BIJ de stikstofbemesting is het ook nodig aandacht aan
de voorvrucht te schenken. Akkerbouwer Timmers
uit Klundert heeft de ervaring dat afrijpingsziekten in tarwe
na rijkere voorvruchten als conservengewassen en aardap
pelen heftiger optreden dan bij een mindere rijke voorvrucht
als bieten. Dit wijst in de richting dat de gewenste krappe
stikstofgift in het voorjaar bij tarwe het risiko van afrij-
pingszieken doet verminderen. Nog een ervaring uit de
praktijk. Ir. Minderhoud van de Wilhelminapolder is van
mening dat een gedeelde stikstofbemesting op de grotere
bedrijven goed in de werkorganisatie past. De vruchtbaar-
heidistoestand van de verschillende percelen wintertarwe
loopt immers van perceel tot perceel min of meer uiteen en
bij een lage stikstofbemesting in het voorjaar kan dezelfde
hoeveelheid stikstof op alle tarwepercelen worden toege
diend. iBij de tweede stikstofgift kan de juiste hoeveelheid
dan aan de stand van de tarwe worden vastgesteld.
9
Bij breedwerpige zaai komt de tarwe makkelijk op stro
ken te staan, zoals de praktijk het uitdrukt. Op de dicht be
zette stroken zijn de kansen op ziekten en legering groter
dan op de dun bezette stroken. Bij een holle en/of onregel
matige stand is het mede ter voorkoming van onnodig on
kruid aanbevelenswaardig op dergelijke percelen tijdig een
geschikte groenbemester als ondervruoht in te zaaien.
OOK BIJ WINTERTARWE STREVEN NAAR EEN
HOMOGEEN GEWAS
Het is goed te beseffen, dat de korrelopbrengst van win
tertarwe uiteindelijk bepaald wordt door de som van de op
brengst van alle individuele tarweplanten. Maximale op
brengsten zijn alleen haalbaar bij gezonde en gelijk ontwik
kelde planten. Indien er op een perceel tarweplanten staan,
die door onjuiste zaaidiepte, te dichte stand, ziekte of welke
andere oorzaak dan ook in ontwikkeling achterblijven, wordit
aan de maximale korrel opbrengst afbreuk gedaan.
Begin mei 1973 zijn in een tarwerij (rijenafstand 22 cm)
op een dicht bezette plaats tarweplanten uitgegraven en dit
is ook gebeurd op een dun bezette plaats in de rij. Bij de
dicht staande tarwe was er per tarweplant een groeiopper-
vlakte van 19 cm'2 en op de dun bezette plaats was er per
tarweplant een groeiplaats van 49 cm2. Een blik op de be
treffende foto's laat duidelijk zien dat de dicht staande
tarwe zowel in blad en stengelontwikkeling als in wortel
ontwikkeling ongunstig afsteekt ten opzichte van de meer
hol staande tarwe. Het spreekt voor zich dat een onregel
matige stand, die helaas bij machinale zaai ook nog maar
al te vaak voorkomt aan de uiteindelijke kg-opbrengst af
breuk doet. Immers voor een maximale opbrengst is een
homogeen gewas vereist. En, zoals beschreven is, laat dit
hier ,te wensen over!
STIKSTOFBEMESTING
AFGELOPEN" jaar heeft nog eens duidelijk laten zien dat
de korrelopbrengst bij eenzelfde ras van perceel tot
perceel sterk uiteen kan lopen. Er waren korrelopbrengsten
per ha uiteenlopend van 5.000 kg tot 7.500 kg en hoger. Bij
diergelijke opbrengstverschillen zijn twee dingen duidelijk:
1) Tarwe met een opbrengst van 7.500 kg per ha stelt ho
gere eisen aan de teelttechniek en verbruikt meer voe
dingsstoffen dan tarwe van 5.000 kg. per ha.
2) Iedere tarweteler prefereert de hoge opbrengst van
7.500 kg.
Bi} de tarweteedt gaat het niet om de vegetatieve produk-
tie maar om de korrelproduktie. De korrelproduktie vindt
plaats na de bloei en het bladgroen van het topblad en de
aar spelen hierbij een zeer belangrijke rol. Als de voor het
verkrijgen van de hoge opbrengst meer benodigde stikstof
tn één gift in het voorjaar wordt gegeven dan gaat de tarwe
zeer sterk uitstoelen en veel te veel blad vormen. Hiervan
moet relatief weer veel vóór het afrijpen afsterven, omdat
de tarwe bij een plantdichtheid, zoals die bij de huidige
m.i. veel te hoge gebruikelijke hoeveelheden zaaizaad
wordt verkregen, per plant slechts 1 a 2 aren kan produ
ceren. 'Dit moet de uiteindelijke korrelopbrengst nadelig be-
invloeden omdat een relatief vrij groot percentage van de
aardragende halmen niet verder kan komen dan de ontwik
keling van een onvolwaardige kleine aar.
Voor de meerdere voeding ter verkrijging van de gewen
ste hoge korrelopbrengst van tarwe moet de nu hogere stik
stofbemesting niet ineens in één gift in het voorjaar worden
toegediend maar in twee keer bijv. 60 van de stikstof
vroeg in het voorjaar en de rest na het schieten. Bijl een aan
tal tarweplanten van 150 per m2 kunnen dan per plant
3 a 4 volwaardige aren worden gevormd.
De hoge tarwe-opbrengsten van vorig jaar zijn voor een
belangrijk gedeelte toe te schrijven aan het feit dat toen,
ook bij een stikstofbemesting in één keer in het voorjaar,
de stikstof wegens het aanhoudende droge weer slechts ge
deeltelijk kon worden opgenomen. Dit droge weer heeft de
struktuur van de ondergrond danig verbeterd, hetgeen de
ontwikkeling van hét wortelstelsel van de tarwe gunstig
heeft beïnvloed. Toen! na half juni} weer volop regen viel kon
de rest van de stikstof bij de korrelproduktie haar werk
doen. Dit resulteerde in een hoge korrelopbrengst, die bij
fraai oogstweer kon worden geborgen.
J
ERVARINGEN UIT DE PRAKTIJK
Als argument tegen de gedeelde stikstofgiften op winter
tarwe wordt in de praktijk nog wel eens aangevoerd dat er
bij de tweede gift zulke lelijke sporen in het gewas achter
blijven. Dit laatste moet voor het verkrijgen van topop-
brengsten maar over het hoofd gezien worden. In dit opzicht
is het echter alleszins aanbevelenswaardig wat verschillende
Franse tarwetelers al meerdere jaren doen. Bij het zaaien
van de tarwe skiiten ze de zaaipijpen van de zaaimachine
af op die plaatsen waar de wielen van de trekker hun sporen
maken als de tweede stikstofgift wordt toegediend.
Kiemplantjes van tarwe bekonkurreren e'kaar
niet. Naarmate de graanplantjes zich echter verder
ontwikkelen neemt de onderlinge konkurrentie in
heftigheid toe. Gezonde planten weinig in aantal
100 a 150 per m2 maar goed verdeeld kun
nen uitgroeien tot een homogeen gewas met ste
vige halmen en een volwaardige aar.
Bij een (te) dichte stand is er een felle onder
linge konkurrentie, waarbij het afsterven van plan
ten en zijstengels doorgaan tot aan het afrijpen toe.
De overtollige graanplanten zijn aan te merken als
een hinderlijk onkruid. Zij hinderen immers de ont
wikkeling van eikaars wortelstelsel en zij spreken
ook de voorraad voedingsstoffen .waarover anders
alleen de overblijvende graanplanten de beschik
king gehad zouden hebben, aan.
Verder is bekend dat zwakke planten in het al
gemeen eerder en heviger met ziekten worden ge-
infekteerd en zij zijn hierdoor een gevaarlijke be
smettingsbron voor de gezonde planten geworden.
Het meest trieste hierbij is wel dat de tarweteler
dit onkruid t.w. de overtollige tarweplanten zelf
heeft gezaaid en er zijn geen chemische middelen
om dit onkruid te bestrijden.
Tot slot mocht de tarwe op Uw bedrijf onverhoopt
toch een te dichte stand hebben, dun dan in een
machineslag eens over een afstand van 2 meter
bijv. de tarweplantjes uit, zodat er ongeveer 30 a
35 tarweplantjes per meter rijlengte blijven staan.
De uitgetrokken tarweplantjes moeten dan wel 'm
emmertje verzameld worden, want als U ze na het
uitplukken op het land laat liggen is er een rede
lijke kans dat ze dan toch nog opnieuw gaan
groeien. Als U zo'n uitgedund veldje tijdens de
ontwikkeling van het gewas goed in de gaten
houdt, dan kunt U uw waarnemingen toetsen aan
het in dit artikel gestelde en er zo Uw nut mee doen.
50 kg zaalzaad per ha en geen stikstof: per tarweplant op 120 cm2 7,1 gram korrelop- 150 kg zaaizaad per ha en geen stikstof: per tarweplant op 33 cm2 1,6 gram korrekm-
brengst. Dit resulteerde In een ha-opbrengst van 6.060 kg. van 4.950 kg. brengst. Dit resulteerde in een ha-opbrengst
Reeds enkele jaren geleden is door Gerlsma samen met
het I.L.R. een idee uitgewerkt om voorgekiemde aardappe
len niet behulp van een snarenbed te poten. Uit dit idee is
de huidige Structuralsnarenbedpootmachine ontwikkeld
waarvan er vorig jaar drie in ons gebied hebben gewerkt.
De machine is voorzien van rekken waarop kiembakjes ge
plaatst kunnen worden. Deze bakjes moeten door een man
die op de machine staat op de voerhand worden leegge
maakt. Vanaf deze aanvoerband komen de aardappelen op
het snarenbed en worden daar op een aaneengesloten rij ge
legd en gepoot. Hoewel er aanvankelijk een minder goede
verdeling van de aardappelen in de rij werd verwacht, is
dit erg meegevallen. Totaal gezien heeft de machine het
vorig seizoen erg goed voldaan.
De kiembeschadiging is minimaal terwijl de machine zich
goed leent voor het poten van zwaar pootgoed. Voor de
pootgoedtelers die voorgekiemd- en zwaar pootgoed gebrui
ken, verdient dit type zonder meer de voorkeur.
Naast de Structural heeft er vorig jaar ook proefsgewijs
een snarenbed pootmachine van Cramer gewerkt. Bij deze
machine wordt een snarenbed, dat horizontaal draait, ge
bruikt om de aardappelen bij de pootbekers te brengen. De
afstelling van de hoeveelheid aangevoerde aardappelen moet
zeer nauwkeurig gebeuren. Het type van 1975 is op dit punt
verbeterd. Het gebruik van kleine bakjes is echter een be
perking voor de toepassing van zwaar pootgoed. De rijsnel
heid van de snarenbedmachine is hoog (6 a 7 km per uur).
Hierdoor kan met een tweerijige machine toch een hoge
kapaciteit worden bereikt (3 a 4 ha per dag). De prijs van
de Structural-pootmachine bedraagt momenteel 9.500,
De machine is echter voor het seizoen 1975 niet meer lever
baar. De fabrikant is de firma De Vries te St. Anna Paro
chie. De prijs van de Cramer-snarenbedpootmachine be
draagt 8.900,
kan worden vergroot. Anderzijds geeft een lagere pootbeker-
snelheid minder kiembeschadiging.
GROOTTE VAN DE VOORRAADBAK
QOK op dit punt doen zich momenteel nogal wat ver
anderingen voor. Al enkele jaren kennen we de vier-
rijige machines met een grote voorraadbak van Cramer,
Gruse en wat later ook: van Hassia en Sölve. 'De inhoud van
zo'n voorraadbak is meestal 1500 kg. Het systeemi is met
name bedoeld voor verwerking van los pootgoed dat met
een kipwagen rechtstreeks in de voorraadbak kan worden
gestort. Uiteraard kan hierbij ook met zakken worden ge
werkt. Het voordeel van het systeem kamt dan echter niet
uit de verf omdat het vullen van de voorraadbak te lang
duurt. De prijs van deze machines varieert van 14.000,
tot 15.000,In de uitvoering met een bak per element
kost een vierrijige machine ongeveer 8.000,Vanwege
het hoge eigen gewicht van deze machines worden ze alge
meen in getrokken uitvoering geleverd.
Bij wijze van tussenvorm heeft Hassia vorig jaar een één
delige voorraadbak per twee elementen geïntroduceerd. Deze
machine is wel uitgevoerd voor driepunts-aanbouw. Een be
langrijk voordeel hiervan is dat in feite een sterke vergro
ting van de bakinhoud per element wordt bereikt. De bak-
inhoud per rij is nu ±"140 kg {voorheen 100 kg). Het komen
de seizoen zal ook Gruze dit systeem gaan toepassen.
SNARENBED POOT MACHINES
QM voorgekiemd pootgoed met een minimale kiembe
schadiging te kunnen poten ,zijn de zogenaamde
snarenbedpootmachines ontwikkeld.
tri'lmechanisme aangebracht dat dubbel vullingen voorkomt
en dat bij verstelling ook een verandering van de helling
van de ketting veroorzaakt, wat een voordeel is bij een rui
me sortering. De machine wordt uitsluitend geleverd met
een grote voorraadbak die een inhoud heeft van 1400 kg.
Het pootmechanisme heeft een goede indruk gemaakt; de
verdeling in de rij Het nogal te wensen over. Bij de uitvoe
ring van 1975 zijn op dit punt nog wel verbeteringen te ver
wachten.
Een belangrijk voordeel van de systemen met dubbele
pootbekers is dat de pootkapaciteit, uitgedrukt in het aantal
knollen per minuut, en dius ook de rijsnelheid behoorlijk