AKTUALITEITEN
BIJ DE
BIETENTEELT
Het koelen
van groenten en
kleinfruit
i
12
C.A.R. - Zevenbergen
Ing. C. VAN DER VEN
Door het Consulentschap voor de
Akkerbouw en de Rundveehouderij te
Zevenbergen werden in samenwerking
met de Verenigingen voor Bedrijfs
voorlichting of de standsorganisaties
een 5-tal voorlichtingsbijeenkomsten
belegd. Op deze bijeenkomsten werd
door enkele medewerkers van het
Consulentschap een korte inleiding
gehouden over een aantal aspekten
van de bietenteelt in West-Brabant.
Omtrent hetgeen daarbij behandeld
werd volgt hier een samenvatting.
BIETEN IN HET BOUWPLAN
■JITGAANDE van een suikerbietenprijs voor 1975 van
ongeveer 100,per ton resulteert dit in een saldo
van 2900,per ha. Op basis van kontraktprijzen ligt het
saldo voor konsumptieaardappelen 600,lager. Deze
saldo's verschillen van bedrijf tot bedrijf.
Het zaaien op eindafstand is aantrekkelijker geworden
door de komst van goede eenkiemige rassen met een hoge
kiemkracht. Hiermee mag een gemiddelde veldopkomst van
60 h 70 worden verwacht, dat hoger is dan van de meer-
kiemige rassen.
AANTAL PLANTEN PER HA EN DE
VRUCHTWISSELING
gD handdunnen streven we naar 65.000 tot 70.000 bie
ten per ha. Daar zaaien op eindafstand een meer on
regelmatige verdeling geeft, zijn hierbij 80.000 tot 90.000
plantplaatsen per ha gewenst. Alle bieten, die binnen een
afstand van, 10 cm staan, tellen voor 1 plantplaats.
Bij een veldopkomstverwachting van 60 is bij 50 cm
rijenafstand zaaien op eindafstand van 14 cm mogelijk. Bij
70 is dit 16 cm. Bij een minder goed zaaibed en gevaar
voor vreterij kan beter niet op eindafstand worden gezaaid.
Remmingen op de uitbreiding van de bietenteelt zijn o.a.
vruchtwisselingsproblemen. Bij een zeer intensieve bieten
teelt neemt het aantal bietensystenaaltjes sterk toe. Maar
ook wanneer geen aaltjes in het geddng zijn, geeft intensive
ring van de bietenteelt verlaging van het opbrengstniveau.
Veel rooivruchten zoals suikerbieten en aardappelen in het
bouwplan zijn nadelig voor de stuktuur van de grond van
wege het veelvuldig berijden met zware machines, trekkers
en wagens.
Het 1 op 3 bouwplan komt maar op weinig bedrijven voor.
Het omvat aardappelen, suikerbieten en graan of
andere gewassen. Hierbij is grondontsmetting noodzakelijk,
wat per ha 600,a 700,kost. Dit bouwplan geeft
grote arbeidspieken tijdens de verpleging en de oogst. Toe
voer van extra organische bemesting is noodzakelijk.
Het 1 op 4 bouwplan komt op heel wat meer bedrijven
voor. (Dit omvat y4 aardappelen, bieten en 50 andere
gewassen. Op lichte zavel geeft 1 op 4 bietenteelt uitbreiding
van het bietencystenaaltje. Op de meeste zwaardere gronden
is het hiogelijk dit bouwplan te handhaven.
Het 1 op 5 bouwplan. Naast aardappelen en Mis bieten
komen hier 60 andere» gewassen voor zoals graan en gras
zaadteelt. Dit bouwplan houdt de grond gezond en geeft
hoge ha-opbrengsten. De arbeidsverdeling is gunstiger dan
in voorgaande bouwplannen. Door de opname van 5 of meer
gewassen is diit bouwplan ekonomisch gezien minder kwets
baar. Veel mogelijkheden om de suikerbietenteelt uit te brei
den zijp er in het kleigebied niet.
ONTWATERING EN BEMESTING
yERSLEMPING van het zaaibed bemoeilijkt de opkomst
van de bieten. Een hoge grondwaterstand vergroot
de slempgevoeligheid van de grond en is nadelig voor de
opbrengst, zie tabel 1.
Tabel 1. Gemiddelde opbrengstderving ten gevolge van te
hoge grondwaterstanden bij bieten, aangegeven
in gld/ha/jaar.
Grondwaterstand in cm beneden maaiveld
In de winter
20 40 60 80 100
In het voorjaar
Afslibbaar in
40
60
80
100 120
Minder dan 15
15—20
Meer dan 25
ƒ542,— 403,—
542,—- 246,—
ƒ345,— 206,—
97,— 35,— 0
97,— ƒ35,— 0
97,— 35,— 0
Slempvorming is o.a. tegen te gaan door een diepere ont
watering en meer organische bemesting. Op kleigrond met
een te laag gehalte aan CaC03 (minder dan 2 is 20 tot
40 ton schuimaarde gunstig om slempvorming tegen te gaan.
Om bij suikerbieten een hoge suikeropbrengst te verkrij
gen, verdient het aanbeveling niet meer dan 160 kg N per
ha te geven.
Doordat bieten gemakkelijk kali opnemen, is bij kalitoe
stand goed 80 kg K2O per ha voldoende. Bij de z.g. bouw
planbemesting krijgen de bieten evenals het graan geen kali.
Alle kali voor 4 elkaar opvolgende gewassen wordt in een
keer aan de aardappelen gegeven. In de herfst voorafgaand
aan de aardappelteelt wordt dan in totaal 500 tot 700 kg
K2O per ha gegeven.
Bij een goede fosfaattoestand is 80 tot 100 kg P2O5 per ha
voldoende. Als voorjaarsbemesting zijn hiervoor mengmest-
stoffen met een 2:1:0 verhouding zeer aantrekkelijk. Chili-
salpeter is alleen rendabel op zandgronden.
GRONDBEWERKING EN ZAAIEN
QOOR de wateroverlast in de afgelopen periode is veel
land minder fraai geploegd. Veel kan nog worden
goedgemaakt door het land over de vorst met een vaste
tandcultivator te bewerken. Bewerken over de vorst voor-
kamt wielsporen en struktuurbederf.
Een goed zaaibed voor bieten moet goed vlak liggen, fijn
zijn verkruimeld en ondiep worden bewerkt. Bijl vroeg zaaien
is 2 a 3 cm diep eggen voldoende. Bij laat zaaien kan het
nodig zijn de grond 3 tot 5 cm diep los te maken.
Aangedreven werktuigen maken over het algemeen de
grond te diep los. Goed voldoet een kombinatie van eggen
Bij bietenverbouw behoren verharde bietenstortplaatsen.
De kosten van Temik worden eerst goed gemaakt indien
daarmee minstens een meeropbrengst van 5 ton bieten per
ha wordt verkregen De toedieningstechniek van Temik
vraagt een micro-granulaatstrooier, de hier getoond is die
van Nodet.
Consulentschap voor de Tuinbouw
Tilburg
Ing. W. A. VAN MULLEM
WAAROM KOELEN
De belangrijkste motieven voor het bouwen van een
koelcel zijn
arbeidsspreiding bij de oogst. Dit aspect speelt voor
al een rol tijdens de week-ends.
het produkt zo lang mogelijk „vers" houden.
de meest gunstige temperatuur handhaven voor het
produkt.
het langdurig bewaren van het produkt voor arbeids
spreiding bij oogst en afzet en voor het trachten te
verkrijgen van hogere prijzen.
het koelen van plantmateriaal t.b.v. o.a. arbeidssprei
ding.
WAAR MOET DE KOELCEL GESITUEERD WORDEN
Het koelen speelt zich vnl. af na de oogst en/of het sor
teren. Afhankelijk van de situatie op het bedrijf is de beste
plaats in een hoek van de schuur en wel in de looplijn. Sor
teren en afvoer van het bedrijf naar de veiling.
Indien mogelijk wordt de voorkeur gegeven aan de Noord
kant van de bedrijfsschuur. Algemeen geldt dat de aan- en
afvoer van het te koelen produkt zo goed mogelijk moet
kunnen verlopen.
WELKE AFMETINGEN MOET EEN KOELCEL HEBBEN
Voor het bepalen van de afmetingen is het aantal kisten
maatgevend wat men tijdens de piekperiode wil opslaan.
Van de meeste fusttypen (groentekisten 60 x 40 x 26 cm)
kan men er 4 per ml2 grondoppervlak plaatsen. Bij, een cel-
hoogte van 3 m houdt dit in 30 h 35 kisten per m2.
In eeni cel van 60 m3 (4 xfl x 3 m) ikunnen 500 kisten.
Men dient rekening te houden dat tussen de 'zijwanden en
de kisten minstens 10 om vrije ruimte blijft voor luchtcir-
culatie. Hetzelfde geldt uiteraard voor het plafond waar
tevens nog ruimte moet zijn voor de verdamper(s). Als norm
geldt boven de kisten een vrije ruimte van 10 van de
hoogte van de stapel.
HOE KAN MEN EEN KOELCEL BOUWEN
Bij het ontwerpen van de (bouwplannen dient men rekening
te houden met:
bodemgesteldheid van het bouwterrein
voorzieningen i.v.m. plaatselijke voorschriften
vormgeving en construktie van het gebouw.
De fundering kan afhankelijk van de ondergrond meestal
s
bestaan uit stampbeton. De prijs van stampbeton varieert
van 75,tot 90,per m3.
DE VLOER
Aan de onderkant van de vloer een p.v.c. folie op het
zandbed. Hierop een werkvloer van 10 cm, die met bitume
pasta afgesmeerd dient te worden. Op de werkvloer 6 cm
polystyreen (P20'P25).
Nadat de naden afgedicht zijn moet hierop een vloer van
6 cm worden gestort. Afhankelijk van de stapelhoogte in de
cel moet deze vloer een krimpbewapening van 3045 kg/
m3 hebben. Om de vloer waterdicht te maken kan men hem
behandelen met een p.v.c. verf (bv. Saturex no. 1).
Schematisch ziet een koelcehdoer er als volgt uit.
waterdichte p.v.c. verf
6 cm gewapende betonnen dekvloer
6 cm bitume pasta
10 cm werkvloer 10 cm p.v.c. folie
zandbed
m