Pluimvee en eieren c a Maatregelen rundersektor Betere varkensprijzen 2e halfjaar 13 v DALING EXPORT: GEEN OPTIMISTISCHE TOEKOMSTVERWACHTINGEN DALING PRIJZEN PLUIMVEEVOEDERS WAARSCHIJNLIJK FRANSE PRODUKTIEBEHEERSING SLACHTPLUIMVEE De harde cijfers over de belangrijke daling van de ex port van produkten van de pluimveehouderij wettigen bepaald geen optimistische verwachtingen voor de naas te toekomst, aldus ir J. T. Mellema, voorzitter van het Produktschap voor Pluimvee en Eieren in de openbare bestuursvergadering die op 26 maart in Zeist werd ge houden. Lichtpuntje is dat naar alle waarschijnlijkheid de prij zen van de pluimveevoeders in prijs zullen dalen, doch het is moeilijk aan te geven hoe lang deze daling zal aanhouden. Deze wordt, aldus de heer Mellema, mede bepaald door de toekomstige ontwikkeling van de grond- stoffenprijzen op de wereldmarkt, waar juist de laatste twee weken een kentering waar te nemen was. De daling van de grondstoffenprijzen in de tweede helft van januari heeft zich tot en met de eerste week van maart voortgezet; op korte termijn bestaat de voor lopige indruk dat weer een lidht prijsherstel aanstaande is. De annulering van leveringscontracten met bestem ming de Sovjet-Unie en China heeft de graanmarkt in voortdurende beweging gehouden. CONSUMPTIE-EIEREN Over het verloop van de producentenprijzen eieren werden de volgende gegevens verstrekt (LEI): november ƒ2,20 (2,87); december ƒ2,00 (2,95); januari 1,77 (2,49); februari 1,74 (2,35); le wk maart l„8l (2,40); 2e wk maart 1,92 (2^8), per kg af-boerderij, incl. BTW. BROEDEIEREN Een toenemende vraag uit Duitsland doet de prijzen van broedeieren stijgen. Er is melding gemaakt van een vergrote invoer van broedeieren in Duitsland, afkom stig uit Zweden. Ip Duitsland zou men voornemens zijn de produktie van braadkuikens met 25.000 ton op te voe ren. EIPRODUKTEN De situatie in de eiproduktenindustrie verslechtert nog steeds. De perspectieven op korte termijn zijn ongunstig. Een in Duitsland op 26 mei a.s. van kracht wordende verordening in Duitsland zal de afzet naar dat land grote moeilijkheden opleveren. SLACHTPLUIMVEE In februari is de algemene situatie in de slachtpluim- veesektor nog verslechterd. Er is vooral een sterke te ruggang op te merken van de uitvoer naar derde landen, een teruggang die nog groter is dan de cijfers aangeeft. Er is namelijk een decemberpost geboekt in januari, en wel van ca 1000 ton. In de Gemeenschap is de situatie op de slachtpluim- veemarkt al even ongunstig als in Nederland, aldus de heer Mellema. Het opereren op de markten van derde landen wordt bijzonder moeilijk doordat een groot ex- portkontrakt van Hongarije met de Sovjet-Unie gean nuleerd is. Daaruit is te verklaren het dringende aanbod van Hongarije, o.a. in Italië en Duitsland. Over de prij zen van oude kippen en de kontraktprijzen van braad kuikens (tot 1400 g) werden de volgende gegevens ver strekt: Voor geslachte kuikens vertoonden de prijzen franko- bestemming Duitsland het volgend verloop: c— lA lA t- t- CU rH <U per kg 8 TJ t: -4-» incl. BTW O c co s lichte kippen 0,78 0,75 0,74 0,77 0,81 0,81 middelzware 0,97 0,96 0,95 0,96 0,96 0,97 zware kippen 1,22 1,17 1,20 1,22 1,26 1,24 moederdieren 1,48 1,48 1,50 1,54 1,55 1,52 contractprijzen 1,74 kuikens 1,73 1,72 1,72 1,74 1,74 dagprijzen: geel 1,61 1,66 1,78 1,90 1,90 1,88 wit 1,64 1,70 1,82 1,95 1,97 1,95 DM/kg 23 jan. 20 febr. 20 maart panklaar 2,70—3,05 2,65—2,00 2,60—2,95 grillklaar 3,00—3,15 3,00—3,20 2,85—3,20 EENDEN KALKOENEN De uitvoer van eenden blijft gehinderd door de scher pe concurrentie uit Hongarije en TsjeCho-Slowakije en in mindere mate uit Polen. Voor de eerste twee landen liggen de aanbiedingsprijzen op DM 3,303,20 en voor Polen op DM 3,60. De Nederlandse prijzen liepen van DM 3,203,40. De exportprijzen voor kalkoenen zijn sterk gedaaid. Lagen deze midden februari nog op DM 4,004,20, midden maart was dat DM 3,20—3,50. PRODUKTIEBEHEERSING GEVOGELTE Het Franse ministerie van Landbouw heeft aangekon digd in EG verband te zullen aandringen op gezamenlij ke produktiebeheersing. Inmiddels zijn van die zijde maatregelen bekend gemaakt tot sanering van de markt. Deze hebben o.a. betrekking op: 1. de financiering van de voorraden gevogelte, die na verkoop van 12.000 ton aan Irak, nog 10.000 ton om vatten. Deze wordt van 1 maart af vier maanden voor rekening genomen van Unigrains, het solidariteits fonds van de graantelers; kosten 6 miljoen francs. 2. van 1 juli af wordt het stempelen van pluimveevlees verplicht, waardoor een 1000-tal particuliere slachte rijen, die 15 van de produktie leveren en niet on der sanitaire controle staan, gesloten worden. 3. afslachten van naar verluidt 2 milj. legkippen, waar voor 1,per kip premie wordt betaald. 4. voorschot van 7 miljoen francs aan de verevenings- kassen voor eieren, terug te betalen vóór 1 juni 1977. De maatregelen onder 1, 3 en 4 genoemd zijn alleen bestemd voor die bedrijven die 'n „interprofession" vor men dat in staat zal zijn de produktieomvang in de hand te houden. Uit Duitse bron wordt vernomen dat de 12.000 ton braadkuikens, bestemming Irak, verkocht zijn boven we reldmarktprijs. vdw In de afgelopen vier weken zijn de varkensprijzen met 15 cent per kg gedaald. In de openbare bestuursvergade ring van het Produktschap voor Vee en Vlees heeft de secretaris F. Bikker er nog melding van gemaakt dat ook voor varkensvlees in stukken de prijzen zijn ge daald. Wel gaf de week tot 28 maart een zeker herstel van de prijzen te zien, wat toe te schrijven is aan de rui mere bevoorrading van de slagerijen in verband met de grotere Paasverkoop. De heer S. Homburg was van me ning dat de prijsdaling geen 15 cent, maar 12 cent heeft bedragen. Het verschil van 3 cent is toe te schrijven aan de andere wijze van classificatie. Momenteel bedraagt het aanbod aan slachtrijpe var kens ongeveer 225.000 stuks per week, waarvan er 15.000 tot 20.000 per week levend worden uitgevoerd. De afzet buitenlands blijft in grote hoofdzaak gericht op Duits land. De varkensmarkt is onoverzichtelijk wat in deze tijd van het jaar niet ongewoon is. BIGGENSTERFTE Een zekere schaarste aan biggen is toe te schrijven aan een virus-ziekte onder deze dieren. Ook in België zou deze geconstateerd zijn. Of in andere lidstaten deze ziekte ook voorkomt; was nog niet bekend. VERBETERDE PRIJZEN De heer Homburg wees erop, dat momenteel de uit voer van vleesconserven en vleeswaren ongeveer 40 achterblijft bij vorig jaar. Hij achtte een herstel van de afzet naar Engeland in de tweede helft van het jaar niet onmogelijk, gezien de sterke inkrimping van de var- kensproduktie in Engeland. Indien dit het geval zal zijn, betekent dat een mogelijke verbetering van de prijzen in de tweede helft van 1975. De huidige prijs van varkens is voor de verwerkers te hoog om er iets aan te verdienen, wat een situatie is die niet te lang kan duren. De heer H. Griffioen wees erop dat de produktie niet los gezien moet worden van het verbruik. Dit verbruik staat weer direct in verband met de economische toe stand in ons land, waarover de berichten niet bijster gunstig zijn. We zullen allen een stapje terug moeten, aldus de heer Griffioen. MAATREGELEN RUNDERSEKTOR De stimulering van de rundveemesterij, op advies van Brussel en gevolgd door het produktschap, heeft tot een fiasco geleid. Ik ben blij, aldus de heer Griffioen, dat ik nimmer de veehouders daartoe heb aangemoedigd. Dat neemt niet weg, dat men nu voor het probleem staat, om de rundveemesters in deze tegemoet te komen! Het produktschap had een nota geproduceerd over het rundvleesbeleid in het tijdvak 1 mei 19751 maart 1976. Vanaf 3 maart 1975 werden de interventieprijzen minder verhoogd dan de oriëntatieprijs; het niveau daalde van 93 naar 90,43 Ter compensatie zijn de lidstaten verplicht om voor ossen, vaarzen en stieren een slacht - premie te geven van minimaal 28 R.E. 95,76). Die ren waarvoor premie is verleend komen niet voor inter ventie (uit de markt nemen) in aanmerking. Over de vraag hoe de markt ondersteund moet wor den ontspon zich een uitvoerige discussie. Men staat voor de keus van een premie- of interventieregeling of de keus voor beide, premie èn interventie. Het bestuur sprak zich uit voor de beide mogelij kfheden tesamen. In terventie over een zo breed mogelijk pakket, dus inclu sief koeien van le en 2e kwaliteit, alsmede een zo goed mogelijk bereikbare premieregeling. De mogelijkheid tot verwerking tot rund vleesconserven moet blijven be staan, temeer omdat de industrie zich daar op ingesteld heeft en ook ter wille van de werkge.egenheid. De kwes tie zal nader besproken worden met het Landbouwschap. Vastgesteld is dat voor het jaar 1974/75 men in Ne derland de mogelijkheden die door de Brusselse rege lingen worden geboden, voor wat interventies betreft slechts ten dele heeft benut. Er werd op aangedrongen dat men in Brussel en bij de regering in Nederland zo spoedig mogelijk tot bekendmaken van de regelingen en mogelijkheden overgaat. Voor de veehouders is het van belang tijdig te weten waar men aan toe is. VARKENSPRODUKTIE IN DE GEMEENSCHAP Een overzicht van de ramingen van de varkenspro- duktie in de Gemeenschap voor 1975 toont een afnemend meeraanbod, dat in het 2e kwartaal samenvalt met het seizoenmatige dieptepunt in de prijzen. In een nota van het produktschap wordt gesteld, dat in de loop van het tweede halfjaar enig prijsherstel kan optreden. Door de veterinaire exportbe.emmering tussen de Zes en de Drie overige lidstaten is de prognose (raming) voor de Zes meer maatgevend voor de te verwachten ontwikkelin gen. Een onzekere faktor is de te verwachten economi sche stituatie, die invloed heeft op de omvang van het verbruik. De raming van het aanbod aan slachtvarkens in de Gemeenschap geeft voor 1975 een vermindering aan met 1 ten opzichte van 1974. De ontwikkeling is uiteenlopend. Zo rekent men met een mééraanbod van 4 in Frankrijk en Duitsland, van 7 in Italië en 3 in Nederland. Voorts verwacht men een teruggang met 1 in België, 11 in Denemarken, 13 in Engeland en ze.fs 20 in Ierland. Wat de Ver. Staten betreft kan, naast een teruggang in de aanwezige mestvarkens tevens verwacht worden, dat het aantal drachtige zeu gen, biggend in de eerste helft van 1975, wordt een te ruggang van 15 verwacht. De daling in de varkens vleespro duktie zet zich hiermee voort. vdw QE uitgaven ten behoeve van het Gemeenschappelijk Zuivelbeleid vertonen de laatste jaren een enigszins stijgende lijn. Rekening houdende met de ontwikkeling van de melkprodfuktie in de Gemeenschap zijn de kosten van het gemeenschappelijk zuivelbeleid echter vrijwel constant ge bleven op een peil, dat ongeveer 10 uitmaakt van de tota le melkproduktie, berekend op richtprijsbasds. In de mededelingen gediaan tijdens de openbare bestuurs vergadering van het Produktschap voor Zuivel is gewezen op enkele passages in een nota van de Europese Commissie .Balans van het gemeenschappelijk landbouwbeleid". Daarin staat o.a. „dat de zuivelsektor de enige sektor is, met een structurele overproduktie. De duurzame aard en de omvang van de interventieuit gaven na 1971 in de zuivelsektor, wijzen erop dat toen een hogere producentenprijs werd nagestreefd, dan waarbij even wicht tussen vraag en aanbod bereikt zou kunnen worden". Uit de begroting 1975 van het Europese Garantie- en Oriëntatiefonds (blijkt dat voor de zuivel in 1975 een uitgave begroot is van 4 miljard R.E. wat overeenkomt met ruim 13,5 miljard» waarvan ongeveer 40 voor rekening van de zuivelsektor komt. PROBLEMEN ROND MAGER MELKPOEDER QE gestegen prijzen voor mager melkpoeder hebben de veevoederindustrie aanleiding gegeven te doen uitzien naar mogelijke vervanging. Dat leidt ertoe dat de afzet van mager melkpoeder voor veevoederdoeleinden, die in 1974 nog rond de 1,1 miljoen ton heeft bedragen in de Gemeen schap, verder zal teruglopen. Reeds na de verhoging van de interventieprijs in het najaar 1974 leidde tot een geringer aankoop van de mengvoederindustrie. Ook voor mager melkpoeder voor menselijke consumptie is de belangstelling bij de verwerkende industrie verminderd, .'n de periode 1970 tot 1975 zijn de prijzen voor mager melk poeder ongeveer verdubbeld. Naast een verminderde belangstelling binnen de Gemeen schap, zijn ook de perspectieven voor de export ongunstig. In de Ver. Staten worden reeds interventieaankopen gedaan, wat een weinig gunstig perspectief biedt voor de in de Ame rikaanse havens nog verblijvende hoeveelheden van 20.000 tot 30.000 ton mager poeder uit de Gemeenschap. Deze zijn indertijd verscheept in de verwachting dat de Amerikaanse administratie besluiten zou het niet door N. Zeeland benutte contingent over te dragen aan de Europese Gemeenschap. Dat is niet gebeurd. Inmiddels lopen in de Gemeenschap de voorraden mager melkpoeder bij de interventie van week tot week cp. Per of omstreeks 18 maart bedroegen de voor raden mager poeder bij de interventiebureaus in de Gemeen schap rond 408.960 ton, vergeleken met 144.290 ton een jaar eerder. v. d. W.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 13