Opening veredelingscentrum Royal Sluis, Enkhuizen Wat doet een makelaar in onroerend goed Golden Delicious iets goedkoper 14 Verleden week is onder grote belangstelling het nieuwe Veredelingscentrum van Royal Sluis te Enkhuizen geopend. Royal Sluis beschikt nu over drie veredelingsbedrijven. In Enkhuizen, op het hoofdbedrijf, vindt de veredeling plaats van glasgroenten en een aantal bloemengewassen. De ver edeling van vollegrondsgroenten en peulvruchten vindt in Wageningen plaats. Recentelijk is Royal Sluis gestart met een bloemzaad veredelingsbedrijf in Poggemhagen, West- Duitsland. De nieuwe produkten die straks uit deze verede lingsindustrie zullen voortvloeien en aan de voortdurend stijgende eisen van de praktijk zullen moeten voldoen, zul len uiteindelijk het bewijs moeten leveren dat de juiste weg is ingeslagen. Bij deze opening wees de president-direkteur van Royal Sluis de heer S. J. Sluis op de taak zoals hij die voor het zaadbedrijf en de „zaadindustrie" zag. Het moderne zaadbedrijf anno 1975 is immers geen „zaadhandel" meer. Er is sprake van een industrie, waarbij de gehele keten van •veredeling tot en met de distributie zioh steeds sterker is gaan konsentreren binnen één bedrijf, met sterk gespecia liseerde afdelingen. Ingrijpende technologische ontwikkelingen hebben zich 'in de laatste decennia ook in de Nederlandse tuinbouw voor gedaan. De Nederlandse zaadindustrie heeft hierin een be langrijke rol gespeeld door het op de markt brengen van ge heel nieuwe gewassen, het kweken van nieuwe rassen, die minder arbeidsintensieve teeltmethoden mogelijk maken. De introduktie van de zaadpil die een revolutie in de op kweek van planten heeft betekend, noemde hij als één van de voorbeelden daarvan. Door deze snelle ontwikkelingen is echter ook de zaad industrie in een stroomversnelling terechtgekomen. Steeds grotere inspanningen zijn nodig om de tuinbouw van zijn primaire grondstof, het zaad, in optimale kwaliteit te voor zien, zowel in het belang van de Nederlandse tuinbouw als in het belang van de kontinuïteit van het zaadbedrijf. QOOR de Nederlandse tuinbouw wordt soms wel eens argwanend naar de internationale aktiviteiten van de Nederlandse zaadindustrie gekeken. De internationale ge richtheid zorgt enerzijds voor vele nieuwe impulsen en „know-how" in het veredelingswerk. Daardoor kan het Ne derlandse rassen-assortiment z'n sterke positie in de we reld handhaven. Anderzijds geeft deze internationale ge richtheid aan het zaadbedrijf een bredere basis, die abso luut noodzakelijk is in verband met de hoge kosten van ver edeling, de grote wisselvalligheden van het veredelingswerk en de zeer sterke wijzigingen met name in het door de Ne derlandse tuinbouw gebruikte rassensortiment. Daarom, willen we onze taak als toeleveringsbedrijf van de Nederlandse tuinbouw blijvend kunnen uitvoeren, dan zal een gezond bedrijf met op hoog peil staande veredelings- programma's een vereiste zijn, aldus de heer Sluis. Geluk kig hebben we daarbij in het verledeh grote steun gehad van het belangrijke werk, dat door het I.V.T. werd verricht. Voor de toekomst zal vooral het meer fundamentele onder zoek van veredelingsinstituten als het I.V.T. mede bepalend zijn voor de verdere ontwikkeling van het veredelingswerk op onze zaadbedrijven. Het moet echter worden betreurd dat de overheid gemeend heeft het budget voor dit funda mentele werk sterk te moeten inkrimpen, terwijl dit werk juist steeds kostbaarder wordft. Ook wordt het steeds moei lijker allerlei barrières bij de veredeling te doorbreken, waardoor steeds vernuftiger technieken noodzakelijk wor den. Dat dit veel geld kost, behoeft geen betoog. Door de budgettaire overheidsmaatregelen heeft het I.V.T. moeten besluiten haar fundamentele research toe te spitsen op de voor de Nederlandse tuinbouw meest belangrijke gewassen. De heer Sluis waarschuwde in dit verband voor een te sterke beperking ervan. Bij verschillende voor de Neder landse zaadindustrie zeer belangrijke gewassen, zoals bo nen, erwten, uien en wortelen, kan zij niet of nauwelijks steunen op het IVT en moet zij zichzelf redden! Daarentegen wordt de veredelingsinspanning bij vele van deze gewassen juist in de ons bekonkurrerende landen door de overheid belangrijk verdiept. Tevens lijkt het erop, dat een vrije uit wisseling van wetenschappelijke kennis en genetisch mate riaal door nationalistische tendenzen steeds verder wordt beperkt. I^AAST de zeer snelle ontwikkelingen op rassengebied krijgen ook de zaadtechnologische aspekten een steeds grotere aandacht van da moderne zaadbedrijven. Uni formiteit in genetische eigenschappen is uiteraard zeer be langrijk; als er echter belangrijke verschillen tussen de za den met betrekking tot vitaliteit, kiemkraoht en plantenont- wikkeling ontstaan, kan er nog geen optimale produktie worden bereikt. Deze aspekten zijn vooral de laatste jaren steeds belangrijker geworden i.v.m. de toenemende mecha nisatie van de opkweek. Een tussenfase, waarin achterblij vende planten konden worden verwijderd, gaat steeds meer tot het verleden behoren. Deze ontwikkeling, gekombineerd met het steeds duurder worden van het zaad, zal waarschijn lijk in de nabije toekomst uitmonden in de verkoop van vele zaadsoorten per stuk. Dat aan deze zaden hoge eisen zullen worden gesteld, ligt voor de hand. Een voorbeeld hiervan vormen al lange tijd de zaden diie in pilvorm per stuk wor den verkocht, zoals SPLIT PILL. In eerste instantie is het uiteraard van het allergrootste belang, dat de pil aan het zaad geen enkele belemmering in z'n kieming toebrengt. Echter, als de omhullingsmaterie goed is, en het zaad is niet 100 dan gaat een belangrijk voordeel van de mechanisatie te niet. De opkomst van SPLIT PILL heeft dan ook sterk ingegrepen in de produktie- en verwerkingsmethoden van zaad. Met betrekking tot sla- en andiijviezaad zijn reeds vele vragen opgelost en op dit moment zijn we zelfs in staat kiemrust in kiemkrachtig sla zaad geheel of gedeeltelijk op te heffen. Op de weg naar uni form kiemgedrag en plantontwikkeling voor vele soorten zaden zullen nog vele stappen gezet moeten worden. Het is echter een weg die belangrijke perspektieven voor een ver dere mechanisatie van de tuinbouw kan inhouden, zowel voor de vollegronds-, glas- als perkplantencultuur. |TEN zaak die ook zeer sterk in de belangstelling staat, is ongetwijfeld het gebruikswaarde-onderzoek. Wat dient de plaats en de taak van het zaadbedrijf daarbij te zijn? De veredeling gaat steeds kritischer worden en het veredelingsbedrijf dient noch het belang van de tuinder noch zijn eigen belang, als! rassen worden gelanceerd, die niet aan hoge eisen voldoen. Nu is het niet altijd zo gemakkelijk om op korte termijn volledig objektief uit te maken wat de kwa liteit van nieuwe rassen is, omdat teeltomstandigheden vaak sterk wisselen, waarbij zaaitijd! .streek, maar vooral ook sei zoen met grote verschillen in licht-intensiteit, ziekte-aan tastingen en dergelijke, een grote rol spelen. Het wordt voor de veredelingsbedrijven steeds meer een noodzaak om een nieuw ras zelf eerst in uitgebreide proe ven op verschillende plaatsen te testen .alvorens het op de markt te brengen. Dit verlengstuk van het veredelingswerk behoort naar de mening van de heer Sluis tot de taak van het veredelingsbedrijf. Indien bij een eerste screening voor het gebruikswaardeonderzoek door die overheid een deel van dit werk wordt overgenomen, is het ook een redelijke zaak dat de zaadhandel voor dit onderzoek betaalt. Dat daarnaast de overheid uit een oogpunt van objektie- ve voorlichting ter bescherming van de eindverbruiker van mening is, dat een gebruikswaardeonderzoek van kommer- ciële rassen gewenst is, moet natuurlijk gebillijkt wordten, maar de hieraan verbonden kosten dienen dan niet meer op de schouders van het toch reeds zwaar belaste veredelings bedrijf te drukken .omdat z'n gebruikswaardeonderzoek niet meer tot de taken van het veredelingsbedrijf behoort. De voorlichting van overheidswege en van de kant van de veredelingsbedrijven vormt soms een moeilijk punt, omdat hierbij zoveel subtiele en subjektieve faktoren een rol kun nen spelen. Er is hier wederzijds soms sprake van frustratie en spanningen, die niet in het belang zijn van de tuinbouw in zijn totaliteit veelal als gevolg van onvoldoende kommuni- katie. Het zou, zo meende de heer Sluis, in ieders belang zijn als er tussen zaadbedrijf en voorlichtingsdienst geregel de kontakten tot stand zouden komen. Ook een beter over leg tussen Proefstations, Centraal Bureau voor de Tuin bouwveilingen en de zaadindustrie achtte de heer Sluis noodzakelijk. Er is reeds regelmatig kontakt tussen de Proefstations en het Centraal Bureau, o.a. met betrekking tot nieuwe produkten, nieuwe eisen die in de toekomst ge steld moeten worden aan het produkt. Dit zijn zaken waar de zaadindustrie ten nauwste bij betrokken is. Met haar in ternationale kontakten zou de zaadindustrie zeker een in breng bij deze gesprekken kunnen hebben, terwijl het ander zijds, met het oog op de lange-termijnplanning, voor het zaadbedrijf ook van zeer groot belang is Om in deze ge sprekken betrokken te worden. We hebben elkaar hard no dig! Aldus de heer Sluis. ^"ERUGKOMENDE op de yraag, door de Redaktie inge bouwd in het laatste artikeltje „Wat doet een make laar in onroerend goed" deel III schrijft de heer A. M. Ver- brugge ons het volgende: „Stellig bent u niet de enigste die zich af vraagt waarom zowel de verkoper als de koper courtage verschuldigd zijn aan dezelfde makelaar. Zonder te willen pretenderen alles over deze zaak af te weten, wil ik trachten mijn visie op deze kwestie te geven. De georganiseerde makelaardij in Nederland hanteert n.l. twee verschillende systemen: a. De leden van de „MAKELAARSVERENIGING TE AM STERDAM" werkzaam in Amsterdam en omgeving, ma ken gebruik van het zgn. éénzijdig tarief. Het is daar ge bruikelijk, dat zowel de koper als de verkoper elk zijn eigen makelaar in de arm neemt. Beide makelaars behar tigen de belangen van hun eigen kliënt en brengen bij het sluiten van de koopovereenkomst elk V/2 courtage in rekening (excl. B.T.W.). b) De leden van de NEDERLANDSE BOND VAN MAKE LAARS IN ONROERENDE GOEDEREN die over het ge hele land behalve Amsterdam werkzaam zijn, hanteren het zgn. tweezijdig tarief. Maken beide partijen dus de verkoper en de koper van één en dezelfde makelaar ge bruik, hetgeen meestal gebruikelijk is, dan zijn ze beiden de courtage t.w. V/2% aan dezelfde makelaar verschul digd. De makelaar behartigt in dit geval zowel de belan gen van de verkoper als van de koper. Hij is dus zeer duidelijk een bemiddelend persoon. Mocht echter de koper en de verkoper elk een andere makelaar in de arm nemen, dan betaalt ieder z'n eigen makelaar. Het komt wel voor, dat bijv. de verkoper zijn eigen zaken regelt en derhalve geen courtage verschul digd is, terwijl de koper misschien wel een makelaar heeft ingeschakeld. Dit komt meer voor op het platte land dan in de stad. Dit zijn in grote trekken die gedragsregels ten aanzien van de honorering van de georganiseerde makelaars in den lande. Het zij vermeld, dat de niet georganiseerde makelaars zich voornamelijk houden aan het tweezijdig tarief. In de meeste gevallen zal bij het verlenen van een opdracht tot verkoop, de zgn. lastgeving e.e.a. op schrift worden gesteld. Een geheel andere kategorie tussenpersonen zijn diegenen die niet beëdigd zijn en zich derhalve geen makelaar mo gen noemen. •QM nu een.vergelijking te maken tussen het gebruike lijke tweezijdig tarief en een éénmaal te betalen cour tage moeten we weten: de hoogte van het percentage over de verkoopwaarde (éénmaal 3 is evenveel als tweemaal V/2 welke andere voorwaarden worden gesteld? (extra in rekening te brengen- advertentiekosten, financieringsver plichtingen t.a.v. de koper!); welke vakkundigheid en service wordt geboden? De genoemde 3 totaal over de verkoopwaarde in ons geval, is een praktisch gegeven en is blijkbaar voldoende, om een gezonde bedrijfsvoering min of meer te garanderen. Het is ons bekend ,dat deze percentage bijv. in België en in Frankrijk veel hoger liggen. Stel dat iemand een woning van 50.000 middels een ma kelaar te koop aanbiedt en stel dat hiermee enige maanden moet worden geadverteerd, dan is daaraan al vlug geen eer te behalen. Een pand met een „gezonde", d.w.z. niet over trokken verkoopwaarde, dat vlot doorverkocht kan worden, zal winst opleveren. In feite komt het erop neer, dat vele kosten moeten wor- fotwl* Q0men9d HP «HÉN*; Ffe, py. den gemaakt vooraleer men tot bepaalde resultaten kan ko men. Uiteindelijk kan de makelaar pas gaan „rekenen", als de koop c.q. de verkoop een doorgang vindt". Aldus de heer Verbrugge. Op de fruitveilingen was vorige week het aanbod van Golden Delicious erg groot en tegenover dit grote aan bod stond een wat afgenomen vraag met het gevolg dat de prijzen iets terugliepen. Vooral de exporthandel liet het wat afweten. Op de buitenlandse markten wordt de concurrentie van appelen van het Zuidelijk halfrond en uit Frankrijk groter nu het prijspeil van het Nederlandse produkt flink is aangetrokken. De voorsprong in prijs welke onze Golden hadden, is hierdoor verloren gegaan en dat had invloed op de vraag. Tegenover de geringere vraag voor export stond ech ter een grote vraag voor de binnenlandse markt. Hier door kon het gebeuren dat de gele partijen naar verhou ding duurder werden betaald dan de groene. Klasse I Golden Delicious in de maat 7080 werd ver kocht voor 85 tot 90 cent per kg en de maat 6570 mm deed rond en iets boven 80 cent. Voor de klasse I 6065 mm werd rond 70 ct per kg betaald. Klasse II was over het algemeen maar 25 cent per kg goedkoper dan de klasse I. Opmerkelijk was dat toen de temperaturen op liepen en de prijzen wat zwakker werden, de animo om te verkopen groter werd. Zo lang de temperaturen laag bleven en de prijzen geregeld aantrokken, tonen heel wat telers weinig of geen animo om te verkopen maar men wil wel wanneer men zich afvraagt of het de ver keerde kant op gaat met de prijsontwikkeling. Winston wordt er ook nog steeds aangevoerd. De prijs hiervan kon zich redelijk handhaven op 1,tot 1,20 voor de klasse I grote maat en rond en iets beneden 1,per kg voor de maat 6570 mm. Het aanbod van Conference peren bleef groot in ons gebied. Het sorteren geeft wel wat meer moeilijkheden. Voor veel partijen die thans nog beschikbaar zijn is het tijd dat ze worden geruimd. Geen ongewoon verschijnsel overigens rond begin mei. De klasse I in de grote maat werd verkocht van 1,10 1,18 per kg en voor de maat 6065 mm werd dinsdag op de voorverkoopveiling van Goes-Krabbendijke rond 1,per kg betaald, terwijl toen voor de I 5560 mm 80—81 cent per kg werd betaald. De Ild-maat liep terug tot rond 50 cent per kg. Kasaardbeien werden in toenemende hoeveelheden aangevoerd. De prijs handhaafde zich op 1,70 tot 1,90 per doosje met 200 gram inhoud. In de komende week is er in Zeeland maar één keer fruitveiling. Woensdagmorgen om 11 uur wordt alles geveild via de veilingklok in Goes. De handel kan voor af in Krabbendijke, Kapelle en Goes opnemen wat er is aangevoerd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 14