LANDBOUWSCHAP Precisiezaai ook voor conservenerwten EREGALERIJ Aardappelras „Lekkerlander" op Duitse Rassenlijst VAN HET Hoofdafdeling akkerbouw zoekt uitweg Af<teiingBV«S£ voor tarwetelers KORTE WENKEN c.A.R. - Zevenbergen 6 (Vervolg van pag. 5) dit, dat bij een rijafstand van 17 cm het aantal korrels kan variëren van 800.000 tot 1.350.000 korrels per ha oftewel 80 tot 135 korrels per m'2. Dit is een afstand in de rij van 7,5 resp. 4,5 cm in de rij. RESULTATEN VAN DE PROEVEN In de proeven zijn stroken gezaaid met een gewone nok- kenradzaaimachine, met een schijvenprecisiezaaimachine en in 1974 ook nog stroken met een pneumatische precisiezaai- machine. De rijafstanden waren 17 en 25 cm. DE OPKOMST De opkomst was van de precisiezaaimachines in beide jaren gelijkmatiger dan van de gewone zaaimachine. Door de minder goede verdeling van het zaad met de gewone ma chine was de opkomst veel „bossiger". Verder was er in 1974 veel vogelschade bij de gewone zaai, terwijl op de stro ken gezaaid met de prec.zaaimachine totaal geen schade was. Hieruit is wel gebleken, dat door precisiezaai een ze kerder opkomst wordt verkregen. ONTWIKKELING VAN HET GEWAS In de ontwikkeling van het gewas was weinig verschil te zien. Wel bleek de precisiezaai een gelijkmatiger bloei te geven dan de gewone zaai. Hierdoor wordt de bepaling van de juiste oogstdatum bij het juiste TM-getal gemakkelijker. DE OPBRENGSTEN Uit de proefstroken zijn opbrengsten bepaald. Over het algemeen was er weinig verschil in opbrengst. Wel is dui delijk geworden, dat tot op zekere hoogte het aantal planten per ha meer invloed heeft op de opbrengst dan de rijenaf - stand. Verder bleek in 1973 dat bij precisiezaai met minder zaai zaad kan worden volstaan. In deze proef gaf 25 minder zaaizaad met de prec.zaaimachine praktisch een even hoge opbrengst als de gewone zaai. SAMENVATTING Het zaaien van conservenerwten met precisiezaaimachi nes lijkt naar aanleiding van deze oriënterende proeven goede perspektieven te bieden. De pneumatisch machines genieten de voorkeur in ver band met het minder gevoelig zijn voor korrelgrootte. Om rijafstanden van 25 cm of smaller te kunnen berei ken, zal men met de huidige op de markt zijnde machi nes met 2 rijen zaai-elementen in verstek achter de trek ker moeten zaaien of eventueel (waar mogelijk) een zaai machine voorop en een zaaimachine achter op de trek ker moeten monteren. Een betere en een meer zekere opkomst is vastgesteld. Vogelschade wordt voorkomen. Op 1 maart j.l. was het 30 jaar geleden dat de heer W. ZEGERS in dienst trad hij Maatschap Koster - Maris, voorheen het bedrijj van de familie Maris te Zaamslag. Onze hartelijke gelukwensen voor de jubilaris. Vorige week ontving de Friese kweker P. de Swart be richt van het Bundes Sortenambt te Bonn dat zijn aard appelras „Lekkerlander" zowel op de Duitse rassenlijst als in het Duitse rassenregister zal worden geplaatst. Al dus meldt ons Sel'ectiebedrijf Kooi BV te Vrouwenparo chie. Dit succes heeft het ras te danken aan zijn grote praktische bruikbaarheid. Als eetaardappel munt de Lek kerlander uit door een mooie knolvorm (zonder pitten) en de heerlijke smaak. Het is een ras dat zich vroeg laat rooien maar ook lang kan worden opgeslagen en bewaard. Een mooi succes voor Pieter de Swart, als kleine kweker, tussen de grote kweekinstituten en zijn vrouw Hinke als fijnproefster dat de Lekkerlander nu al in vier belangrij ke aardappellanden is geaccepteerd als een verbetering van het bestaande assortiment. Aldus Kooi BV. De 50e Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1975 ver meldt de volgende bijzonderheden over het ras Lekker lander: „Vrij vroege aardappel met een mooie knolvorm en een goede resistentie tegen Phytophthora in de knol. De consumptiekwaliteit is bij vroeg gebruik vrij goed tot goed. Verkleurt weinig na het koken en is tame lijk kruimig. De geur is soms wat sterk, vooral bij een uitgerijpt gewas. De knollen zijn iets afgeplat rond, vlakogig en lichtgeelvlezig. Tamelijk gevoelig voor stootblauw en rooibeschadiging. De schil is bruingeel en schubbig. Geeft bij vroeg rooien ongeveer met Do- ré overeenkomende opbrengsten, bij wat later rooien is de opbrengst hoger. Heeft een goede sortering. Bij rijp rooien komen gemakkelijk holle knollen voor. Dicht poten is gewenst. Het loof is vrij vlug ontwikkelend, middenhoog, vrij stevig en vrij goed dekkend, weinig vatbaar voor kringerigheid. Onvatbaar voor A-virus, vrij weinig vatbaar voor Y-virus nogal vatbaar voor bladrol. Onvatbaar voor wratziekte". TELEURSTELLEND! ^^TID zomer 1968 zag een groep akkerbouwers bij een studiereis in de U.S.A. o.m. op een zaterdag een meisje met een trekker door een bie tenveld rijden met 12 km snelheid, sportief recht- opzittend, vooruit kijken over de motorkap. Achter aan was een vrij links en rechts zwenkende 6-rij schoffelbalk bevestigd waaraan 2 platen welke door een te voren gemaakte sleuf gaande voor de juiste richting zorgden. Ruimte tussen de schoffels 5 cm! Er werden foto's gemaakt uiteraard ook van het. meisje maar hoe die sleuven tevoren waren aangebracht kwam niet uit de doeken. Met veel bloed zweet en tranen, meewarig schou derophalend van collega's lukte het me in 1970 na 2 kouters in een 6 rij precisiezaaimachine te heb ben gemonteerd en 2 platen achteraan de schof felbalk achter de trekker met 8 km feilloos te schof felen. Na e.e.a. in enkele landbouwbladen, voorzien van foto's en technische details gepubliceerd te hebben bleek er geen enkele belangstelling te be staan bij bietentelers. En daardoor ook niet bij een fabrikant. Oogst 1975 zal, alleen al vanwege de aardappelopslag, 2 of meermalen geschoffeld moe ten worden, hetwelk meestal door de ondernemer zelf wordt gedaan. Zelfs met een'pijl voorop de schoffelbalk blijft dit een zeer inspannend werk, tenzij men een gróte ruimte tussen de schoffels onbewerkt laat! Het is wel teleurstellend dat de bietenteler niet elke vereenvoudiging en verbete ring van zijn werk aanpakt. A ARDAPPELEN worden vanuit de bewaarplaats meer en meer los afgeleverd. Daarbij vallen de knollen vaak 1.- tot 2.- m hoog in de wagen. Tot op 1 km afstand kan men ze soms horen val len. Prof. Sparks in Idaho U.S.A. schrijft voor: „De valhoogte mag nergens meer zijn dan 15 cm". Aan een fabrikant van een opschepapparaat hetwelk op een 4-wielige wagen vervoert wordt, heb ik een schets doen toekomen om op diezelfde wagen te gelijk een transporteur met een z.g.n. zwanenhals te vervoeren welke de aardappelen tot op de bo dem van de wagen kan brengen en voorzien van een elektrische neus omhoog gaat als hij op aard appelen stuit. Géén belangstelling voor bij handel of afzet coöperaties, dus ook geen fabrikant welke er iets voor voelt. Dan maar liever blauw. De con sument, de verwerkende industrie en de expor teur merkt het wel! Het is om te huilen. Wat ik ook gedaan heb! ING. B. ZINKWEG. ,,|TIGENLDK is het stom toeval geweest dat in 1970 de teleurstellende graanoogsten in de Europese Gemeen schap samenvielen met nog ruime wereldvoorraden. Stel je voor dat de wereldproductie net zo tegengevallen zou zijn als in het seizoen 1973/1974. Wat dan?" Secretaris W. H. Kwakernaak van de hoofdafdeling Akkerbouw acht het een van die meest lugubere situaties die denkbaar zijn. Het veilig stellen van de voorziening is een van de rede nen voor de hoofdafdeling om te streven naar het in stand houden van een tarweteelt van behoorlijke omvang. Maar het is de Nederlandse akkerbouwers de laatste jaren wel bij zonder moeilijk gemaakt. De hoofdafdeling is dan oök erg verontwaardigd. Die verontwaardiging geldt vooral het „Brusselse" beleid. Op aandrang van de hoofdafdeling heeft het Landbouwschap meerdere malen met de minister van Landbouw over de tarweproblemen in ons land gesproken. Het heeft evenwel niet tot merkbare resultaten geleid. AFZET GEBLOKKEERD £R is een aantal redenen voor de moeilijke positie van de Nederlandse tarwe. Het valt niet te ontkennen, dat er een verschil is tussen de tarwe verbouwd in het noordwesten en in andere delen van de Europese Gemeen schap. De Nederlandse tarwe wordt minder'geschikt geacht voor de fabricage van het soort brood dat nu het meest wordt verkocht. Daarmee is niet gezegd, dat de inlandse tarwe (zachte tarwe) ongeschikt is voor broodbakken. Dit mag blijken uit het feit, dat in 1966/1967 bijvoorbeeld de inlandse tarwe een aandeel leverde van 42 in het totale broodgraanverbruik in ons land. In 1973/1974 was dit aan deel gedaald tot 6 Deze rigoreuze dalmg is vooral een gevolg geweest van prijsverschillen. Vanaf de oogst 1967 werd de in. en uitvoer binnen de Gemeenschap niet meer belemmerd door heffingen en toen ontbrandde de concurrentiestrijd tussen de verschil lende graanproducerende gebieden. In de slag om het con- sumptiegnaan moesten de Nederlandse akkerbouwers afhaken. Zij vonden evenwel andere afzetmogelijkheden in de vee- voedersector, dank zij een denaturatieregeling. In de oogst jaren 1969 tot en met 1972 leidde dit tot een prijszetting van gemiddeld bijna 1,boven het inleveringsprijspeil. De inlandse tarwe kon daardoor concurreren met andere voergranen en er kon zelfs geëxporteerd worden. Van de oogst 1967 werd 3 gedenatureerd, maar dat percentage steeg in de jaren daarna snel tot 76 in 1972. Begin februari L974 besloot „Brussel" de denaturatiever- goeding stop te zetten. Voor de veevoederfabrikanten werd de zachte tarwe toen een stuk minder „interessant" omdat er „goedkopere" alternatieven waren (mais). De doorstro ming van de markt en de afzet van tarwe werd zodoende ernstig belemmerd. Ook andere afzetmogelijkheden werden geblokkeerd door een exportverbod naar derde landen in 1973, later gevolgd door een zeer hoge exportheffing. Door het invoeren van een systeem van inschrijving op de export heffing voor beperkte hoeveelheden, waaraan de Nederland se tarwe niet te pas is gekomen, werden afzetmogelijkheden geblokkeerd. WERKELIJKHEIDSZIN QE Europese Commissie heeft deze maatregelen geno men om de voorziening binnen de Gemeenschap veilig te stellen en het prijspeil te beheersen. Bij een krappe we reldmarkt is een dergelijk beleid begrijpelijk. Voor de tarwe telers is het evenwel onverteerbaar, dat zij de kosten moe ten dragen nu de situatie op de wereldmarkt zich gunstiger heeft ontwikkeld dan verwacht werd. Niet alleen is de prijs zetting van de tarwe zeer onvoldoende, maar ook zijn de voorraden zo groot, dat deze belemmerd werken, op de af zet van de nieuwe oogst. De hoofdafdeling stelt zich daarom op het standpunt dat het EG-beleid zo snel mogelijk zodanig moet worden aange past, dat export naar derde landen mogelijk is en/of zachte tarwe voor veevoederdoeleinden kan worden aangewend. POSITIE NEDERLANDSE TARWE QE zienswijze van de hoofdafdeling Akkerbouw getuigt van realiteitszin. Kwalitatief zal de Nederlandse tar we niet bovenaan komen/ terwijl vanuit produktieomstandig- heden ons land ook niet voorop loopt. Weliswaar is de op brengst per hectare in Nederland het hoogst met 4600 kg, maar öemiddeld bedraagt de graanverbouw nog geen 6 ha per bedrijf. Vanwege het bouwplan in de Nederlandse akker bouw zal de tarweteelt niet aanmerkelijk kunnen worden verminderd. De tarwe vertegenwoordigt ongeveer 15 van de totale produktiewaarde van de akkerbouw en beslaat ongeveer 19 van de oppervlakte bouwland. Verder zal er rekening mee gehouden moeten worden, dat in de Gemeen schap meer dan voldoende graan geproduceerd wordt om in de behoefte aan „broodgraan" te voorzien. Voor dekking van de totale graanbehoefte is de Gemeenschap echter aan gewezen op invoer uit derde landen. De heer Kwakernaak, gevraagd naar andere afzetmogelijk heden voor de Nederlandse tarwe, antwoordt dat de hoofd afdeling wil nagaan welke positie de Nederlandse tarwe als broodgraan inneemt. "Ook voor de verwerkers zou het van belang kunnen zijn zelfs bij een „vrij verkeer" binnen de Gemeenschap om onder bepaalde omstandigheden uit nationale produktie te kunnen putten. „De toestanden die zich afspelen op het terrein van de suikervoorziening in de lidstaten zouden wel eens tot lering kunnen strekken!", aldus de secretaris van de hoofdafdeling Akkerbouw. AKKERBOUW WIST U dat alle bodemherbiciden in suikerbieten, aard appelen erwten en bonen kleefkruid en duivenkervel, vrij spel laten? Alleen in de granen is kleefkruid goed te be strijden. Neem dus geen risiko en neem tijdig maatregelen tegen dit lastige onkruid. SCHOFFELEN HEEFT GEEN ZIN meer als verbete raar van de struktuur. Diverse proeven hebben dat wel aangetoond. Voor onkruidbestrijding heeft het nog steeds zin. Zorg voor scherpe schoffels en wacht niet te lang. Kiemend onkruid is beter te vernietigen dan onkruid dat er al staat. Met halve schoffels verplaatst u het onkruid niet naar de rij. HEEFT U AL EEN BEGROTING GEMAAKT voor uw bedrijf? U weet wel, zo'n berekening van gemaakte kos ten en van verwachte opbrengsten. Bent u ook geschrok ken van het resultaat? Of doet u daar niet aan en wacht u wel op het resultaat van uw boekhouding over 2 jaar. Als het dan maar niet te laat is. OOGVLEKKENVOETZIEKTE IN TARWE is bij tijdig ingrijpen te voorkomen. Clement en ook Manella zijn erg gevoelig. Andere rassen iets minder. Kijk maar in de ras senlijst. Een bespuiting met een daarvoor bestemd middel is nodig. Begin hiermee als 15 a 20 van de planten is aangetast met de bekende langwerpige oogvlekken. MEELDAUW IN TARWE in een jong stadium geeft praktisch nooit schade. Een bestrijding heeft dan ook geen zin, kost alleen maar geld en geeft weinig resultaat. Cari- bo heeft nogal eens meeldauw in een jeugdig stadium. Later valt dit dikwijls wel mee. Meeldauw in een later stadium doet wel schade, maar dat is pas eind juni. VEEHOUDERIJ HET MAKEN VAN EEN WEIDEGEBRUIKSPLAN is wenselijk. Hierdoor kan men rekening houden met de te geven hoeveelheid stikstof voor beweiden en maaien. Door vroeg overdag in te scharen kan men door voorbeweiding groeitrappen krijgen dat zowel voor beweiding als de voederwinning belangrijk is. OM KUILVOER TE WINNEN met weinig grond moet aan de mollenbestrijding veel aandacht worden besteed. Probeer de mollen in het voorjaar te vangen. Het slepen van grasland helpt mee het kuilprodukt zandvrij te ma ken. DENK AAN HET ENTEU van kalveren tegen long worm. De kalveren moeten minstens 6 weken oud ~ijn. De 2e enting 4 weken later en dan nog 2 weken op stal houden voor ze in de wei kunnen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 6