HET, aantal verpachtingen en de daarbij betrokken opper
vlakte, waarvan de gegevens in deze statistiek zijn
verwerkt ,lag resp. 8,0 en 14,8 hoger dan in 1971 /'72.
Het aantal nieuwe kontrakten voor de kategorie boerderijen
en tuinderijen nemen zowel absoluut als procentueel af, ter
wijl voor de kategorie los land het aantal nieuwe kontrak-
v ten toenam, doch procentueel daalde doordat de gemiddelde
grootte van de verpachtingen afnam.
Pacht- en loonprijzen
van landbouwgronden
1972/1973
Belgische Boerenbond
Herziening maximum pachtprijs
dient uitgesteld te worden
9
II ET Centraal Bureau voor de Statistiek verzamelt reeds
sinds 1940 gegevens over de pachtprijzen van landt-
bouwgrond. Van 1954/1955 af werden hierbij ook de koop
prijzen van landbouwgronden opgenomen. Zo juist is bij de
Staatsuitgeverij de „Statistiek van pacht- en koopprijzen van
landbouwgronden betrekking hebbende op 1972/1973" ver
schenen. De daarin verwerkte gegeven, ten dele ontvangen
van de grondkamers, anderzijds door enquetering, hebben
betrekking op een periode van 12 maanden, lopende van 1
juli tot en met 30 juni, en dan uitsluitend op de in die perio
de afgesloten kontrakten en bij verkoop van landbouwgron
den gerealiseerde prijzen. Dit houdt in dat de in de vooraf
gaande jaren gesloten en nog geldende pachtkontrakten
daarin niet opnieuw meetellen. Wel zijn de zgn. wijzigings-
kontrakten verwerkt, waarin de pachtsom wordt aangepast.
De verpachtingen in de LJsselmeerpolders echter, een geheel
aparte groep, zijn niet in deze statistische gegevens ver
werkt. De prijzen liggen daar aanzienlijk hoger dan elders,
aldus de toelichting, waardoor als gevolg daarvan de ge
middelden van Nederland omhoog getrokken zouden wor
den en tot een verkeerd beeld van de ontwikkeling aanlei
ding kunnen geven.
PACHTOVEREENKOMSTEN
Het aandeel van de Stichting Beheer Landbouwgronden
in de verpachte oppervlakte daalde met 1 n.l. van 4,9
tot 3,9 dat van de overheid (kroondomein, Rijk, provin
cie, gemeente en waterschappen steeg van 19,1 tot 21,2
(39.155 ha). Ruim 50 van de verpachte oppervlakte is in
handen van particulieren. Het grote percentage formulieren,
waarop geen aanduiding van de aard van de verpachter is
gegeven (ruim 37 ontneemt veel van de betekenis van
de vermelde percentages voor de groep agrariërs en niet-
agrariërs.
Het blijkt n.l. dat voor 68.836 ha verpacht land het beroep
van de verpachter niet vermeldt is, zodat statistisch slechts
1314 ha (0,7 door agrariërs verpacht zou worden tegen
22.758 ha (12,3 door nfet-agrariërs.
Opvallend Is, dat bijna een derde deel van het losse land
voor slechts 1 jaar wordt verpacht.
KOOPOVEREENKOMSTEN
JN 1972/'73 werden van 10.568 verkopingen met een op
pervlakte van 42.894 ha de gegevens in deze statis
tiek verwerkt, hetgeen een afname ten opzichte van vorig
jaar betekent van resp. 9,4 en 19,8 Deze afname deed
zich hoofdzakelijk voor in alle kwartalen bij de categorie
boerderijen 1972/'73, in het le kwartaal 1973 bij de catego
rie los bouwland alsmede in het le en 2e kwartaal 1973 bij
de categorie los grasland.
Van de verpachte boerderijen werd 74 (vorig jaar bijna
80 door de zittende pachter gekocht. De gemiddelde op
pervlakte van deze bedrijven bedroeg ongeveer \3Y2 ha met
een gemiddelde koopprijs van 8.500,per ha.
De oppervlakte van alle verpachte boerderijen, welke in
de periode 1972/'73 werden verkocht, bedroeg gemiddeld
17 ha en bracht 8.690,per ha op.
Los bouwland werd evenals in de periode 1971/'72 in 65
der gevallen door de pachter gekocht; voor los grasland be
droeg dit percentage 70 tegen 67 in het voorgaande
jaar.
Door personen met een agrarisch hoofdberoep werd ca.
10.000 ha meer gekocht dan verkocht. De niet-agrariërs
daarentegen stootten per saldo 11.400 ha af.
Daar de kerkelijke instellingen de laatste jaren als koper
een steeds kleinere inbreng hadden, werd deze categorie
ondergebracht in de groepering overige niet-particulieren.
Gezien het afstoten van ca. 450 ha in de periode 1972/'73
bleef deze categorie als verkoper met name genoemd.
PACHTPRIJZEN
[)E pachtprijzen van boerderijen lagen voor het gehele
land gemiddeld 8,5 hoger, die voor los bouwland
4,2 en van los grasland 10,8 in vergelijking met 1971/
'72. Op basis van een voortschrijdend driejarig gemiddelde
is de stijging iets gunstiger maar toch nog belangrijk hoger
dan het gemiddelde van de laatste jaren.
Een stijging van de gemiddelde pachtprijzen deed zich
eveneens voor bij het los bouw- en grasland ongesplitst, los
tuinland en losse boomgaarden alsmede bij de groepen ove-
Gemiddelde koopprijzen boerderijen - onverpacht 1972/73
De weersomstandigheden die in het najaar ook de Bel
gisch land- en tuinbouw reeds aanzienlijk teisterden zijn
er nu weer de oorzaak van een situatie die riog rampzali
ger dreigt te worden. Het Hoofdbestuur van de Belgische
Boerenbond is dan ook van oordeel dat dringende maat
regelen moeten worden getroffen teneinde het landbouw
inkomen, dat in 1974 reeds een zware klap kreeg en in
1975 meer dan waarschijnlijk aan de lage kant zal blijven,
op de sterkst mogelijke manier te beveiligen. Een eerste
en belangrijke maatregel die door het Hoofdbestuur met
nadruk wordt geëist, is het uitstellen van de herziening
van de maximum pachtprijzen.
Volgens de Belgische pachtwet moet deze herziening
van de maximum pachtprijzen op basis van de rentabili
teit in september 1975 plaats hebben. Voorlopige bespre
kingen op het Ministerie van Landbouw dienaangaande
hebben tot op heden nog geen bevredigend resultaat ge
had.
Zo is de Boerenbond van oordeel dat het geen zin heeft
de niet-grondgebonden produkties, zals varkens en pluim-
vee, in de rentabiliteitsberekening in te schakelen. Alleen
de grondgebonden produkties kunnen in aanmerking ko
men voor deze berekening. Ook de inventarisher schatting
kan niet in aanmerking genomen worden bij de bereke
ning van de pachtprijzen.
Buiten deze technische bedenkingen is het Hoofdbe
stuur van de Boerenbond van oordeel dat in de huidige
omstandigheden, waarbij het inkomen van de landbouw
zwaar op de proef wordt gesteld, er geen sprake kan van
zijn de herziening van de madimum pachtprijzen reeds in
1975 te laten plaatshebben.
Het Hoofdbestuur meent dat deze herziening met één
jaar moet worden uitgesteld en dan best als een geheel
wordt onderzocht na de herschatting van 't kadastraal in
komen. Deze herschatting diende trouwens in 1975 plaats
te hebben en zou normaal samenvallen met de herziening
van de maximum pachtprijzen, doch wegens administra
tieve moeilijkheden dient deze herschatting uitgesteld.
De Boerenbond meent dat deze beide problemen het
beste als één geheel kunnen worden behandeld en dat hir-
voor betere tijden moeten worden afgewacht.
rige objecten met/zonder opstallen. Bij de categorie tuinde
rijen lag het gemiddelde daarentegen in de beschouwde
periode lager.
Enkele gegevens over de gemiddelde pachtprijs in de zee
kleigebieden zijn:
Zeeland
1971/'72
1972/73
Noord-Brabant
1971/72
1972/73
Nederland
1971/72
1972/73
los bouwland
279,—/ha
293,—/ha
248,—/ha
f 25Ó,—/ha
270,—/ha
281,—/ha
los grasland
228,—/ha
231,—/ha
223,—/ha
219,—/ha
226,—/ha
236,—/ha
De reeds enige jaren voor het gehele land gekonstateerde
prijsstijging bij verkoop van boerderijen blijkt zich in 1972/
73 te hebben voortgezet waarbij onverpachte boerderijen
aanmerkelijk meer opbrachten.
KOOPPRIJZEN
|>E reeds enige jaren voor het gehele land gesignaleerde
prijsstijging voor boerderijen blijkt zich in 1972/73
met 17,7 te hebben voortgezet. Dit percentage heeft be
trekking op het totaal van de verkopingen, d.w.z. de ver
pachte en onverpachte objecten tezamen. Zoals bekend be
staat echter tussen beide groepen een aanmerkelijk prijs
verschil. De prijstoename van onverpachte en verpachte
boerderijen bedraagt resp. 29,0 en 14,3
Door een splitsing in verpacht en onverpacht toe te passen
.worden groepen verkregen die meer homogeen op dit punt
zijn, waardoor de betekenis van de gemiddelden toeneemt;
daar staat tegenover het vaak geringe aantal waarnemingen
per gebied waar men rekening mee dient te houden.
De gemiddelde koopprijs van onverpachte boerderijen lag
dit jaar 68 hoger dan van de verpachte (in 1971/72 bijna
49 en in 1970/71 29
De gemiddelde koopprijs voor los bouwland is gestegen
met 8,9 t.o.v. de periode 1971/72 voor verpachte en on
verpachte objecten tezamen.
Voor onverpacht resp. verpacht liep de gemiddelde prijs
op met 11,5 en 9,3
Het prijsverschil tussen onverpacht en verpacht los bouw
land bedroeg in deze periode 23 tegen 20 in 1971 /72.
De gemiddelde koopprijs voor los grasland in zijn totali
teit is eveneens gestegen en wel met 14,8 Voor onver
pacht en verpacht bedroeg de stijging 17,8 resp. 10,8
terwijl het prijsverschil tussen beide kategorieën opliep tot
35 tegen 27 in het voorgaande jaar.
bedirijfsgrootte
l5 ha
5—10 ha
16—15 ha
15—20 ha
2030 ha 30 ha en meer
ha //ha
ha /ha
ha //ha
ha //ha
ha //ha ha //ha
Zeeland
N.-Brabant
Nederland
zeekleigebied
zeekleigebied
zandgrond
zeekleigebied
16 39.610,—
6 27.600,—
69 33.620,—
54 30.980,—
28 18.670,—
138 17.800,-
53 18.650,-
36 19.440,— 50 14.120,—
11 19.030,—
89 16.270,— 65 15.780,-
100 15.380,— 152 11.970,-
81 12.220,—
•40 17.310,—
24 13.880,-
26 6.260,-
249 11.680,— 734 11.380,—
Gemiddelde koopprijzen boerderijen - verpacht
De overige objekten, te weten los bouw- en grasland onge
splitst, losse boomgaarden en los tuinland werden teger
hogere prijzen verkocht (een stijging van resp. 12,9 5,7
en 5,3 t.o.v. 1971/72). Een uitzondering vormde de kate
gorie tuinderijen, waarvan de gemiddelde koopprijs 7,3
lager lag dan in 1971/72. Al deze percentages hebben be
trekking op verpachte en onverpachte objekten tezamen.
Bij meerdere objekten komt het voor dat bij een regionale
onderverdeling de gemiddelde prijs van onverpachte objek
ten lager ligt dan van verpachte. Hier blijken dan andere
faktoren zoals de ligging, verkaveling en grondwaterstand
grote invloed op deze gemiddelden te hebben uitgeoefend.
1
ALHOEWEL de koopprijzen die voor de verschillende
categoriën betaald werden op zich weinig zeggen
geven ze toch wel een indruk van de prijsontwikkeling. Van
daar dat we enkele cijfers vermelden:
Gemiddelde koopprijs van door zittende pachter gekochte
objekten
Zeeland:
Boerderijen
los bouwland
los grasland
Noord-Brabant:
Boerderijen
los bouwland
los grasland
Gemiddelde koopprijs openbare verkopingen
Zeeland:
Boerderijen
(1 ha en meer)
los bouwland
los grasland
Noord-Brabant:
Boerderijen
los bouwlandi
los grasland
aantal
opp.
koopprijs
objekten
in ha
1971/72
18
304
8.720,—
1972/73
7
43
14.940,—
1971/72
73
246
7.940,—
1972/73
62
188
8.700,—
1971/72
15
52
6.860,—
1972/73
9
23
8.070,—
1971/72
44
412
9.660,—
1972/73
30
382
9.720,—
1971/72
63
122
7.360,—
1972/73
69
162
7.970,—
1971/72
90
201
6.440,—
1972/73
93
228
7.420,—
Zeeland
N.-Brabant
Nederland
zeekleigebied
zeekleigebied
zandgrond
zeekleigebiedi
18 21.940,—
26 22.090,—
50 22.010,—
17 8.270,—
12 14.200,—
33 9.670,—
46 11.470,—
13 15.530,— 18 10.260,—
62 11.430,-
25 13.800,-
66 10.660,—
53 9.600,—
29 13.780,—
26 9.680,—
57 7.070,—
207 9.820,—
251 9.820,—
168 8.540,—
72 6.690,—
1275 7.970,—
Zeekleigebieden
Zeeland
onverpacht
los bouwland
los grasland
Noord-Brabant:
los bouwland
los grasland
Nederlar 1:
los bouw and
los grasland
zeekleigebieden
Zeeland
verpacht
los bouwland
los grasland
Noord-Brabant:
los bouwland
los grasland
Nederland:
los bouwland
los grasland
aantal
ha
koopprijs
1971/72
2
51
14.770,—
1972/73
4
25
17.910,—
1971/72
19
56
9.870,—
1972/73
17
47
13.230,—
1971/72
6
33
12.030,—
1972/73
4
12
7.060,—
1971/72
6
30
19.350,—
1972/73
1971/72
19
29
9.630,—
1972/73
6
9
10.430,—
1971/72
71
15
9.650,—
1972/73
15
32
9.500,—
rijzen los onverpacht
bouw-
en grasland -
aantal
opp.
koopprijs
objekten
in ha
1971/72
158
473
11.140,
1972/73
118
381
12.730,—
1971/72
33
76
9.770,—
1972/73
19
45
9.980,—
1971/72
32
122 13.450,—
1972/73
38
110
11.590,—
1971/72
17
36
9.830,—
1972/73
26
54
10.780,—
1971/72
332
1237
10.660,—
1972/73
261
1047
11.370,—
1971/72
181
545
8.190,—
1972/73
132
344
9.140,—
mjzen los
verpacht bouw- en
grasland -
aantal
opp.
koopprijs
objekten
in ha
1971/72
110
389
8.570,—
1972/73
100
341
9.330,—
1971/72
19
71
6.740,—
1972/73
9
23
8.070,—
1971/72
19
58
8.690,—
1972/73
26
102
8.680,—
1971/72
14
43
6.500,—
1972/73
14
44
8.090,—
1971/72
243
984
8.100,—
1972/73
200
742
9.040,—
1971/72
156
499
6.410,—
1972/73
99
278
7.050,—
BI.