februari aktie voorjaarstraktoren vraag uw officiële IH- dealer Mollenbestrijding in nieuwe banen B" bestudering van de, zeer uitgebreide, literatuur over mollen, omtrent de graaf- en eetgewoontes en het verrichten van aanvullende waarnemingen in de praktijk, bleek dat de mol in het algemeen drie typen gangen maakt: a. diepe gangen; Rondom het grasland INTERNATIONAL HARVESTER •o DE mol richt op diverse manieren ernstige schade aan in land- en tuinbouwgewassen. Het dier vangt enor me hoeveelheden regenwormen (tot 18 a 36 kg/jaardie o.a. bij de aeratie van de grond en de mineralisatie en hu- mificatie van organische stof een zeer positieve rol spe len. Een andere belangrijke schade-oorzaak is gelegen in het ongelooflijk grote grondverzet dat de mol kan be werkstelligen. Vooral in grasland kan hierdoor veel schade worden aangericht: molshopen geven aanleiding tot kale plekken en daardoor tot opbrengstverliezen en binnen dringen van onkruiden; bovendien geven molshopen vooral bij de moderne manieren van wintervoerwinning, aanleiding tot hoge grondgehaltes, hetgeen bijzonder scha delijk is voor het vee en de melkproduktie. Het opper vlakkig gewroet van mollen („ritten") kan tenslotte aan leiding geven tot droogteschade door het verstoren van de capillaire werking van de grond en van de beworteling vooral op pas ingezaaid grasland kan dit laatste zeer ern stige vormen aannemen. De schadelijkheid van de mol in grasland wordt geac centueerd doordat de mol juist daar in grote aantallen voorkomt, onder andere door de daar voorkomende, om vangrijke regenwormpopulatie. Aldus Ir. M. Hoogerkamp en A. Hoogerbrugge - Instituut voor Biologisch en Schei kundig Onderzoek te Wageningen in Bedrijfsontwikke ling jaargang 6 (1975) 1 (januari) waaraan wij e.e.a. ont lenen. QOOR het verdwijnen van de beroepsmoLlenvanger en het ontbreken van goede alternatieven is de mollen- populatie in veel graslanden en grasvelden ongewenst groot. Door de toenemende veedichtheid per hectare en de veran dering van de oogsttechmeken van wintervoer op grasland wordt de schadelijkheid van de mol bovendien groter. De momenteel beschikbare mollenbestrijdingsmethoden hebben zodanige nadelen, dat ze slechts op zeer geringe schaal worden toegepast. Getracht werd daarom een metho de te ontwikkelen waarmee mollen gemakkelijk en goedkoop bestreden kunnen worden, met andere woorden een alter natief te vinden voor de beroepsmiddenvanger. MOLLEGANGEN b. zeer oppervlakkige gangen (ritten); c. open gangen. Bij het graven van het eerste type giang wordt de over tollige grond, in de vorm van molshopen aan het oppervlak gedeponeerd. De gangen worden vaak meerdere jaren ge bruikt, onder andere voor het verzamelen van voedsel. Het graven van nieuwe gangen (en het ontstaan van mols hopen) vindt vooral plaats wanneer het voedselaanbod schaars is. Naarmate de gangen op grotere diepte in het profiel worden gegraven, worden meer en/of grotere mols hopen gemaakt (herfst en winter). Graven vraagt echter zeer veel energie en wordt daarom zo veel mogelijk vermeden. Daarom werd een apparaat gecontrueerd waarmee in de grond horizontale gangen ter grootte van een mollegang kunnen worden getrokken. De hypothese hierbij was dat de mollen van deze gangen gebruik zouden maken. Hiertoe werd een molploeg, die normaliter gebruikt wordt voor drai nage van de grond, omgebouwd. Met dit apparaat werd ge ëxperimenteerd om na te gaan of voor de mol bruikbare gangen ontstonden, hoe groot de schade aan de grasmat was en op welke diepte en op welke horizontale afstand van elkaar de gangen moesten worden getrokken. De molactivi- teit in de getrokken gangen werd gemeten door het plaatsen van molkatten en de daarmee gevangen mollen te tellen. VOEDSELVOORZIENING QE mollen voorzien zich op drie manieren van voedsel: door graven, waarbij zij de prooidieren bijl toeval vinden; door door de bestaande gangen te lopen en de daarin ge raakte prooidieren op te eten; door over het oppervlak te lopen. De eerste twee manieren zijn het belangrijkst. Graven ge beurt vrijwel alleen indien het door de gangen rennen niet voldoende voedsel oplevert. De volgende stap bij de 'bestrij ding was daarom vergiftigd voedsel in de getrokken gangen te brengen. Daartoe werd op eerder beschreven woeler een doseerapparatuur aangebracht waarmee een giftig lokaas in de gangen werd gedeponeerd. De opname van dit lokaas werd bestudeerd door de plaatsen waar het in de gangen werd gebracht te markeren en na verloop van tijd de gan gen open te leggen; hierbij moest rekening worden gehouden met het feit dat de mollen het lokaas, bewust dan wel onbe- De nieuw ontwikkelde woeler". wust, in horizontale richting in de gang kunnen verplaatsen en in de gang kunnen begraven. Met behulp van voeder- proeven in het laboratorium werd aanvullend onderzoek verricht naar de bruikbaarheid van verschillende soorten lokaas. RESULTATEN veel experimenteren werd een woeler verkregen waarmee oppervlakkig in het profiel (520 cm) kunstmatige mollegangen kunnen worden getrokken, zonder dat de grasmat noemenswaard beschadigd wordt. (Zie verder pag. 15) P. VAN NES, CA.R. - Barendrecht. Tegen het eind van de stalperiode is het goed zich te 'bezinnen op welke wijze de voederpositie voor de komende zomerperiode en zelfs voor de komende stalperiode veilig is te stellen. •Het grasland speelt een belangrijke rol bij het berekenen van een plan. Tijdens de zomerperiode moet het uitgangspunt zijn: „Zorgen voor voldoende weidegras van goede kwaliteit". Hulpmiddelen hiertoe; zijn: maaien van het overtollige weidegras; met de stikstof de groei beïnvloeden; met de „maatbalk" zorgen voor groeitrappen. Bij een goed beweidings- en voederwinningssysteem moet het mogelijk zijn om het volgende aantal grootvee-eenheden D per ha grasland te houden en toch voldoende ruwvoer voor de stalperiode te winnen. Bij het berekenen van het aantal grootvee- eenheden is uitgegaan van grasland van gemiddelde kwaliteit en een N-gift van 300 400 kg per ha/jaar. Tabel I Om weiden om de 2 dagen 4 dagen 6 dagen Bedrijfssysteem In de zomer dag en nacht weiden 2.5 2.3 2.2 In de zomer 's nachts opstallen 2.7 2.5 2.3 Zomerstalvoedering 2.9 2.9 2.9 1 melkkoe 1 grootvee-eenheid; 1 pink 0,5 grootvee-eenheid? 1 kalf 0,3 grootvee-eenheid. Bij een hogere veebezetting zal hetzij voor de zomerperiode hetzij voor de winter periode extra voer moeten worden aangekocht. Door dit voer in de zomer te verstrek ken, is voor de winterperiode meer ruwvoer te winnen. Dit wordt veroorzaakt door een lagere grasopname van de koeien. Uitgaande van dezelfde voederwaardieverliezen bij: beweiden en maaien voor de conservering, moeten de inkuilkosten goed gemaakt worden door het zomer-/winterprijsverschil van het bijgevoerde produkt. Tabel II Bij een winterprijs per 100 kg Max. zomerprijs per 10Q. kg bij 215, gemaakte kosten per ha gras inkuilen A-brok ƒ40 ƒ30,50 Aardappelen 9,— 6,50 Bierbostel 9,— 7, Snijmais 7,— 5, Uit deze tabel blijkt dat de zomerprijs nogal wat lager moet zijn dan de winterprijs om het systeem van gras sparen voor de winterperiode aantrekkelijk te maken. Dit bovenstaande geldt dan bij een veebezetting van 2.2 tot 3 grootvee-eenheden per ha grasland. Bij een hogere veebezetting dan 3 grootvee-eenheden wordt het bijvoer meestal gegeven om voor de winterperiode aan de minimale ruwvoerbehoefte via het eigen bedrijf te voldoen. Het kernprobleem bij het graslandgebruik is veelal het tijdstip van beweiden en het tijdstip van maaien. Daarom is het wel eens goed een weidegebruiksplan te laten op stellen om te bekijken welke mogelijkheden van voedervoorziening aanwezig zijn en welke maatregelen er genomen moeten worden om de voedervoorziening veilig te stellen. Over het algemeen 'kan men stellen: „Aan het grasland herkent men de vakman". Naast gras wordit ook nog snijmais voor de rundveevoeding verbouwd. Het al of niet telen of aankopen van snijmais is een zaak van prijs per voederwaarde-eenheid en toepasbaarheid op het bedrijf in verband met de arbeidsorganisatie. Berekend tegen een zetmeelwaardeprijs van 47 cent2) en een eiwittoeslagprijs van 40 cent voor het eiwit bij een zw/vre van <13 1, mogen onderstaande ruwvoeders maximaal kosten: Tabel m Prijs per 100 kg Prijs per 100 kg Aardappelen Bierbostel Mix Spruitenstokken ƒ7,85 6,90 „6,60 „6,— Bietenstaartjes Snijmais Aardappelvezels ƒ2,15 6,10 „3,50 2) Bij 2.800,teelt- en oogstkosten van snijmais en een ZW-opbrengst van 6.000 per ha wordt de prijs per ZW-eenheid 47 cent. Het niveau van bijvoeren in de zomerperiode is afhankelijk van de melkproduktie en de kwaliteit en hoeveelheid beschikbare gras. Uit proeven is gebleken dat het bijvoeren niet of nauwelijks rendabel is. Bij volop en goed weidegras heeft het bijvoeren een lagere grasopname tot gevolg. Tot een produktie van 5.000—5.500 1 melk (afhankelijk van de kalftijd) en een vee bezetting tot 3 grootvee-eenheden per ha is extra voer meestal niet nodig. Wordt 's nacht opstallen of zomerstalvoedering toegepast dam zal dit gepaard gaan met extra bijvoeding ten opzichte van dag en nacht beweidien.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 7