RIJDT PRIJSBEWUST V ERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM U zit niet aan uw eerste aangifte voor de inkomsten belasting vast 3 PI Maanden 1974 1975 Verschil Totaal 1e kwartaal 1.036 1.354 318 U ziet, dat per maand gemiddeld 106 schades meer werden aangemeld dan in 1974. Daarbij komt, dat de maand maart zich bijzonder slecht ontwikkelde. Zulks in tegenstelling tot vroegere boekjaren, waar juist in maart een zekere afname inzette. De zojuist voorbije Paasdagen leverden eveneens een bijzonder slecht schaderesultaat op. Dit is ons al bekend via telefonische meldingen. De schadeformulieren moeten nog volgen en tellen mee voor de maand april, met andere woorden, de maand april is al slecht gestart. Zetten we deze aantallen om in percentages van het verzekerde voertuigenpark dan konstateren wij, dat het percentage voor het 1e kwartaal 1974 lag op 2,72% te genover 3,28% in 1973. We zaten het 1e kwartaal 1974 al 0,56% onder de fre quentie van het 1e kwartaal 1973. We schreven toen ook, hoera die kant moet het op! In 1974 is deze gunstige lijn doorgetrokken. In het 1e kwartaal 1975 ligt het percentage echter op 3,33% dat betekent een stijging t.o.v. het 1e kwartaal 19^4 met 0,61 en zelfs een stijging van 0,05% t.o.v. het 1e kwartaal 1973. Dat U de lijn 1974 moeilijk zou kunnen handhaven had den wij enigszins verwacht. Dat het schadeverloop ech ter boven de frequentie van 1973 (was al slecht) zou zitten hadden wij echter totaal niet mogen verwachten. We zijn over deze ontwikkeling slecht gestemd en schrijven dan ook „het is bar en boos". OORZAKEN We kunnen ons voorstellen, dat u zegt laat ze ook eens in een slechte stemming zijn. Wij maken niet voor de grap schade en bovendien zijn ze daar als verzekeraar voor. 't Zou wel leuk zijn om als verzekeraar veel premie te vangen en weinig of geen schade te betalen, maar dan zitten ze te vlug op de „rieke siengel". Wij kennen al deze opmerkingen wel en zullen daar verder niet op in gaan. Veel belangrijker is ons gezamenlijk af te vra gen, wat de oorzaken van de schadetoename zijn. Daar valt een enorme filosofie over op te zetten. Is het een mentale kwestie? Vanaf september 1974, dat is nu al zeven maanden, zitten we in een regenzone. Zeker de agrarische onder nemer raakt daarvan zeer gefrustreerd. Of is de oorzaak een ruimer gebruik van de auto? In vergelijking met vorig jaar vloeit de olie/benzinë weer rijkelijk. Onze gedachte is, dat gemiddeld veel meer kilometers per auto geréden worden dan in 1974. Derhalve is het verkeer op de wegen weer intensie ver aan het worden, temeer ook omdat er in 1974 rond 400.000 auto's zijn bijgekomen. Dit nu vergt van de deel nemers aan het verkeer een grotere oplettendheid en een toenemend verantwoordelijkheidsgevoel. Om dit bij te houden moet zeker de mentale instelling optimaal zijn. Hoe komen we uit deze vicieuze cirkel. Wel we houden moed: er komt ook dit voorjaar een periode van prachtig weer. Zo'n periode zorgt dan voor een mentale opkikker en ogenblikkelijk daalt dan het schadepercentage. We zouden liefst niet tot dan willen wachten. Rijdt met uw volle verstand want bij ieder ongeval kunnen ook mensenlevens gemoeid zijn! DE L. Vorige week hebben wij nog terloops de aandacht ge vestigd op het sterk toegenomen aantal schadegevallen onder het motto „rijdt prijsbewust". We komen hier nogmaals op terug omdat intussen de stand over het 1e kwartaal 1975 kan worden opgemaakt. Met cijfers zullen wij u aantonen hoe het 1e kwartaal 1975 verliep in vergelijking met het 1e kwartaal 1974. januari 328 430 -f 102 februari 336 404 68 maart 372 520 148 Zo moet het niet INKOMSTENBELASTING Hoezeer het ook voor de helft van de mensheid een van zelfsprekende zaak is, dat zij even een briefje schrijft wan neer ihun, nadat zij hun. aangiftebiljet al hebben ingezonden, nog iets te binnen schiet, dat zij vergeten hebben aan te geven of af te trekken, evenzeer schijnt de andere helft, om welke ireden dan ook, van mening te zijin dat men, zo gauw het biljet is ingezonden, aan zijn aangifte „vastzit". Geheel ten onrechte en vaak tot niet geringe schade, zo als in sommige gevallen er Jatef toch nog uitkomt. Maar wie zal schatten in hoeveel gevallen en juist dn de eenvoudige gevallen (vergelijkenderwijs dan) waar geen belastingkonsu- lent aan te pas is gekomen, een aanvulling van de aangifte achterwege blijft, omdat men er tegenop ziet om te schrij ven of de drempel van de belastdngin9pektde vreest. Hoeve- len maken dan zichzelf wijs dat er, als de aangifte eenmaal is ingezonden, toch niets meer aan te doen is, althans niet als er nog wat af zou moeten. Wel, niets ds minder waar en wij zullen trachten, nu de meeste aangiften net verzonden zijin en we in de tijd van het te binnenschieten verkeren, iets uiteen te zetten over de betekenis van de aangifte en het verbazingwekkend aantal gelegenheden, dat men zich daarna nog kam vergissen zon der uiteindelijke schade. DE AANGIFTE Wanneer de fiskus iemands inkomen moet weten, ligt het wel voor de hand, dat hij dat eerst aam hemzelf vraagt. Het ds ndet alleen een pilicht voor de burger, doch ook een recht, dat men zelf mag en moet zeggen welke inkomsten men heeft genoten. De vragen op het aangiftebiljet worden krachtens de wet vast gesteld. Het nietdoen van de vereiste aangifte is straf baar, nog zwaarder strafbaar is het doen van een onjuiste en vooral van een te lage aangifte. iDeze strafvordering kamt echter in de praktijk niet voor. Hij is te lastig en de fiskus heeft in het administratieve vlak betere middelen. Doet u geen aangifte, of niet tijdig, dam krijgt u een ambtshalve geschatte aanslag, uiteraard eerder te hoog dan te Jaag, plus een verhoging van 5 doch maximaal 1000,—. Wel heeft u dan eerst een waarschuwing en een aangetekende aanmaning gehad. Zolang de fiskus nog niet op de aangifte heeft gereageerd door het opleggen van een aanslag of door een bericht dat geen aanslag zal worden opgelegd, kunt u de aangifte nog bij brief aanvullen, desnoods meermalen. Is er intussen wel een aanslag, dan kunt u nog aanvullen of wijzigen of zelfs op het gehele aangegeven inkomen terugkomen, maar dat moet dan bij een bezwaarschrift. (Zie verder pag. 4) eerste Kamer heeft op 25 maart de voorstellen goedgekeurd tot tijdelijke verlaging van de inkom stenbelasting over het jaar 1975. In de meeste publikaties en belasting almanakken en soortgelijke uitgaven was al vóór de aanneming van de regeringsvoorstellen door de Tweede Kamer als vanzelfsprekend aangenomen dat ze zonder wijziging door de parlementaire molen zouden draaien. Dat is gebeurd, zeer ten gerieve van iedereen die beroepshalve allerlei tabellen moet raadplegen en wel licht ook voor iemand die maar zeer toevallig eens zo'n tarief in handen neemt om eens te kijken hoe het staat met zijn belastingschuld. Die is dan meestal hoger dan hij ver wacht en zeker dan hem aanstaat. Dat laatste weten wij allemaal al lang! TT IJ kunnen ons nu de vraag stellen of vergeleken met enkele jaren terug de druk van de inkomstenbelas ting nu werkelijk lager is geworden. Als wij eens een een voudig geval nemenwaarbij wij ons de situatie van vele zelfstandigen voorstellen die hun inkomen de laatste jaren niet zagen stijgen dan kunnen wij uitgaan van een inko men dat, laten wij zeggen, in 1975 gelijk was aan dat in 1972. Als wij dan verder aannemen dat het inkomen alleen bestaat uit winst met als aftrek de premieheffing volks verzekering, terwijl de echtgenote van de ondernemer in belangrijke mate in het bedrijf meewerkt, dan kunnen wij de volgende inkomenberekening opzetten. Het inkomen stellen wij op f30.000 met kinderaftrek voor 2 kinderen. OOR 1972 geldt de volgende berekening, Winst Zelfstandigenaftrek Aftrek meewerkende vrouw Premieheffing (maximum) Inkomen Te betalen: inkomstenbelasting f 4.602, premieheffing 3.320,— Samen f 7.922,— Voor 1975 wordt de berekening: Winst Aftrek meewerkende vrouw Fiscale oudendagreserve f 3.000,- Zelfstandigenaftrek 1.200,- f 30.000,- 300,- 29.700,- 1-465,- f 28.235,- 3.320,- f 24.915, f 30.000,— 3.333,- f 26.667,— 4.200,- f 22.467, De premieheffing wordt berekend zonder re kening te houden met de aftrek voor de mee werkende vrouw, dus over f 25.800,Het percentage is 15.8 Het bedrag dus Belastbaar inkomen Belastingvrije som Belastbaar De inkomstenbelasting daarover bedraagt De premieheffing Samen Over het winstaandeel van de vrouw moet worden betaald Samen 4.076,— f 18.391,— 10.643,— 7.748,— f 1.687,— 4.076,- f 5.763,— 354,— f 6.117,— JN 1972 was verschuldigd aan I.B. en premieheffing 1 f 7.922,—; in 1975 wordt dat f 6.117,—. Minder be lasting f 1.805, In van de winst is dit 6 procent. Wij zullen niet tegenspreken dat ook nu nog de belas tingen veel en veel te hoog zijn, in het bijzonder voor de zelfstandige. Dat er echter in het geheel niets is bereikt is echter ook niet waar. Wel zal men op de ingeslagen weg voort moeten gaan en dan niet met een slakkengang. In de sfeer van het tarief valt vrij gemakkelijk iets te doen. Met wijziging van systemen mag dan wat tijd gemoeid zijn, dat geldt voor het tot stand brengen van tariefswij zigingen niet. Schijven en percentages zijn eenvoudig te hanteren grootheden. Dat kan tegenwoordig van niet veel dingen worden gezegd! PAAUWE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 3