Feest van het licht na de duisternis r®® De generatie van nu wil klare taal 4 Pasen, feest van het licht. De som bere wintermaanden zijn voorbij en de zon wekt op tot nieuw leven. Wij schudden de winterse loomheid van ons af en zien de uitbottende knop pen aan de bomen en de bedrijvig heid waarmee het vogelvolkje aan het onderkomen van het toekomstig kroost werkt. Het voorjaar geeft ons een gevoel van vernieuwing en ver jonging. Als de natuurelementen ons wel gezind zijn bezorgen zij ons een mil de paasweek. Dagen waarop wij er op ons „paasbest" op uit trekken, naar het park, de bossen of het veld; de kinderen de tuin insturen om de bont geschilderde eieren op te speu ren. Wie er de meeste heeft gevon den is de gelukkige winnaar! Onze voorouders waren er stellig van overtuigd, dat het bevorderlijk was voor de vruchtbaarheid van het gewas als de rook van het paasvuur over de pas bezaaide akkers trok. De verkoolde as werd zorgvuldig over het bouwland ver spreid1 om het zaad beter te doen gedijen. Aan deze as werd bovendien nog een beschermende kracht toegeschreven; men nam er namelijk ook wat van mee naar huis om dit tegen de donder en bliksem te beschermen. Een variant op deze vuurstapels is de teerton, waarbij in het midden een paal staat met een zonnerad. In sommige delen van Drente is het nog steeds een tradi tioneel gebruik dat het mannelijk deel van de jeugd in de stille week vóór Pasen de boerderijen afgaat om afvalhout en afgedankte rieten manden e.d. te koliekteren voor het Paasvuur, waarbij dan uit volle borst gezongen wordt: „Hej nog olde maanen Die wi'w mit Pasen braanep Of een bossien stro of ries Aanders braandt oes Poasvuur niet" Wee echter de rampzalige, die hen met lege handen laat staan; Eendrachtig wordt er dan gejoeld: „Wil ie dan niet geev'n Dan zul ie niet langer leve'n Gierlap, geef wat, gierlap, geef wat!!" EMMAUSGANG verstoppen tot groot vertier van de kinderen, is afkomstig uit de tijd dat men de eieren in de akker begroef om het graan voorspoedig te laten gedijen. Is het ei namelijk niet de kiem van alle leven, de drager van levenskracht en het symbool van fertiliteit en wedergeboorte? Men eet eieren om sterker en gezonder te worden. Sommige lieden zijn zelfs de mening toegedaan, dat het ei een probaat aphrodisiac is. Tijdens de Paasdagen worden er ook wel wedstrijden geor ganiseerd in het eieren eten. Gigantische hoeveelheden van dit kostelijk voedsel worden bij deze gelegenheid naar bin nen gewerkt. Het is echter een hoogst dubieuze vraag of de deelnemers aan dergelijke festijnen hierdoor een blakende gezondheid of bijzondere hartstocht verwerven! In het Christendom werd het geloof aan de kracht van het ei nog versterkt doordat men hierin het witte graf zag waaruit het leven (Christus) weer oprijst. In vroeger tijden werden paaseieren als eerste spijs na de vasten in de R.K. Kerk gewijd, waardoor zij dan tevens een genezende en on- heilsafwerende kracht zouden krijgen. Volgens een oud kindergeloof gingen de klokken, die op Schortelwoensdag (de woensdag vóór Pasen) werden „op geschort", in Rome eieren halen. De jeugd tikte de gevonden eieren tegen elkaar en riep: „Wie heeft er spits, wie stomp, wie zied?" Het gebarsten ei was voor de winnaar. Ook trok ken de jongens omstreeks Pasen het platteland rond om eieren en lekkers te bedelen, hetgeen gepaard ging met het zingen van allerlei versjes, waaronder het bekende: „Eén ei is geen ei, twee ei is een half ei, etc. NOG STEEDS ZIEN WE PAASVUREN QE Paasviering is reeds eeuwenoud. De naam is ontleend aan het Joodse Pascha .oftewel: Pésach, het oud- Israëlitische Paasfeest dat oorspronkelijk een lentefeest was en bij de eerste volle maan in het voorjaar werd gevierd. Kultisch gezien omvatte het Pésach-feest dank aan de vruchtbaarheidsgod van de nieuw-geborenen. De naam „Pésach" is waarschijnlijk van Keulen uit ver spreid over Neder-Duitsland en Skandinavië, terwijl het Duitse woord „Ostern", dat evenals het Engelse „Easter" etymologisch afkomstig is van „Ostara" de naam van de Oud-Germaanse godin van de lente door de Angelsaksische missie naar Zuid-Duitsland werd gebracht. Het Paasfeest was in oorsprong een heidens en nogal los bandig voorj-aarsfeest, terug te voeren tot lang voor onze jaartelling. Nu is het wellicht interessant te weten, dat ons Paasfeest in haar gekerstende vorm nog veel van de heiden se kuiten en rituelen behouden 'heeft. Zo kent men in het zuiden van ons land, alsmede in Over ijssel, Gelderland en Drente in sommige dorpen nog steeds het gebruik om met de Pasen bij de boerderij een vuur te ontsteken van de versleten gereedschappen van de winter. Grote vuurstapels worden aangelegd op hoger gelegen ter reinen die dan ook als de Paasberg of Paasweide worden aangeduid. |N sommige streken van ons land en bij onze Belgische zuiderburen is het ook nog steeds de traditie om een Paaskermis te houden. In de fleurige kraampjes verkoopt men allerhande lekkernijen zoals sinaasappels, noten, koe ken en, natuurlijk ook eieren. Van heinde en verre komen de families „in hun paaspronk uitgedost" op dit feestelijk ge beuren af. Heel vroeger heette deze uittocht naar de kermis de Emmausgang; waarschijnlijk stoeit dit op de vroegere ommegang te voet en te paard om de ontkieming van het jonge zaad te bevorderen. (De voeten zijn het symbool van mannelijke sexualiteit, het piaard is een moedersymbool). Zo was in andere kontreden het gebruik in zwang op Paasmaan- dag met honderden paarden door het jonge koren te rijden, hetgeen naar men dacht een overvloedige oogst op zou leve ren. Het Paasfeest roept onmiddellijk associaties met eieren bij ons op. Immers, een Pasen zónder eieren is geen écht Paasfeest! Het mag dus nauwelijks vreemd heten, dat vroe ger zowel als thans het ei een grote rol speelt in tal van volkstradities. Zo heerste in het zuiden des lands de ge woonte dat de gezinnen voor een bepaald aantal eieren wer den „aangeslagen". Tegen de Pasen kwam dan de koster hiertoe het geld ophalen, waarvan 30 naar de pastoor ging en hij 70 zelf mocht behouden. PAASSTAAK 0VER de rol .dié de Paashaas speelt kunnen wij kort zijn. Ook hier herhaalt zich weer het thema van vernieu wing, het voorjaar en de vruchtbaarheid, dat onweerlegbaar geassocieerd kan worden met deze brave langoor. Het bij geloof zegt trouwens niets dan plezierigs over de haas; hij zou zowel sexuele potentie als financiële voorspoed aan ons brengen. Ten leste nog twee merkwaardige paasvieringen die zeer zeker het vermelden waard zijn: de Paasstaak te Denekamp en het vlftggelen te Ootmarsum. De Paasstaak is een boom, die door een grote schare mannen en jongens naar Dene kamp wordt gesleept en naast de houtstapel wordt ingegra ven. Dit hele ritueel wordt verricht onder het gezang van oude paasliederen. Een uitverkoren jonge knaap, die eerst de taak op zich heeft genomen eieren en geld op te halen om hout voor de Paasstaak te bekostigen, beklimt in de ge daante van Judas de boom en verkoopt deze bij opbod. Ge durende al deze aktiviteiten zingen de deelnemers vrome liederen. Dit Judasritueed is vermoedelijk terug te voeren naar de gekerstende voorstelling van de winter of de dood, die vroeger in het Paasvuur werd verbrand. Het vlöggelen plechtig voortschrijden) te Ootmarsum berust naar alle waarschijnlijkheid op de vroegere reidans tot inhaling van de lente. De voorzanger wordt dan ook nog steeds de voordanser genoemd. PAASKOLLEKTE ytROEGER werden deze vurei> geacht aan de akkers en aan mens en dier kracht en vruchtbaarheid te schen ken. Vuur is namelijk het symbool van vernieuwing, de Phoenix die uit de as verrijst. De as die overblijft symboli seert de overgang van de ene fase naar de andere. Het vuur geeft ons licht en verjaagt de koude. Tevens is vuur een symbool van liefde, leven en vurige hartstocht. SPINAZIE VERF HET beschilderen van eieren is ook een eeuwenoude tra ditie. Waar men dit vroeger echter met de natuurlijke verfstoffen zoals spinazie-, rode kool- en uienat deed, grij pen wij nu naar de verftubes en -potjes. Het gebruik om vervolgens de eieren in huis en tuin te Een lange keten, die elk de linkerhand op de rug leggen, welke wordt vastgehouden door degene dde volgt, trekt on der het zingen van „Christus is opgestanden" en „Alleluja den blijden toon" door tal van huizen heen. Bij boerenhuizen, die de achterdeur aan de straatzijde hebben, trekt men om de middenpaal, oftewel die stippel heen. Tenslotte, op het marktplein aangeland, laat men elkanders handen los en zingt nog éénmaal de reeds genoemde liederen. MAROESJA ADAMSE. (Vervolg van pag. 3) In de middeleeuwse katholieke kerk werd ook wel ge preekt, maar het gewone volk werd hiermee niet bereikt. De preken werd in het fatijn gehouden, en de kennis van deze taal ging bij de meeste burgers niet verder dan een handjevol standaardtermen. Hoezeer het gewone volk vat baar was voor de prediking van Gods Woord bleek in ons land heel duidelijk, toen de franciskaan Johannes Brugman (13991473), schrijver van het „Leven van Jezus" hier zijn boeiende preken in de volkstaal begon te houden. Ook de bedelmonniken en de mystieken ijverden voor preken in de volkstaal en voegden de daad bij het woord. Het was Maarten Luther, die de preek maakte tot het méést vitale onderdeel van de eredienst. De grote Duitse hervormer heeft zelf honderden preken gehouden, waarin hij poogde de bijbel begrijpelijk te maken voor zijn toehoor ders om op die manier ook hun persoonlijk geloofsleven nieuwe impulsen te geven. De preek, wisselwerking tussen predikant en kerkganger, is niet los te zien van de geest des tijds. Een logische ont wikkeling, die past in het kader van onze tijd, waar een sterke nadruk wordt gelegd op de betekenis van kommuni- katie eni dialoog.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 4