K.I. bij varkens gedurende de laatste jaren Algemene voorwaarden contracten slachtvarkens Varkensvlees in prijs omlaag - dure biggen - hoge dekkingscijfers 25 A. F. PARIDAANS C.V.P. - Tilburg ALHOEWEL het aandeel van kunstmatige inseminatie bij de bevruchting van zeugen relatief nog altijd van beperkte betekenis is, is de groei van de varkens-k.i. de laatste jaren sterk geweest. Daarvoor zijn wel enkele verklaringen te noemen: 1. doordat de k.i.-verenigingen beschikken over de top van de beren heeft men om foktechnische redenen meer belangstelling voor k.i. gekregen. 2. het toepassen van gebruikskruising op vermeerderingsbedrijven heeft tot ge volg dat men voor de aanfok van ras zuiver materiaal een k.i.-beer gebruikt. 3. op grotere bedrijven zullen ook aspecten van arbeid en kosten een rol spe len, vooral als met betaalde krachten moet worden gewerkt. Alvorens wat verder in te gaan op de gang van zaken is Noord-Brabant, eerst een blik op Nederland. TABEL I Aantal eerste inseminaties bij varkens gedurende laatste 5 jaren 69/70 70/71 71/72 72/73 73/74 Noord en Oost Nederland 40510 37381 34465 33821 33769 Utrecht en de Hollanden 6284 7690 8781 9405 9979 Gelderland 15197 15512 17813 21243 24116 Noord-Brabant 29466 32004 35032 37623 42884 Limburg 12823 12457 12764 15194 18875 Nederland 104280 105044 108855 117286 129623 Stellen we het aantal eerste inseminaties in 1969/1970 op 100, dan ligt het ver houdingsgetal voor 1973/1974 voor de onderscheiden gebieden als volgt: Noord en Oost Nederland 83 Noord-Brabant 146 Utrecht en de Hollanden 159 Limburg 147 Gelderland 159 Nederland 124 Met uitzondering van Overijsel en de drie noordelijke provincies zien we door de jaren heen een gelijkmatige en relatief sterke stijging. Vooral de laatste twee jaren is dit het geval geweest. Misschien hangt dat ook wel een beetje samen met het gunstige prijsniveau in de varkenshouderij in die periode. Bij een zeugenstapel van 720827 (voorlopige uitkomsten CBS-telling mei 1974) betekent dit dat 10 van de zeugen langs kunstmatige weg wordt bevrucht. ONTWIKKELING EN NOORD-BRABANT IN absolute cijfers gezien, is de omvang van de kunstmatige inseminatie bi| varkens het grootst in Noord-Brabant, doch in relatie met de omvang van de zeugenstapel zijn de verschillen tussen de gebieden maar klein. Bezien we de ontwikkeling in Noord-Brabant, dan geven de cijfers gerangschikt naar het werkgebied van de vroegere (zeven) k.i.-verenigingen het volgende beeld: 1 TABEL II Aantal eerste inseminaties per district 69/70 70/71 71/72 72/73 73/74 1973/74t.o.v. 1969/70 West-Brabant 2530 2845 2775 3340 4282 170 Kring Gilze 6181 5610 5621 5186 5827 94 Midden-Brabant 5981 6698 6313 7940 8250 140 de Kempen 4863 6370 7106 7595 7976 164 Oost-Meijerij 2946 3754 3861 4130 4973 168 Peelland 1563 1623 1819 1850 2753 176 Land van Cuyk 3837 4442 6298 6780 7933 206 eerste inseminaties verricht bij leden. Uit tabel 2 blijkt dat met uitzondering van de kring Gilze in alle districten een grote toename valt waar te nemen. Het sterkst in het district Land van Cuyk, waar het aantal eerste inseminaties meer dan verdubbelde. Voor een goede beoordeling moet naast het verhoudings getal ook het aantal eerste inseminaties in de vergelij kings jaren in de beschou wing worden betrokken. MEER INSEMINATIES PER BEDRIJF Hf ET de toename van het totaal aantal eerste inseminaties stijgt ook het aan- tal inseminaties per bedrijf. Bezien we het beeld in Noord-Brabant van de eerste laatste jaren dan blijkt dit duidelijk uit tabel 3. TABEL UI Procentuele verdeling aantal eerste inseminaties naar bedrijfsgroofte in Noord-Brabant 1—20 21—40 41—100 meer dan 100 1969—1970 1970—1971 1971—1972 1972—1973 1973—1974 54,4 49.8 41,3 40,3 37.9 24,5 22,8 22,8 21,4 21,1 16.8 18,6 20.9 23,2 26,1 4,3 8,7 15,0 15,0 14,9 Alhoewel de groei naar meer dan 100 eerste inseminaties per bedrijf tot staan schijnt te zijn gekomen, blijft de groei doorgaan als de scheiding bii 40 wordt gelegd. BEVRUCHTINGSRESULTATEN I/UNSTMATIGE inseminatie heeft alleen dan betekenis voor de varkensfok- kerij, wanneer bevruchtingsresultaten worden bereikt, welke niet of niet veel achterblijven bij natuurlijke dekking. De door de jaren heen bereikte resul taten wijzen wel in de richting dat dit mogelijk is. Alhoewel er wellicht wel enig verschil ten nadele zal blijven. Uitgedrukt in het percentage non-return op 60/90 dagen steeg het drachtig- heidspercentage van 81,2 in 1969/70 naar 83,9 in 1972/73. Daarmee bereiken de resultaten dan een niveau die ongeveer vergelijkbaar worden met natuur lijke dekking. In het boekjaar 1973/74 kon dit niveau weliswaar niet worden gehandhaafd, maar dat neemt niet weg dat een gunstig resultaat toch wel tot de mogelijkheden behoort. Vooral vermeerderingsbedrijven zullen zich laten leiden door de resultaten welke zij met k.i. weten te behalen. K.I. OP VERMEERDERINGSBEDRIJVEN ÏIIT de overzichten deelboekhoudingen varkensfokkerij, zoals die jaarlijks door w het Consulentschap voor de varkenshouderij worden samengesteld blijkt, dat ook een groot aantal vermeerderingsbedrijven in meer of mindere mate van K.I. gebruik maken. In het verslagjaar 1973/1974 was dat op 377 of ruim 59 van de bedrijven waar een deelboekhouding werd bijgehouden. Het toepassen van gebruikskruisingen heeft hierop zeker een grote invloed. Dat blijkt wel uit de verhoudingen tussen het aantal le inseminaties met NL en GY sperma. Onderstaande tabel geeft hiervan een beeld: TABEL IV NLGY 1969/1970 28100 1366 1970/1971 28613 3361 1971/1972 27462 7090 1972/1973 27026 10013 1973/1974 304454 11405 Uit deze tabel blijkt dat de uitbreiding vooral veroorzaakt is door een toe name van het aantal GY-inseminaties. Een deel hiervan is terecht gekomen op bedrijven welke de GL-fokkerij ter hand hebben genomen; een ander deel is aan gewend om gekruiste mestbiggen te fokken. In het boekjaar 1973/1974 is er even eens een relatief sterke uitbreiding van het aantal N.L.-inseminaties. Wellicht hangt de verklaring voor deze toename samen met de vorige. Op veel bedrijven met N.L.-zeugen zal voor de aanfok van de vervangende zeugenstapel gebruik worden gemaakt van de NL-beren van de K.I., terwijl voor de produk- tie van mestbiggen een GY-beer wordt gebruikt. Dit lijkt ons om meerdere reden een goede werkmethode: al vele malen is aangetoond dat toepassing van gebruikskruising bij de pro- duktie van mestbiggen zowel voor fokker als mester voordelen biedt. i via de k.i. kan men beschikken over de top van de beren, die streng op af stamming en eigen prestaties zijn geselecteerd. de bevruchtingsresultaten bij k.i. behoeven geen beletsel te vormen om deze werkwijze toe te passen, mits men de zeugen op het goede moment voor k.i. aan biedt. Uit gegevens van de deelboekhoudingen over 1973/1974 blijkt, dat het aantal gespeende biggen per zeug per jaar op 377 bedrijven met (gedeeltelijk) k.i. 0,19 big hoger was dan op 259 bedrijven zonder k.i. Behalve dat kunstmatige inseminatie éen beheersende rol speelt in de top- fokkerij, kan ook gesteld worden dat ook op veel vermeerderingsbedrijven de k.i. een steeds belangrijkere rol gaat spelen. MET het doel meer duidelijkheid te brengen in de enorme verscheidenheid aan contractbepalingen in de slachtvarkenssector heeft het Landbouwschap onlangs besloten mee te werken aan het stellen van algemene voorwaarden. Daardoor zal naar verwachting de rechts zekerheid toenemen en zullen de contracten beter met elkaar kunnen worden vergeleken. De besprekingen over het opstellen van de Algemene Voorwaarden zijn moeizaam verlopen. Het Produkt- schap voor Vee en Vlees heeft de besprekingen niet verder willen voortzetten en ook de Vereniging van Ne derlandse Vleeswarenfabrikanten gaf er de voorkeur aan dat de contractproduktie van slachtvarkens zich voor hands in vrijheid zou ontwikkelen. Eveneens heeft de Nationale Coöperatieve Raad wat de coöperatieve vee voederindustrie en de coöperatieve vleeswarenindustrie betreft laten weten niet meer aan overleg in Landbouw- schapsverband te willen meedoen. Daarentegen heeft de Nederlandse Vereniging van Mengvoederfabrikan ten wel deelgenomen aan de verdere besprekingen. MADRUKKELIJK wordt erop gewezen, dat niemand l» verplicht is tot het afsluiten van contracten onder de Algemene Voorwaarden, doch het# Landbouwschap biedt de mogelijkheid dit te doen. Overigens blijft het bij het stellen van Algemene Voorwaarden noodzakelijk een contract op te maken, maar het contract kan bekort worden door te verwij zen naar de Algemene Voorwaarden, waarin een aantal punten uit de contracten is geregeld. Wei moet dan op het contract een stempel gezet zijn met de tekst: „Het Landbouwschap heeft de standaardtekst van dit contract gecontroleerd en verklaart zonder enige aansprakelijkheid zijnerzijds dat deze in overeenstemming is met de Algemene Voorwaarden Contracten Slachtvarkens 1975, voor zover deze op dit contract van toepassing zijn. Deze stempelafdruk is slechts rechtsgeldig in dien zij vergezeld gaat van een daarbij behorende begeleidende gedagtekende en ondertekende brief van het Landbouwschap." IN bovengenoemde brief zal er onder meer nadruk- kelijk op worden gewezen, dat een stempelafdruk beslist niet betekent dat 'het contract in alle opzichten „goed is. Een aantal dingen is namelijk niet te regelen in Al gemene Voorwaarden, zoals: de prijs van het voer en van de biggen; de opbrengstprijs van de gemeste var kens; het afleveringsgewicht; de hoogte van eventuele toeslagen of kortingen; de kosten van het krediet wan neer het om een financieringscontract gaat. Kortom: de Algemene Voorwaarden zeggen niets over de cijfers die in het contract staan en dus ook niets over de vraag of het contract al dan niet financiëll voor delen oplevert voor de mester. Men moet daarom een aangeboden contract niet blin delings tekenen, ook niet als er een stempel op staat. Het contract moet eerst zorgvuldig worden bekeken. Het Landbouwschap adviseert om het contract,, vóórdat het getekend wordt, te laten beoordelen door een deskun dige, bijvoorbeeld door een „contract adviescommissie" of een voorlichter, waarbij dan in de eerste plaats ge dacht wordt aan de sociaal-economische voorlichting van de organisaties. Een belangrijk artikel van de Algemene Voorwaar den betreft de arbitrageregeling. Het blijft immers al tijd mogelijk, dat over de uitvoering van het contract of de uitleg van de bepalingen van de Algemene Voorwaar den een verschil van mening ontstaat tussen de contract partijen. Als de partijen het niet eens kunnen worden, kan het verschil geregeld worden door middel van de arbitrage. Sinds 'begin december zijn de varkensprijzen die de gro te slachterijen aan de mesters betalen niet veranderd, al dus de heer F. Bikker, secretaris van het Produktschap voor Vee en Vlees. De prijzen van varkensvlees evenwel zijn de laatste weken gedaald, wat een voor de tijd van het jaar gebruikelijke ontwikkeling is. De heer Bikker merkte op dat de biggenprijzen hoog zijn. De prijsontwik keling voor slachtvarkens in de omringende landen is wat onduidelijk. In november bedroeg het aantal dekkingen 133.700 vergeleken met 128.800 in 1973. Het aandeel jonge zeugen dat daarbij was steeg van 28.200 tot 29.000. In de week van 6 tot 10 januari bedroeg de Nederland se referentienotering ƒ2,91, dat is 87 van de basisprijs, Sinds 4 december is de particuliere opslag met 670 ton ge stegen tot 6039 ton, waarvan inmiddels 3277 ton is uitge slagen. SLACHTRUNDEREN De gemiddelde marktprijs voor slachtvee is wat opge lopen. In de week tot 4 januari lag de Nederlandse markt prijs op 79 van de oriëntatieprijs, terwijl de gemiddelde prijs in de Gemeenschap op 84,7 lag. In november wer den aan de 9 grote veemarkten ongeveer 40 meer slachtrunderen aangevoerd dan vorig jaar. De hoeveel heden rundvlees die voor interventie zijn aangeboden zijn geleidelijk teruggelopen. Statistische gegevens geven aan dat de kosten van le vensonderhoud met 11 punten zijn gestegen. Vlees heeft aan die stijging niet meegewerkt. Het aandeel vlees in het levensmiddelenpakket liep zelfs met 4 punten achteruit. PRIJSVOORSTELLEN EUR. COMMISSIE Het bestuur zal zich in een schrijven tot de minister van landbouw richten om een aantal verlangens kenbaar te maken met betrekking tot de prijsvoorstellen van de Europese Commissie. Bij rundvlees zal daarin worden gepleit voor verbete ring van de bestaande marktordeningsregelingen die on voldoende zijn geweest in 1974. De interventieregelingen hebben in onvoldoende mate het prijspeil gesteund. Men denkt aan een beperkte toepassing van het zg. deficien- cypayments-systeem, ofetwel directe toeslagen aan de bóeren-bedrijven. Voorts wordt gevraagd de verhoging van de basisprijs voor varkens me't 11 indien nodig, door aanvullende maatregelen te ondersteunen. Extra ge vraagd zal worden te bevorderen dat binnen de Gemeen schap afslachten op lichter gewicht plaats vindt, om daar mee de druk op de markt te verlichten. Wat kalfsvlees betreft wil men dat de voorgestelde verhoging van de in terventieprijs voor mager melkpoeder met 7,2 volledig gecompenseerd wordt door een verhoging van de veevoe dertoeslag. Voorts wil men handhaving van een oriën tatieprijs voor kalfsvlees. TOESLAGEN De heer H Griffioen maakte melding van de handel wijze van een aantal veevoederfabrikanten die kontrak ten hebben lopen met mesters van kalveren en varkens. Deze hebben de toeslagen aan de mesters voortvloeiende uit de uitbetaling van de bekende f115 miljoen, opgeëist, eventueel met de „bedreiging" dat, indien niet geresti tueerd werd, men geen nieuw kontrakt meer voorgelegd zou krijgen! De heer Griffioen maakte de vergadering erop attent 'at de bepalingen inzake de uitbetaling van deze toeslag luiden dat aan geen ondernemer meer dan 3050 mag worden betaald. Veevoederfabrikanten zouden op deze wijze echter meer dan een ton hebben geïnd. v. d. W.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 27