i f~| _£~1 watert r~1
Winning van plantaardig eiwit
Het
strovezel-
projekt
MEN is zich in de wereld bewust géwordén van de drin
gende noodzaak zuinig te worden op de fossiele
grondstoffen (olie, aardgas en kolen), die thans op grote
schaal worden verbruikt als energiebron en als organische
grondstof voor de petro-chemische industrie.
12
Van het I.B.V.L.
te Wageningen.
F\E direkte aanleiding voor het I.B.V.L. om aan stro-
vezel te gaan werken, lag in het in een snel tempo
wegvallen van stro als grondstof voor de strokartonfabri-
kage, dit omdat de strokartonindustrie omschakelde op
oud papier als grondstof en hieruit grijs karton ging ma
ken. De oorzaak hiervan lag o.a. in de lage oud-papier-
prijzen en in de milieubelasting die de fabrieken moesten
gaan betalen voor hun afvalwater.
Bij de fabrikage van strokarton op de klassieke wijze
lost n.l. 20 25 van het stro op. Het wordt afgevoerd
als afvalwater, öf men zou het met hoge kosten moeten
indampen en verbranden.
Het I.B.V.L. ontwikkelt sinds twee jaar een procédé,
waarbij uit stro een goede vezel voor verpakkingskarton
kan worden gemaakt. De werkwijze is weliswaar duurder
maar een belangrijk deel van de kosten worden echter
gedragen door de opbrengst van een aantal te winnen
organische produkten en chemicaliën, terwijl zo'n fabriek
bovendien geen milieuvervuiling meer veroorzaakt.
Het initiatief voor het aanpakken van dit onderzoek,
waarvan de eerste ideeën in Groningen werden ontwik
keld, kwam uit de strokarton-wereld in het noorden van
het land.
ASPEKTEN VAN DE STROMARKT
QE positie van Ihet stro als grondstof en als hulpstof
^^werd beïnvloed door allerlei ontwikkelingen die aan
leiding gaven tot ingrijpende veranderingen en verschuivin
gen in de produktie, de consumptie, de toepassingen en de
prijsstellingen.
Vroeger werd stro overwegend gebruikt in de veehouderij
als strooisel en voor een deel als voeder, in de tuinderij en
bollencultuur en voor de vervaardiging van strokarton, stro-
cellulose en strovezelplaat {voor de bouw en als isolatie).
Het strokarton is nu als toepassingsgebied vrijwel helemaal
weggevallen, maar daarentegen is als nieuw toepassings
gebied de champignonteelt opgekomen, terwijl ook het ge
bruik van stro in b.v. maneges is toegenomen.
Een nieuw toepassingsgebied wordt geopend door ver
werking, met behulp van loog en stoom, tot een produkt
met een hogere voeder-waarde voor herkauwers. Op het vee
houderijbedrijf heeft dit tot dusver eigenlijk nog geen toe
passing gevonden, maar het ziet er naar uit dat verwerking
ervan in mengvoeder dicht bij praktische realisering staat.
Veranderingen in de produktie warden veroorzaakt door
een afname van het graanareaal, vooral bij de gemengde
bedrijven, door toepassing van kortstrorassen.
Maar ook doordat de graantelende bedrijven, als gevolg
van een sterke piekbelasting in de oogsttijd, geen mankracht
en materiaal kunnen inzetten om het stro te winnen. Er
moet dus veel stro op het veld wordlen verbrand. Naar schat
ting valt hiermee 10 af, wat niet alleen direkte bezwaren
geeft door brandgevaar en rookontwikkeling (overlast ge
vend en milieuverontreinigend), maar het is ook jammer dat
hierbij een waardevolle organische grondstof verdwijnt
waaraan de mensheid thans duidelijk een betere bestemming
kan geven.
NIEUWE ONTWIKKELINGEN
Deze grondstoffen zullen zoveel mogelijk moeten worden
vervangen door grondstoffen die onuitputtelijk zijn. De
landbouw is de enige producent van organische materialen
die elk jaar met zekerheid weer opnieuw worden geleverd
en niet aan uitputting onderhevig zijn.
Daarom zullen, reeds in de nabije toekomst, ontwikkelin
gen kunnen worden verwacht die leiden tot het omschakelen
van bepaalde produktieprocessen van petro-chemische
grondstoffen op grondstoffen geleverd door de landbouw.
De landbouw zou via zijn bijprodukten en afvallen ook
deze toepassing is voorlopig nog weinig aantrekkelijk; op
als leverancier van energie gezien kunnen worden, maar
basis van verbrandingswarmte komt 1 ton stro overeen met
ruim ton olie. Belangrijker dan de calorieën zijn echter
de vezelprodukten en de organische stoffen die uit stro en
andere landbouwafvallen te maken zouden zijn. Chemisch
gezien is er een zeer grote uitwisselbaarheid mogelijk tussen
petro-chemische en agrarische grondstoffen.
De realiseerbaarheid ervan wordt bepaald door de prijs
stellingen en door de stand van de research en het ontwik
kelingswerk.
In deze snel veranderende omstandigheden liggen de pro
blemen daarbij voornamelijk in de moeilijkheden om tijdig
de juiste visie te ontwikkelen en om tot besluitvorming en
financiering van het onderzoek en de investering te komen.
Het zal duidelijk zijn dat de realisering altijd later komt dan
wenselijk zal zijn.
OOK ECONOMISCHE MOTIEVEN VAN GROOT BELANG!
AL deze veranderingen zullen slechts geleidelijk kunnen
worden doorgevoerd en ze vereisen veel omschake
lingen en aanpassing van het produktie-apparaat, de con
sumptiepatronen de prijsstellingen, de im- en export, enz.
De drijvende kracht hieibij zal niet alleen voortkomen uit
de „ideologische" motieven, maar zal voor een zeer groot
dleel geleverd worden door de gebruikelijke economische
motieven en gestuurd worden door economische wetmatig
heden. Naarmate de verschillen in prijs tussen petro-chemi
sche en agrarische grondstoffen toenemen, zullen meer pro
cessen op basis van landbouiwproduikten economisch haal
baar worden. Voor stro e.d. liggen er in principe mogelijk
heden voor verwerking tot voeder, voedsel, vezel, brand
stoffen en chemicaliën (feed, food, fiber, fuel and chemicals).
Op korte termijn lijken hiervan alleen realiseerbaar (naast
het reeds genoemde veevoeder) de papiervezel en de ernaast
te winnen chemicaliën.
Het verbruik aan papier neemt vrijwel evenredig toe met
het bruto nationaal produkt en men verwacht dat omstreeks
1980 'het verbruik aan hout de produktiekapacitedt van de
ontginbare bossen heeft benaderd, zodat dan een werkelijk
tekort aan vezel kan ontstaan.
Men zal daarom meer oud papier terugwinnen en verwer
ken (recycling) en nieuwe bronnen van vezel gaan benutten.
Dit laatste is ook om technische redenen noodzakelijk, om
dat meerdere malen hergebruik de mechanische eigenschap
pen van de vezel sterk vermindert. In Nederland wordt ca.
45 van het papier teruggewonnen (dit is het hoogste per
centage ter wereld) en juist d&ürom bestaat bij ons een be
hoefte aan een behoorlijk kwantum „maagdelijke" vezel.
Thans wordt hiervoor dure houtvezel geïmporteerd, waar
voor heit EBVL procédé, dat uitgaat van stro, een goed alter
natief lijkt te 'kunnen bieden.
HET IBVL PROCÉDÉ
K IERBIJ is uitgegaan van dé doelstelling een milieu
vriendelijk procédé te ontwikkelen, waarbij naast de
papiervezel ook andere organische en chemische produkten
moeten worden gewonnen. Het is nu mogelijk om behalve
een goede vezel ook houtsuiker (xyloze) te winnen en boven
dien kleinere hoeveelheden nevenprodukten als furfural,
azijnzuur en lignine (houtstof).
Voor deze produkten zijn er veelbelovende toepassings
mogelijkheden in de farmaceutische en de levensmiddelen
industrie, maar ook in de chemische industrie voor de ver
vaardiging van kunstharsen en andere chemische produkten.
Om een maximale kans te hebben dit procédé, bij welsla
gen, snel op industriële schaal gerealiseerd te krijgen, werd
reeds ini een vroeg stadium van het research- en ontwikke
lingswerk een samenwerking opgebouwd met een papier
industrie en een chemische industrie, die daarbij .bovendien
van het begin af aan hun specifieke chemische en technolo
gische kennis konden inschakelen. Bij het realiseren van dit
kontrakt heeft het Landbouwschap zich bereid verklaard het
ontwikkelingswerk te steunen door een bijdrage van in
totaal 1 miljoen toe te zeggen; dit is gebaseerd op de dui
delijke uitspraak de belangen van de Nederlandse graan-
telers hiermee te willen behartigen.
STROVOORZIENING
|TEN modern opgezette nieuwe fabriek moet zich ver
zekerd weten van een betrouwbare grondstoffenvoor-
ziemng. Het is nodig alle handeling»- en transportkosten
laag te houden, wat aangepaste technieken zal vereisen. Dit
zal mogelijk al moeten beginnen achter de maaidorsmachine
op het veld, van waaraf efficiënte en op elkaar afgestemde
machines ingezet moeten worden met de erbij behorende
infrastruktuur betrekking hebbend op laden, lossen, trans
port en opslag.
Aan deze aspekten wordt gewerkt op het zustecinstituut,
het IMAG (Instituut voor Mechanisatie, Arbeid en Gebou
wen).
AGRARISCHE GRONDSTOFTEN NEMEN
BELANGRIJKE PLAATS IN
Het nieuw strovezelprocédé, dat door het IBVL in samen
werking met de deelnemende industrieën wordt ontwikkeld,
sluit aan bij de nieuwe opvattingen over een efficiënt ge
bruik van al onze grondstoffen, waarbij schaarse en duur-
wordendle fossiele grondstoffen waar mogelijk vervangen
en/of aangevuld zullen moeten worden via nieuwe technie
ken.
De door de landbouw te 'leveren grondstoffen zullen hier
bij zeker een belangrijke plaats innemen.
ontsluitings-
zuur vloeistof waswater
conden
saat
retourwater
i i retourwati
j,
filtreren
zuiveren condensaat
papier
maken
retourwater
-M-
furfuraldamp
conden
seren
1"
furfural
nelasse"m.
zuur afdes-
ti 1 leren
indampen
t.suikerstr
fraktio-
neren
i
kristal i-
seren
1
Stro-verwerki nq
I.B.V.L., Wageningen april 1975
Xylose
(houtsuiker)
Azijnzuur
rol
papier
ontsloten
stro
gemalen
strovezel
Xylose furfural azijnzuur
(houtsuiker)
LB.V.L.
Wageningen
BLADEIWIT UIT GROENE BLADEREN
(gras, luzerne)
Er wordt, vooral in Engeland, reeds gedurende 50 jaar
onderzoek uitgevoerd naar de winning van eiwit uit groene
bladeren. Op het IBVL werd er in 1952 al iets aan gedaan
en het werd dn 1972 weer hervat. Het doel van het onder
zoek was om na te gaan wat voor mogelijkheden er beston
den om bladeiwit udt gras en luzerne te extraheren en de
resterende vezelrijke massa nog als volwaardig veevoer te
gebruiken. Het vezelanme eiwitconcentraat zou dan als voer
voor met-herkauwers kunnen worden toegepast Dit ter ver
vanging van geïmporteerde soja en vismeel om zodoende
minder afhankelijk te worden van de wereldmarkt.
Uit het onderzoek is gebleken dat men met de bestaande
technieken ongeveer 30 tot 50 van het in het vers gras
aanwezige ruw edwit in de vorm van vezelarm eiwitconcen
traat kan winnen. De eiwitconcentratie in dit produkt is
ongeveer 50 De resterende vezelrijke fraktie bevat dan
nog altijd 14 15 eiwit op droge stof.
Thans liggen de produktiekosten van gedroogd bladeiwit-
concentraat hoger dan de kosten van gelijkwaardige voe
dingsstoffen udit oliezaden (b.v. soja). In geval van een we
reldcrisis op het gebied van eiwitvoorziening kan dit proces
om bladeiwit te winnen echter tot de mogelijkheden behoren
en economisch verantwoord zijn.
EIWIT UIT VELDBONEN
(Vicia Faba)
ET doel van dit onderzoek is het nagaan van de moge
lijkheden tot het winnen van eiwit uit veld- en tuin
bonen (Vicia Faba) als eiwitbron voor mens en dier. Een van
de grote plantaardig-eiwitproducenten is Amerika, waar men
ca. 90 van het soja-areaal voor zijn rekening neemt De
gemiddelde opbrengst aan sojabonen is ca. 2 ton per ha
(volgens Dr. Jensma, Unilever), terwijl het eiwitgehalte ca.
40 bedraagt.
Voor veldbonen bedraagt de gemiddelde opbrengst 441/2
ton per ha (volgens ir. R. P. Lammers van het Consulent-
schap voor Peulvruchten), waarbij (het eiwitgehalte 30—32
bedraagt. Het zetmeel gehalte is 3033
Met de huidige technieken en produktiemethoden kan van
het boneneiwit 7075 als eiwitisolent worden gewonnen,
met als nevenprodukten zetmeel en vezeL Voor de schillen
en de gedroogde vezel is mogelijk de mengvoedersector een
afzetgebied. Afhankelijk van de toepassing worden andere
ecsen gesteld aan de produkten. Voor de toepassing in voe
dingsmiddelen voorr de mens zijn eigenschappen als smaak
en oplosbaarheid belangrijk. Nagegaan wordt wat die eigen
schappen van de verkregen produkten zijn bij 'bepaalde
scheidingstechnieken. Ook wordt de nodige aandacht be
steed aan de voedingswaarde en eventuele schadelijke fak-
toren in de produkten.
Dit onderzoek beoogt ertoe bij te dragen dat er ook in de
toekomst op een aanvaardbare manier in de eiwitbehoefte
van de mens kan worden voorzien
Na bijna driekwart eeuw de werkzaamheden vanuit
Arnhem te hebben verricht is op 9 mei j.l. de nieuwe ves
tiging van Barenbrug te Oosterhout (Gld.) op feestelijke
wijze in gebruik genomen. De officiële opening geschied
de door Z.K.H. Prins Bernhard. In ons nummer van de
volgende week komen wij nader op deze opening en de
vele aktiviteiten die Barenbrug in de loop der jaren heeft
ontwikkeld terug. Ter gelegenheid van dit officiële ge
beuren bood de direkteur de heer J. J. Barenbrug de
Prins als voorzitter van het World Wild Life Fund 10 ton
graszaad aan, één van de gepatenteerde rassen voor
voederdoeleinden van de firma, genoeg voor de inzaai
van ca. 300 ha grasland ergens in Zuid-Amerika, Afrika
of Azië, voor het in stand houden van grasetende in het
wild levende dieren.
OLIEFINANCIERING TUINBOUW-SECTOR
UK een beschikking gepubliceerd In de Neder
landse Staatscourant van 12 mei j.l. blijkt, zoals
eerder is aangekondigd dat de oliekredietgarantle-
regeling voor de glastuinbouw is aangepast De
overheidsgarantie voor leningen ten behoeve van
de aankoop van zware stookolie, geleverd tussen
30 september 1974 en 1 januari 1975, bedraagt
f 50,per ton en tussen 31 december 1974 en 1
juli 1975 f 60,per ton. Voor halfzware olie (petro
leum), gasolie en lichte stookolie belopen deze be
dragen over genoemde tijdvakken resp. 5 cent en
6 cent per liter.