Versterking nationaal beleid voor land- en tuinbouw noodzakelijk Nogmaals de mollenbestrijding 19 HOE KUNNEN MOLLEN WORDEN GEVANGEN? C.A.R. - Zevenbergen A. C. M. MULDERS ZETTEN VAN KLEMMEN KAN AANTAL MOLLEN EN DAARMEE OOK DE SCHADE STERK TERUGDRINGEN! Er zijn (verschillende methoden om de mollen te bestrijden. Ze (kunnen gevangen worden met de schop, met klemmen of gedood worden met vergif. Voor de laatste methode zijn regenwormen nodig die in 'het vergif worden gedompeld en vervolgens in de gangen worden gelegd. Voor het vangen met de schop moet men een behoorlijke ALHOEWEL in ons nummer van de vorige week reeds aandacht aan de mollenbestrijding werd besteed en de nieuwe mogelijkheden die daarvoor ontwikkeld worden ditmaal nogmaals een bijdrage hierover. Daarin zijn een aan tal praktische wenken verwerkt die daarbij aansluiten. De nadelige gevolgen en schade van de aktiviteiten van mollen behoeven we niet weer uitvoerig in te gaan. Het aantal mollen neemt de laatste jaren flink toe. Er ligt een groot aantal percelen grasland dat bijna zwart ziet van de molshopen. Na het slepen ontstaan open plekken die een prachtig zaai bed vormen voor verschillende onkruiden. Ook kweek kan zich in deze open plekken gemakkelijk uitbrei den. Als er bij het maaien van het gras veel molshopen in het perceel voorkomen, wordt het gemaaide gras sterk ver ontreinigd. De smakelijkheid is dan niet best en het vee krijgt veel grond in de maag wat beslist niet bevorderlijk is voor een gezonde eetlust. Daarnaast gaat de grasproduktde sterk terug. WANNEER MOLLEN BESTRIJDEN? Om de bestrijding van de mollen ter hand te nemen is de winter en het vroege voorjaar de beste tijd, omdat de mol dan de meeste aktiviteit ontplooit en zich het gemakkelijkste laat vangen. Er is in deze periode op de bedrijven wel tijd om een uur per dag vrij te maken voor het vangen van de mollen. Ook in de zomer is het echter; belangrijk dat de aan wezige mollen worden opgeruimd. Molshopen zijn zeer grote konkurrenten voor een goede opbrengst en kwaliteit van grasland. ervaring hebben omdat anders de tijd die er aan wordt be steed te weinig resultaat afwerpt. Slechts een kleine groep landbouwers is bedreven in het vangen met de schop. De 'beste resultaten worden bereikt met klemmen. In de praktijk blijkt wel dat de voorkeur gegeven moet worden aan de beugelklem. Bij het gebruik van klemmen is het be langrijk dat ze zorgvuldig en op die juiste plaats worden gezet. De klemmen moet bij voorkeur niet midden op het De beste vangmethode is het zetten van klemmen op de juiste manier en plaats. peroel worden geplaatst, maar op een strook van enkele meters langs de kant. Vanudt de kanten gaan de oppervlakkig liggende loopgan gen het perceel in. Deze loopgangen vormen de verbinding met de voedselgiangen op het perceel. De mollen lopen enke le keren per dag van de loopgangen rondom het perceel naar die voedselgangen in het perceel. Bij het gébruik van klem men is het noodzakelijk dat deze geplaatst worden in de loopgangen die door de mollen gebruikt worden. Om er zeker van te zijn dat de klemmen in de goede gan gen geplaatst worden, is het aan te bevelen enkele dagen voordat met bet zetten van klemmen in een bepaald perceel wordt begonnen met een trekker rondom het perceel te rijden. De gangen worden dan diditgedrukt. De gangen die in gebruik zijn, worden door de mollen weer in orde ge bracht. Op deze manier is het vrij simpel de klemmen in de goede gangen te plaatsen. Elke dag dienen de klemmen ge- kontroleerd' te worden. Wanneer U enige ervaring hebt met het zetten van klem men kan het aantal mollen, en daarmee ook de schade, sterk worden teruggedrongen! MOEILIJKHEDEN VLEESEXPORT NAAR ITALIË WEINIG WAARDERING VOOR PRIJSMAATREGELEN 'De Italiaanse autoriteiten leggen aan de import van vlees van runderen, varkens, pluimvee nogal wat moeilijk heden in de weg, door het ten invoer aangeboden vlees te gaan onderzoeken op antibiotica. Dat kan een zeer ernstige bemoeilijking van de export opleveren en bij de Veterinaire Dienst heeft men reeds kontakt opgenomen om mogelijke vervelende gevolgen voor de export te voorkomen. Dit deelde de secretaris van het Produktschap voor Vee eni Vlees mede tijdens de op 26 februari gehouden openbare bestuurs vergaderingen. Geheel duidelijk was de situatie niet, doch men verwachtte binnen enkele dagen inzicht over te ont stane situatie te hebben. Bij de bespreking van de marktsituatie wees de heer Bik ker erop dat de afgelopen 4 weken de varkensprijzen be hoorlijk zijn opgelopen. De oorzaak daarvan is het betrekke lijk korte aanbod enerzijds en een goede afzet naar de part- nerlanden anderzijds. De prijsontwikkeling van varkens vlees in stukken was ook gunstig, zij het diat de prijsstijging voor de vette delen wat stagneerde. De voorraden buikspek zijn wat gedaald. SLACHTVEE De gemiddelde marktprijs voor slachtrunderen ligt op rond 80 van de oriëntatieprijs. Voordat de premies voor april en maart bekend gemaakt werden, was er een ruime aanvoer, vooral van stieren en vaarzen. Nu de premies in middels bekend gemaakt zijn, verwacht men een 'betere spreiding van de aanvoer en daardoor een gunstiger markt ontwikkeling. Vanaf begin oktober zijn 150.000 formulieren aangevraagd voor premiebetaling, waarvan er tot eind januari rond 102.500 gehonoreerd werden. GEEN GOED WOORD VOOR NIEUWE LANDBOUWPRIJZEN De heer H. Griffioen had geen goed woord voor de ver hoogde landbouwprijzen en kwalificeerde deze als papieren verhogingen, drie geen verbetering 'brengen in de inkomens positie van de veehouderijsektgr. De inflatie wordt door die regering 'bestreden over de rug van hen die de inflatie niet gemaakt hebben. Hij noemde de maatregelen van Brussel a-sociaal. De boer mag zich „dood werken" en daarvoor geen cent ontvangen. Het beleid in Nederland is een wanbeleid, aldus de heer Griffioen. Dé nota van het Produktschap over de verhoging van de landbouwprijzen werd aangehouden. In eigen kring zal door de bestuursleden eerst met de „achterban" worden gespro ken. v. d. W. NOGMAALS DE PREMIEREGELING SLACHTRUNDEREN VOOR MAART EN APRIL 1975 In tegenstelling tot het de vorige week geplaatste bericht blijkt nu dat de Europese Commissie besloten heeft dat voor de in maart en april 1975 uit te keren premiebedragen nog de oude koers van de gulden ten opzichte van een rekeneen heid kan worden toegepast Vandaar dat de premiebedragen iets hoger worden n.1.: maart 1975 223,60 per stuk en april 1975 154,80 per stuk Over dei vraag of de premieregeling na 1 mei 1975 zal wor den voortgezet en welke bedragen dan zullen worden ver leend, zal de minister van landbouw en visserij zo spoedig mogelijk beslissen. TE VERWACHTEN AANBOD SLACHTVARKENS IN JANUARI 1975 MINDER ZEUGEN GEDEKT DAN VORIG JAAR Op basis van de uitkomsten van de steekproef „Dekkingen van zeugen" over januari 1975 van het C-B.S. bedroeg het aantal dekkingen deze maand 127 duizend zeugen tegen bijna 132 duizend in januari 1974 4 Op grond van deze gegevens wordt in november 1975 een aanbod van slaohtvarkens verwacht van 970 duizend stuks. Het gerea liseerde aanbod van slachtvarikens in november 1974 be droeg 995 duizend stuks. Voorlopige cijfers geven aan dat er in januari 1975 1.020 duizend slachtvarkens werden aange boden. De aangekondigde maatregel van de Franse regering om aan bijna alle agrarische bedrijven een toeslag uit te keren wordt door het Landbouwschap betrokken bij de standpuntbepaling over de versterking van het Neder landse landbouwbeleid. De Franse maatregel behelst een toeslag van 1200 francs per bedrijf. Slechts 6 van de Franse bedrijven zal deze toeslag niet ontvangen, omdat zij boven een bepaalde inkomensgrens liggen. De Franse regering, noemt deze toeslag een tijdelijke en sociale overbrug gingstoeslag. Het motief hiervoor is dat de gestegen kosten voor de boeren niet gedekt worden door de nieuwe EG-prijzen die volgens de Franse regering te recht met 10 zijn verhoogd, in verband met de be strijding van de inflatie. Met deze toeslag zou de Franse regering ook zijn toezegging nagekomen zijn om de boereninkomens in ieder geval evenveel te doen toene men als wanneer de EG-prijzen met 13,5 verhoogd zouden zijn. De Franse regering meent dat de maatre gel, gezien het sociale karakter ervan, in overeenstem ming is met de Brusselse spelregels. Deze en andere zaken betreffende het EG-landbouw- beleid zijn in de woensdag j.l. gehouden openbare be stuursvergadering van het Landbouwschap aan de orde gekomen, mede aan de hand van een door het sekreta- riaat opgestelde nota hierover. Zoals bekend is het Landbouwschap van mening dat de EG-prijzen voor seizoen 1975-1976 niet alleen de kostenontwikkeling moe ten dekken, maar ook de mogelijkheid moeten geven de inkomensachterstand in te halen. Het besluit van de Raad van de E G. tot een gemiddelde verhoging voor Ne derland van 9 schiet hierin tekort, omdat daarin niet begrepen is de 3 verhoging van de z.g. bio-technische produktiviteit. Nu de prijsverhoging in de E.G. is tekort geschoten, zal nagegaan moeten worden welke konse- kwenties daaruit voortvloeien voor het nationale beleid. Het zou principieel onjuist zijn om nationale maatrege len te nemen die de E.G.-prijzen direkt aanvullen. Dit zou een nationaal prijsbeleid leiden en tot afbraak van de gemeenschappelijke markt. Nationale prijzen zijn alleen mogelijk door een bescherming aan de nationale grenzen. De Nederlandse landbouw is te zeer afhanke lijk van de afzet in de E.G. om, nog afgezien van poli tieke konsekwenties, de richting van een nationaal prijs beleid op te gaan. Het Landbouwschap betwijfeld dan ook of de Franse maatregel vanwege de omvang en de motivering wel als een sooiale toeslag kan worden beschouwd en heeft inmiddels bij de Nederlandse minister van Landbouw aangedrongen deze zaak in EG-ministerraad aan de or de te stellen. De Europese Commissie, die reeds van deze maatregel kennis zou hebben genomen, zou dan ook moeten verklaren dat de maatregel strijdig is met het E.G.-verdrag. Aanhankelijk van wat er met deze Franse maatregel zal gebeuren, zal het standpunt van het Land bouwschap inzake de versterking van het nationaal be leid nadef moeten worden geformuleerd. Op grond van deze uitgangpunten wordt in de notitie nagegaan waar het nationaal beleid kan worden versterkt en uitgebreid, waarbij wordt gedacht aan fiskale en sociale maatrege len, het struktuurbeleid en aan de maatregelen via de B.T.W. Uiteraard moet de landbouw blijven pleiten voor een verbetering van het markt- en prijsbeleid, waarbij met name van belang is de wijze van het beheer van de markten, zodat de toegezegde prijzen ook gerealiseerd kunnen worden. VOORSTELLEN TOT VERSTERKING BELEID Van de maatregelen die op korte termijn het nationale beleid voor de agrarische sektor kunnen verbeteren, worden de volgende vermeld: 1. Het trekken van de konsekwenties uit de toepassing van de inkomenssteun in Frankrijk wanneer deze door de E.G.-organen wordt goedgekeurd. 2. Een verlaging van fiskale lasten, verhoging van de zelfstandigenaftrek tot ƒ2.400,en het vervallen van de 5 -grens bij de middeling van inkomens voor de inkomenstenbelasting. 3. Een verlaging van de premiedruk door: de niet-invorderingsgrens van de volksverzeke ringspremie te verhogen tot het peil van het net to minimumloon onder aanpassing van de inko men szoom van de gedeeltelijke invordering van deze premies. de inkomensgrenzen voor de toepassing van de kinderbijslagwet kleine zelfstandigen en van de premiereduktieregeling vrijwillige ziekenfonds verzekering te verhogen tot het peil van het mi nimumloon plus de minimum vakantietoeslag plus hiet werkgeversdeel van de sociale verzekerings premies. 4. Budgettaire ruimte voor maatregelen met betrek king tot agrarische jongeren en de verbieding van het beleid voor struktuurverbetering van de land bouw. 5. Wegnemen van vertraging bij de voorbereiding van ruilverkavelingen en een bevredigende regeling in zake de toepassing van de Hinderwet. 6. Versterkte aandacht voor de oliestokende tuinbouw bedrijven ojn. door meer overheidssteun voor om schakeling van olie op aardgas. 7. Ruimere toepassing van de algemene maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, op de agra rische sektor.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 19