De maand mei op het zuid westelijk landbouwbedrijf c.c.c. 8 TJET zit de landbouw met name in het zuidwesten niet mee. Sinds nu ongeveer EEN JAAR vallen we van het ene in het andere. Eind februari en begin maart leek het goed te worden en zijn er plaatselijk wat vroege zomergewassen gezaaid. Daarna echter steeds maar weer regen en het voorjaarswerk moest noodgedwongen uitgesteld worden. Piasvorming zowel op het reeds gezaaide alsook op het nog ge ploegde land zien we allerwegen. De structuur van de grond en de waterdoorlatend- heid is op veel plaatsen slecht. Meerdere boeren verwachten dat dit jaar nog wel eens slechter zou kunnen wor den dan 1974. Alhoewel dit wellicht een wat voorbarige conclusie lijkt, is in ieder ge val de start slecht, zijn de vooruitzichten somber en voor het zaaien van veel zomer gewassen is het jaar nu zover gevorderd dat niet meer op een normale opbrengst gerekend mag worden. We moeten oppassen dat niet op nog te natte grond begonnen wordt, want als daarop een periode volgt met droog, schraal weer zoals in mei nogal eens voorkomt dan heeft een te nat bewerken een zaaibed van brokjes beton en sintels to gevolg De maand mei is altijd een drukke maand, waarin de verzorging van de gewassen veel aandacht vraagt. Nu worden alle voorjaarswerkzaamheden op één hoop gescho ven en het dunnen van de bieten zal pas eind mei en begin juni kunnen gebeuren. Als we nu naar de wintertarwe en de vroeg gezaaide zomergranen kijken zien we ze nog maar amper staan. Als het droge weer van vorige week echter blijft aanhouden kan er in korte tijd zeer veel gebeurd zijn. ken te controleren. Wanneer op meer dan 15 a 20 cm van de stengels (spruiten) oogvlekken voorkomen, dan is een be spuiting aan te bevelen. Gespoten kan worden met Benlate, Bavistin, Bavistin M, Derosal of Topsin M. MEELDAUW MEELDAUW in gerst kan wanneer geen zaadontsmetting is toegepast, worden bestreden als op het derde blad van bovenaf gerekend, meeldauw van be tekenis voorkomt, met Calixin, Milgo-E of Funginex. Meeldauwbestrijding in tar we is minder effectief. Wanneer evenwel- reeds vroeg meeldauw voorkomt kan eventueel ook in tarwe, kort voor het in aar komen, een bestrijding worden uit- ontwikkeling van de gewassen krijgt dit onkruid dit voorjaar extra kansen. Naast 2,4-D gevolgd door MCPA, geeft ook Cer- trol Combin een goede bestrijding. AARDAPPELOPSLAG TEGEN aardappelopslag lijkt ons de combinatie van groeistoffen en een middel met contactwerking de meest aan gewezen methode. Wat de groeistoffen be treft komen vooral die middelen in aan merking die benazolin of dicamba, of bei de, bevaten zoals Asepta Benzan, Asepta Ben Cornox of Bensecal eventueel ge mengd met ioxynil, DNOC of dinoterb voor de contactwer.king. OoW middellen als Certrol Combin en DM 68 komen als combinatie van groeistoffen met bro- BOUWPLAN HE definitieve samenstelling van het bouwplan is door diverse landbou wers uitgesteld tot vlak voor de zaai. Dit betreft dan die percelen waar in het na jaar van 1974 „nogal wat" gebeurd is en die begin maart nog zo nat waren, dat er niet te zaaien was en ook in april hadden deze percelen weer wateroverlast. Het ligt voor de hand dat erop zulke percelen meestal gerst gezaaid is, omdat het voor zomertarwe of haver te laat in het jaar en de mogelijkheid om later met stikstof bij te sturen en in totaal meer stikstof rendabel te maken. Op zomergerst moet een gedeelde gift beslist afgeraden wor den omdat dit gauw legering en doorwas bevordert en bovendien de brouwkwali- teit nadelig beïnvloedt. Het beste tijdstip voor het strooien van de tweede gift is stadium 7. Het gewas is dan zo'n 35 a 40 cm hoog, zodat de kunstmest nog goed over het gewas heen kan worden ge strooid. Dit stadium zal bij wintertarwe dit jaar vermoedelijk pas eind mei wor den bereikt en in zomertarwe en haver omstreeks begin juni. De hoogte van de C.A.R. - Goes Bedrijfsvoorlichters, Ing. A. BAKKER, Ing. R. VAN DER MEER. is geworden. Op deze late gerstpercelen oppassen met de stikstofbemesting, omdat exra stikstof veelal het paard achter de wagen spannen is. Het verhoogt de op brengst niet, maar het gewas groeit slap per op en is gevoeliger voor meeldauw. WENKEN BIJ HET SPUITEN GRANEN UET systeem van gedeelte N-giften verdient op wintertarwe de voor keur boven een éénmalige gift en wordt de laatste jaren reeds veel met succes toe gepast. Een gedeelde gift werkt ook goed op zomertarwe en haver en geeft ook in deze gewassen ongeveer hetzelfde effect. Namelijk een gezonder en steviger gewas tweede gift kan aangepast worden aan de stand van dat moment. Als richtlijn kan dienen dat een normale tweede gift om streeks 40 kg zuivere N per ha mag zijn. Op die percelen waar de aardappelen of uien niet zijn geoogst en deze grotendeels zijn verrot dient rekening gehouden te worden met de nalevering van stikstof in de loop van het groeiseizoen. Hier dient een tweede stikstofgift dus eerder achter wege te blijven. UR zal deze maand weer veel worden ■k gespoten. Spuiten is vakwerk! Spui ten is verantwoordelijk werk! Vooral nu het werk zich ophoopt wordt het maar al te gemakkelijk haastwerk en ziet men bepaalde voorschriften en wenken op de verpakking gemakkelijk over het hoofd. Ook bestaat er onder wat bijzondere omstandigheden zoals die zich vandaag aan de dag voordoen gemakkelijk de nei ging te gaan experimenteren door toepas sing van middelen of methoden waarvoor géén ontheffing werd verleend. Wij menen er goed aan te doen U met name op twee punten te wijzen: a) Toepassingen die niet op het etiket zijn vermeld zijn verboden. Naast het risi co dat men loopt door een behande ling uit te voeren die onvoldoende on derzocht is loopt men dus ook de kans op een bekeuring. b) Rijd Uw tank zoveel mogelijk leeg op het betreffende perceel voor U gaat tanken. Voorkom vierder het overlopen van de tank bij het vullen. De wet ver ontreiniging oppervlaktewater stelt ook in dit opzicht hoge eisen. AOK de toepassing van C.C.C. vraagt weer de aandacht. Het meest juiste moment hiervoor is (bij tarwe) stadium 5 a 6 (Feekes-schaal). Zodra men van on deren aan de plant duidelijk de eerste knoop kan voelen en er dus min of meer sprake is van stengelvorming kan de CCC met succes worden toegepast. Men wordt aangeraden om de behande ling met C.C.C. op de daarvoor in aan merking komende percelen vooral tijdig uit te voeren, dat wil zeggen afgaande op de ontwikkeling van het gewas. Dus ook niet uitstellen om het een paar weken la ter te kunnen combineren met de bestrij ding van de voetziekte. Bij haver wordt de C.C.C. in een later stadium toegepast, zo bij een gewaslengte van 35 a 40 cm en dan met een wat ho gere dosering: 3 liter per ha. VOETZIEKTE CEN volgend punt is de voetziektebe- strijding. Door een zachte winter en een vochtig voorjaar wordt het optreden van de oogvlekkenziekte of legeringsvoet- ziekte in de hand gewerkt. Overigens kun nen in maart en april de lage tempera turen de ontwikkeling weer hebben af geremd. Hoe het ook zij op verdachte percelen wintertarwe is het alleszins aan te bevelen de eerste weken van mei, de plantjes op aanwezigheid van oogvlek- Het toepassen van bestrijdingsmiddelen dient verantwoord te zijn. Lees ook de „Wen ken bij het spuiten" in dit artikel. Na opkomst kan in uien pas vanaf een gewaslengte van 6 cm veilig tegen onkrui den worden gespoten. gevoerd met de voor gerst genoemde mid delen of met de combinatie spuitzwavel maneb. ONKRUIDBESTRIJDING moxynil/ioxynil als contactmiddel, hier voor in aanmerking. Ook in zomergerst en haver zijn tegen aardappelopslag de meeste van de ge noemde combinaties te gebruiken. Houdt U echter nauwkeurig aan de voorschrif ten met name wat de hoeveelheid middel betreft. Vooral haver is voor de verschil lende middelen duidelijk gevoeliger dan zomertarwe. IVE onkruidbestrijding in granen zal in mei veel aandacht vragen. Vooral in de percelen wintertarwe waar bij het zaaien geen bodemherbicide meer werd toegepast en ook begin maart nog niet ge spoten werd, kunnen zich problemen voordoen. Voor de kleurstoffen zal het als regel nu te laat zijn. Op kamillepercelen kan Basagran P worden aangeraden, waar kamille -f varkensgras voorkomt is Fa- neron MCPP op zijn plaats. Besteedt vooral ook aandacht aan de klein hoefbladbestrijding. Door de late KOOLZAAD IN dit gewas kwamen reeds vroeg in grote getale koolzaadglanskevers voor. Deze kever hoeft alleen bestreden te worden vóór de bloei, daar ze de bloem knoppen uitvreet. In het midden van de bloei kan een bestrijding met het vlieg-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 8