Voederbehoefte en voeding melkvee (II) Gunstige resultaten varkenshouderij en effect hiervan op biggen prijzenschema 10 Wanneer het basisrantsoen van minder goede kwaliteit is, is meer krachtvoer nodig. Voor koppels vee met respectievelijk 4500 en 5500 kg melk met een gemiddeld kalf- datum van' rond 1 maart is de verdeling per maand ongeveer ais volgt: g ZW per koe per dag maand jaarproduktie 4500 kg jaaiproduktie 5500 kg januari 5700 6800 februari 6200 7500 maart 7000 8500 april 8100 9600 mei 9300 10000 juni 9300 9900 juli 9000 9500 augustus 8700 9200 september 7800 8200 oktober 6900 7200 november 5600 6200 december 5500 6100 Specialist voedervoorziening, C. DEN ENGELSEN C.A.R. - Goes Na de bespreking in het eerste artikel in het nummer van de vorige week van de oorzaken van verschillen in voederbehoefte bij melkvee gaan we in het volgende nader in op de voedernormen en rantsoenen. 5. JAARBEHOEFTE ZETMEELWAARDE MELKVEE EN PER DAG QP grond van talloze voederproeven en praktijkervaringen kan de voederbehoefte uitgedrukte in zetmeelwaarde (ZW) per koe en per jaar voor een veestapel waarvan gemiddeld 4500 kg melk met 4 vet per dier jaarlijks wordt afgeleverd, worden gesteld' op: a) onderhoud a 3000 g ZW/600 kg lev. gewicht bij 420640 kg lev. gewicht 1036 ZW b) melkproduktie 4500 kg a 286 g ZW 1287 ZW c) dracht aansluitend biestperiode 175 ZW d) groei nog niet volwassen koeien 120 ZW e) herstel conditieveriies' (daarvoor extra 15 49 ZW f) extra voor vrije beweging 200—400 g ZW/koe/dag over half jaar 53 ZW Totale behoefte 2720 ZW Voor elke 500 kg hogere melkproduktie stijgt de voederbehoefte met 143 ZW. Ver deeld over de weide- en stalperiode krijgen we dan voor de gemiddelde Nederlandse omstandigheden: aflevering kg totale ZW-bahoefte per dier/dlag in g ZW melk koe/jaar weideperiode stalperiode totaal weideperiode stalperiode 4500 1575 1145 2720 8500 6350 5000 1595 1270 2865 8600 7050 5500 1665 1345 3010 9000 7450 6000 1740 1415 3155 9400 7850 6500 1810 1485 3295 9800 8250 Zowel gedurende de weide- als de stalperiode is de voederbehoefte per dier per dag echter aan verandering onderhevig. C.V.P. Tilburg en Zeeland G. VAN GORP Noord-Brabant kerij! of mesteriji iDeze gegevens toornen voor de fokkerij be schikbaar in augustus en| voor de mesterij' in januari. Hierin kan verbetering gebracht worden door in mei de helft van de mesterijboekhoudingen af te gaan sluiten en in november de helft van de fokkerijboekhoudiingen. Hierdoor krijgt men in augustus en in januari nieuwe cijfers zowel van fokkerij als mesterij. De mogelijkheden hiervoor worden momenteel door het consulentschap onderzocht. Zodra er op een of andere bijeenkomst cijfers genoemd worden over resultaten van een of andere bedrijfstak of onderneming, is de pers er direct bij om deze cijfers over te nemen en te publiceren. Op deze manier zijn de resul taten van de varkensmesterij ook in de publiciteit geko men. Daaruit bleek dat de mesterij-resultaten van het laatste boekjaar beduidend beter zijn dan die van voor gaande jaren. De resultaten van de twee laatste boek jaren waren: 1973 1974 Verschil Voederconversie 3,37 3,20 0,17 Gemiddelde daggroei 611 635 24 gram Percentage uitval 1,85 1,86 0,01 Percentage EAA IA 63,1 66,0 2,9 Het verschil van deze resultaten is in guldens per jaar varken. 0,17 voederconversie x 232 kg groei x 48,90 19,28 24 gram hogere groei 24 x 17 ct 4,08 0,01 hogere uitval 0,46 Betere klassering 2,9 x 18 ct 0,52 Verschil 23,42 Door een kostenverlaging van f 23,42 per jaarvarken daalt de kostprijs met 10,55 ct per kg geslacht gewicht. Als er verdier in het schema niets veranderd was zou de biggen- prijs hierdoor 5,18 hoger zijn geworden. OOK ANDERE KOSTEN ZIJN GEWIJZIGD |N het nieuwe schema zijn echter ook een aantal andere kosten veranderd, oa. arbeidskosten, voerkosten, af- leveringskosten enz. 'Door deze verandering is de biggenprijs op kostprijsbasds verhoogd van 105,35 naar 107,85 2,50. iDe voerprijsoorrectie voor de laatste week van het oude schema was 3,95 en voor de eerste week van het nieuwe schema is deze 0. Op kostprijsbasis is de biggenprijs dus met 6,45 verhoogd! Door andere kosten voor arbeid is de verdeelsleutel echter ook veranderd. In het oude schema was de verdeling bij 10 ct verschil in de vleesprijs 4,90 voor de fokker en 3,47 voor de miester. In het nieuwe schema is dit 5,06 voor de fokker en 3,34 voor de mester. De huidige opbrengstprijs is nu beneden de kostprijs en dit betekent dat de fokker nu meer dn het verlies dieelt door deze nieuwe verdeelsleutel. Als U nu voor de week .van 17 tot 22 februari naar het verschil kijkt bij een IA prijs van 3,21 dan blijkt het verschil in het schema f 2,05 te zijn 4- de voeroorreotie van 3,95 6, Dit is een vrij: groot verschil in een keer. Dit wordt veroor zaakt door verbetering van de technische resultaten uit fok- INVLOED VAN SLECHTE TECHNISCHE RESULTATEN QE kostprijs in het prijzenschema is gebaseerd op de ge middelde cijfers van alle bedrijven. De onderlinge ver schillen op de bedrijven zijn erg groot. De resultaten van de 50 beste en 50 slechtste bedrijven van het laatste jaar zijn: Voe- Groei Voer Rentabi- der- per .uit EAA kosten liteits- con- dag val P/kg index versie IA groei 50 beste 2,91 710 0,94 71,5 1,35 55,18 50 slechtste 3,54 563 3,14 62,1 1,75 73,60 De kostprijs van een kg varkensvlees is op de 50 beste bedrijven 3,31 en op de 50 slechtste 'bedrijven 3,80. Voor deze berekening is voor die kostprijs van de big de 'gemid delde kostprijs van 107,87 aangehouden. Als de prijs nog 10 ct gaat stijgen krijgen de beste bedrij ven alle kosten weer betaald, voor de slechte bedrijven moet de prijs nog 59 ct gaan stijgen voordat alle kosten betaald zijn! Let dus op de kleintjes dan kunt U bij lage opbrengst- prijzen toch nog de kost verdienen! Let op de kleintjes op dat bij lage opbrengstprijzen toch nog de kost verdient wordt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 10