland te koop zijn.
Het aanbod van kasaardbeien nam toe. Tegen de He
melvaartsdag steeg de prijs. Midden vorige week werd
rond 1,20 per doos betaald voor de klasse I kwaliteit
en rond 1,voor de klasse II.
PINGEN VAN PE WEEK
QP verschillende fruitveilingen zijn op dit moment
behoorlijke aanvoeren van kasaardbeien. De oogst
in de verwarmde kassen is in volle gang en vooral in
dagen met veel zon gaat het rijpingsproces snel. De af
zet had tot dusver een redelijk verloop. Weliswaar kon
vanaf begin mei het peil van april niet behouden blijven
maar dat is geen ongewoon verschijnsel wanneer de aan
voeren toenemen. De teelt van kasaardbeien ondervindt
de laatste jaren geen uitbreiding meer maar wel komt er
een grotere spreiding over het gehele land. Er is een tijd
geweest dat de Bommelerwaard met Zaltbommel als cen
trum toonaangevend was. Daar komen thans nog veel
kasaardbeien. Ook elders op de Betuwse veiilngen is de
aanvoer echter van betekenis. In Brabant is de teelt ge
leidelijk uitgebreid en dat geldt eveneens voor Limburg.
Zeeland heeft een periode van sterke opgang van de
kasaardbeien. Ook elders op de Betuwse veilingen is de
hier de andere kant op nu er op steeds grotere schaal
door de kastuinders wordt overgeschakeld op de bloe
menteelt. Dat proces is trouwens ook in de Bommeler
waard in volle gang. In Brabant en Limburg dachten we
dat het wat minder was, daar handhaven de kasaardbeien
zich in elk geval vrij goed.
Opmerkelijk is ook de sterke uitbreiding van deze teelt
in België en dan vooral in het gebied rond Hoogstraten
en Mechelen. België is vele jaren de belangrijkste af
nemer van Nederlandse kasaardbeien geweest maar nu
komt het voor dat er export uit België naar Nederland
plaats vindt. Overigens vindt er vanuit ons land ook heel
wat export naar België plaats. West-Duitsland is een
grote afnemer van Nederlandse kasaardbeien maar in
dit land wordt al gauw veel concurrentie ondervonden
van het Italiaanse natuurprodukt dat reeds volop aan de
markt is en waarover we de vorige week enkele opmer
kingen maakten.
I-IET vorig jaar heeft de teelt van kasaardbeien over-
wegend gunstige resultaten opgeleverd. Degenen
in Zeeland die toen niet op de bloemen waren overge
schakeld maar de aardbeien trouw gebleven, waren daar
gelukkig mee. Hopelijk zal het dit jaar niet anders zijn.
Het is een mooie teelt die erg arbeidsintensief is maar
de praktijk heeft geleerd dat de teelt van bloemen in kas
sen dat niet minder is.
Een goede combinatie is de teelt van kasaardbeien, ge
volgd door tomaten welke dan gedurende de tweede helft
van augustus en in september aangevoerd worden.
Na de kasaardbeien komen de aardbeien welke wor
den geteeld onder plastiekkappen. Vooral in Zeeland en
met name plaatselijk op Zuid-Beveland is er de laatste
jaren een behoorlijke uitbreiding van deze teelt. Over het
algemeen worden er gunstige resultaten mee bereikt. Het
is ook weer een arbeidsintensieve aangelegenheid maar
dat is met alle kleinfruitprodukten het geval.
De aardbeien van onder de plastiekkappen moeten het
gat opvullen tussen de kasaardbeien en de aardbeien
van de volle grond.
De weersomstandigheden spelen een belangrijke rol
bij deze teelt. De vervroeging welke er door wordt be
reikt kan vooral in Zeeland goed worden benut. Ook dit
jaar zitten er flinke percelen onder het plastiek en zal
er eind meibegin juni een behoorlijk aanbod van deze
aardbeien kunnen zijn.
De gewone vollegrondsaardbeienteelt loopt wat areaal
betreft in ons land geleidelijk terug. In Zeeland is ze hele
maal van weinig betekenis meer. Brabant en Limburg zijn
de grote teeltgebieden van de natuuraardbeien waarvan
de afzet in hoofdzaak is gericht op de industrie maar
waarbij wel een verschuiving valt waar te nemen naar
rassen en teelten voor verse consumptie. De teelt voor
de industrie is overwegend niet meer aantrekkelijk in
ons land. De concurrentie van de Oosteuropese landen
en vooral van Polen is de laatste jaren bijzonder groot.
Het is voor de telers in ons land vrijwel onmogelijk om
tegen de prijzen van deze landen, aardbeien in ons land
te telen.
We weten niet hoe deze concurrentie zich verder zal
ontwikkelen maar erg hoopvol hieromtrent is niemand.
De kracht van de vollegrondsaardbeienteler zal daarom
gezocht moeten worden in het telen voor de verse con
sumptie en daarbij is er een goede en grote markt niet
alleen in Nederland maar ook in West-Duitsland. België
heeft ruim voldoende voor eigen land maar vooral Zee
land kan misschien zorgen voor de voorziening van de
Belgische kustplaatsen.
T\E aardbeienteelt is altijd een mooie teelt geweest
en een behoorlijk onderdeel van het kleinfruitbe-
drijf. Het zal dit niet meer kunnen blijven op de oude
manier waarbij er voor de industrie werd geleverd. Kan
sen zijn er zeker in de teelt van het betere produkt voor
verse consumptie. Daar zal dan wat meer aandacht aan
besteed moeten worden, vooral bij de pluk en het zal
betekenen dat men lang niet iedereen deze aardbeien
kan laten plukken, wat ook betekent dat het areaal niet
belangrijk vergroot kan worden.
Wanneer men begint met een behoorlijke oppervlakte
aardbeien onder plastiekkappen en daarna komt met goe
de variëteiten van goede kwaliteit van de vollegrond dan
behoeft de aardbeienteelt beslist nog niet afgeschreven
Dat geldt trouwens voor de gehele kleinfruitteelt. Ook
bij rode bessen en mogelijk ook bij frambozen za men
in ons gebied de nadruk moeten leggen op de teelt van
het betere produkt voor verse consumptie of veredelde
verwerking. Het gewone middelmatige fabrieksprodukt
zullen andere landen waarschijnlijk veel goedkoper dan
wij kunnen leveren. Van deze werkelijkheid moeten we
uitgaan bij het vaststellen van onze teeltplannen.
de kleinfruitteelt afschrijven, dat behoeft zeker met te
gebeuren.