Ook bedroevende bedrijfsresultaten m elk veehouder ij VRIJDAG 28 MAART 1975 63e Jaargnag - No. 3274 matig aangepast worden aan de prijsstij ging van de verschillende duurzame pro- duktiemiddelen. De arbeid van ondernemer en gezinsleden zijn in rekening gebracht tegen het gel dende CAO-loon van een vaste vakarbei der incl. diplomatoeslagen en sociale las ten. Een berekening die echter niet ver gelijkbaar is met het brutoloon van een werknemer. ONTWIKKELING PRIJZEN EN PRODUKTIVITEIT WEIDEBEDRIJVEN (in van voorgaande jaren) Prijzen produkten Prijzen Produktiviteit Verandering produktie- opbrengsten/ middelen kosten- verhouding Grotere bedrijven (gem. 25 ha) ly69/70 2 1970/71 4- 1971/72 4- 1972/73 1973/74 (voorlopig) 4- 1974/75 (raming) 4. 2,3 0,4 12,7 7.8 2,3 1.0 7,1 7.9 6,7 9,9 13,2 10,2 0,5 4,9 3,4 3,6 0,5 4,9 2,1 9,4 1,7 10,0 1968/69—1973/74 (5 jaar) 28 53 11 6 TN de achter ons liggende weken werd in ons blad ruime aandacht besteed aan een drietal rapporten „Harde Akkerbouwcijfers - „Wie of wat is er fout?" en „De kostprijs van appels en pe ren", die door de praktijk vanuit Noord en Oost Zuid-Beveland zijn opgesteld. Daar in werd de bijzonder slechte financiële situatie waarin de akkerbouw- en fruit- teeltsektor verkeerd aangetoond. Konden op bepaalde onderdelen, wat betreft de uitgangspunten en de opzet, van deze calculatie zo hier en daar nog wel eens kritische geluiden worden gehoord, het blijkt nu dat ook het L.E.I. de melkvee- houderijsektor tot bedroevende financiële resultaten komt wat betreft de ontwikke ling van opbrengsten en kosten in de af gelopen jaren en de verwachtingen voor het komende jaar 1975/76. Gegevens uit onverdachte bron die de beroerde stiuatie waarin de agrarische sektor zich bevindt overduidelijk aantonen! Binnenkort zal het L.E.I. ook over de ontwikkelingen van de resultaten op akkerbouwbedrijven een rappor;: doen verschijnen. Een publikatie die we met spanning te gemoet zien! Hopelijk zullen nu eindelijk ook de desbetreffende gegevens, die al tijd in de Memorie van Toelichting bij de begroting van het Ministerie van Land bouw worden verstrekt eens aan de wer kelijkheid zijn aangepast zodat niet in ons parlement een volkomen scheef en verte kent beeld over de inkomenspositie van de land- en tuinbouw wordt verkregen L.E.L PUBLIKATIE No. 3.54 IN L.E.I. publikatie 3.54 wordt een beeld gegeven van de bedrijfseconomische ontwikkeling op melkveehouderijbedrijven zoals die in de afgelopen jaren is geweest en voor de naaste onder normale produktie- omstandigheden kan worden verwacht. In gegaan wordt op het verloop van kosten, op brengsten en bedrijfsresultaat. Voorts is aandacht besteed aan de ontwikkeling van grotere en kleinere bedrijven in de verschil lende gebieden. Tenslotte wordt ingegaan op de invloed van het prijsverloop van produk- tiemiddelen en produkten en van de produk- tiviteit op de bedrijfsuitkomsten. In dit rap port van 63 pagina's met 27 tabellen worden achtereenvolgens behandeld de uitgangspun ten van de berekeningen, voorcalculatie 1975/'76 alsmede een overzicht gegeven van de resultaten van de afgelopen jaren. Het volgende kan slechts een onvolledig beeld zijn van enkele van de belangrijkste gegevens uit deze publikatie. Wie zich nader wil documenteren kan het rapport bestellen door overschrijving van 8,50 op giroreke ning no. 412235 t.n.v. het Landbouw-Econo misch Instituut te Den Haag Vermeld dient te worden: „Zend publikatie no. 3.54". UITGANGSPUNTEN De berekeningen zijn gebaseerd op boek houdkundige gegevens over de boekjaren 1968/'69 t/m 1973/'74 van weide- en ge mengde bedrijven met overwegend rund veehouderij die ingedeeld zijn in grotere en kleinere bedrijven. Als grotere bedrij ven zijn beschouwd bedrijven die in 1973/ '74 een bedrijfsomvang hadden van meer dan 113 SBE's, hetgeen bij benadering overeenkomt met de prodiuktieomvang per man die bij een doelmatige bedrijfs- grootte wordt gerealiseerd. In 1973/'74 komt 113 SBE overeen met een melkvee houderijbedrijf van 18 ha cultuurgrond met 30 melkkoeien met bijbehorend jong vee. De bedrijfsresultaten zijn berekend op basis van pacht. Op basis van eigendom zijn de kosten van grond en gebouwen als regel aanmerkelijk hoger. In 1973/ '74 bedroeg dit verschil op de grotere be drijven bij benadering 300,350, per ba. Over het geïnvesteerde vermogen (excl. grond- en gebouwen) wordt een gemid delde rente (7y2 in rekening gebracht, op basis van de samenstelling van het vermogen. Op deze rente wordt een af trek toegepast voor de hierin begrepen vergoeding voor geldontwaarding. Rente en afschrijving worden elk jaar berekend op basis van de in dat jaar geldencfce prijs (c.q. nieuwwaarde) zodat de kosten regel- Bruto CAO-loon Sociale lasten werkgever af: premie AOW AWW, AWBZ, AKW 5.400 premie pen sioen fonds ZW, WAO, WW 6.100,— premie Zieken fonds 3.000, 33.100,— 79 8.900,— 21 42.000,— 100 Kleinere bedrijven (gem. 12 ha) 1969/70 4- 1,8 1970/71 4- 1,0 1971/72 -f 12,2 1972/73 4- 8,1 1973/74 (voorlopig) -f 3,0 1974/75 (raming) -f 0,4 1968/69—1973/74 (5 jaar) 4- 28 8,1 9,5 8.7 11,1 13,8 11,7 3,7 0,1 4,9 3,5 0,6 2,3 7,7 8,5 0,8 8,9 63 12 10 af: inkomensherver deling (kinderbij slag loontrekken- den) Netto loon (voor aftrek I.B.) 14.500,— 35 27.500,— 65 1.200,— 3 26.300,— 62 Uit het overzicht ontwikkeling van prij zen en produktiviteit blijkt dat op de gro tere bedrijven in de periode 1968/69 t/m 1973/74 (5 jaar) de prijzen van de pro- duktiemiddelen (4- 53%) aanmerkelijk meer zijn gestegen dan die van de pro dukten (4- 28 Hiertegenover staat een vermindering van de benodigde hoe veelheid produktiemiddelen per eenheid produkt 11%). Het resultaat hiervan is dat de opbrengsten/kostenverhouding 6 in deze periode dus ongunstiger is ge worden. De ontwikkeling van de resultaten op de kleinere bedrijven vertoont ongeveer hetzelfde beeld. De grotere prijsstijging van de produktiemiddelen op de kleinere bedrijven is een gevolg van het feit dat de sterk gestegen arbeidskosten op deze bedrijven een groter aandeel in de RESULTATEN IN GLD. VAN WEIDEBEDRIJVEN Opbrengsten Kosten Netto-overschot Arbeids per ha per ha per ha opbrengst ondernemer per bedrijf Grotere bedrijven (gem. 25 ha) 1968/69 3781 3728 53 16500 1969/70 3774 3913 139 14900 1970/71 3956 4195 239 14900 1971/72 4417 4279 138 26600 1972/73 5176 4927 249 32700 1973/74 (voorlopig) 5548 5850 302 24400 1974/75 (raming) 5810 6505 695 20800 1975/76 (voorcalc.) 6875 7325 450 31400 Kleinere bedrijven (gem. 12 ha) 1968/69 3684 4241 557 8600 1969/70 3879 4569 690 8800 1970/71 3792 4840 —1048 7800 1971/72 4370 5002 632 14000 1972/73 4943 5610 667 16900 iy73/74 (voorlopig) 5056 6306 —1250 13800 1974/75 (raming) 5180 7020 —1840 12000 produktiekosten uitmaken dan op de gro tere bedrijven. Voor het lopende jaar 1974/75 wordt eveneens een sterke stijging van de prij zen van de produktiemiddelen verwacht. De prijsstijging van de produkten zal slechts gering zijn door prijsdalingen van rundvlees en varkensvlees. VOORCALCULATIE GEHELE BEDRIJF JN de publikatie is verder onder meer aandacht besteed aan de ontwikke ling van de resultaten op de gemengde bedrijven met overwegend rundvee, aan de onderlinge verschillen in bedrijfsresul taat tussen de gebieden en aan het ver loop van de afzonderlijke kosten- en op brengstenbestanddelen. Tenslotte nog een overzicht van de kos ten en opbrengsten van het gehele bedrijf per gebied, waarbij moet worden opge merkt dat in deze voorcalculatie de prijs verhogingen waarover onlangs overeen stemming werd bereikt 1975/76 nog niet zijn verwerkt. Een en ander houdt, gege ven deze prijswijzigingen, een stijging van de arbeidsopbrengst van de onderne mer in zoa'.s door ons aan de tabel werd toegevoegd. Voor de varkenshouderij is de invloed van deze prijsverhogingen buiten be schouwing gelaten, omdat tegen kostprijs is gecalculeerd. Tevens dient bij de beoordeling van de in deze tabellen berekende arbeidsop brengst van de ondernemer er rekening mee gehouden te worden, dat voor wat de varkenshouderij betreft de kostprijs van ca. 3,90 per kg geslacht gewicht gelijk is gesteld aan de opbrengstprijs. Indien wordt uitgegaan van een ge raamde opbrengstprijs in 1974/75 van ca. ƒ3.per kg geslacht gewicht wordt de arbeidsopbrengst bij de weidebedrijven in de zandgebieden ca. 4800,lager en op de gemengde bedrijven in de zandge bieden ca- 16.500,lager! De kinderbijslag loontrekkenden buiten beschouwing latende resteert 65 van de arbeidskosten waarop, om 'het be steedbaar loon te berekenen nog de ver schuldigde inkomstenbelasting in minde ring moet worden gebracht. De premies volksverzekeringen worden ook door de zelfstandigen betaald even als andere premies, zij het in andere vorm (premie ziektekostenverzekering, dokters kosten enz.). Wat de overige premie's voor uitgestelde inkomensverwerving be treft kunnen deze als besparingen wor den aangemerkt ter dekking: van dezelfde voorzieningen als voor werknemers gel den, al zullen deze bedragen voor een belangrijk deel in eigen bedrijf worden' vastgelegd. Uit deze tabel blijkt dat de gemiddelde arbeidsopbrengst van de ondernemer d.i. de vergoeding voor handenarbeid op basis van de loonkosten per gewerkt uur volgens de CAO, alsmede het netto-over schot van 1970/71 tot 1972/73 is geste gen en daarna is gedaald, terwijl voor 1974/75 een verdere daling wordt ver wacht. Bij de prognose van de arbeidsop brengst in 1975/76 is rekening gehouden met de onder normale omstandigheden te verwachten ontwikkeling in de prijzen van de produktiemiddelen en van de pro duktiviteit. Voor wat betreft dé produk ten is uitgegaan van de opbrengstprijzen in 1974/75, die zijn verhoogd met de door de EEG-Raad van Ministers van Land bouw voor 1975/76 vastgestelde prijsver hogingen. De invloed hiervan op de ar beidsopbrengst bedraagt voor de grotere bedrijven gem. 9600,Ondanks de aan genomen hogere opbrengstprijzen blijft het netto-overschot negatief. De onder normale omstandigheden in 1975/76 te verwachten arbeidsopbrengst van de on dernemer per uur (ca. 3100 werkuren) zal dus waarschijnlijk geringer zijn dan de loonkosten per uur van een vakarbeider op veehouderijbedrijven volgens de CAO. VOORCALCULATIE FINANCIËLE RESULTATEN PER BEDRIJF (FACHTBASIS) 1975/'76 Nrd. klei Westelijk Weidebedr., Gemengde en veen- weidegebied zand bedr., zand weidegebied gebieden gebieden Oppervlakte cultuurgrond (ha) 28,00 22,00 23,50 20,00 Oppervlakte grasland en voedergewassen (ha) 27,75 22,00 23 05 17,50 Melkkoeien (st.) 49,10 45,10 44,20 33,60 Fokzeugen (st.) 0,25 3,10 2,00 12.00 Mestvarkens (st.) 0,05 22,10 31,00 96,00 Produktieomvang in SBE 184 168 177 179 Resultaten gehele bedrijf gld. gld. gld. gld. Melkgeld 125.860 101.706 107.820 80.914 Omzet en aanwas rundvee 29.400 24.178 30.498 25.200 Marktbare gewassen 1.428 1.407 9.125 Varkenshouderij 364 13.112 20.860 71.520 Overige opbrengsten 3.948 4.290 1.502 1.562 Totaal opbrengsten (afgerond) 161.000 143.300 162.100 188.300 Arbeid (zonder bedrijfsleiding) 67.509 69.667 58.786 60.248 Werktuigen en werk door derden 20.300 14.080 17.965 18.556 Veevoeder 40.376 50.468 58.441 80.707 Meststoffen 8.994 5.011 9.467 7.706 Pacht en onderhoud gebouwen 15.820 12.760 14.500 14.920 Overige kosten 23.212 19.250 23.202 22.859 Totaal kosten (afgerond) 176.200 171.200 182.400 205.000 Netto-overschot 15.200 - - 27.900 - - 20.300 16.700 Arbeidskosten ondernemer 42.900 44.200 40.200 40.200 Arbeidsopbrengst ondernemer 27.700 16.300 19.900 23.500 Stijging arbeidsopbrengst i.vun. prijsverhoging E.E.G. 1975/76 10.700 8.500 9.400 7.800 38.400 24.800 29.300 31.300 Aftrek arbeidsopbrengst op basis huidige opbrengstprijs varkenshouderij 100 - - 3.000 - - 4.800 16.500 38.300 21.800 24.500 14.800

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 17