Vier wSs7
losse notities
>v<l
De graan - peulvruchten
en zadenmarkt
Het erucagehalte
in koolzaad
4
Drs. J. DIJKGRAAF,
L.C.C. - Goes.
HARDE CIJFERS
QP Noord-Beveland zijn ze aan het rekenen gesla-
gen. Wat verdienen wij ais boeren? We kennen
deze berekeningen (nog) niet. Ze zullen zoals alle
berekeningen wel aanvechtbaar zijn. Wij vinden dat
ook niet zo belangrijk. Belangrijker is, dat er gerekend
wordt en wel los van de officiële rekeninstanties. Zelf
een poging doen om te bepalen hoe we er voor staan!
Een goede zaak voor iedere individuele ondernemer. Om
vast te stellen waar de knelpunten liggen. Als basis voor
een beleid, zowel persoonlijk dan wel als groep. In het
licht van de teleurstellende Brusselse besluiten over de
papieren landbouwprijzen. In heel veel bedrijven ook
buiten de landbouw wordt druk gerekend, al komt dit
niet altijd zo naar buiten. ,,De omstandigheden noodza
ken daartoe. Het ,,wie schrijft die blijft" dreigt echter z'n
harde waarheid wel wat te verliezen. Reden temeer om
de puntjes op de i te zetten. Dan komen in ieder geval
de harde feiten aan het licht. Deze kunnen de aanzet zijn
om tot verbeteringen te komen. Door persoonlijke én ge
zamenlijke inspanningen.
BEZORGDHEID
BEZORGDHEID troffen we aan bij meedenkende
boeren, die zich afvragen of hun besturende col
lega's de grote coöperaties wel aan kunnen. Zijn ze wel
tegen het management opgewassen of met andere woor-
.den worden ze niet ondergesneeuwd. Die bezorgdheid
wordt niet voor de eerste keer uitgesproken. Wij hebben
wel eens de indruk dat té veel van tegenstellingen wordt
uitgegaan. Het is veel meer een kwestie van het geza
menlijk denken door de boeren bestuursleden mét de
beroepskrachten. De belangen lopen veel meer parallel
dan dat ze divergeren. Dat neemt natuurlijk niet weg, dat
we veel belang hebben bij goede bestuursleden evenals
bij een uitstekend management. We moeten blijven zoe
ken naar uitstekende mensen en in voorkomende geval
len ook naar voldoende tijd om zich aan verantwoordelijk
werk te kunnen wijden. Zich verantwoordelijk weten voor
de belangen van de leden. En natuurlijk zal er van tijd
tot tijd bijgeschoold moeten worden. Al is het alleen maar
om de harteklop van onze tijd te blijven verstaan!
JONGEREN
\A7E blijven optimistisch over het meedoen en meeden
ken van onze jongeren. De groep is wel niet groot
en het komt allemaal niet vanzelf maar ze zijn er wel.
Dat wil zeggen, zij die zich in willen zetten voor groeps
belangen. Wat doen wij overigens om ze te motiveren?
Negatieve opmerknigen werken alleen maar averechts.
En geven we ze ook de kans? Bijvoorbeeld om bestuurs-
werk te gaan verrichten? Helpen wij mee om daar tijd
voor vrij te maken? Voor de ouderen ligt hier ons inziens
een duidelijke taak. Ook om jongeren op te sporen, die
bekwaam zijn om bestuurswerk over te nemen. Als we
op zoek gaan zullen we zeker ook ontdekkingen doen.
Op langere termijn zullen we wel met minder bestuurs
leden kunnen volstaan, maar de eisen zullen ongetwijfeld
zwaarder worden. Vandaar de noodzakelijke scholing I
DEZELFDE TAAI. SPREKEN
rjE taal is ons belangrijkste kontaktmiddel. Tevens
een bron voor een massa misverstanden. Woor
den en zinnen kunnen op velerlei manieren worden uit
gelegd. Belangrijk is dat onze bedoelingen bij de ont
vanger goed overkomen. Als dat niet het geval is spre
ken we tegenwoordig over kommunikatieproblemen. Wil
len we die zoveel mogelijk vermijden dan is een goed
woordgebruik een eerste vereiste. Dat vraagt om een
stukje zorgvuldigheid en meestal ook om een zo eenvou
dig mogelijke woordkeus. Vertrekpunt daarbij is je af te
vragen tegen wie je spreekt.
Proberen dezelfde taal te spreken als de ontvanger.
Welnu dan hebben we allemaal nog veel te leren. Denkt
U maar aan de top en aan de leden. De klachten over
het elkaar niet begrijpen zijn dikwijls niet van de lucht.
Daar zit een dodelijk gevaar in, namelijk dat de leden
het af laten weten. Dat moeten we tot elke prijs probe
ren te voorkomen. We willen toch zo graag betrokken
heid van onze leden, die weten waarom ze lid zijn. Van
daar ons pleidooi om toch vooral dezelfde taal te spre
ken.
verschil
20.12.
3.1.
17.1.
31.1.
14.2. t.o.v.
74
75
75
75
75 20.12.74
Tarwe Northern
Spring 2/14
56,80
55,25
49,30
46,75
40,80 16,00
Plata gerst
44,05
44,05
42,70
40,65
40,45 3,60
Plata haver
40,00
39,80
38,25
36,55
34,50 5,50
Plata rogge
40,25
38,85
39,00
35,55
36,95 3,30
Plata mais
43,15
43,80
41,75
38,35
36,95 6,20
Sorghum
Granifero
40,25
37,85
37,05
31,15
31,25 9,00
Plata millet
46,35
48,30
47,40
45,75
44,65 1,70
1
2,5465
2,489
2,469
2.435
2,414
In deze maanden was er sprake van een verbetering in de
verhouding tussen vraag en aanbod van granen op de we
reldmarkt. In verband hiermede werd in de tweede helft
van januari de „exportbewaking" voor tarwe en sojabonen/
-meel in Amerika afgezwakt. Voor voedergranen zijn de
destijds ingestelde maatregelen nog onverminderd van
kracht.
De voor export beschikbare hoeveelheid mais in Amerika
is groter dan aanvankelijk was verwacht, dit als gevolg van
het feit, dat het verbruik van mais in de USA sterk is terug
gelopen.
De cifprijzen daalden begin januari 1975 tot beneden het
niveau van de drempelprijs. Aldus ontlenen we aan de Mede
delingen van het Produktschap voor Granen, Zaden en Peul
vruchten drie in de bestuursvergadering van 6 maart aan de
orde werden gesteld.
BINNENLANDSE GRANEN
/^LS gevolg van het ontbreken van enige vraag van be
tekenis gingen de prijzen van inlandse tarwe aanvan
kelijk onderuit. Tegen eind februari trad enig herstel op.
Bij een klein aanbod en een eveneens kleine vraag liepen
de prijzen van rogge sterk terug. In de tweede helft van
februari trokken de prijzen weer iets aan.
De prijzen van brouwgerst ondergingen een gevoelige da
ling, hetgeen toegeschreven kan worden aan scherp concur
rerende offertes van o.a. gerst van Franse herkomst. Het
Centraal Brouwerij Kantoor nam beperkte hoeveelheden
brouwgerst uit de markt. De afzetmogelijkheden buiten Ne
derland waren vrijwel nihil.
De prijzen van inlandse voergerst liepen eind januari/
begin februari j.l. sterk terug onder invloed van aanbod van
gerst van elders.
In verband met het vrijwel geheel ontbreken van afzet
mogelijkheden daalden de prijzen van haver in de loop van
februari scherp.
In het navolgende overzicht zijn die prijzen van inlandse
granen, omgerekend naar de Europese standaardkwaliteit,
vergeleken met de interventie- en drempelprijzen.
In gld. per 100 kg (afgerond)
méér/minder dan de interventieprijs
produkt
6.1.75
20.1.75
10.2.75
24.2.75
tarwe
0,35
0,20
0,30
0,25
rogge
-F
3,80
3,05
1,70
-F 2,20
gerst
5,70
5,70
1,85
-F 1,85
méér/minder dian -de drempelprijs
tarwe
3,45
3,60
4,10
4,05
rogge
1,65
2,40
3,80
3,30
gerst
1,40
1,40
2,50
2,50
haver
1,50
1,25
0,90
2,15
QE in december 1974 ingezette prijsdaling van granen op
de wereldmarkt zette zich in januari en februari
'roort. Een daling die het gevolg was van lagere fob-prijzen
in de aflaadhavens, een scherpe daling van de vrachttarieven
en in boordvrije sektor de dalende koers van de Amerikaan
se dollar. Dit blijkt ook uit een overzicht betreffende de cif
prijzen Rotterdam voor de belangrijkste soorten buitenlands
graan waarin bijv. de volgende noteringen worden gegeven
en waarin de cif-prijzen in USA omgerekend zijn tegen de
dagkoers in Bij invoer in Nederland worden deze prijzen
verhoogd met het compenserende valutabedrag alsmede de
eventuele landibouwheffing.
in gld. per 100 kg
drempelprijs -F 0,25.
In het stadium van de groothandel lagen de prijzen van
tarwe in januari nog iets boven het interventieniveau; in
februari echter beneden dat niveau. De prijzen van rogge,
daalden tot circa 2,boven de voor dit produkt geldende
interventieprijs. De gerst- en haverprijzen daalden in februa
ri j.l. beneden het drempelprijsniveau.
Verbetering tussen vraag en aanbod van granen op de
wereldmarkt.
TF.LERSPRIJZEN VOOR GRANEN IN DECEMBER 1974
EN JANUARI 1975
IJLUKENS een voorlopige berekening hebben de telers in
december 1974 en januari 1975 voor de granen, bij leve
ring af boerderij, met een vochtgehalte van 16 de navol
gende prijzen gemaakt. Voor de vergelijking van de telers-
prijzen af boerderij met de zgn. afgeleide interventie- en
drempelprijzen is als landelijk gemiddelde een forfaitair ver
schil aangehouden van ƒ2,50 iresp. 2,20 per 100 kg. Bij de
bepaling van deze bedragen is rekening gehouden met de
in de afgelopen jaren gestegen kosten.
In gld. per 100 kg
december 1974
januari 1975
afgeleide
afgeleide
gerea
telersprijs van
gerea
telersprijs van
liseer
liseer
de
inter
drem
de
inter
drem
pnjs
ventie
pel-
pnjs
ventie
pel-
produkt
prijs
prijs
prijs
prijs
tarwe
39,70
38,50
42,35
38,85
38,90
42,75
rogge
39,20
35,80
41,35
38,65
36,15
41,70
haver
38,30
35,95
37,40
36,30
gerst
39,65
33,90
38,25
39,50
34,30
38,65
voergerst
39,55
39,35
brouwgerst 39,95
39,85
De gemiddelde gerealiseerde prijs in januari 1975 voor
tarwe was iets lager dan de van de interventieprijs afgeleide
telersprijs. Voor de andere granen en voor tarwe in decem
ber 1974 waren de gerealiseerde prijzen over het algemeen
hoger. Vergeleken met het niveau van de drempelprijzen
afgeleide teletsprijzen waren de gemaakte telersprijzen als
volgt:
december 1974 januari 1975
tarwe 2,65 3,90
rogge ƒ2,15 ƒ3,05
haver ƒ2,35 -F 1,10
gerst -F 1,40 -F 0,85
AFZET VAN TARWE IN NEDERLAND
a. Algemeen
Het aanbod van inlandse tarwe was ook in januari en
februari j.l. van beperkte omvang. De verlenging van de
interventie B-maatregel heeft hiertoe zeker bijgedragen.
De maalindustrie nam in januari en februari j.l. slechts
gerjnge hoeveelheden inlandse tarwe uit de markt.
Aangenomen mag worden dat de bereiders van meel en
bloem dit verkoopseizoen tot eind februari j.l. ongeveer
60.000 ton inlandse tarwe hebben aangekocht, tegen circa
40.000 ton in het vorige seizoen.
De vraag naar tarwe voor verwerking in mengvoeders
was in de verslagperiode als gevolg van de lagere maisprij-
zen en het ontbreken van een denatureringspremie uitermate
beperkt.
Aan het Voedselvoorzieningsin- en verkoopbureau (VIB)
werd in de verslagperiode 300 ton tarwe ter interventie aan
geboden. De bij het VIB nog in voorraad zijnde hoeveelheid
tarwe van de oogst 1973 van 7.000 ton werd in het kader
van een voedselhulpleverantie in de vorm van bloem aan de
^maalindustrie beschikbaar gesteld.
Het navolgende overzicht in tonnen geeft de afzet van
tarwe weer per 25 februari j.l. met ter vergelijking de afzet-
cijfers in dezelfde periode van het vorige seizoen.
In ton
seizoen 1974/1975 seizoen 1973/1974
oogstraming vermin
derd met eigen be
houd,
interventievoorraad
afzet over de markt
bestemmingen p/25.2
maalderijen
uitvoer naar der
de landen
levering aan lid
staten
afzet van tarwe
in mengvoeders
in het binnenland
voedselhulp
interventie
724.000
56.000
780.000
700.000
700.000
60.000
20.500 0
48.500
183.800 2)
26.800
300
339.900
40.000
4.000
79.200
305.500
16.500
10.400
455.600
exclusief B.T.W.
nog af te zetten per
25.2 440.100 244.400
(±56%) (±35%)
U uit VIB-voorraad geleverd aan het Ver. Kon.
2) aug. 1974 t/m januari 1975.
(Zie verder pagina 23)
VERSTERKING STAF C.A.R. GOES
Sinds enige maanden beschikt het Consulentschap vooi
de Akkerbouw en de Rundveehouderij te Goes over een
tweetal leidinggevende ingenieurs. Per 1 oktober 1974 trad
namelijk in dienst bij het Consulentschap de heer ir. F. H.
Germs als bedrijfstakingenieur voor de akkerbouw. Kort
voor zijn indiensttreding was hij afgestudeerd in Wagenin-
gen. De heer Germs zal zich binnen het Consulentschap
vooral bezighouden met een aantal algemene zaken betref
fende de akkerbouw, om zich op deze wijze zo goed moge
lijk in de Zeeuwse problematiek in te werken.
Per 1 januari 1975 trad in dienst de heer ir. J. A. Beuke-
boom, die per 1 oktober ir. M. C. Verboon kwam vervangen.
De heer Beukeboom, die reeds een achttal jaren bij het Con
sulentschap voor de Rundveehouderij te Alkmaar heeft ge
werkt, is belast met de dagelijkse leiding van de sectie Rund
veehouderij binnen het Consulentschap. Met zijn ervaring
kan hij spoëdig voor de ontwikkeling van de Zeeuwse vee
houderij een ruime inbreng leveren. Beide heren wordt een
goede toekomst toegewenst in Zeeland.