KALI REGEN.REGEN.REGEN „LUXAN - 25 JAAR" Het vele water heeft de boer en tuinder veel overlast bezorgd. Rooien van aardappelen en bieten was moeilijk of soms zelfs onmogelijk De noodzakelijke grondbewerking kon vaak niet plaats vinden Ook andere werkzaamheden - inzaai en najaarsbemesting - konden dikwijls niet worden uitgevoerd. Er wacht een druk voorjaar! Om straks een goede oogst te verkrijgen, vraagt ook de bemesting de volle aandacht. Denk daarbij vooral om de KALITOESTAND van Uw grond! Een gedeelte van de voorraad kan vooral op de niet zware gronden uit de bouwvoor verdwenen zijn. BEMEST DAAROM TIJDIG EN VOLDOENDE MET Wat een gemak dat PATENTKALI nu gekorreld is! 17 MILIEU EN GEWASBESCHERMING AAN ELKE MEDAILLE ZITTEN TWEE KANTEN T}IT voorjaar herdenkt B.V. Chemische Pharmaceu- tische Industrie ,,Luxan" te Eist haar 25-jarig be staan. In 1950 kocht de direkteur van C.C.L.-Handels- raad A.B.T.B. g.a. te Arnhem alle aandelen van Luxan op van de toenmalige eigenaar dr. Bosman te Hilver sum. Dit eenmans-bedrijfje produceerde in de oorlogsjaren in hoofdzaak cosmetica, doch wijzigde haar koers na 1945 en startte met de produktie van gewasbescher mingsmiddelen. Dit bleek geen onverdeeld succes. Bij de overname was de materiële inhoud, alsmede know how gering en bestond de waarde voornamelijk uit er kenningen, toelatingen en soortgelijke administratieve zaken. Dit vergemakkelijkte wel de entree op het inge wikkelde chemische terrein. De initiatiefnemers van de N.V. Chemische Pharma- ceutische Industrie Luxan in haar huidige vorm hebben van het begin af ingezien dat het produceren van midde len ter bescherming van gewas en dier tot de eisen van deze tijd behoort. Klein begonnen in 1950 werd gestart in een bestrij dingsmiddelendepot van ,,De Handelsraad" is Luxan in korte tijd uitgegroeid tot één van de grotere industrieën voor het produceren van gewasbeschermingsmiddelen binnen de E.E.G. Aandeelhouders zijn de Nationale Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging voor Land- en Tuinbouw G.A., Cebeco-Handelsraad te Rotterdam, de Cehavé N.V. te Veghel en de Coöperatieve Centrale Vereniging „Land bouwbelang" G.A. te Roermond. |T VENALS op het gebied van kunstmest en veevoeders hebben deze Centrale Coöperaties een zéér belangrijk deel van de afzetmarkt in gewasbeschermingsmiddelen. Dit gegeven was en bleef de basis van de doelstelling en het werk van Luxan: aan de Nederlandse landbouw die produk- ten te verschaffen, waaraan behoefte bestaat, met een opti male kwaliteit en tegen een zo redelijk mogelijke prijs. Aldus de direkteur de heer W. Hoefnagels in zijn uiteenzetting over „taak en doelstelling van B.V. „luxan" tijdens een persconferentie te Eist. Luxan heeft zich tot taak gesteld een zo groot mogelijke reeks gewasbeschermingsmiddelen te produceren, die zo min mogelijk giftig is, en die zo efficiënt mogelijk gebruikt kan worden tegen ziekten, plagen en onkruid. Aan boer en tuinder wordt voorts richting gegeven bij die bestrijding van de verschillende kwalen, die zich in de teelt kunnen open baren. Doordat Luxan het oog 9teeds op de toekomst richt en op nieuwe ontwikkelingen in de chemische industrie, kan zij toonaangevend worden genoemd voor het bereiken van kwaliteit, kwantiteit, arbeidsbesparing en rendement. Aan deze vier voorwaarden dlient de moderne agrariër te voldoen om zichzelf en zijn bedrijf staande te kunnen houden. De stormachtige groei van de afgelopen jaren heeft er toe ge leid dat de fabriekscomplexen te Eist belangrijk moesten worden uitgebreid. Hetzelfde geldt voor de laboratoria en de proeftuinen. Het bedrijf is kapitaalkrachtig en werkge- zond, en heeft zich in snel tempo opgewerkt naar een hoog nationaal en internationaal niveau. Ca. V3 van de prodluktie is voor de export, aldus de heer Hoefnagels, die er in zijn inleiding tevens op wees dat voor een nieuw middel op de markt gebraoht kan worden er een onderzoekperiode van 1015 jaar aan voorafgaat. Daarbij komen de grote inves teringen die het ontwikkelen van een nieuw gewasbescher mingsmiddel vergen en die in die orde van grootte van een 25 miljoen gulden liggen. De heer Hoefnagels wees er in dit verband op dat het enorme onderzoek en daarmee verband houdende zeer hoge kosten tot een zekere concentratie van het onderzoek moe ten lijden. Concurrentie leidt tot versnippering en tot ineffi ciëntie. Daarbij komt dat gewasbeschermingsmiddelen voor een steeds kortere toepassingstijd worden gebruikt omdat er weer nieuwe op de markt komen, zodat het risico wordt ge lopen dat de ontwikkelingskosten van het middel niet meer worden gedekt. De industrie ziet zich voor het probleem gesteld of intensief verder onderzoek op den duur nog wel lonend kan zijn. Vandaar afnemende animo om naar nieuwe middelen onderzoek te verrichten, met het gevaar van stil stand en dus achteruitgang. Op den duur zou dan alleen bij de grote internationals dit kostbare onderzoek nog reali seerbaar zijn, die over voldoende fondsen beschikken. MILIEU EN GEWASBESCHERMING |R. A. A. DE VETTE, adj.-direkteur van B.V. Luxan en hoofd van de Landbouwkundige Afdeling, behandelde de problemen die bij milieu en gewasbescherming om de hoek komen kijken. Onderwerpen waar, zo zei hij, iedereen denkt over mee te moeten praten. Spreken of schrijven er over vraagt echter een zekere hoeveelheid) kennis en gezien de veelomvattendheid van beide onderwerpen is die vaak slechts gedeeltelijk aanwezig. De subjectiviteit gesteund door de publieke opinie resulteert vaak in een niet realis tisch beeld. Aan het milieu worden terecht eisen gesteld maar men vergeet dat een eerste vereiste om in het leven te kunnen blijven voedsel is. Ruim de helft van de wereldbevolking ziet reikhalzendi daarnaar uit en jaarlijks komt 't voor miljoe nen mensen helemaal niet of te laat! Voor de hedendaagse milieubeschermers een waarschuwing om alvorens conclu sies te trekken, dit voor ogen te houden. Het is nog steeds zo, waar de „natuur" de scepter zwaait, de overlevingskan sen gering zijn! Natuurlijk heeft de mens fouten gemaakt en maakt ze nog. Maar wordt in het „terug naar de natuur" van de milieubeschermers de mens niet vergeten? Realiseert men zich van die zijde wel dat door bemesting en gewas beschermingsmiddelen de mogelijkheden er zijn om vol doende voedsel voor ieder mens te produceren? ■^HANS gaat, aldus ir. De Vette, nog minstens V3 van de potentiële oogst in de wereld door ziekten, plagen en onkruidei> verloren. De jaarlijkse verliezen in miljoenen ton nen zijn voor b.v. tarwe 86, gerst 129, mais 121, aardappelen 129, suikerbieten 69, suikerriet 566 en groenten 78. Dit is nog meer dan de huidige wereldproduktie aan tarwe, haver, gerst, rogge, mais, rijst en aardappelen bij elkaar. Deze ge tallen gelden tot aan de oogsttijd. Ook gedurende de bewa ring gaan nog enorme hoeveelheden door ziekten en plagen verloren. Een goed geplande gewasbescherming in die wereld zou aan de hongersnood een einde maken. Wij erkennen, dat de mens, ook in de gewasbescherming als onderdeel van zijn strijd om het bestaan fouten heeft gemaakt. Een aantal chemische middelen, waaronder een aantal gechloreerde koolwaterstoffen en enkele orga nische kwikverbindingen hebben neveneffekten in het milieu gegeven, waarvan onder andiere vooral sommige vogels en vissen de dupe zijn geworden. Door te geringe afbraak van deze middelen ontstonden residuen in grond, water, mens en dier, welke bij voortdurend gebruik, schade zouden kun nen opleveren. Zeer stringente voorschriften zijn en worden gegeven, alvorens een middel mag worden gebruikt. Daatfbij wordt niet alleen gekeken naar de bestrijding, maar vooral ook naar het nuttig rendement voor mens, dier, plant en milieu. Daarom is men van de term „ziektebestrijding" thans overgestapt op het woord „gewasbescherming". Alvorens een beschermingsmiddel voor gebruik wordt toegelaten, moeten zeer vele gegevens worden overgelegd omtrent werking, toxiciteit, residuen, afbraak, persistentie enz. Men kan zeggen, dat van beschermingsmiddelen meer be kend is dan van vele middelen uit de keukenkast, om van de cosmetica nog maar niet te spreken. Zo is de kleurstof die in lippenstift wordt gebruikt in voldoende concentratie bijzonder giftig! JARENLANG is de chemische gewasbescherming al on derwerp van discussie. Men vergeet vaak dat echter chemische middelen niet vreemd zijn in de natuur. De ge hele biosfeer waarin de mens, dier en plant in lucht, water of bodem leeft wordt chemisch geregeld. Ageren tegen „chemie in het voedsel" geschiedt overal, maar daarbij wordt over het hoofd gezien, dat biologisch gevormde stoffen in voedingsmiddelen niet alleen vanzelf sprekend ook chemie zijn, maar ook in tegenstelling tot binnen de grenzen der tolerantie liggende residuen van ge wasbeschermingsmiddelen vaak zeer giftig en daaren tegen moeilijk te analyseren zijn. Een aanzienlijk aantal stofwisselingsprodukten van schimmels bijv. zijn kanker verwekkend. Van 14 Fusariumsoorten, een alom voorkomen de schimmel, bleken 40 stammen giftig voor muizen te zijn. Ook stofwisselingsprodukten of delen van dierlijke schade- verwekkers of van onkruiden in het voedsel kunnen op de gezondheid verkeerde uitwerkingen hebben, b.v. delen van een graanklander of de meeltor in meel, of van bolderik- of raaigraszaden in bakprodukten. Residuen van beschermingsmiddelen in voedsel behoeven dus geen vergif te zijn maar een goedi en werkzaam middel om de vorming van giften van natuurlijke herkomst te ver hinderen. Dat neemt niet weg, dat op grote schaal onderzoek plaats vindt en nog zal moeten plaatsvinden en al plaatsvindt om het gebruik van deze chemische middelen te beperken, zon der daarbij echter te komen tot een lagere produktie of een inferieure kwaliteit. Voorbeelden zijn: (Zie verder pagina 21)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 17