Kreupelheid en klauwverzorging bij rundvee 11 Drs. J. J. PEKELDER, Stichting Gezondheidsdienst voor Dieren in ZeelandL Ing. J. H. 'LANTINGA, C.A.R. - Goes. Er zijn verschillende oorzaken die kreupelheid bij het rund doen ont staan. Het kreupelheidsprobleem is voornamelijk het gevolg van afwijkin gen aan de klauwen. Kreupele dieren veroorzaken verlies. Een geregelde controle en een tijdi ge behandeling voorkomt veel schade. Met een behandeling wordt vaak te lang gewacht. In dit artikel wordt op e.e.a. nader ingegaan. DIJ het rundvee vormen de klauwen het draagvlak van het lichaam. Aan de klauw onderscheiden we uitwendig aan de voorzijde de toon, aan de zijkant de hoornwand, aan de achterzijde het balgedeelte en onder de zool. De overgang van de behaarde ondervoet naar de klauw is de kroonwand. Waar de klauw in toon- en wandgedeelte de grond raakt bevindt zich de draagwand. Het rund is tweehoevig. De open scheiding tussen de twee hoeven is de tussenklauwspleet. Bij een goede klauwvorm rust de draagrand in toon- en wandgedeelte op de grond. De zool ligt in het vlak van de draagrand en is naar de tussenklauwspleet toe iets hol. Het gewicht van het lichaam is dan goed over de klauwen verdeeld. Vanaf de kroonrand groeit het hoornweefsel regelmatig aan. Aan de zooivlakte is even eens hoorngroei. Door de voortgaande beweging slijt het weefsel af. Onder normale omstandigheden gaan hoorn- groei en slijtage gelijk op. Een dier met goede benen (klauwen) kan zich vlot ver plaatsen en daardoor voldoende voedsel opnemen voor onderhoud, groei en melkproduktie. Bij afwijkingen aan de klauwen wordt het lopen moei lijk en pijnlijk. Dit heeft direct een mindere voedselop- name en dus een daling van de groei en de produktie tot gevolg. Als geen maatregelen worden genomen nemen de af wijkingen snel toe. Vermagering als gevolg van minder voedselopname mede door pijn treedt spoedig op. Het zijn niet alleen de vergroeiingen die kreupelheid veroorzaken. Ook aantasting door bacteriën die gemak kelijk kunnen binnendringen door een verwonding of be schadiging spelen een rol. De klauwafwijkingen kunnen in vier vormen worden in gedeeld. Deze vier vormen zijn: 1. Verschil in grootte van achterbinnen- en achterbuiten- klauw. 2. Tussenklauweczeem (stinkpoot). 3. De klauwbevangenheid. 4. Het tussenklauwpanaritium (kroonzeer of slakkepoot). 1. Verschil in grootte van achterbinnen. en achterbuiten- klauw QE achterklauwen van het .zwartbonte rund vertonen een ongelijkheid tussen buiten- en binnenklauw. Vooral bij het oudere rund is de buitenklauw breder en hoger dan de binnenklauw en is daardoor overbelast. De dieren gaan dan koehakkig staan. Zonder het aanwezig zijn van klauwziekten zullen de bezwaren als gevolg van de geringe overbelasting van de buitenklauw meevallen. IDe situatie verergert als er een stinkpootinfectie op treedt, omdat hierdoor de buitenklauw nog hoger wordt en daarmee nog meer wordt belast. Functioneel pedicuren (regelmatig de klauwen besnijden), het evenhoog maken van binnen- en buitenklauw en het geven van een stabiel draagvlak aan de binnenklauw, kunnen kreupelheid en zweervorming voorkomen. Controleer de klauwen van uw koeien regelmatig en laat ze bekappen door een goed vakman. 4. Tussenklauwpanaritium TUSSENKLAUWPANARITIUM is een ontsteking van het onder de huid gelegen weefsel boven de tussen- klguwhuid, gekenmerkt door acuut optreden, roodheid, zwelling, pijnlijkheid en warmte in het gebied tussen klauw en bijklauwen. Na het acute stadium treedt ge makkelijk necrose (versterf) op. Deze aandoening rea geert goed op een algemene behandeling met antibiotica of chemotherapeutica. Als voorbehoedende maatregel zijn voetbaden met 3 formaline goed bruikbaar. Dieren, lijdende aan deze aan doening, evenwel nooit een formaline voetbad geven. Tussenklauwpanaritium kan zowel bij melkvee als bij mestvee problemen geven. KLAUWVERZORGING 1. Functioneel pedicuren Bij het besnijden van de runderklauw moet gestreefd worden naar een evenredige 'belasting van achterbinnen^ en achterbuitenklauw. de klauwen zoveel mogelijk evenhoog maken, waarbij het draagvlak van beide klauwen, vanachter gezien, loodrecht op de pij pas staat; het draagvlak van beide klauwen moet in één lijn lig gen: de zool in het toongedeelte en langs de buiten wand mag in het draagvlak betrokken worden. Een lichte glooiing van de zool naar de tussenklauwspleet •toe aanbrengen in het middelste derde gedeelte van de klauw voor de zooibal. De buitenklauw zal als iregel geheel moeten worden ingekort, terwijl van de binnenklauw voornamelijk de wand in het toonge deelte wordt ingekort (vergroting stabiliteit); de toon moet voldoende ingekort worden. 2. Kuratief pedicuren (van zoolzweren, kloven, e.d.). Hiervoor geldt het principe, dat ter voorkoming van hoorndrukkingen de hoorn in de omgeving van een pro ces verdund moet worden en losse hoorn moet worden weggenamen. 3. Voetbaden iHet regelmatig gebruiken van voetbaden met 3 for maline ter bestrijding van stinkpoten moet gezien het op grote schaal voorkomen van deze infectie gerekend wor den tot de normale klauwverzorging. Dieren met open processen aan de klauw of met tussenklauwpanaritium nooit in een formalinebad zetten. 4. Maatregelen In de herfst staat die preventie, middels voetbaden en pedicuren centraal, terwijl in de winter het besnijden bij kreupelheden de enige mogelijkheid is om erger te voor komen. Dit heeft betrekking op aanbindstallen. In lig- boxenstallen, waar de besmettingskans in de winter gro ter is dan in de grupstal, zal regelmatig gebruik moeten worden gemaakt van een doorloopbad. 2. Tussenklauweczeem (stinkpoot) |TEN groot deel van de klauwkreupelheden komt voort uit de zogenaamde stinkpoot. Stinkpoot of tussenklauweczeem is een specifieke be smettelijke ontsteking van de tussenklauwhuid. De ont steking breidt zich uit op die hoeflederhuid van de ballen met als gevolg hoornondermijning en een afwijkende hoornvorming in het balgebied van de klauw. a) De hoornondenmijning gaat gepaard met de vorming van schuin over de zoolbal verlopende kloven, op de grens van gezonde en zieke hoorn, door kneuzing van lederhuid geven deze kloven en randen aanleiding tot zweervorming. De klauwbal ter plaatse van de onder mijning is vaak gezwollen en pijnlijk en vaak nog bedekt met losliggende hoorn. b) De overmatige hoornvorming, veroorzaakt door deze ziekte, treedt op onder de achterbuitenklauw. De ach terbuitenklauw wordt „te hoog" met als gevolg over belasting van deze klauw. De overbelasting veroor zaakt kneuzing van de zoolledierhuid en geeft aanlei ding tot het ontstaan van zoolzweren. c) Chronische gevallen van tussenklauweczeem kunnen huidwoekeringen geven in de tussenklauwspleet. Voorbehoedende maatregelen tegen de stinkpootin fectie zijn mogelijk. De tijd, waarin deze maatregelen toegepast moeten worden, is het najaar, vlak voor het opstallen. De maatregelen zijn erop gericht om de aanwezige besmetting te verminderen. Dit kan door middel van: Een groot deel van klauwkreupelheden is een gevolg van de zgn. stinkpootinfektie, waartegen als voorbehoedende maat regel het voetbad met 3 formaline tezamen met klauw- bekappen het grootste erffekt geeft. a) het toepassen van voetbaden met 3 handels- formaline. De voetbaden kunnen zowel stabaden als doorloopbaden zijn. b) het besnijden van de klauwen. Van de combinatie van a en b is het grootste effect te verwachten. Afhankelijk van het staltype kan of moet het voetbad, in de vonm van een doorloopbad, regelmatig herhaald worden. Het voetbad heeft tot doel de infectieketen te door breken. Na door het voetbad gegaan te zijn moeten de koeien in een schone omgeving komen. Is dit niet •het geval dan zal het effect zeer gering zijn. Klauwkreupelheden tegen het einde van de staltijd zijn veelal het gevolg van een stinkpootinfectie. De infectie zelf is sterk afgenomen, maar die hoornkloven zijn aanwezig en geven nu door druk op de lederhuid aanleiding tot pijnlijke stand en kreupelheden. In deze situatie is het baden in formaline onjuist. Door het wel te doen zullen de kreupelheden verer geren. Tegen het einde van de staltijd is het besnijden de enige juiste behandeling. 3. Klauwbevangenheid ^EZE ziekte is het gevolg van een stofwisselingsstoor nis. Mogelijk speelt de sterke krachtvoergift in de droogstand een rol. De veranderingen van de chronische bevangenheid zijn: het inknikken van de toonwand, het plat en tenslotte vol worden van de zool. De chronische hoefbevangenheid uit zich vooral in de achterbuiten klauw, waar kneuzingen van de lederhuis ontstaan, ge paard gaande met kreupelheden. Soms kan zooibreuk, onder de achterrand van het klauwbeen, optreden. VERVROEGDE WIJZIGING BIGGENPRIJZENSCHEMA VOOR ZUID-NEDERLAND Sinds enkele jaren wordt het Biggenprijzenschema voor Zuid-Nederland elke zes maanden door de reken- commissie beoordeeld op de juistheid van de gehanteerde uitgangspunten en normen. In overleg met de besturen van de Verenigingen van Varkenshouders van de N.C.B. en de L.L.T.B. worden dan eventueel noodzakelijke wij zigingen in het schema aangebracht. Het laatst versche nen schema van 1 oktober 1974 zou aldus eerst per 1 april 1975 worden gewijzigd. Uit de Technische Administratie Varkensmesterij over het boekjaar 1973/1974 van Noord- Brabant en Limburg blijkt echter dat in deze periode in de mesterij aanzienlijk betere technische resultaten zijn behaald. Het behoeft geen betoog dat dit direct invloed heeft op HOZUBRA-STIERENKEURING De HoZUBra-stierenkeuring zal dit jaar weer gehou den worden te Utrecht en wel op vrijdag 11 april 1975. In de hallen van de nieuwe veemarkt zullen naast de de hoogte van de kostprijs van een kg varkensvlees. Daar als basis van het schema geldt een evenredige verdeling van winst of verlies tussen fokker en mester, moet elke oorzaak die deze verdeling onjuist maakt, zo spoedig mo gelijk worden weggenomen. Daarom is besloten het Big- genprijzenschema voor Zuid-Nederland van 1 oktober 1974 met ingang van 17 februari 1975 te laten vervallen en per dezelfde datum een gewijzigd schema te laten in gaan. Nadere mededelingen dienaangaande verwachten wij in ons volgend nummer te kunnen publiceren. zwartbonte ook de blaarkopstieren gekeurd worden. Zeeuwse veehouders die hiervoor stieren willen opge ven, kunnen dit tot 21 februari 1975 doen bij de admini strateur van de Stichting voor de Rundveeverbetering, de heer J. Stroo, in het Landbouwcentrum „Zeeland", Westsingel 58 te Goes. In de week daarop volgt dan een voorkeuring vanwege de Stichting. In verband met mo gelijke besmettingsgevaren zal k.inische controle vooraf plaatsvinden door de Gezondheidsdienst. Voor de keuring -komen in aanmerking stieren, gebo ren vóór juni 1974, en tot zes jaar oud. Voor stieren die wel opgegeven worden en in de cata logus vermeld staan, maar niet worden ingezonden, moet een bedrag van 10 aan de Stichting voor de Rundvee verbetering worden betaald. Afhankelijk van de deelname zullen de transportkos ten worden vergoed. De inzenders krijgen de catalogus toegestuurd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 11