STAGNERENDE WELVAARTSECONOMIE EN VOEDSELPRODUKTIE VRIJDAG 17 JANUARI 1975 63e Jaargang - No. 3264 Tijdens de in Amsterdam op 10 januari j.l. gehouden algemene vergadering van de C^O.P.A. maakten aktiegroepen van de gelegenheid gebruik om de deelnpmers aan deze bijeenkomst nog eens extra attentie te vragen voor de slechte situatie in de landbouw. In de vergadering werd door dit samenwerkingsorgaan van de landbouworgani saties in de E.E.G. zonder hoofdelijke stemming een verklaring aangenomen waarin op grond van objectieven cri teria en andere factoren een verhoging van de gemeenschappelijke landbouwprijzen voor het komende jaar wordt gevraagd van vijftien procent. (In de Franse tekst staat „ten minste", in de Nederlandse „ongeveer" vijf tien procent). Tegelijk wil de C.O.P.A. bijzondere aanvullende maatregelen, vooral om boeren in minder bevoor rechte gebieden te steunen. De president van het C.O.P.A. ir. C. S. Knottnerus legde tijdens deze vergadering zijn funktie neer en droeg deze over aan de Engelse Sir Henry Plumb. In dit Rassennummer verder nog o.m.: Over lonen en sociale lasten en de stand van zaken in het loonoverleg Pagina 19 Studeren op fiscale en sociale verbetering zelfstandigen Pagina 19 Akkerbouwnieuws Pagina 21 Meer financierings ruimte bij Rabobank- organisatie ip 1975 Pagina 22 Mechanisatienieuws Pagina 23 Produktschap Vee en Vlees Pagina 24 K.l. bij varkens gedurende de laatste jaren Pagina 25 Tuinbouwklanken Pagina 27 ONS COMMENTAAR T}E ontelbare nieuwjaarstoespraken zijn weer groten deels achter de rug. Toespraken die over het al gemeen een niet al te opwekkend beeld konden weer geven. Immers 1974 werd gekenmerkt door een algemene verslechtering van de economische toestand in de hele wereld. Dit komt dan vooral tot uitdrukking in een sterk toegenomen werkloosheid, voorthollende inflatie en in vele gevallen een teruglopen van het reëel besteedbaar inkomen per hoofd der bevolking. Daarnaast bleef in grote delen van de wereld de voed selsituatie zorgwekkend. Wederom was hongersnood in de nieuwsmedia aan de orde van de dag. De vooruitzich ten voor 1975 bewegen zich in vele nieuwjaarstoespra ken zo tussen de uitersten van hoop en vrees. Hoop dat het tij wel zal keren en er snel aan de economische te ruggang een einde zal komen. Vrees aan de andere kant bij velen dat het dieptepunt van de economische terug gang nog niet is bereikt en dat 1975 zeker geen verbete ring ten opzichte van 1974 zal brengen. Wij dachten dat de ontwikkelingen in 1975 met name ook sterk zullen afhangen van de maatregelen die de overheden van de belangrijkste geïndustrialiseerde lan den zullen nemen om te trachten de haperende machine rie weer op gang te brengen. Het lijkt ons daarbij van uitermate groot belang dat die maatregelen worden ge nomen die van deskundige zijde noodzakelijk worden geacht. Voor allerlei politieke stokpaardjes lijkt de tijd op dit moment niet rijp! Een duidelijke koopkrachtinjectie via belastingverla ging voor particulieren en voor het bedrijfsleven lijkt op dit moment wel de meest aangewezen weg. Zeker ook omdat vergroting van de direkte overheidsuitgaven op kortere termijn weinig soulaas lijkt te bieden. Meer koopkracht door extra loonsverhogingen lijkt uiteraard helemaal uit de boze omdat daardoor de toch al veel te sterke inflatie nog extra zou worden aange wakkerd. Eerder dient gedacht te worden aan een ver laging of tenminste toch wel een stabilisatie van het reële loonniveau. Overigens lijkt de tijd niet zo ver meer af dat het be sef doorbreekt dat de loon- en prijzenspiraal niet alleen aan de prijzenkant maar ook aan de loonkant aangepakt dient te worden. POSITIE LANDBOUW LJET is duidelijk dat de stagnerende economie in ons land en de rest van de vrije wereld ook zijn invloe den op de positie van de land- en tuinbouw in 1975 zal doen gelden. Zeker in een open economie als de onze met zijn grote afhankelijkheid van import en export on dervindt ook de landbouw onmiddellijk de gevolgen van een algemene economische teruggang. Overigens heeft met name de agrarische export zich in 1974 goed staande kunnen houden en zich nog aan merkelijk kunnen uitbreiden. Dat moet ook met inzet van het hele exportapparaat in het komende jaar mogelijk zijn; al zal het wel moeilijker worden. Zeker met het oog op die export is een zo ver moge lijk terugdringen van de inflatie en dus van de kosten stijging van het allergrootste belang. Vooral waar onze concurrentiepositie toch al nadelig wordt beïnvloed door de zeer zware belastingdruk en de druk der sociale las ten. Met name ook voor de land- en tuinbouw zou een al gemene belastingverlaging dan ook een welkome maat regel zijn. Uiteraard naast de specifieke belastingverlich- tende maatregelen die voor land- en tuinbouw genomen dienen te worden. VOEDSELPRIJZEN T-IOEWEL inflatiebestrijding voor de land- en tuinbouw van uitermate groot belang is, mag dit er toch niet toe leiden dat via het markt- en prijsbeleid diezelfde land bouw tot inflatiebestrijding wordt gedwongen, terwijl an dere sektoren rustig door kunnen gaan met opeenvolgen de loon- en prijsronden. Zo was het de laatste jaren overigens wel. De prijzen van de door boer en tuinder geproduceerde produkten zijn nauwelijks gestegen. De daaruit voor consumptie geschikte eindprodukten zijn evenwel in de meeste ge vallen weer flink duurder geworden gedurende het afge lopen jaar. Is het dan een wonder dat, waar in 1972 in de landbouw nog ongeveer evenveel werd verdiend als het gemiddelde Nederlandse inkomen, dit boereninkomen in 1973 tot 85 en in 1974 zelfs tot slechts 67 van het gemiddelde Nederlandse inkomen was teruggelopen. Het zal duidelijk zijn dat, wil het boereninkomen in de komende jaren weer gelijke tred kunnen houden met de inkomens van overige bevolkingsgroepen, niet volstaan kan worden met wat incidentele ondersteuningsmaatrege len. Alleen werkelijk-de boer en tuinder ten goede ko mende prijsverhogingen die tenminste de kostenverho gingen compenseren komen daarvoor in aanmerking. Wij vinden dan ook dat het tijd wordt dat de consument dui delijk wordt gemaakt, dat hij alleen dan in de toekomst verzekerd kan zijn van voldoende voedsel van goede kwaliteit, wanneer hij bereid is de voor de boer nood zakelijke prijsverhogingen te betalen. Als dan ook bij de volgende week te nemen prijsbeslui- ten vanuit Brussel de opmerking wordt geplaatst dat de consument er niet veel van zal merken, betekent dat naar onze mening dat ofwel de consument verkeerd wordt voor gelicht ofwel de genomen maatregelen de prijzen werke lijk niet zullen beïnvoeden en boer en tuinder dus met een dooie mus worden blijgemaakt! Wij dachten dat het tijd wordt om ronduit te stellen dat de wereld nog een schreeuwend gebrek heeft aan meer voedsel en dat er alleen maar kan komen wanneer de produktie daarvan op een lonende wijze kan geschie den. Een hogere voedselproduktie die we in grote delen van de wereld vooral zullen moeten zoeken door betere rassen en variëteiten. Dat geldt zeker ook voor onze Westerse landen waar bijna alle voor landbouw beschik bare oppervlakte reeds in cultuur is gebracht. In dat ka der blijft een intensief onderzoek en voorlichting naar betere en produktievere rassen van het allergrootste be lang. Waar de overheid vandaag de dag voor de tyaar ter beschikking staande gelden blijkbaar onvoldoende be stedingsmogelijkheden weet te vinden, zou een extra financiële injectie van dit onderzoek naar produktievere rassen en variëteiten zeker geen overbodige luxe zijn! LUTEIJN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 17