VARKENSHOUDERIJ Herbevolkingsperikelen i.v.m. varkenspest - mond- en klauwzeer uitbraak Jaarverslag 1974 Schapen stamboek voor Zeeland STELLINGEN 11 GEZONDHEIDSDIENST VOOR DIEREN IN NOORD-BRABANT, BOXTEL Veel problemen in het eerste aan vangsjaar na een herbevolking na bijv. een uitbraak van varkenspest of mond en klauwzeer kunnen door een ver standig aankoopbeleid voorkomen worden. Koop van zo min mogelijk bedrijven aan, het liefst zo jong mo gelijk. Zorg dat alle dieren minimaal 5 weken voor het dekken met elkaar in kontakt geweest zijn. WELKE MAATREGELEN KAN DE EIGENAAR NEMEN TER VOORKOMING OF TER VERMINDERING VAN PROBLEMEN? Aankoop Koop aan van zo min mogelijk bedrijven, bij. voorkeur met een gezondheidscertifikaat. Aankoop van materiaal waarvan de herkomst onbekend is, dient afgeraden te worden. Bedrijven die vanwege b.v. een varkenspest- of mond- en klauwzeer-uitbraak geruimd te zijn, hebben vaak in het eer ste jaar na de herbevolking met bijzonder veel problemen te kampen. In mindere mate geldt diit eveneens voor bedrij ven die in een kortere tijd hun zeugenstapel sterk uitgebreid hebben. Verschillende van deze .problemen vinden hun oor sprong in een foutieve manier van aankoop. Door een min der goede opvang en bedrijfsvoering kunnen eveneens moei lijkheden in de hand gewerkt worden. '-■vaar WELKE ZIJN DE MEEST VOORKOMENDE PROBLEMEN? Het moeilijk herig worden zowel gelten als le worpzeu gen. Verwerpen, schijndraeht en bet vroegtijdig afsterven van de vruchten (mummies). Diarrheeproblemen bij de big gen in de eerste levensweken. Geef bij aankoop op, een bedrijf uw ogen en oren goed de kost. Indien van meerdere bedrijven aangekocht wordt dienen alle dieren, dus ook de beer, minimaal 5 weken voor de diekdatum op het bedrijf aanwezig te zijn en in kontakt met elkaar te komen. Aan aankoop van gelten uit de meststal kleven zowel ziektekundige als foktechnische bezwaren. Aankoop van gelten van een mestbedrijf met meerdere fokkers of waar de herkomst van de biggen onbekend is, dient absoluut afgeraden te worden. Berigheidsproblemen Ontworm de gelten met een goed ontwormingsmiddel. Fok de gelten op in een goede, niet vette konditie. Verhok de dieren op een leeftijd) van 5è6 maanden (evt. wat uitloop) en schakel over van mestvoeder op zeugen voeder. (Breng vanaf de dekrijpe leeftijd een regelmatig kontakt met de dekbeer tot stand. Laat de gelten niet tijdens de eerste berigheidsperiode dekken. Voorkom een te groot konditieverlies van de le worp zeugen tijdens de laktatieperiodie. Speen de biggen daarom niet later dan 5 k 6 weken. Verwerpen, schijndraeht en mummies Door gelten op 3 en 4 maanden tweemaal te laten enten tegen vlekziekte zijn de dieren tot een leeftijd van 12 maanden goed beschermd tegen deze ziekte en is verwerpen tengevolge hiervan praktisch uitgesloten. SMBDI-virussen veroorzaken bij dragende gelten en zeu gen, die voor het eerst met deze smetstof in kontakt ko men een afsterven van de vruchten. Varkens die met deze virussen besmet zijn, vormen voor hun verdere leven voldoende antistoffen. Geiten die mummies geworpen hebben dient men der halve niet op te ruimen. Zorg dat gelten minimaal 5 weken voor het dekken met de andere dieren van het bedrijf in kontakt zijn geweest. Bij een heibevolking vanuit verschillende bedrijven is daarom de aankoop van drachtig materiaal af te iraden. Diarrhee In een kraamstal met veel eersteworpzeugen en zeugen afkomstig van verschillende bedrijven is de kans op het uitbreken van een Coli-diarrhee erg groot. Door gelten en dragende zeugen regelmatig te besmet ten met kraamstalmest vormen zij antistoffen, die via de biest, de biggen een zekere mate van bescherming kun nen geven. Voer de zeugen de eerste weken van de zoogperiode niet te hard. Een goede kraamstalhygiëne is en blijft noodzakelijk. 1YE toenemende belangstelling voor de schapenhoude- rij heeft zich ook in 1974 voortgezet. Bij de mei tellingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek bleek, dat de Nederlandse schapenstapel met 14 uit gebreid was t.o.v. 1973. In Zeeland was de procentuele uitbreiding zelfs ruim 15 De C.B.S. meitellinggegevens over 1973 en 1974 geven, het volgende beeld. Aantal schapen en bedrijven met schapen in Zeeland en in Nederland in 1973 en 1974 Zeeland Nederland 1973 1974 1973 1974 Tot. aant. schapen 15.240 16.926 657.120 749,122 Lammeren 8.101 8.711 368.121 411.054 Overige schapen 7.139 8.215 288.999 338.068 Aantal bedrijven 675 697 20.069 21.122 Aant. schapen/bedr. 22,6 24,3 32,8 35,5 Het aantal leden van de geregistreerde schapenfokkerij in Zeeland is echter iets teruggelopen. Het aantal in schrijvingen in het stamboek was belangrijk groter. Er was een redelijke handel in geregistreerd fokmateria#, waarvan een deel naar België werd geëxporteerd. Zee land draait ook op nationaal niveau goed mee, hetgeen wel blijkt uit de behaalde la prijs en een reservekam pioenschap op de Nationale tentoonstelling te Utrecht. Aldus het jaarverslag 1974 van het Schapenstamboek voor Zeeland, dat zojuist verschenen is en waaraan we nog de volgende bijzonderheden ontlenen. IJET prijsverloop handhaafde niet de stijgende lijn van 1 voorgaande jaren. Dit gold voor de prijzen van lamsvlees en voor de wol. De lamsvleesprijzen lagen ge durende het gehele jaar op eelï lager niveau dan in 1973. Het prijsverschil varieerde van 1,10 per kg geslachtge wicht in februari tot ƒ0,25 in het najaar. Volgens de L.E.I.-statistieken bedroeg het gemiddelde verschil tus sen 1973 en 1974 56 cent per kg geslachtgewicht. Bij een afleveringsgewicht van 20 kg geslachtgewicht betekent dit al gauw ruim 10,per lam. De prijzen van de oude slachtschapen bereikten in juli een dieptepunt. De wolprijs is sinds het voorjaar van 1974 aan het dalen, als gevolg van een overschot aan wol op de wereldmarkt. Dit had tot gevolg dat de voorschot - prijs van de Nederlandse Wolfederatie op een belangrijk lager niveau werd vastgesteld dan in 1973. Door 800 leve ranciers werd bijna 43 ton wol ingeleverd, ruim 20 meer dan in 1973. Verdeeld naar kwaliteit geeft de tabel een overzicht daarvan. 1971 1972 1973 1974 prima 13,5% 8,0% 5,1% 3995 kg 9,3%) eerste 63,9% 76,4% 79,6% 34822 kg (81,2%) tweede 16.1% 13,4% 12,9% 3503 kg 8,2%) afwijkend 5,7% 1,0% 0,8% 123 kg 0,3%) zw. I, II, afw. 0,5% 0,4% 0,4% 236 kg 0,5%) lams- en brokwol 0,3% 0,8% 1,2% 226 kg 0,5%) Totaal ingenomen wol in Zeeland in 1971: 30154 kg; 1972: 31512 kg; 1973: 35727 kg en 1974: 42905 kg. Er werd in 1974 een voorschotprijs uitbetaald van 3,25, hetgeen 0,75 lager was dan het jaar tevoren. Bo vendien wordt over 1974 geen nabetaling verwacht, ter wijl dit over 11973 wel gebeurd is. Ook het afgelopen jaar hebben een aantal Zeeuwse schapenhouders deelgenomen aan een rentabiliteitson- derzóek van het L.E.I. De gegevens die middels dit on derzoek verkregen worden, zijn waardevol bij het op stellen van begrotingen. Behandeling tegen maagdarmwormen, het wassen te gen huidparasieten en het regelmatig bijsnijden van de hoefjes vroeg op een aantal bedrijven nog wel wat extra aandacht. In 1974 werd een vijftal Zeeuwse schapenbe- drijven ingesloten wegens rotkreupel. IJET jaarverslag geeft vele gegevens over inschrijvin- gen, beoordeling, vruchtbaarheid, sterooien, pre- mierammen enz. enz. en besluit met de volgende „we tenswaardigheden": De contributie van het Schapenstamboek bedraagt 25,per jaar. Het abonnement van „Het Schaap" is bij de contri butie inbegrepen. De inschrijfgelden bedragen: a. ƒ5,rammen (voorl. inschr.); b. ƒ6,— rammen (def. inschr.); c. ƒ6,ooien; d. 1,50 lammeren. Voor de afgifte van afstammingsbewijzen voor Ne derland en overschrijving wordt 4,in rekening gebracht. Dek-, geboorteberichten en overschrijvingsverzoeken worden o-p verzoek kostejloos toegezonden. Vrijdag 5 september 1975: Provinciale Fokschapen- dag te Goes. Dekberichten moeten vóór 1 januari worden inge zonden. Geboorteberichten moeten tijdens het lammersei- zoen eens per week worden ingezonden. Alle leden moeten zelf de lammeren merken. Tang en oormerken voor het merken van de lam meren moeten via het Stamboek besteld worden. Fokkers die zelf de lammeren merken, moeten vol doen aan de bepalingen, die daarvoor door het Stam boek zijn opgesteld. By het C.A.R. te Goes zijn tekeningen verkrijgbaar van: a. schapenstallen b. voerbakken voor lammeren en schapen c. hooiruiven d. kraamhokken e. „schuurramen" f. „Creepgrazinghekken" Bij het Stamboek zijn verder verkrijgbaar: lambar's, savewe's, verlosapparaten, coupeertangen, coupeer- ringen en halsnummers. IJET weer is in 1974, ook voor de schapenhouderij, niet onverdeeld gunstig geweest. De winter was open en zacht, waardoor de schapen slechts kort of in het geheel niet opgestald behoefden te worden. Een be zwaar is dat men dan te gauw geneigd is om ook maar niet bij te voeren. En door het droge voorjaar beperkte grasgroei in de voorzomer met als 'gevolg de noodzaak bij verschillende schapenhouders een deel van de lamme ren als weidelam af te zetten, met als gevolg lagere financiële inkomsten. Enkele schapenhouders gingen ertoe over de lamme ren op stal met krachtvoer af te mesten. Hierbij is o.a. gebleken, dat men de minste lammeren maar beter di- rekt kan verkopen. Deze kosten meer geld dan ze op brengen. Bovendien is regelmatig wegen van de lamme ren bijzonder nuttig om het meest rendabele moment van aflevering te kunnen bepalen. Het najaar daarentegen was veel te nat, waar de scha pen ook weer de nadelige gevolgen van ondervonden. w Zonder veredeling op geringere energiebehoefte zal het vrijv>el onmogelijk zijn de teelt gedurende de winter van de op dit moment belangrijkste groentegewassen in Nederland te handhaven. Alternatieve landbouw op grotere schaal toegepast leidt tot hongersnood. De zeer ingrijpende bezuinigingen die hebben plaats gevonden bij het landbouwkundig onderzoek in Neder land zijn uit sociaal, economisch en milieuhygiënisch oogpunt onbegrijpelijk en onverantwoord. De welvaart en het welzijn in Nederland zullen grote negatieve gevolgen ondervinden van een verdoorge- voerde nivellering. Bij het bedrijven van ontspanningspolitiek met Oost- Europa laat het Westen zich te veel leiden door motie ven van nationaal en internationaal economische aard. Aldus enkele van de stellingen uit het proefschrift van ir. A. H. Eeninh, die woensdag j.l. aan de Landbouwhoge school te Wageningen tot doctor in de landbouwweten schappen promoveerde.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 11