VERZEKHRINGSINSTEL.LINGF.N VAN DE ZLM Bestuurder voor 80°/0 schuld aan ongelukken Landbouwprijzen en landschapsparken-feb.-verg. Landbouw-comité 3 RONDOM DE AUTOGORDEL QNDER deze kop troffen wij in de N.R.C. een artikel waarin de konklusies werden weergegeven van een onderzoek, dat door één van de universiteiten in In diana was verricht in opdracht van het departement van verkeer in Washington. Hoewel Amerika ver weg is me nen wij dat de konklusie volledig van toepassing zijn voor Nederland. De bestuurder en niet zijn auto is verant woordelijk voor vier van de vijf auto-ongelukken, zo blijkt uit de studie. Dat is krasse taal en dat impliceert, dat er aan de schadefrequentie het nodige te verbeteren valtl Wij zijn die mening al jaren toegedaan. Voertuigfactoren, zoals remmen en banden veroorza ken slechts 4,2 van de ongelukken. Gaat het om de banden, dan zijn die te slap of te glad gereden. Aan dit laatste is dus ook nog het nodige te doen. Milieufactoren, zoals belemmerd zicht of gladde we gen eisen 16,4% van de ongelukken op. Waar men zich op moet toeleggen is het opvoeden van de bestuurder en het verbeteren van de wegen. Men moet het niet zoeken in dure wijzigingen aan auto's en banden. De vier voornaamste menselijke factoren bij ongeluk ken zijn onoplettendheid, vooral op kruisingen, te grote snelheid, te belemmerd zicht en verkeerde uitwijkma noeuvres, aldus het rapport. De belangrijkste milieufactoren zijn obstakels, die het uitzicht belemmeren, slipperige wegen en een foutieve wegligging. Wat dit laatste betreft mogen ook onze wegbeheerders in eigen provincies niet versagen. Er zijn talrijke slechte weggedeelten en bochten, die niet goed liggen. Er zijn talloze weggedeelten waar het zicht door onze mooie bermbeplanting bijzonder slecht is. De natuurliefhebbers vinden die struiken en bomen langs de weg uiteraard prachtig. Mogelijk, dat de weg beheerder er zelfs niet in mag kappen of rooien. Op één of andere wijze zal de wegbeheerder dan toch moeten aangeven, dat het op dergelijke wegen levensgevaarlijk rijden is. Meidoorns langs de weg zijn wel mooi, maar mensen levens toch altijd nog belangrijker! Hier ligt ongetwijfeld nog een taak voor water- en wegschappen, provinciale- en rijkswaterstaat. En dan liefst voor het enorme toeris tische verkeer aanvangt. De bestuurders van auto's en ander motorisch geweld moeten die 80 omlaag brengen. Ook dat kan! RONDOM DE AUTOGORDEL fWER het nut van de autogordels als zelfbescher- mingsmiddel wordt zeer verschillend gedacht. In de auto's moeten wel autogordels aanwezig zijn, maar dat betekent nifet, dat iedere berijder er ook gebruik van maakt. De Zwitserse Mij ..Winterthur" heeft onlangs naar het gebruik een onderzoek ingesteld en kwam daarbij tot de konklusie, dat de bezwaren tegen autogordels velerlei zijn: Het automatisch V.W.-driepunts veiligheidsgordelsysteem die als meeruitvoering voor de Golf verkrijgbaar is. Het onderste gedeelte van de gordel is gemonteerd op een oprol-automaat bij de zitting, het bovenste is aan het por tier bevestigd, zodat de gordel bij gesloten portieren stevig is verankerd. Bij het in- en uitstappen zwenkt de gordel met het portier opzij. Wordt het portier gesloten dan spant de gordel zich automatisch. Tijdens het rijden kunnen de inzittenden zich vrij bewegen, omdat de gor del meegeeft. Pas als een plotselinge vertraging van de auto optreedt, zoals bij een botsing of krachtig remmen, blokkeert de gordel automatisch. In noodsituaties kan de gordel met een eenvoudige handbeweging uit de veran kering worden verwijderd. 1. Bij het omdoen van de gordel verlies ik tijd. Flauwe opmerking want de genezing van een hersenschudding duurt veel langer! 2. Ik voel me in een autogordel gehinderd. Dat klopt hoewel dat gevoel niet langer dan een week duurt! 3. Als ik in een gordel zit, denken de mensen dat ik bang ben. Dat is een zeer bedenkelijk argument. 4. Als de wagen in brand vliegt of te water raakt is men er zonder autogordel sneller uit. Een auto raakt prak tisch alleen maar na een botsing in brand. De gordeldra ger is dan in het voordeel omdat hij grote kans heeft zonder verwonding de wagen te kunnen verlaten. Bij het te water raken geldt hetzelfde. Als men zonder gordel door de klap bewusteloos is geraakt valt er in het geheel niet te ontsnappen. 5. Ook met gordels kan men verwondingen oplopen. Dat klopt! B.v. schouder- en ribverwondingen, komen ze ker voor, maar een onderzoek in Zwitserland heeft aan getoond, dat zowel 2- als 3-puntgordels bij frontale aan rijdingen voldoende bescherming geven om hoofdver wondingen tegen te gaan. Bij auto-ongevallen waarbij mensen geen gordel droegen kreeg 40% van de inzit tenden een hoofdverwonding. 6. Het is bekend, dat mensen die geen gordel droe gen bij een botsing uit de wagen werden geslingerd en daardoor gered werden. Ook dat is juist maar dan moet men wel weten, dat ook gebleken is, dat de uit de wa gens geslingerde personen 70 uitmaken van de zwaar gewonden en niet minder dan 60 van de doden. Zullen we dus toch maar de gordels gaan omdoen BROMFIETSVERZEKERING "yORIGE week hebben wij gewezen op onze goed kope bromfietsverzekering. Wij deden zulks in ver band met het feit, dat per 1 maart a.s. het verzekerings jaar voor alle bromfietsen afloopt. Dit is n.l. een vaste aflooptermijn, overeengekomen door alle verzekeraars met het Ministerie. U zult dan ook één dezer dagen een nieuw verzekeringsbewijs ontvangen of reeds ontvangen hebben. Het is ons bekend, dat van verzekerden, die bij ons wel een auto in dekking hebben, de bromfietsen bij ande re mijen zijn verzekerd. Dat gaat dan meestal zo, dat de handelaar in bormfietsen metéén voor een verzekering zorgt en dat is dan niet bij ons omdat zij daar niets aan verdienen. Toch kost u dat een extra premie. Wij noemden reeds onze tarieven voor een bromfiets W.A.-dekking ƒ30,16 (inclusief kosten en assurantiebe lasting). Voor dekking van het kasko-risico moet ƒ4, per ƒ100,cataloguswaarde betaald worden. Voor een bromfiets van b.v. ƒ1.000,bedraagt dan de W.A. plus kaskopremie ƒ71,76( d.i. inclusief 4 assurantiebelas ting). In vergelijking met andere maatschappijen is dat altijd nog een premie-verschil van 50,en dat is toch nog al wat. Bij uitsluitend W.A.-dekking is er ook altijd nog een verschil van rond 10,Nu zegt een tientje tegen woordig ook wel niet zo veel meer maar u dient toch ook op de kleintjes te letten. Eén punt nog: al loopt uw bromfietsverzekering elders per 1 maart a.s. af dan bent u formeel wel gebonden deze verzekering daar voort te zetten, behalve als u deze tij dig hebt opgezegd of tenzij de betreffende maatschappij met gewijzigde premievoorwaarden komt. Het is dus niet zo, dat u en bloc de bromfietsen per 1 maart a.s. bij onze maatschappij kunt verzekeren. Jam mer, maar dan moet u maar opletten en zorgen dat u per 1 maart 1976 de zaak goed geregeld hebt! DE L. In de op 4 februari j.l. gehouden Hoofdbestuursverga dering van het Koninklijk Nederlands Landbouwcomité is onder meer ruime aandacht besteed aan de zooge naamde relatie-nota met toebehoren waarin de regering haar ideeën over de positie van de landbouw t.a.v. na tuur- en landschapsbescherming uiteen zet. Het hoofd bestuur stelde nog eens nadrukkelijk dat de boer altijd het cultuurlandschap heeft gemaakt en dat ook in ruil verkavelingen, nog steeds op aanvaardbare en aantrek kelijke wijze gebeurt. Een moderne land- en tuinbouw in, noodzakelijke, voortdurende ontwikkeling, moet zijn produktiemiddel grond zo doelmatig mogelijk kuji- nen inrichten. Moet daaraan toch vanwege natuur- of landschapsbescherming worden getornd, dat zal de grond daartoe moeten worden aangekocht of zal enig stelsel van vergoedingen voor speciaal beheetf of gebruik moe ten worden ingezet. De middelen die de wet op de ruimtelijke ordening biedt, worden of onvoldoende of verkeerd gebruikt. Ze kerheid omtrent de mogelijkheden tot verbetering van de produktie-omstandigheden en tot ontwikkeling van het bedrijf is voor de land- en tuinbouw van uitzonder lijk belang. De groeiende onmin in de praktijk over de handelwijze van planalogische autoriteiten e.d. vindt het hoofdbestuur begrijpelijk en gevaarlijk; averechtse ef fecten zijn niet ondenkbaar. Wat in dit opzicht ook in de pas verschenen nota intensieve veehouderij is gesteld, stemt het hoofdbestuur allesbehalve gerust. Het hoofdbestuur nam afscheid van de heer mr. J. F. G. Schlingemann, die op zijn verzoek eervol ontslag kreeg als vice-president buitenland. De voorzitter her innerde aan diens lange en voortreffelijke staat van dienst in het belangvan de ZLM, het KNLC en de Ne derlandse landbouw in het algemeen en bracht hem daarvoor hartelijk dank. De heer Schlingemann betuig de zijn erkentelijkheid voor de interessante werkkring die hem geboden was en die hij nu wegens tijdgebrek moest opgeven. i\E verschillen in belastingheffing tussen de E.E.G.- ls landen vormen nogal eens een onderwerp van ge sprek evenals trouwens de totale druk van de belasting en de premieheffing. Wat dit laatste betreft hebben ve len in de maand februari al weer in persoon ervaren hoe hoog de premieheffing kan oplopen, n.l. tot een maxi mum van 15.8% van f31.750,is f5.017,De voor lopige aanslagen 1975 geven dit cijfer nogal eens te zien, ook in gevallen waarin het niet aannemelijk is dat het maximum premie-inkomen in 1975 gehaald zal worden. De voorlopige aanslagen zijn n.l. gebaseerd op het verle den. Speciaal voor de agrarische sector geldt dat de voor uitzichten voor dit jaar niet rooskleurig zijn. Voor een aantal mensen die een boekjaar hebben, dat gelijk is aan het kalenderjaar, zullen de slechte uitkomsten van het oogstjaar 1974/1975 leiden tot een inkomen, dus ook een premie-inkomen, dat veel lager zal zijn dan dat over de voorgaande jaren. Niet alleen als gevolg van de slechte oogstomstandigheden, maar ook nog van de slechte prij zen en de gestegen kosten. In die gevallen kan na een verzoek aan de in specteur vermindering van de aanslag worden ver kregen, als het aannemelijk is dat deze te hoog is. TJT AT de premieheffing betreft is er toch nog wel iets op te merken. Het is niet de eerste keer dat wij dit in deze rubriek doen, maar er is nu gerede aanleiding het er weer eens over te hebben. Wij hebben hier het oog op het feit, dat al bij heel lage inkomens de premies voor de volksverzekeringen be taald moeten worden. Er is n.l. alleen geen premie ver schuldigd als het inkomen voor mensen die in tariefgroep 2 van de inkomstenbelasting vallen, als hun inkomen blijft beneden f 1.800,per jaar, terwijl tot een inkomen van f 3.420,een reductie geldt. Voor de overige tarief groepen wordt geen premie geheven bij een inkomen tot f 2.400,en is er premiereductie tot f 4.020, Daaruit blijkt dus dat er al bij zeer lage inkomens de volle premie van 15.8 van het premie-inkomen m.oet worden betaald. Bij lage inkomens is daardoor de druk van de premieheffing veel zwaarder dan de druk van de inkomstenbelasting. Dit verschijnsel is natuurlijk bekend. Er ligt dan ook •ergens een opdracht om over deze zaak een rapport uit te brengen. Naar wij menen bij de Sociaal Economische Raad. Wij moeten maar hopen dat het niet te lang meer duurt voor op dit punt de nodige maatregelen getroffen worden om de druk op de lagere inkomens te verminde ren. Wij hebben wel eens de indruk dat er aan dit punt wat weinig aandacht wordt besteed! pi AT de belastingdruk overigens in de belangstelling blijft is vanzelfsprekend. In het weekblad Inter mediair van 14 februari staat een artikel van dr. A. J. Vermaat over de druk van belastingen en sociale premies. Aan de hand van statistische gegeven wordt een verge lijking gemaakt van de druk van de belasting en van de sociale premies in de jaren 1955 t/m 1975. Verder wordt o.a. ook een tabel van deze druk in de verschillende E.E.G.-landen gegeven en een die het aandeel van de indirecte belastingen in de totale consumptie weergeeft. De berekeningen geven geen uitkomsten die wij niet verwachten. Het voordeel ervan is dat een aantal cijfers weer eens bij elkaar gezet zijn. Dat Nederland wat de belastingdruk en premiedruk samen betreft een top-po- sitie inneemt blijkt natuurlijk weer overduidelijk. Met de conclusie van dr. Vermaat zullen velen wel instemmen. Deze is: „dat de gemiddelde druk reeds voor de lagere inkomens indrukwekkend is". Nog sterker geldt dit voor de marginale druk (d.w.z. voor de belasting die over een toename van inkomen betaald moet worden) Dr. Vermaat stelt dat het raadzaam lijkt om verdere drukverzwaring slechts in uiterste noodzaak toe te pas sen. Daarover zal geen verschil van mening bestaan! PA AU WE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 3