Moeten we aardappelen rooien of
Uitzaai wintertarwe sterk
gestagneerd
Suikerbietenprijs moet flink omhoog!
Ir. D. Luteijn
sprak over belastingheffing
in het Europa
van „de negen"
6
op de droogste percelen. Op sommige bedrijven werden
ook nog uien geoogst. J>e kwaliteit blijkt nog zodanig
goed te zijn, dat dit verantwoordt lijkt. Ook de prijs van
dit produkt is blijkbaar aanzienlijk verbeterd.
Dank zij het gunstige weer kon er ook veel op winter-
voor geploegd of gespit worden. De landerijen hebben
al een heel wat aantrekkelijker aanzien dan een maand
geleden. Natuurlijk is er ook veel onaantrekkelijks
naar de bodem van de ploeg voor verhuisd. Het lijkt
nu mooier dan het in werkelijkheid is. Op veel bedrij
ven is het wintervoorploegen al ver gevorderd. Zou het
weer zich naar onze wensen willen richten, dan zou
een flinke vorstperiode van of omstreeks half januari
zeer welkom zijn. De redenen hiervoor zijn genoeg
bekend. De uitzaai van wintertarwe is ver achtergeble
ven van ihet normale. Gebaseerd o.a. op de zaaizaadafzex
is naar schatting Vs van de normale oppervlakte uitge
zaaid, wat 600 a 660 ha zou zijn. Bij het bietenrooien
deed zich de laatste weken nog de moeilijkheid van ver
schil in rijenafstand bij deze teelt voor. Op verschillende
percelen was machinaal rooien alleen mogelijk met een
zesrijige machine. Deze machines zijn allen gebaseerd
op een rijenafstand van 50 cm. De telers die hun bieten
op 54 cm rijenafstand hadden, konden daardoor geen
gebruik van de zesrijige systeem maken. Ook het rooien
met de éénrijer ging bij 60 cm nog vlotter dan bij 44 cm.
Het is nu de tijd weer eens te overwegen of omschake
ling naar 50 cm te prefereren valt Gezien de ervaringen
van de afgelopen maanden, kunnen we er niet meer
onderuit. Ondertussen zullen we verder de aandacht
weer moeten richten op de voorbereidingen voor oogst
1975. Het vergaderseizoen zal deze winter erg kort zijn.
Hopelijk komen er niet teveel doublures. Dit kan met
onderling overleg en samenwerking worden bereikt.
Ook op NOORD-BEVELAND kon er in de week voor
Kerstmis nog enige dagen aardappelen gerooid worden,
doordat het weer zich weers eens van een wat betere
kant liet zien. Van erg lange duur was dit goede weer
echter niet, want rond de Kerstdagen viel er weer een
30 mm regen, zodat er pas in de eerste dagen van het
nieuwe jaar gerooid kon worden. Men geeft nog steeds-
de moed niet op om de aardappelen uit de grond te ha
len, daar op de meeste percelen de kwaliteit nog redelijk
goed is. De knol is mede door de hogere temperatuur
dan in oktober minder blauwgevoelig dan velen van
ons verondersteld hadden. Toch zijn er heel wat die nog
twijfelen of ze nu al zullen beginnen om verder te rooien
of eerst de uitkering per ha af te wachten en zodoende
twee vliegen in één klap te vangen. Als echter de rege
ling een dergelijke mogelijkheid toe zou staan, valt er
een grote discriminatie waar te nemen ten opzichte van
diegenen die dit najaar met hun gezin, vrijwilligers,
scholieren, militairen, enz. in handwerk geoogst hebben.
Zeer zeker ook voor die groep die de laatste weken nog
machinaal gerooid hebben, of nog aan het rooien zijn.
De beste oplossing zou een flinke periode met vorst zijn,
hetgeen de struktuur en de stukgereden akkers zeer ten
goede zou komen. Een andere manier om de schaderege
ling billijk te laten verlopen is de bepaling er aan te
verbinden het gewas onder te ploegen of te bewerken
met een-cultivator, zodat verder oogsten onmogelijk is.
Als deze voorwaarden gesteld worden, dan is een uit
kering per ha zeker op zijn plaats.
Het bedrag dat uitbetaald zal worden is veei te laag
en voor te weinig gewassen. Het maximum van ƒ20.000
per bedrijf is terecht vervallen, maar tegelijkertijd had
men ook het minimum en de 20% eigen risico moeten
laten vervallen. Door de wat drogere omstandigheden
en de twijfels van aardappelen rooien of niet is er de
laatste weken nog aardig wat wintertarwe gezaaid. Er
is wel wat geknoeid, hetgeen nu al tot uiting komt na
een flinke bui regen. Doordat de najaarswerkzaamheden
veel vertraagd en opgeschoven zijn, zal het voor de
meeste boeren een korte winterperiode worden. Het ma
chinepark wat op het bedrijf aanwezig is zal zeker voor
onderhoud meer tijd vragen dan normaal, en ook op en
rond het bedrijf liggen nog veel werkzaamheden te
wachten. Er zal hierdoor misschien minder tijd zijn om
vergaderingen bij te wonen hetgeen erg jammer is om
dat het toch ook van veel belang is om op dat terrein
bij te blijven!
Begunstigd door de weersverbetering op het eind van
het jaar 1974 en begin 1975 zijn de oogstwerkzaamheden
in OOST ZEEUWSCH VLAANDEREN praktisch tot een
einde gekomen. Een belangrijk percentage aardappelen
blijkt niet meer rooibaar te zijn voor consumptie-doel
einden of is verrot. Een gedeelte kan misschien nog
voor veevoer-doeleinden worden benut. Een schatting
omtrent het aantal ha is zeer moeilijk te geven, want
doordat het ploegwerk allerwege opgang is gekomen,
wijzigt de situatie zich van dag tot dag. Men is er echter
met het onderploegen van aardappelen zeer voorzichtig
in verband met de kaas dat de opslag in het komende
voorjaar nog weer eens een ramp zou kunnen betekenen
als er weinig of geen vorst komt. Liever effent men
de ruggen met de cultivator, zodat zoveel mogelijk knol
len aan de oppervlakte of kort aan de oppervlakte, bij
vorst kunnen worden vernietigd. Ook is de inzaai van
wintertarwe op gang gekomen en vrijwel dagelijks ziet
men dit vorderen. Door de aanwezigheid op de bedrij
ven van ontsmet zaaizaad van het produktieve ras Cle
ment, is er, hoewel laat, veel van dit ras uitgezaaid.
Anderen zijn overgegaan op Manella. Hoe het ook zij,
allen hopen weer op een goede oogst en wij met hen!
Bij het schrijven van deze regels is men thans 'bezig
met de afvoer van de laatste suikerbieten naar Zeven
bergen. De beide suikerfabrieken te Sas van Gent van
de C.S.M. en SuikerUnie hebben hun campagne resp.
op 1 en 3 januari beëindigd. Praktisch alle bieten zijn
gerooid in ons gewest, maar men moet niet vragen hoe,
want soms weet men het zelf amper hoe men het heeft
klaargespeeld. Wanneer men echter na zo'n zware ope
ratie de patiënt beziet (en u begrijpt dat daarmee de
akker wordt bedoeld), dan is het maar al te duidelijk,
dat er een hele herstelperiode noodzakelijk is. We
zijn echter blij dat de bieten aan de kant zijn en begin
nen nu de balans eens op te maken wat het allemaal
heeft gekost en in de toekomst nog gaat kosten. De na
weeën van kapotte lagers en trekkerkoppelingen enz.
komen pas later voor den dag, maar moeten zeker bij
struktuurbederf enz. worden opgesteld en drukken
m.i. hoofdzakelijk op het gewas bieten. De vaste varia
bele kosten natuurlijk eveneens. Wanneer men aan het
rekenen slaat, ziet men dat 1 ha suikerbieten ongeveer
8 ton suiker levert. Op de wereldmarkt is de waarde
hiervan bijna 2-0.000 meer dan in de EEG. De Neder
landse boer beurt hiervoor 3500, waarvan hij alle
kosten moet betalen.
In de week vóór Kerstmis zaten nog ongeveer 4000
ha suikerbieten in de grond en deze zijn praktisch allen
gerooid en verwerkt. Dit betekent dus voor het land
bouwfonds van de EEG een besparing van 4000 x
20.000 80.000.000. Tachtig millioen gulden minder
suiker aan te kopen op de wereldmarkt om het tekort
in de Gemeenschap aan te vullen. Al deze gegevens doen
bij de praktijk de vraag rijzen of zij nu niet de eis kan
gaan stellen dat zij die door bloed, zweet en tranen aan
deze besparing hebben bij-gedragen, het recht hebben
hierin mee te delen. Temeer rekent men daarop doordat
bij de vaststelling van de prijs voor 1974 vele kosten zó
zijn gestegen, dat ze gewoon de pan uitrijzen. Ook het
rapport van v. Nieuwenhuize c.s. komt tot een kostprijs
"voor 1974 van bijna 90 per ton bieten van 16% en
dit rapport is ook weer al enige tijd oud. Al met al
kunnen we het zó stellen, dat de praktijk rekent op een
bietenprijs van 100 per ton bij 16 voor 1974. Ook
rekent de praktijk er op dat aldiegenen die in februari
a.s. bij de vaststelling van de nieuwe prijzen voor 1975,
iets te maken hebben, zich terdege zullen weren om het
grootst mogelijke resultaat te bereiken. Wij dachten dat
er wel 125 per ton inzit!
PROVINCIALE RAAD VOOR DE
BEDRIJFSONTWIKKELING
IN DE LANDBOUW IN ZEELAND
Kenmerkend voor het verschil in belastingheffing in de
Gemeenschap zijn volgens de heer ir. D. Luteijn, sprekend
over dit onderwerp, de verhouding tussen de direkte en in-
direkte belasting en de wijze van de heffing van de inkom
stenbelasting namelijk op basis van de reële winst op die
van de forfaitair vastgestelde winst. Na erop te hebben ge
wezen dat het percentage bedrijven met boekhouding in een
land bepalend is voor de keuze van de belastingheffing
alleen in landen met een hoog percentage boekhoudingen
vindt het systeem van de reële winst toepassing, in de ove
rige landen het forfaitair systeem toonde inleider aan dat
beide systemen onder overigens gelijksoortige bedrijfsom
standigheden tot zéér verschillende uitkomsten leiden. Een
ondernemer, die een flinke winst uit het bedrijf weet te krij
gen is uiteraard bij het forfaitaire systeem sterk in het voor
deel tegenover zijn kollega's, waarvan het inkomen op basis
van de reële winst wordt belast. De matige ondernemer
daarentegen is gebaat met een 'belastingheffing op de reële
winst. Een ondernemer met een bedrijf van 38 ha en een
inkomen van 38.000 zou in 1972 aan inkomstenbelasting
10.400 in Nederland en 5.150 in België verschuldigd zijn.
Een ondernemer daarentegen met een soortgelijk bedrijf van
eenzelfde oppervlakte met een inkomen van 21.000 zou
aan inkomstenbelasting in 1972 in Nederland 3.267 en in
België 5.150 moeten betalen. Boer je goed, dan zou je in
België moeten zijn, boer je slecht, dan verdient Nederland
de voorkeur, aldus inleider, die hieraan toevoegde dat de
voordelen van het forfaitair systeem zijn dat de stimulans
om het bedrijf doelmatig te leiden groter is en bovendien
subsidies gelijk worden belast, terwijl de nadelen vooral ge
vonden worden in de naar verhouding ongunstiger positie
waarin de zwakkere bedrijvert verkeren, terwijl er geen aan
leiding is om' een boekhouding bij te houden.
Na er nog op te hebben gewezen dat de BTW-tarieven en
de hoogte van de sociale premies grote verschillen tussen
de landen onderling vertonen besloot inleider zijn belang
wekkend betoog dat binnen de negen nog veel te doen is
op het gebied van de harmonisatie van belastingen en socia
le stelsels. Op langere termijn gezien zal zijns inziens alge
meen het systeem van de heffing op de reële winst, zoals
in Nederland reeds van toepassing is, behoudens misschien
voor de kleine bedrijfjes, in de plaats komen van de for
faitaire heffing.
BEWERKING NIET-GEOOGSTE AARDAPPELPERCELEN
In overleg met de Direktie Landbouwkundig Onderzoek
zal de heer ir. L. Th. J. M: de Wit, konsulent voor de Akker
bouw en de Rundveehouderij te Goes ,op korte termijn een
advies samenstellen omtrent de behandeling van niet-ge-
oogste percelen konsumptie-aardappelen.
ONTHEFFING BESLUIT AARDAPPELMOEHEID
Tegen de achtergrond van de bijzondere omstandigheden
wordt besloten een schrijven aan het bestuur van de Gewes
telijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap te rich
ten met het verzoek om te bevorderen dat met het oog op
het bouwplan 1975 ontheffingen worden verleend op het Be
sluit Bestrijding Aardappelmoeheid.
WAARDERING VOOR SOCIAAL-EKONOMISCHE
VOORLICHTING
Na van de werkverslagen 1973/'74 en de werkprogram
ma's 1974/'75 van de sociaal-ekonomische voorlichtings
diensten van de landbouworganisaties kennis te hebben ge
nomen, spreekt de Raad zijn waardering uit voor het werk
van de sociaal-ekonomische voorlichtingsdiensten en de aan
deze diensten verbonden voorlichters.
DE BEGROTING VOOR 1975 VAN HET
MINISTERIE VAN LANDBOUW EN VISSERIJ
Naar aanleiding van de behandeling van de begroting voor
1975 van het Ministerie van Landbouw en Visserij voor zo
veel de Agrarische Produktie, Verwerking en Afzet betreft,
toont de Raad zich tevreden omtrent de subsidiëring van de
voorlichting van het bedrijfsleven van 'overheidszijde. Veel
minder ingenomen toont de Raad zich met de personeels
inkrimping van de Provinciale Direkties voor de Bedrijfs
ontwikkeling. De Rtaad is van oordeel dat gezien de uitbrei
ding van het takenpakket eerder sprake zou moeten zijn van
personeelsuitbreiding dan van inkrimping.
KRING OOST- EN MIDDEN BRABANT
Cursus Maatschappijleer
Vorig najaar hebben wij de leden van de kring Oost
en Midden-Brabant der ZLM reeds geïnformeerd over
een te organiseren cursus: Maatschappijleer. Het betreft
hier eens iets anders dan anders, vandaar dat we er
nogmaals op terug komen.
Programma:
Donderdag 23 januari a.s.
Onderwerp gezin in de samenleving.
verantwoordelijkheid van de persoon in
de maatschappij.
Docenten ds. R. W. Barthlema, dominee te Nuenen.
drs. mevr. E. van der Ham: sociaal psy
chologe.
Donderdag
Onderwerp
Docenten
Donderdag
Onderwerp
Docenten
30 januari a.s.
school- en beroepskeuze voor de kinde
ren.
contacten school en gezin.
A. van Huis, schooldecaan.
D. H. van Tellingen, beroepskeuzeadvi
seur.
6 februari a.s.
„Duizendpoot met enig^ kapitaal ge
vraagd".
Hoe is het bestedingspatroon van een
gezin?
mevr. G. Middelkoopv. d. Ploeg, voor
lichtster bij de ZLM.
A. M. Verbrugge, voorlichter ZLM.
Donderdag 13 februari a.s.
Onderwerp huwelijksgoederenrecht en erfrecht met
het oog op de voorzieningen te treffen
bij leven om de continuïteit van het be
drijf niet in gevaar te laten komen.
verzekeringsaspecten.
Docenten mr. J. H. H. Claessen, notaris te Bladel.
J. Cevaal, verzekeringsdeskundige ZLM.
De hiervoor genoemde onderwerpen liggen op een erg
breed vlak maar lijken ons zeer de moeite waard om deze
met de cursisten te behandelen.
Plaats van bijeenkomst't Kruispunt te Geldrop.
Tijdstip steeds om 20.00 uur.
Kosten totaal ƒ10,per persoon.
15,voor echtpaar.
Opgave diegenen die zich nog niet op
gegeven hebben kunnen dit
alsnog doen, per brief of tele
fonisch: ZLM, Stationslaan 4,
Zevenbergen, tel. 01680
3730.
A. VERBRUGGE.