Graanprijzen lager Weer invoerheffingen Brouwgerst oogst 1975 KORTE WENKEN 21 PRODUKTSCHAP VOOR GRANEN ZADEN EN PEULVRUCHTEN VOLGENS de mededelingen van het Produktschap voor Granen, Zaden en Peulvruchten zal de tarwe- behoefte ongeveer in evenwicht zijn met het export kwantum. Dit kan echter alleen bereikt worden door nog verder op de overgangsvoorraad op het einde van het oogstjaar in te teren, namelijk van 25 miljoen ton naar 16 a 20 miljoen ton. Van de voergranen wordt verwacht, dat de verhouding tussen vraag en aanbod in 1974/1975 gespannen zal blijven, met ook lagere voorraden aan het einde van het oogstjaar, terwijl de exportprijzen vermoe delijk hoger zullen blijven. Ondanks deze, uit voorzieningsoogpunt niet opwek kende gegevens, vertonen de wereldmarktprijzen van zowel tarwe als voergranen al meerdere weken een da lende tendens. Ter vergadering werd medegedeeld, dat er zelfs in gaande 6 januari nu ook weer invoerheffingen worden opgelegd voor tarwe en mais van resp. 1,80 en 0,95 per 100 kg. Nu is. daar werd ook op gewezen, de wereld markt niet de enige oorzaak voor de daling van de prij zen. Ook de zwakke positie van de Amerikaanse dollar zorgt voor een extra druk op de aanbiedingsprijs. Intus sen heeft deze ontwikkeling wel tot gevolg dat het prijs niveau van de inlandse granen verder is teruggelopen en voor de tarwe al ongeveer op de interventieprijs is terechtgekomen. Begrijpelijk, dat de landbouwvertegenwoordigers ook nu weer uiting hebben gegeven van de grote ontevreden heid, die er onder de telers bestaat, al had men er wei nig behoefte aan opnieuw diepgaand op de verschillen de aspekten in te gaan. In het jongste verleden is dit al bij diverse gelegenheden gedaan. Men toonde zich wei bezorgd over de stemming, die uit dit beleid kan ont staan. Voor de voorzitter was dit aanleiding er nog eens aan te herinneren dat het Produktschap zich al vanaf het begin van dit oogstjaar zorgen heeft gemaakt over de afzet van de tarwe. Vandaar dat, ook bij herhaling aangedrongen is op hetzij het weer instellen van een denaturatiepre- mie, dan wel het geven van meer exportmogelijkheden. Een schrale troost voor de Nederlandse teler is, dat de situatie in Duitsland niet beter is. Ook daar lagen b.v. in november de marktprijzen rond het interventieniveau. In dezelfde tijd noteerden de Franse markten een plus van ongeveer 12 boven de daar geldende interventie prijzen. TEVEEL TARWE? indruk bestaat overigens wel, dat men er (einde lijk!) in Brussel over gaat denken iets te doen aan de tarwe-export. Aanvankelijk werd er van uitgegaan, dat er in de EEG 8 miljoen ton tarwe in de veevoersek- tor zou gaan. Inmiddels is dit kwantum verhoogd tot 9 miljoen ton. Er zou dan 7 miljoen ton overblijven voor export naar derde landen, welke hoeveelheid vrijwel al een bestem ming heeft gekregen. Het is echter de vraag of de ge raamde 9 miljoen ton werkelijk in het veevoer zal gaan. Wegens de kans op het weer instellen van heffingen zijn er namelijk de afgelopen maand alleen al in Nederland voor 1 miljoen ton maisimportkontrakten afgesloten, waarbij de heffing is gefixeerd. Cijfers van de andere landen zijn nog niet bekend, maar de indruk bestaat, dat daar ook wel wat gebeurd is. Zou de maisprijs niet drastisch omhoog gaan, dan is tarwe voor de mengvoerindustrie niet interessant. Dan bestaat ook de'kans, dat wij in de EEG tarwe overhou den, tenzij er meer geëxporteerd kan worden. Wij zullen ons daarbij moeten realiseren, dat onze tarwe niet in de eerste plaats in aanmerking komt voor export, al heb ben wij er wel belang bij, dat de Europese markt ontlast wordt. Een ander probleem vormt nog de tarwe, waarvoor in het kader van de regeling voor interventie-B kontrakten zijn afgesloten voor 175.000 ton. Deze tarwe kan na eind januari weer op de markt gebracht worden, hetgeen, ge zien de marktsituatie, niet aantrekkelijk zou zijn. Gepro beerd wordt nu om deze regeling op een of andere wij ze voort te zetten met een zekere vergoeding voor de voorraadhouders. KWALITEITSEISEN 1 VADAT de Europese Commissie eerst had voorge steld de minimum-kwaliteitseisen ten aanzien van de uiterlijke kenmerken bij interventie te verzwaren, lijkt dit voor het oogstjaar 1975/1976 niet door te gaan. Met name de noordelijke lidstaten hebben zich, in ver band met de klimatologische omstandigheden, tegen deze verzwaring verzet. Toch moet er rekening mee worden gehouden, dat de diskussie hierover, maar ook over de mogelijkheden om innerlijke kwaliteitseisen (eiwitgehal te e.d.) in aanmerking te nemen, toch weer op gang komt. f De maalindustrie wees er in de vergadering van het Produktschap op dat juist de innerlijke kwaliteit wel een reëel probleem kan worden van de industrie. Gekonsta- teerd kan worden dat het areaal met tarwerassen met een hoge opbrengst maar een mindere bakkwaliteit, zich sterk uitbreidt. Zet deze ontwikkeling door, dan komt men voor de vraag of de maalindustrie wel genoeg tarwe met een voldoende bakkwaliteit zal kunnen kopen. O. Werd tot nu toe bij de vaststelling van de kontrakt- prijs voor brouwgerst uitgegaan van een systeem geba seerd op een gerstprijs ter hoogte van het gemiddelde van drempel- en interventieprijs verhoogt met een brouw- gerstpremie gebaseerd op het rentabiliteitsverschil tus sen zomergerst en zomertarwe. Voor de brouwgerst oogst 1975 die nu nog wordt gekontrakteerd zijn deze uitgangs punten verlaten. De Hoofdafdeling Akkerbouw van het Landbouwschap wees er destijds reeds op dat door de gewijzigde situatie op de wereldmarkt de prijszetting van gerst op drempel- prijs komt te liggen. Daarbij is de zomertarweteelt in de brouwgerstteelt gebieden geen basis meer voor rentabi- liteitsvergelijking, daar zomertarwe daar praktisch niet meer geteeld wordt. Het C.B.K. heeft, aldus de N.A. Akkerbouw van het Landbouwschap, nu besloten voor de nieuwe kontrakten een minimumkontraktprijs oplevering augustus '75 van 48,per 100 kg vast te stellen op basis van de huidige drempel- en interventieprijs van gerst. Deze 48,zal worden verhoogd met het bedrag waarmede de drempel- en interventieprijzen van gerst voor seizoen 75/76 zullen worden verhoogd. Op basis van de nu voorliggende voor stellen van de commissie zou dit neerkomen op 2,70 per 100 kg. Het C.B.K. zal van oogst 1975 in totaal maximaal 33.075 ton brouwgerst op kontrakt aankopen. Hiervan is reeds op basis van bestaande kontrakten 16.075 ton gekontrak teerd voor een prijs van gem. ƒ43,80 -f E.E.G.-verhoging 75/76. Aan diegenen die voor levering oogst 1975 reeds in 1973 en 1974 met het C.B.K. kontrakten hebben afgeslo ten zal boven deze reeds gekontrakteerde hoeveelheid 75 (ca. 12.000 ton) op basis van ƒ48,preferent wor den gegund. De bewaarvergoeding is vastgesteld bij afname in sep tember op 65 cent per maand en bij afname in oktober en later op 60 cent per maand. In de werkgroep Brouwgerstkontrakten is verder afge sproken dat nadere besprekingen zullen paatsvinden ovei een aangepaste berekeningswijze voor de kontraktprij- zen 1976, 1977 enz. 1IA circa 20 december is op vele plaatsen in Zeeland het rooien van aardappelen weer op gang geko men. Daarmede komen ook weer voeraardappelen be schikbaar. Op veel bedrijven is aanvulling van het ruw- voer met voeraardappelen zeer welkom. Aan de laat ge rooide aardappelen kleeft in het algemeen veel grond. Vuile aardappelen zijn ongeschikt als voeder voor het melk- of mestvee. Helaas zijn er reeds ongelukken op getreden met het geven van te vuile aardappelen. Vuile aardappelen moeten vóór het voederen behoorlijk wor den gereinigd. Bij mechanische reiniging over een hor valt er doorgaans te weinig grond af, te meer ook omdat de aardappelen veeal nog te nat zijn. Er blijft dan maar één mogelijkheid over: namelijk wassen! ALS een betrekkelijk geringe hoeveelheid rauwe aardappelen wordt vervoederd is dat wassen in handkracht goed mogelijk in een sloot of een ruime bak door onder water te schudden in een mand. Voor grotere veestapels wordt het doorgaans wel moeilijker om in zwaar handwerk voldoende aardappelen te wassen. Dan moet naar een meer mechanische methode, met bijvoor beeld afspuiten, worden .omgezien. Overigens is het zaak de gift aardappelen per dier per dag niet te overdrijven. Per volwassen rund kan zonder bezwaar 810 kg aard appelen per dag in het rantsoen worden opgenomen. Een grotere hoeveelheid kan dikwijls wel, maar vraagt -meer oplettendheid. Ook dient dan gelet te worden- op een goede rantsoenopsteliing. Voeraardappelen bevatten 20 23 droge stof met per kg 150175 g ZW en circa 15 gram voedernorm ruw eiwit. De verteerbaarheid is pri ma en vooral mestvee kan er zeer snel op in conditie verbeteren. Het gehalte aan eiwit en mineralen is even wel laag. IN elk geval geldt dat hoe meer aardappelen men wil voederen des te hogere eisen moeten gesteld worden aan de rantsoensamenstelling en de voerkwaliteit. Droogrotte en natrotte aardappelen zijn evenals te vuile een gevaarlijk voer. Ook met groen geworden aardappe len en later in het seizoen met geschoten aardappelen moet men voorzichtig zijn. Bij een prijs lager dan 10 ct per kg vormen gezonde en. schone voeraardappelen een goedkoop en best bruik baar voeder voor melkkoeien en mestvee. Ook voor jongvee zijn aardapplen bruikbaar maar liefst zeer be perkt vooral voor de nog zeer jonge dieren. Met grove aardappelen kan het gebeuren dat een aardappel in de keel blijft steken. De aardappelen in een bietenmolen stuk snijden verdient daarom wel aan beveling. De specialist voedervoorziening, C A. R. GOES, C. DEN ENGELSEN. C.A.R. - Zevenbergen AKKERBOUW DE MEEST GEWENSTE BEWAARTEMPERATUUR is voor /consumptieaardappelen 47 gr. C, chips-aardappelen 712 gr. C en aardappelen voor de frites- en de droogindus- trie 58 gr. C. Bij gebruik van insteekthermometers moeten deze midden in de cel of hoop op 75 cm diepte worden ge plaatst. Ventileren met buitenlucht mag alleen, wanneer de buitentemperatuur minstens 1%2 gr. C lager is dan de temperatuur van de aardappelen. Ventileren met mistige lucht voorkomt onnodige gewichtsverliezen. DE HOGE FOSFAATPRIJZEN maken het noodzakelijk wat zuiniger met de fosfaatbemesting te zijn. Bij gebruik van kunstmest ligt de ekonomische gift bij een prijs van 1,50 per kg P205 bij de meest voorkomende fosfaattoestanden ca 50 kg P205 per ha lager dan voor het gemiddeld bouwplan op basis van het grondonderzoek gegeven zou moeten worden. Evenals voorheen is het aan te raden het fosfaat vooral aan aardappelen, eventueel aan bieten te geven en de granen zo mogelijk over te slaan. DE VOORJAARS N-BEMESTING op wintertarwe be draagt 2/3 van wat verwacht wordt dat er nodig is. Deze ge schatte gift moet gebaseerd zijn op grondonderzoek en de overvloedige regenval in de afgelopen herfst en winter (ver moedelijk is 70 kg N extra nodig). De N-gift kan zo nodig later worden gekorrigeerd met een tweede gift, of bij een te sterke vegetatieve ontwikkeling met C.C.C. VOOR HET VERKRIJGEN van een hoge suikerbieten opbrengst verdient 50 cm rijenafstand nog steeds de voor keur. De in 1972 en 1973 genomen proeven op Rusthoeve en Westmaas tonen aan, dat bij een rijenafstand van 60 cm er een grote kans is op een opbrengstdaling van 1 tot 2 ton per ha. Bij 70 cm rijenafstand is dit zelfs 2 tot 3 ton. ACCU'S VAN TREKKERS, maaidorsers enz. die in de winter niet gebruikt worden, dienen op een droge plaats te worden opgeslagen. Nadat de accu is schoongemaakt en met gedistilleerd water is bijgevuld, moet deze zoveel mogelijk worden bijgeladen. Voor een lange levensduur van de accu is het gewenst dit bijladen om de 2 maanden te herhalen. VEEHOUDERIJ MEER EN MEER KOMEN DE BEZWAREN naar vo- ren van besmettingen van voederstoffen met pesticiden of bepaalde sporenelementen. Om niet in moeilijkheden te ra ken is het nodig bij de aankoop van voedermiddelen te letten op de mogelijkheden van aanwezigheid maar ook om zelf deze besmetting te voorkomen. „BORSTELEN IS VOEREN" is een oud gezegde. In een ligboxenstal is dit op eenvoudige wijze uit te voeren door de dieren zelf. Het aanbrengen van één of meer borstels op de hoogte van de koeien is voldoende. Het borstelwerk wordt dan door de koeien graag gedaan. BIJ HET MELKEN komt het voor dat de wijzer van de vacuummeter de juiste stand aangeeft en dat er toch met een te hoog vacuum wordt gemolken. Het is dan ook raadzaam op regelmatige tijden de vacuummeter te laten kontroleren. Te laag vacuum verlengt de melktijd en te hoog vacuum is schadelijk voor het uierweefsel.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 23