breedbladige onkruiden
in zomertarwe
duphar m
bestrijdt u direct na het zaaien met
uitstekende bestrijding van duist,
straatgras, windhalm, kamille,
kleefkruid, ereprijs, muur, e.a.
effect vrijwel onafhankelijk van
de grondsoort
kan op alle tarwerassen worden
toegepast
Studiedag suikerbietenteelt
Tholen-St. Philipsland
Teelttechniek
Oogst
Opslag en transport
Domeinprijzen voor opstallen
bij omzetting pacht in erfpacht
in O.-Flevoland
10
HET middagprogramma van de studiedag stond onder
leiding van de kringvoorzitter Tholen-St. Philipsland
der ZLM, de heer M. C. J. Kosten. De aanwezigen werden in
8 discussiegroepen verdeeld die een uur de gelegenheid kre
gen om over de 's morgens aangedragen stof te discussiëren.
Na deze discussie in groepen werd er door rapporteurs uit
deze groepen verslag uitgebracht over de meningen van de
verschillende discussiegroepen en werden vragen voorgelegd
aan en een forum onder voorzitterschap van de heer M. C.
J. Kosten. In het forum zaten naast de inleiders van deze
morgen, de heren Van Gommeren, Heuver en Van den Hoek,
ook nog ing. T. T. Miedema, specialist werktuigen bij het
C.AjR. te Goes en Adr. Wielaardi, loonwerker te St. Maar
tensdijk.
(Vervolg van pag. 7)
In het rapport zijn ook enkele tabellen opgenomen over de
bladoogst en de kwaliteit van de voederkuilen bij de ver
schillende systemen. Hierbij is uitgegaan van bietenblad,
wat via een transportbandje aan de bladhakselaar beves
tigd, dit gehakselde blad direct op de wagen brengt en van
het laden van het blad met de voorlader van het dwarszwad.
Uit de monsters die genomen zijn uit van oogst 1973 ver
zamelde bietenbladhopen, dat de monsters uit hopen gela
den met de voorlader als volgt waren: per kg kuilprodukt
78 gr. ZW, 9,5 vre, ammoniak fractie Ii2 en 49 gr. grond ge
middeld. Bij het verzamelen uit de ontbladermachine waren
de monsters gemiddeld rijk aan: 91 gr. ZW, 13 vre, 8,2 am
moniak fractie en 29 gr. grond.
Uit deze gegevens blijkt dat gehakseld blad zo op de wa
gen een hogere voederwaarde heeft Nadelen van dit systeem
zijn echter de organisatie en dat men het direkt in de kuil
moet brengen.
6-RLIIG ROOIEN IN TWEE WERKGANGEN
QP grond van de kosten en van ervaringen in de praktijk
in de afgelopen jaren en vooral in het afgelopen rooi-
seizoen, heeft de studiegroep gekozen voor het 6-rijig rooien
in 2 werkgangen aangebouwd aan een 100 pk vierwielaan-
gedreven trekker, waarbij een oppervlakte van 170 ha te
oogsten als haalbaar wordt genome a In een goed opgezette
samenwerking komt de studiegroep tót een tarief, waarbij
alle kosten zijn inbegrepen op de wagen geleverd op een
bedrag per ha van ƒ351,47.
Hierbij is er van uitgegaan dat het rooien in 7 weken moet
gebeuren en wel tussen 20 september en 15 november. Per
week te rooien dus minimaal 25 ha. Men moet dan een halve
dag op een plek kunnen rooien, wat betekent dat in vele
gevallen de bieten in 2 keer moeten worden geoogst. De
opslagcapaciteit dient dus de helft van het areaal bieten te
kunnen omvatten.
Gezien de grote investeringen die de loonwerker moet
doen is het noodzakelijk dat men hem zekerheid geeft om
trent de te oogsten oppervlakte. Dit betekent dat de klanten
zich gedurende een aantal jaren moeten verbinden aan de
loonwerker via een contract. Voor de boer staat hier tegen
over dat op diie manier prijsafspraken kunnen worden ge
maakt die, wat betreft de vaste kosten, voor een aantal
jaren gelden.
Wat het transport betreft is het van belang om dit goed
te regelen. Het beste kunnen de telers zelf het transport
verzorgen, maar dit laten organiseren door de loonwerker.
Behoudens voor de in pacht uitgegeven veehouderijbedrij
ven zijn; thans ook voor alle bedrijven in Oostelijk Flevoland
de globale bedragen vastgesteld, welke als verrekenprijs
worden gehanteerd voor die verschillende types bedrijfsge
bouwen en -woningen bij omzetting van pacht in erfpacht.
Afhankelijk van bouwjaar, bedrijfstype en doelmatigheid
worden bij de .omzettingen van pacht in erfpacht welke zijn
ingegaan of gerekend worden te zijn ingegaan per 1 novem
ber 1974 globaal de volgende overnameprijzen voor de op
stallen (woning schuur) aangehouden.
grotere akkerbouwbedrijven (40 ha en
groter) 195.000—340.000
middelgrote akkerbouwbedrijven (30
—35 ha) 185.000—250.000
kleinere akkerbouwbedrijven (1826
ha) 165.000—220.000
grotere gemengde bedrijven <3035 ha) 280.000310.000
kleinere gemengde bedrijven (2530
ha) 250.000—280.000
Als basis voor de overnamebedragen voor de opstallen
zijn bij de eerste omzettingen van pacht in erfpacht in Oos
telijk Flevoland in 1969/1970 genomen de geraamde stich-
tingskosten in deze zelfde periode met toepassing van een
redelijke afschrijving over het tijdvak, gelegen tussen het
bouwjaar en het jaar van uitgifte in erfpacht, eventueel on
der aftrek van een extra bedrag vanwege mindere doelmatig
heid van de over te nemen gebouwen.
De aldus vastgestelde bedragen zijn in daarna volgende
jaren aangepast aan de globale stijging van de indexcijfers
van de bouwkosten van woningen, welke eveneens gelden
voor de utiliteitsbouw, met inachtneming van een hogere
afschrijving als gevolg van het ouder worden der gebouwen.
In een aantal gevallen zijn nog correcties, verband houden
de met verminderde doelmatigheid van de gebouwen, aan
gebracht. Een en ander heeft ertoe geleid, dat de in 1974
vastgestelde overnameprijzen voor de opstallen in vergelij
king tot die in 1969/1970 ongeveer 4550 hoger liggen.
In de loop van dit jaar zal worden bepaald welke bedra
gen zullen gelden per 1 november 1975 als verrekenprijzen
bij omzetting van pacht in erfpacht.
Voor de weidebedrijven zullen die overnamebedragen yoor
de opstallen binnenkort worden vastgesteld.
Het is bij dit alles nodig dat er een goed overleg is met de
loonwerker en de telers. Tussen de telers zal b v. een oogst-
schema gemaakt moeten worden, dat jaarlijks opschuift.
Het rapport wijst er vervolgens nog op dat er op verschil
lende onderdelen, welke genoemd zijn, subsidie is te ver
krijgen; met name op erfverharding en op een samenwer
kingsvorm bietenteeltcombinatie.
Samengevat zegt het rapport:
De huidige stand der techniek biedt mogelijkheden, met
voordeel van schaalvergroting in de bietenteelt, gebruik
te maken.
Het is bij de huidige machines mogelijk grotere opper
vlaktes per keer te rooien. De levering van bieten wordt
aan de combinatie gekoppeld i.p.v. aan individuele telers.
Het is bij de grotere machines goed mogelijk bietenblad
in te kuilen.
Er is een mogelijkheid voor subsidie in aanmerking te
komen voor een bietenteeltcombinatie, als men aan de
voorwaarden voldoet.
Er is een mogelijkheid subsidie te verkrijgen op de aan
leg van bietenstortplaatsen.
In de nabije toekomst zal er op het gebied van bieten
rooien uit kostenoogpunt het een en ander moeten ver
anderen.
DISCUSSIE EN
Bij de discussie kwamen vooral naar voren de te strooien
hoeveelheid stikstof, de zaaiafstand, de werking van dun-
machines, welke in aantal steeds minder worden. De rijen-
bespuiting in combinatie met schoffelen. Ook de voor- en
nadelen van Temik ten opzichte van andere middelen werden
besproken en in welke hoeveelheid en combinatie men deze
middelen kan gebruiken. Ook werd er aandacht geschonken
aan de voorkoming van aardappelopslag, wat bij het achter
wege blijven van vorst nogal wat kan zijn. Goede middelen
heeft men helaas nog niet.
Verder kwam ook het tijdig waarschuwen voor bespuitin
gen tegen b.v. de bladluis aan de orde. Geopperd werd een
telefonische berichtgeving.
Aangaande het rapport werd opgemerkt dat hieruit dui
delijk twee machines naar voren kwamen. Men zag op Tho-
len en St. Philipsland nog niet direkt zulke grote samen
werkingen ontstaan, zoals in het rapport als ideaal werd
aangemerkt. Wel daoht men dat er in de nabije toekomst
kleinere samenwerkingsvormen zouden ontstaan.
De vergadering gaf als mening dat bij samenwerkingsvor
men een goede afspraak het belangrijkste is. Van belang
daarbij is hoe men deze samenwerking opzet en hoe het
tussen de betrokkenen klikt.
De vergadering dacht wel dat bij het combineren van
leveringstermijnen de vervoerder efficiënter zou kuiu.».
werken en dus goedkoper. Dit werd door vertegenwoordigers
van de suikerindustrie bevestigd. Maar het direkt toespelen
van deze goedkopere vrachtprijs naar de telers zag e
hier nog niet zitten, omdat de prijs die de teler als vracht
prijs betaald overwegend de kosten niet dekt!
^pOT slot van de bijeenkomst werd een samenvatting
van de dag gegeven door de voorzitter de heer M. C.
J. Kosten. De heer Kosten stelde dat de bietenteelt weer
wat in de lift zit. De prijsverwachtingen voor 1975 zijn vrij
gunstig. Het quotum suiker voor Nederland! is verhoogd, ter
wijl men tot 1980 zeker geen suiker overschot in de wereld
verwaoht.
Bij de suikerbietenteelt kan men met steeds minder arbeid
volstaan ,wat nodig is, omdat de manuren steeds duurder
worden. Bij de teelt is vooral het zaaien van groot belang.
Wanneer de bieten eenmaal boven staan heeft men voor de
verdere verzorging een breed scala van gewasbeschermings
middelen bij de hand. De middelen om cysten te bestrijden
zijn echter nog niet voldoende.
De heer Kosten stelde verder dat de studiegroep veel en
belangrijk werk heeft verricht. Het rapport wijst in de rich
ting van het 6-rijig rooien, dus met grote eenheden. Het 6-
rijig bietenrooien kan men niet alleen rondzetten. Wanneer
men de mogelijkheid heeft om samen te werken, moet men
trachten de moeilijkheden die hierbij komen te overwinnen,
omdat deze niet tegen de voordelen opwegen. Men zal hierbij
echter wel een stukje zelfstandigheid prijs moeten geven.
De voorzitter besloot ten slotte de vergadering door de
bietentelers nog wat vorst in deze winter toe te wensen voor
de structuur en dankte de inleiders en de forumleden met
een klein aandenken voor hun medewerking, evenals de
samenstellers van het rapport en die aanwezigen in de zaal.
duist en
tok®-ultra
vloeibaar
i -*r 'v s t f
PHILIPS DUPHAR NEDERLAND B.V.
AMSTERDAM POSTBUS 7133 TELEFOON 440911
Tok®-Ultra Vloeibaar is een produkt van Rohm and Haas France S.A.