0°K in zomergraan blijken DM 68 en
Oxytril M zeker zo goed te werken als
DNOC Basagran P. Haver is over heel de
linie gevoeliger en daarom wordt aangera
den om van DM 68 en Oxytril M, 1 liter min
der te gebruiken dan voor zomergerst en
zomertarwe. Verder kan men de ioxynil-
middelen gebruiken.
25
voor de verschillende middelen duidelijk ge
voeliger dan zomertarwe.
|N mais heeft men verschillende moge-
iijkheden de aardappelopslag te lijf te
gaan. In de eerste plaats biedt het late tijd
stip van zaaien de gelegenheid vooraf reeds
aanwezige opslag aan te pakken al was het
alleen maar door de aanwezige knollen een
keer „los" te rijden.
Verder zijn er aanwijzingen dat het in
werken (vóór het zaaien) van atrazin, bij
voorbeeld tot op 5 cm diepte, de ontwikke
ling van de aardappelen remt. Het bezwaar
dat dit inwerken over het algemeen een min
der goed effect op de zaadonkruiden tot ge
volg heeft kan dan in zoverre worden onder
vangen door na opkomst een tweede behan
deling met atrazin maar dan mét uitvloeier,
uit te voeren. Wil men niet het risico lopen
door een te grote hoeveelheid atrazin in fei
te verplicht te zijn volgend jaar weer mais
te moeten telen dan zou men bijvoorbeeld
kunnen uitgaan van tweemaal 1,5 kg Prima-
tol A.
In 1974 werd de ervaring opgedaan dat
men met de toevoeging van bijvoorbeeld
Schering 11 E aan atrazin bij de na-opkomst
behandeling vrij ver kan gaan, in zoverre
dat ook op wat grotere mais 610 liter
Schering 11 E minerale olie, geen gewas-
schade veroorzaakte. Ook wanneer men er
van uitgaat dat in 1974 het gewas vrij sterk
afgehard was blijkt toch wel dat deze me
thode in mais ten opzichte van het aardap
pelopslagprobleem perspectieven biedt.
Verder heeft men in mais nog de gelegen
heid gezien de grote rijenafstand om
met frezen ook na opkomst, de aardappelen
te onderdrukken. In dit verband kan ten
slotte nog gewezen worden op de mogelijk
heid om met een van afschermkappen voor
ziene rijenspuit tussen de mais door te rij
den. Men dient daarbij uiterst voorzichtig
tewerk te gaan. Mais is namelijk bijzonder
gevoelig voor Gramoxone.
WINTERTARWE
VERMOEDELIJK is nog niet alle tarwe
met kunstmest gestrooid. Dit is riu de
hoogste tijd. Denk om de gedeelde gifttoe
passing. Op de proeven van de laatste jaren
gaf uitstrooien in tiwee giften een meerop
brengst van 400 kg i.vun. uitstrooien in één
gift.
Deze maand komt de onkruidbestrijding
aan de orde. Waar in het najaar een bodem-
herbicide is toegepast, zal nu nog tegen
kleefkruid en distels gespoten moeten wor
den. Ook de kleinhoefbladbestrijding moet
in april met 2,4-D geschieden om daarna in
mei nogmaals met MCPA een behandeling te
kunnen toepassen. Tegen kleefkruid kan
MCPA of MCPA/MCPP worden gebruikt.
Voor laat ingezaaide wintertarwe kan men
verschillende middelen nemen: DNOC, Her-
bogil-super (dinoterb) en DM 68 (dinoterb
MCPP). Deze laatsten hebben in 1974 een
zeer goede indruk gemaakt. Gebruik niet te
weinig water en een grove druppel. Bij gro
tere duist kan men Dicuran of Dosanex ge
bruiken, eohter alleen in de rassen Caribo,
Clement, Cyrano, Cama, Bongo en Felix;
niet in Manella.
Op uitgesproken kamille percelen wordt
Basagran P aangeraden, mede tegen var
kensgras is ,ook Faneron MCPP te gebrui
ken.
Bij het gebruik in april van de bodemher-
kiciden AAmeryl, Tribunil, Trivinit (overi
gens is het voor deze middelen de hoogste
tijd geworden) Dosanex en Dicuran, is de
kans om met succes een groenbemester in
te zaaien bijzonder klein.
ZOMERGRAAN
In zomergraan geen 2,4-D gebruiken voor
kleinhoefblad, in dat geval kan men 5 liter
MCPA/MCPP of Certrol Combin aanwen
den. Bij deze groeistofmiddelen geen klaver
gebruiken voor groenbemesting. Voor var
kensgras en perzikkruid een dicamba bevat
tend middel nemen.
Wilde haver in zomergraan na opkomst te
behandelen met Bidisin of Suffix. Dit laatste
middel alleen voor zomertarwe. Caryne is
ook te gebruiken maar met maximaal 200
liter water. De andere middelen met 600—
400 liter water.
Dosanex kan in Orca, Toro, Kaspar en
Melchior zomertarwe gebruikt worden spe
ciaal tegen duist.
VLAS
^E belangstelling voor vlas neemt de
laatste jaren weer wat toe. Ook voor
de graszaadteelt is deze dekvrucht welkom.
Maar dit houdt in, dat de onkruidbestrijding
dient aangepast te worden. Bij onderzaai van
gras alleen na opkomst ioxynil/MCPA, na-
tri um/ÖNOC/DNOC MCPA of Basagran
gebruiken. Venzar, Linuron en Eptapur di-
Duist in een afrijpend gewas. Laat het niet zover komen!
Overwaaien van spuitvloeistofBeelden als op de foto komen tot u en buurmans
verdriet helaas nog elk jaar voor. Ga bij het spuiten nauwkeurig te werk en let vooral
goed op de windrichting.
rekt na de zaai als bodemherbicide toepas
sen. Luzerne verdraagt wel Venzar. Bij on
derzaai karwij lijkt linuron weinig schade te
doen
ERWTEN
B1J erwten kan men direkt na de zaai
gebruik maken van Bladex, Tribunil,
simazin en Topogard als bodemherbicide. Bij
deze middelen geen ondervrucht toepassen.
Zaait men karwij dan Campagard, Afasit óf
Ivorin gebruiken. Overigens kan men vanaf
5 cm gewaslengte van 1/212 liter dinoseb
gebruiken.
Onder droge omstandigheden en op zware
gronden de hoogste concentratie aanhouden.
Op vochtige gronden kan men bij het door
breken van de erwten goede resultaten heb
ben met Ivosit.
UIEN
"|"EGEN de uievlieg kan men het zaad be
handelen met Phytosol of Phytosol
granulaat bij het zaaien in de grond brengen.
Dit middel heeft een gunstige nevenwerking
op stengelaaltjes (kroef)
Ook tegen koprot kan men een zaadbehan
deling uitvoeren. Bij toepassing van Bavis-
tin, Derosal, Benlate of Topsin M dient men
nog thiram toe te voegen (tegen kiemschim-
mels). AAtopam bevat reeds thiram, en is
dus tegen beide werkzaam.
Tegen het onkruid wordt in vele gevallen
Ramrod toegepast, op zware grond is met
name tegen zwaluwtong (wilde boekweit)
ook Alicep op zijn plaats. Stel bij de wat
minder goede structuur van de grond op dit
moment de behandeling niet onnodig uit.
Ramrod en Alicep dus zo spoedig mogelijk
na het zaaien toepassen en daarnaast vlak
voor opkomst een behandeling met Gramo
xone of Reglone uitvoeren. Na opkomst zijn
er meerdere mogelijkheden, zoals chloor-
IPC vanaf 6 cm gewaslengte. Denk om de
buurpercelen vlas, blauwmaanzaad, bloeien
de granen en graszaden. Op kleine niet af
geharde onkruiden is Lironion te gebruiken,
ook vanaf 6 cm gewaslengte. Na opkomst
nogmaals Ramrodi gebruiken is eveneens toe
gestaan. Bij vervuilde percelen is het vanaf
een gewaslengte van 10 cm mogelijk om op
een droog en afgehard gewas 1 liter Actril,
2 liter Certrol-20 óf zwavelzuur toe te pas
sen
SUIKERBIETEN
Dikwijls wordt nog te laat gemaaid voor voordroogkuil. Door vroeg te maaien is de
voederwaarde het hoogst en de hergroei het snelst.
Op percelen met een hoog kaligehalte en een zware stikstofbemesting moet men bij
zonder op zijn hoede zijn i.v.m. het optreden van kopziekte.
■^RACHT het zaad op de juiste diepte te
krijgen. Op een vaste ondergrond.
Maak niet te diep los. Pas op voor uitdro
ging. Zo min mogelijk bewerkingen toepas
sen. Elke bewerking extra, rijdt U de grond
losser en verliest deze meer vocht. Bieten-
zaad heeft voor zijn ontkieming zeer veel
vocht nodig!
Nog steeds is Pyramin het beste middel
om kort na de zaai toe te passen. Aanvulling
tegen duist en varkensgras met IPC is alleen
op zware grond verantwoord,, met ook dan
nog een zeker risico van kiemremming, spe
ciaal als men meer dan 3 kg gebruikt. Op
grond beneden 25 slib geen IPC gebrui
ken, het beste kan men hier diuist bestrijden
met Avadex of Ro Neet. Deze produkten
moeten voor de zaai ingewerkt worden wat
vooral dit voorjaar met zijn matige struktuur
een nadelige invloed kan hebben op de
grondlegging.
Het nieuwe middel Merpelan AZ komt in
werking vrijwel overeen met Pyramin.
Na opkomst, als de onkruiden nog in het
kiemplantstadium verkeren en vanaf het mo
ment dat de kiemblaadjes van de bieten ge
strekt (horizontaal) staan, is Betanal op zijn
plaats.
Het onkruid is gauw te groot en men zal
er aan moeten wennen dat Betanal in feite
een middel is dat men min of meer preven
tief (voorbehoedend) moet toepassen. In die
zin dan preventief dat men nog amper ziet
dat het werkelijk nodig is. Ga voor Uzelf dit/
jiaar maar eens na wat het wil zeggen om
onkruid in kiemplantstadium te bestrijden.
Vorig jaar bleek bij wat lagere tempera
turen en op afgehard onkruid het zinvol aan
Betanal een minerale olie toe te voegen in
de vorm van 5 liter Schering 11 E. Ook dit
jaar zou men onder die zelfde omstandig
heden daar weer gebruik van kunnen ma
ken. Als men hier echter nu ook maar niet
meteen de conclusie uit trekt dat beneden
18° C het altijd nodig, nuttig of verantwoord
is om die olie er bij te doen. Er kunnen zich
omstandigheden voordoen (bijvoorbeeld in
perioden met nachtvorst) dat de bieten erg
gevoelig zijn zelfs voor puur Betanal en dan
zou Betanal olie wel eens funest kunnen
zijn voor de bieten.
Ook hoge temperaturen (aanmerkelijk bo
ven de 20° C) kunnen bij spuiten overdag
een felle, weinig selectieve werking van Be
tanal óp d<e bieten tot gevolg hebben. Dan
bij voorkeur 's avonds spuiten.
Indien men een rijenbehandeling uitvoert
eerst de Betanal spuiten en dan pas gaan
schoffelen.
Wat de insectenbestrijding in de bieten
betreft mogen wij verwijzen naar het reeds
eerder in dit blad verstrekte schema.
(Zie verder volgende pag.)