AARZELEND EN ZUINIG LANDBOUWBELEID VRIJDAG 2 MEI 1975 63e Jaargang - No. 3279 land- Zlm tuinbouwblad maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant T^E land- en tuinbouw is een van die bedrijfstakken, waar het georganiseerde bedrijfsleven altijd be reid is geweest samen met de overheid te denken en te bouwen aan een beleid in het belang van zowel die land bouw als van de hele samenleving. De georganiseerde landbouw was daarbij steeds bereid ook zelf voor het landbouwbeleid verantwoordelijkheid te dragen. Op vele niveau's vindt ook vandaag de dag dit overleg nog plaats, al heeft het hier en daar gedurende het laatste jaar wel wat gestagneerd en heeft de landbouw zich in een aantal gevallen uitdrukkelijk van overheidsmaatregelen moeten distantiëren. Of in de komende tijd het landbouwbedrijfs leven nog langer bereid zal blijven om niet alleen mee te denken over het overheidsbeleid, maar daarvoor dan ook een zekere verantwoordelijkheid te dragen, wensen wij te betwijfelen. Het optreden van deze regering en landbouwminister maken het immers voor de landbouworganisaties met de dag moeilijker om nog serieus samen te denken en wer ken. Men kan immers met de beste wil van de wereld toch niet verwachten dat een overheidsbeleid voor de land bouw van pappen en nathouden, terwijl grote aantallen land- en tuinbouwbedrijven in een uiterst moeilijke situa tie verkeren, voor het bedrijfsleven nog veel zin heeft om over mee te praten. Het wordt tijd dat het tot Den Haag en Brussel eens goed doordringt dat boer en tuinder vandaag de dag geen boodschap meer heeft aan mooie perscommunicé's en in gewikkelde subsidieregelingen, zolang daarmee de basis van zijn bestaan niet wezenlijk wordt verbeterd. SLACHTPREMIE EN INTERVENTIE ^AINISTER Van der Stee heeft geen volledig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de E.G.-slacht premie van 95,72 per vaars, os of stier aan te vull<en met een nationale premie van maximaal ƒ177,88 per dier.. Immers de totale premie, inclusief het Brusselse deel, zal voor mei 153,85, voor juni 136,75 en voor juli ƒ119,66 bedragen. Daarna k<rmt er nationaal geen cent meer bij. Blijkbaar gaat de minister ervan uit dat na juli de markt zich ook zonder premie wel zal kunnen redden. Wij hopen dat hij gelijk krijgt. Niettemin vinden we deze schriele aanvullingen op de ONS COMMENTAAR E.G.- slachtpremie niet getuigen van veel wezenlijke be reidheid om aan een stabieler marktverloop mee te wer ken. En dat is toch juist wat de vleessektor nodig heeft. Waarom dan ook niet de hoogte van de nationale premie toeslag gekoppeld aan het verschil tussen oriëntatieprijs en werkelijke marktprijs. De wijze waarop nu de hoogte van de slachtpremie is vastgesteld werkt eerder markt verstorend, dan dat de markt ondersteund wordt. In elk geval heef; de minister zich weinig of niets gelegen la ten liggen aan de mening van het bedrijfsleven op dit puni, Dat dë aanhouder toch wel wint blijkt uit een andere zaak waar het bedrijfsleven zeer lang op heeft aange drongen, namelijk de uitbreiding van de interventie-moge lijkheden tot 2e kwaliteit koeiien. Wij vinden dat een goe de zaak en hopen dat Brussel hieraan snel zijn goed keuring hecht. Een goedkeuring die toch nauwelijks pro blemen mag opleveren, daar deze regeling in alle andere E.G.-landen al wordt toegepast! REGELINGEN "^A lang wachten en zeer veel verwarring is vanaf 23 april t/m 23 mei dan weer eindelijk de regeling verbetering agrarische bedrijfsgebouwen van kracht. De mogelijkheid om daarmee de problemen en misverstan den rondom de subsidiëring van het bouwen van sleuf silo's op te lossen op een voor iedereen aanvaardbare wijze, heeft de minister direkt aangegrepen. De regeling verbetering agrarische bedrijfsgebouwen wijkt nogal wat af van eenzelfde vorige regeling. Dat komt dan met name doordat vanuit Brussel veel op- en aanmerkingen kwa men. Men was in E.G.-kringen blijkbaar beducht dat deze regeling de rentesubsidieregeling te veel konkurnentie zou aandoen. Daarom moest het subsidiepercentage omlaag van 25 naar 20 en moest aan een aantal extra voorwaarden ten aanzien van het maximale investeringsbedrag, ook in kombinatie met de regeling partikuliere kultuurtechnische wer'ken, worden voldaan. Daardoor is van de eenvoudige en zeer goed funktionerende regeling agrarische bedrijfs gebouwen van vorige jaren maar weinig meer overge bleven en gaan we weer sterk in de richting van een op papier mooie regeling waar uiteindelijk zoveel voor waarden aan verbonden zijn dat maar een klein aantal boeren ervan kan profiteren! Zo vinden wij het een on zinnige voorwaarde dat de totale investering maximaal 75.000,mag bedragen. Akkoord als men het subsi diabele gedeelte afgrenst, maar het is toch onzin als iemand die meer dan 75.000,investeert totaal niets krijgt! Ook de koppeling met de Bijdrageregeling 1973, alsmede met de Partikuliere Kultuurtechnische regeling getuigt op z'n zachtst gezegd van willekeur. Immers de genen die van deze regeling destijds gebruik maakten waren niet op de hoogte dat ze daarmee bij toekomstige regelingen met beperkingen gekonfronteerd zouden wor den! Wij vragen ons af of bij het tot stand komen van deze regeling Den Haag zich niet wat al te gemakkelijk achter Brussel verscholen heeft. OPSCHORTING P.C.W.-REGELING ET verontwaardiging hebben wij voorts kennis ge- ■**1 nomen van het elders in dit blad afgedrukte minis teriële besluit om de aanvraagmogelijkheid voor de re geling Partikuliere Kultuurtechnische werken ingaande 1 juni a.s. tot nader order op te schorten. Om budgettaire redenen volgens het persbericht. En dat in een tijd dat de regering miljarden voor de bestrijding van de werk loosheid beschikbaar stelt! Wij vinden het absoluut onverteerbaar dat, waar bij het tot stand komen van deze regeling en ook daarna van de zijde van het landbouwministerie steeds de verzeke ring is gegeven dat deze regeling voor een langere pe riode zou open blijven (6 jaar), de aanvraagmogelijkheid nu toch plotseling wordt stopgezet. Overleg met het bedrijfsleven heeft hierover voor zo ver ons bekend niet plaats gevonden. Alle voorlichting, waarbij in heel wat gevallen is geadviseerd om werken in fases, uit te voeren of naar een later voor het betref fende bedrijf gunstiger gelegen tijdstip te verschuiven, was uiteraard gebaseerd op de toezegging dat deze re geling voor een langere periode zou openstaan. De sa menwerking met het landbouwbedrijfslevten wordt met een dergelijk willekeurig beleid wel erg op de proef ge steld. Bijzonder onbevredigend is voorts de gang van zaken rondom het tot stand komen van een regeling subsi diëring bedrijfsverzorgingsdiensten, met name ter dek king van het risico van arbeidsongeschiktheid gedurende het eerste jaar. Wij vinden het onverteerbaar dat waar bedrijfsleven en ministerie van landbouw overeenstem ming hebben bereikt, de zaak toch weer nodeloos wordt opgehouden door een andere minister uit dit kabinet. Ook hier is van enig doortastend beleid alweer geen sprake meer, hoewel het bedrijfsleven, in dit geval de bedrijfsverzorgingsdiensten, de mogelijkheid daartoe toch wel op een presenteerblaadje heeft aangeboden. GESPREK MET KABINET In dit nummer o.m.: L.E.I. voorcalculatie Akkerbouw 1975/76 Pagina 3/4 Uit de praktijk Pagina 5/6 De maand mei op het Z.W. Akkerbouwbedrijf Pagina 8 9 Bijvoeren melkkoeien in weideperiode Pagina 10 Liempde 1975 ,,Niet steeds meer maar wel beter" Pagina 11, 12, 13, 15 en 17 Tuinbouw Pagina 19 70ALS bekend heeft het Landbouwschap zich recht- streeks tot het kabinet gewend met een aantal fis cale en sociale wensien. Van de zijde van de premier is toegezegd dat op korte termijn een gesprek kan plaats vinden. Dat is dan inmiddels weer al zo'n maand gele den. Nu blijkt dat het kabinet de voorstellen van het Landbouwschap eerst nog via een interdepartementale overleggroep laat bestuderen, waardoor het gesprek met een delegatie uit het kabinet nog wel enige weken op zich zal laten wachten. Enerzijds geeft dit aan dat de land- bouwschapsvoorstellen ten aanzien van belastingen en sociale lasten nu toch wel degelijk serieus worden geno men en dat het kabinet blijkbaar beseft dat met een ver wijzing naar de studie Hofstra door de landbouw geen genoegen mee zal worden genomen. Anderzijds dient verwezenlijking van de landbouw- schapsvoorstellen binnen het kader van de komende land bouwbegroting mogelijk te zijn en moet er dus snel ge handeld worden. Wij vinden dan ook dat het Landbouw schap zo langzamerhand lang genoeg in de wachtkamer heeft gezeten en dat de tijd van duidelijk zaken doen nu toch wel is aangebroken. LUTEIJN. 5 mei - dag van de bevrijding! Vele erevelden en monumenten herinneren ons aan het leed dat de oorlog over velen van ons heeft gebracht. Indien zij voor het nageslacht een aansporing zijn te werken voor de vrede zijn de offers niet tevergeefs geweest „Wie niet om wil zien naar het verleden Is gedoemd het nogmaals te beleven". (Foto Oorlogsgravenstichting)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 1