9 tuig uitgevoerd worden van de koolzaad- snuitkever en de koolzaaagalmug. Als de stand zodanig is dat tot uitrijden moet worden besloten is de gewassen- keuze beperkt indien er tegen onkruiden gespoten is met Kerb of L/egurame. Deze bodemherbiciden zijn zeer persistent. Als nagewassen komen dan in aanmerking bieten aardappelen, erwten, stambonen of mais. Het zaaien van zomergranen moet na genoemde middelen ontraden worden. BLAUWMAANZAAD UOOR de onkruidbestrijding in blauw- maanzaad kan het middel Asulox in 6 a IVz liter per ha na opkomst worden uitstoeung i schieten toegepast bij een gewaslengte van mini maal 5 cm. Ook wanneer na het zaaien Asulox is toegepast, kan het nodig zijn ook na opkomst nogmaals te spuiten. In dit geval maximaal 6 liter gebruiken. De werking verloopt langzaam, maar is dik wijls beter als na het zaaien. Onderteelt van karwij kan geremd worden. Bij het algemeen voorkomende ras Marianne is de meest gewenste standdichtheid- 80100 planten per va2. Mechanisch dunnen zal daarom slechts zelden nodig zijn. SUIKERBIETEN DEGIN maart zijn slechts enkele per- celen suikerbieten gezaaid kunnen worden. Het overgrote deel zal hopelijk eind april gezaaid zijn. Dit houdt in dat dit belangrijke gewas later tot ontwikke ling zal komen en ook de dunperiode wordt naar een later tijdstip verschoven. H.opelijk is de veldopkomst goed. Bij late zaai is er veel minder kans op schade van allerei bodeminsecten. Het is te verwach ten dat op veel percelen Temik is toege past. Bij een dunne opkomst niet te spoe dig tot overzaaien besluiten, daar dit haast nooit rendabel is. Dit jaar is men praktisch overal nu in Zeeland overge gaan op een rijenafstand van 50 cm, dit vooral in verband met de oogstsystemen. Ten aanzien van het plantenbestand be staan er diverse mogelijkheden. A. Dunnen in handwerk: Dit zal vaak bestaan uit een meer of mindere cor rectie van het opgekomen plantenbe stand, afhankelijk van de gekozen zaaiafstand in de rij. Een plantenaan- tal van 70.000 per ha is het meest ideaal, dus bij 50 cm rijenafstand 3 a 4 planten per strekkende meter. uitkomen van de aar rijpheid B. Zaaien op eindafstand: Sinds de op komst van het genetisch éénkiemig zaad is deze methode sterk toegeno men. Bij deze methode van zaaien kan men weinig meer veranderen, behou dens wat corrigerend handwerk. Dit geeft in veel gevallen wel een mooiere stand voor het oog, maar is vaak niet of nauwelijks rendabel. Gewenst aan tal planten 80.000 per ha (dit is 40 planten per 10 meter rijlengte). C. Machinaal dunnen: Het mechanisch dunnen met zowel de blinde dunner* als de tastdunner is nooit algemeen toegepast. Met de komst van het gene tisch eenkiemig zaad hebben velen ge kozen voor het zaaien op eindafstand. Met beide machines zijn bij een rede lijk goed verdeeld plantenbestand goe de resultaten te bereiken. De tastdun ner levert voor het oog wat mooier werk, is echter aanmerkelijk duurder en dit is wat financieel resultaat be treft er vrijwel nooit uitgekomen. In een onregelmatig gewas kan de tast dunner wel beter werk leveren. Na het dunnen met de blinde dunner die nen er ongeveer 4045 planten per 10 meter rijlengte te blijven staan. Bij ge bruik van een tastdunner is 3540 plan ten per 10 meter rijlengte voldoende als eindstand. Een na-opkomstbehan deling met Beta- nal wordt steeds meer regel. Vaak wordt er te laat gespoten met dit middel met onvoldoende effect op het onkruid als re sultaat. Wanneer er onkruid van beteke nis voorkomt dan moet dit en met name de grootte van dat onkruid, de doorslag geven bij het bepalen van het tijdstip van spuiten ook al zijn de bietenplantjes nog aan de kleine kant. Om de kosten van deze bespuiting enigszins te drukken is de toepassing door middel van rijen bespuiting een goede me thode. Over de problemen die aan rijen- bespuiting met Betanal vastzitten, is in dit blad reeds een uitvoerig artikel versche nen. VERGELINGSZIEKTE situatie wat betreft de aanwezig heid van smetstpfbronnen in de vorm van groene uitloop op achtergeble ven bieten en bietenkoppen alsmede over winterde bietenopslag uit zaad en besmet te onkruiden, vertoont veel overeen komst met die in het voorjaar van 1974. Ongetwijfeld lopen de pas bovengekomert bieten weer een goede kans om in een vroeg stadium besmet te worden met het virus dat de vergelingsziekte veroorzaakt. Aangenomen mag worden dat in die ge vallen waar Temik gebruikt is deze risi co's tot een minimum zijn teruggebracht. Voorlopig hoeft men zich daar dus geen zorgen te maken, al zal de praktijk moe ten leren tot hoever in mei (of juni?) de voor half maar toegepaste Temik werk zaam zal zijn. Degenen die geen Temik hebben ge bruikt doen er goed aan de aanwijzingen vaa/ de waarschuwingsdienst, die hetzij via de radio, hetzij schriftelijk zullen wor den verstrekt, nauwkeurig te volgen. De aanwijzingen kunnen van gebied tot ge bied uiteenlopen, dooreengenomen treedt de vergelingsziekte het meest ernstig op in West Zeeuwsch-Vlaanderen (met uit zondering van de kuststrook van Breskens naar Cadzand). Vervolgens behoren Wal cheren en de Zak van Zuid-Beveland tot de meest bedreigde gebieden terwijl Noord-Beveland duidelijk een ander uiter ste vormt, dat wil zeggen het meest „vei lige" gebied is. UIEN DIT voorjaar is het zaaien van uien met de precisiezaaimachine in bepaalde streken sterk toegenomen. Hopelijk is dit jaar de opkomst goed en regelmatig. Op de vroeg gezaaide percelen is, vanwege de daarna volgende zeer natte omstandig heden, helaas op een aantal percelen geen bodemherbicide toegepast kunnen wor den en heeft men vlak voor opkomst ook geen diquat of paraquat kunen gebruiken. Deze percelen zullen wat onkruidbestrij ding betreft veel moeilijkheden kunnen geven. Immers na opkomst dienen we in uien te wachten tot het gewas 6 cm lang is, terwijl het onkruid in deze periode welig groeit. Pas vanaf een gewaslengte van 6 cm kan op een veilige wijze tegen on kruiden worden gespoten. Met uitgesproken bodemherbiciden zo als Ramrod en chloor-IPC kan het beste worden gespoten op „zwarte grond" of wanneer het onkruid hoogstens in kiem- plantstadium verkeert. Ook dient de grond vochtig te zijn om hiermee een gun stig effect te verkrijgen. Onder niet te droge omstandigheden kan tegen reeds bovenstaande kleine on kruiden het middel Lironion dat tevens enige contactwerking bezit, goed werken. In bijzonder droge omstandigheden is men aangewezen op het middel Actril of Cer- trol 20. Bij toepassing van deze middelen is een voldoend afgehara gewas van 10— 15 cm lengte vereist. Een bespuiting na een droge periode bij zonnig warm weer biedt de beste kans op slagen. STAMBONEN E bonen worden deze maand gezaaid, veelal met de precisiezaaimachine. Het beschikbare zaaizaad zal dit jaar van zeer matige kwaliteit zijn. Hier is uiter aard het weer tijdens de oogst in het na jaar van 1974 debet aan. Het dorsen van bruine bonen onder de natte omstandig heden en het daarna noodzakelijke droog- proces gaat namelijk veelal ten koste van de kwaliteit van het zaaizaad. Veel zaai zaad is zwak en is door de N.A.K. inge deeld in een speciale noodgroep. Aange raden wordt pas te zaaien, wanneer de temperatuur voldoende hoog is en de kie ming dus snel zal kunnen verlopen. H.et zaaizaad is ook gevoelig voor natte omstandigheden bij of kort na de zaai. Het is zeker niet aan te bevelen om eigen zaaizaad te gebruiken, daar dan veelal niets over kiemkracht e.d. bekend is. Wellicht verdient het aanbeveling dit jaar iets nauwer in de rij te zaaien. De gewenste zaaiafstand in de rij is 9 a 10 cm bij 37,5 cm rijenafstand. (Bij 33 cm rijenafstand is dit 10 a 11 cm. De gebruik te zaaizaadhoeveelheid is dan afhankelijk van het 1000-korrelgewicht en zal dan tus sen 130160 kg per ha zijn. Voor de on kruidbestrijding in stambonen is het mid del Aresin of Linuron, toegepast direct na het zaaien, het meest op zijn plaats. Bij de teelt van stamslabonen kan alleen het middel Ivorin kort voor opkomst worden toegepast. Na opkomst kan tegen de avond nog met Ivosit worden gespoten. SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN OP INVESTERINGEN 1. De bijdrageregeling op particulier cultuurtechnische werken, zoals erf- verharding, bedrijfswegen, drainage en grondverbetering blijft ook na 23 april nog gewoon doorlopen. Minimum investering 3.000,Sub sidie 33 of 50 Eigen arbeid wordt ook binnen be paalde grenzen gesubsidieerd. Sleuf silo's en open mestopslagplaatsen val len nu niet meer onder deze regeling 2. De bijdrageregeling verbetering agra rische bedrijfsgebouwen is opengesteld van 22 april23 mei 1975. Hieronder vallen nieuwbouw en ver bouw, niet zijnde onderhoud van ge bouwen alsmede sleufsilo's, mestop slagplaatsen en gierkelders. Minimum investering 10.000,Subsidie 20%. Eigen arbeid wordt niet gesubsidieerd. RUNDVEEHOUDERIJ F februari en begin maart werd ge dacht dat het rundvee vroeg in de wei in zou kunnen. Deze illusie werd vol ledig de grond ingeboord. Vele veehou ders zaten begin april te springen om vooral de koeien overdag te kunnen wei den. Gras was er midden april op ver schillende percelen weiland voldoende, doch de weilanden waren te nat om te weiden. Eind april kon het weideseizoen beginnen met een behoorlijke voorraad gras. GRAS EN VOEDERWINNING HOPELIJK is er begin mei voldoende gras om te beginnen met de aanleg van een wintervoorraad. Vroeg beginnen met de voederwinning is gewenst om de volgende redenen le. Men kan groeitrappen maaien om de weidegrasvoorziening beter in de hand te hebben. 2e. Arbeidspreiding. 3e. Uitstekende kwaliteit voer, speciaal te voeren naast eiwitarm snijmais. 4e. Het weerrisico van voordroogkuil is kleiner dan bij hooiwinning. 5e. De hergroei van het gras is snel. Bij vroege ruwvoerwinning is het ma ken van voordroogkuil het meest aantrek kelijk. Probeer de veldperiode zo kort mogelijk te houden door intensief te schudden. Bij een drogestofgehalte van 40 kan het gras worden ingekuild. Zorg voor een goede afwerking van de kuil. Een grondlaagje over de plastic geeft een betere bescherming van de kuil. Zorg ervoor dat na elke beweiding of maaiing de stikstof direkt gestrooid wordt en eventueel de mestflatten gespreid. Ken Uw gewas! Bepaal het juiste moment van toepassing mede aan de hand van het ontwikkelingsstadium van tarwe. De bijdrageregeling verbetering agrarische bedrijfsgebouwen is opengesteld tot 23 mei 1975.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 9