Rond de
Schelde
Wonderen der natuur
UIT DE
PRAKTIJK
Compensatie zeer onvoldoende
Een nieuwe ridder
Uitzaai wintertarwe
sterk gestagneerd
Aantal R.Z.-aanvragen niet groot
5
In de eerste bijdrage van SCHOUWEN-DUTVELAND
voor deze rubriek wil de schrijver begiinnen met alle
lezers een in alle opzichten gelukkig gezond en voor
spoedig 1975 toe te wensen.
De Kerstdagen en Nieuwjaar zijn voorbijgegaan in
een sfeer, die landbouwkundig gezien, totaal afweek van
het normale patroon voor zo'n tijd. De anders zo gezel
lige rust ontbrak. Veel moest er nog gedaan worden, wat
normaliter allang achter de rug was. Niet alleen het
„nog te doen" was een probleem, maar ook nog het
„hoe te doen". Een moeilijke en zware last op de
schouders van de ondernemers, die toch al het gehele
najaar hadden moeten „modderen". De weersomstandig
heden op het laatst van vorig jaar en in de eerste week
van het nieuwe jaar waren dusdanig qua neerslag en
temperatuur, dat er nog wat werk van 1974 gedaan
kon worden, al was het dan onder zeer ongunstige
omstandigheden t.w. aardappelrooien handwerk met
de riek en middels werpradrooier en machinaal win
tertarwe zaaien en ploegen. Met het vorderen der tijd
in januari is het begrijpelijk dat de problemen er niet
gunstiger op worden. Ten eerste wat kan er nog 'ge- en
bewerkt worden en onder welke omstandigheden. Ten
tweede: als het nog te verrichten werk niet kan ge
beuren wat dan en ten derde hoe komt het met de
planning voor 1975? De compensatie voor de grote
verliezen extra kosten, niet alleen voor de onderne-
Aan de vele reeds gesproken en geschreven nieuw
jaarswensen wil uw rubriekschrijver van THOLEN en
ST. PfflLIPSLAND gaarne de zijne toevoegen. Hopende
dat we in 1975 gespaard mogen blijven voor abnormale
omstandigheden, zoals het veel bewogen jaar 1974 voor
de landbouw heeft gebracht en dat de natuur die de
grond heeft gemaakt, ook weer de heelmeester mag
worden, ter verkrijging van een redelijk zaaibed met
tevens de aantekening dat we hopen dat het onderne
mersklimaat in de landbouw door onze overheden zover
opgevijzeld zal worden in 1975 dat we met onze mede
burgers kunnen zeggen: we hebben ook meer welvaart
gekregen!!
We schrijven 4 januari, en wederom worden we in
't prille begin van dit jaar bepaald dat de wonderen der
natuur groot zijn, want zowaar zijn heden, na de ruim
30 mm neerslag die in onze streek tussen Kerst en
Nieuwjaar is gevallen, het machinaal aardappelrooien
op enkele bedrijven weer op gang gekomen, waarbij te
constateren valt dat in de oostelijke helft van onze
streek de grond wat vlugger zeefbaar is. Zo is ook tegen
ieder denkbaar patroon in, ook tussen 20 en 24 december
in ons gebied op diverse bedrijven, verschillende ton
nen aardappelen in de cel gekomen. We schatten dat
mers zelf, maar ook voor de gehele dienstverlenende
sector is toch een lachertje. Over waardering gespro
ken. Door de calamiteit, want zo moet het toch wel ge
steld worden, is er een grote publiciteit behaald. Jam
mer evenwel dat dit op deze wijze moest geschieden.
Maar enkel hiermede zijn we er nog niet en komen we
er ook niet! Een rechtvaardiger beleid o.a. prijs- en
fiscaalbeleid zou voor de gehele agrarische sector op
zijn plaats zijn.
Na het „gemodder" tot nu toe is de situatie op
Schouwen-Duiveland momenteel als volgt: van het
areaal aardappelen is ongeveer 20% 500 ha) nog
niet gerooid. Van het areaal uien is ongeveer 30
(±250 ha) nog niet geoogst. Verder nog enkele per
celen suikerbieten (±8 ha), snijmais, gladiolen niet
geoogst. Er moet nog veel geploegd worden. Van herfst-
kunstmeststrooien is niets gekomen. Het wintertarwe-
areaal lag normaal tussen de 30003500 ha. Momenteel
is er 2025 gezaaid. Van dit laatste gewas is er
ongeveer 150—-200 ha met ihet vliegtuig gezaaid. Wat
voor resultaten we mogen verwachten van het verrichte
werk voor de oogst van dit jaar wat dat dan ook moge
zijn, is moeilijk te voorspellen. Er kunnen nog al wat
vraagtekens geplaatst worden. Een zeer voorname fac
tor zal het komende weertype zijn. Laten we hopen dat:
zo slecht 1974 eindigde, zo goed voorjaar 1975 mag be
ginnen.
wel zo rond de 20 van het areaal dat nog half decem
ber in de grond zat, nog gerooid is kunnen worden. Wie
had dat durven denken!
Hoewel de handel een terughoudende houding aan
neemt met aankoop van direkt gerooide partijen, hoor
den wij in gesprekken met collega's dat de kwaliteit
over 't algemeen niet tegenvalt. Als reactie, op deze
onverwachte mogelijkheid tot rooien, is de prijs van
de aardappel* flink gedaald te veel dachten wij, omdat
procentueel in het Zuid-Westen toch nog veel aardappe
len in de grond zullen blijven zitten. Niet overweldi
gend, maar toch is op verschillende bedrijven een enkel
perceel wintertarwe ingezaaid. De omstandigheden wa
ren daarbij meestal niet al te best, natte plekken in een
perceel gaven aanleiding tot wegzakken, die men meest
al na regen tot waterplekken ziet verrijzen. Noodge
dwongen probeert iedere boer door de natuur gedwon
gen nu in januari wat wintertarwe te zaaien naar onze
mening zal men nu speciaal bij deze zeer late zaai, het
gezegde van „Zaaien in de slik wordt hoenderpik" in
gedachten dienen te houden.
Het nieuwe 'jaar is op ZUID-BEVELAND in aanslui
ting op de gunstige laatste 10 dagen van het oude jaar
met wat beter weer begonnen. Zodoende is er in deze
periode nog wat werk op het veld uitgevoerd. De sui
kerbieten zijn op enkele onbetekende oppervlakten na
gerooid en afgevoerd. Op een aantal bedrijven zijn
nog wat aardappelen gerooid, nu gelukkig weer machi
naal. Het ging nog niet eens zo slecht! 'Ook zijn er nog
enkele percelen met uien naarbinnen gehaald. Verder
is er veel geploegd, wat niet tegenviel. Hier en daar
is nog wat tarwe gezaaid.
Voor het vele werk dat in de afgelopen maanden voor
de Zeeuwse landbouw door de heer W. Goeman, als
secretaris van het Landbouwschap, en in die periode
hoofdcoördinator voor de oogsthulp in ihet Zuid-Westen
is gedaan, werd hij op een bijeenkomst te Goes door de
wnd. Commissaris v. d. Koningin, de heer Kaland, be
noemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Het
warme applaus dat hem daarna ten deel viel getuigt
wei van de waardering voor al hetgeen de nieuwe rid
der in deze periode deed voor de Zeeuwse landbouw.
Op de 21ste spuitdag is dit jaar niet zo veel nieuws
naar voren gekomen. Met één duidelijk feit zullen we
wel rekening moeten houden, n.l. dat de bestrijdings
middelen wel eens 25 a 30% duurder en dat sommi
ge middelen wel eens schaars zouden kunnen worden.
De in het vooruitzicht gestelde vergoedingen vindt
men algemeen te laag, zeker ook nog gezien tegenover
het feit dat de eerste 20% als eigen risico niet meetelt.
Voor een aantal kleinere bedrijven die zich min of
meer gespecialiseerd hebben op bijv. gladiolen kan dit
juist wel eens funest zijn. Door het goede weer is men
nog steeds doende met het oogsten van aardappelen. Men
tracht zoveel mogelijk uit de grond te halen, want kry-
gen we geen behoorlijke vorst dan zouden de knollen in
het volgende gewas wel eens grote problemen kunnen
geven. Het op wintervoor ploegen valt in het algemeen
niet tegen. Op vele percelen is het water nu toch vol
doende uitgezakt. Waar aardappelen, gladiolen of sui
kerbieten met grote problemen van het land zijn ge
haald, is het veel moeilijker om wat gaaf ploegwerk af
te leveren, hier zal de natuur nogveel goed moeten
maken. Van deze percelen was een groot aantal be
stemd voor de inzaai van wintertarwe. Op een te groot
aantal percelen zal dit vrijwel onmogelijk zijn. Waar
tarwe is gezaaid valt het ook altijd nog niet mee om
een redelijk zaaibed te verkrijgen, laat staan om het
zaaizaad voldoende gedekt te krijgen.
Op WALCHEREN zijn de werkzaamheden aan de
oogst van 1974 de laatste weken nog steeds doorgegaan.
Een groot aantal dagen was het voor de tijd van het
jaar redelijk werkbaar weer. Allereerst is getracht om
nog zoveel mogelijk suikerbieten geoogst te krijgen
voordat de bietenontvangst zou beëindigen. Dank zij
het gunstige weer is dit nog voor bijna 100 geslaagd.
De oppervlakte suikerbieten die niet meer aan de fa
briek afgeleverd kunnen worden, is niet van grote be
tekenis en zal hoogstens enkele tientallen ha bedragen.
Begin december hadden we zeker niet durven hopen dat
de bietenoogst nog zover uitgevoerd zou kunnen
worden. Ook de aardappeloogst vindt nog steeds voort
gang. Het was nog mogelijk om met machines te rooien
(Zie verder pag. 6.)
We zijn al weer bijna op de helft van januari 1975 en
in WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN is de laatste
weken de regenval dermate gering geweest, dat nog
enkele percelen aardappelen en uien geoogst konden
worden met de normale oogstmachines. Aaardappelen
oogsten tegen een voerprijs brengt met de grote kg-op-
brengst altijd nog meer op dan in de grond laten zitten
en straks de ha-tegemoetkoming „opstrijken". Ook de
uien zijn redelijk aan prijs, maar of de kosten van
drogen en sorteren daar nog allemaal af kunnen, is wel
een vraag?
j
Er is zelfs de laatste weken nog flink wat winter
tarwe gezaaid. Ook nu wij dit schrijven is het weer
droog en geschikt om te zaaien. We mogen dan ook
verwachten dat de helft van het normale areaal nog
wel gezaaid zal kunnen worden. Ook het op wintervoor-
ploegen is nu zo ongeveer wel klaar, al is er zo hier
en daar nog veel modder ondergeploegd. E enpaar we
ken vorst hebben we beslist nodig om hier over enige
weken een gewas te kunnen inzaaien. We houden dan
ook ons hart vast als het niet zou gaan vriezen in ver
band met de aardappels, uien en bieten, die op de
percelen zijn achtergebleven! Niet alleen wat opslag be
treft, maar ook door de navrucht.
Enfin, we weten nu waar we aan toe zijn met de uit
kering a fond perdue per ha verloren gegane gewassen.
Vele bedrijven, vooral van jongere boeren, zullen hier
mede niet uit de financiële nood gehaald zijn. We vin
den het dan ook vreemd en spijtig dat niet meer aan
vragen voor de versoepelde Rijksgroepregeling Zelf
standigen bij de D.B.M. worden ingediend. Vrijwel altijd
zal een aanvullende lening, de eerste jaren al of niet
tegen een rente, kunnen worden verstrekt. Om hiervoor
in aanmerking te komen, hebben we in ons ZLM-blad
kunnen lezen, moeten de huidige financiële moeilijk
heden wel door de regenoverlast zijn ontstaan.. Ook niet
gewonnen ruwvoeder en vroeger opstallen van vee
wordt bij de bepaling van het bedrag ingecalculeerd.
Ook loonwerkers kunnen in aanmerking komen voor
genoemde R.Z,-regeling. Die collega's die twijfelen,
kunnen beter zo snel mogelijk informatie inwinnen. Een
andere positieve zaak is de regeling particuliere cul
tuurtechnische werken 1974, waar de aanleg van kavel
wegen, drainage, perceelsverbetering en profielverbe
tering onder vallen. Ook is er weer en subsidieregeling
voor erfverharding en verbetering agrarische gebouwen.
Vaak 'hoort men de opmerking dat al die tegemoetko
mingen en subsidies beter niet nodig waren. Dat is
wel zo, maar het schijnt voor zowel het nationaal- als
ook het EEG-beleid nog gemakkelijker op deze wijze
te gaan dan via geringere belastingen voor de boer,
reserveringsmogelijkheden om dieptepunten te kunnen
opvangen betere, prijzen voor onze produkten en nivel
lering van de concurrentieverhoudingen tussen de lid
staten. We zijn gestart met 1975. De vooruitzichten zijn
niet zo best To.ch hebben we van 1974 ook weer iets
kunnen lezen en wel dit dat we ,onze bedrijfsorganisa
tie goed doordacht en met de nodige voorzichtigheid
moeten uitvoeren. Speculeren met gewassen en op het
weer is een kwetsbare zaak!
De laatste twee weken van het oude jaar is er nog heel
wat gebeurd in het land. Na een week met veel wind en
betrekkelijk weinig regen lukte het op sommige percelen
opeens om nog machinaal aardappelen en bieten te rooien.
Dag en nacht is van die gelegenheid gebruik gemaakt en
mede door onderlinge burenhulp is in korte tijd veel werk
verzet. De stemming onder de boeren verbeterde met de
dag. Wanneer we zo rondkeken dan kwamen we tot de con
clusie, dat er in ons gewest en bepaald ook in heel de pro
vincie ruim voldoende moderne machines aanwezig zijn om
alle produkten vlot te kunnen oogsten. Het heeft echter jam
mer genoeg gedurende drie maanden geschort aan voldoende
droge dagen en dat is fataal geweest voor de mechanisatie
en catastrophaal voor de boeren en de verwerkende- en ver
zorgende bedrijven. Ook de loonwerker en de veehouder
past in dit rijtje. De hoofdoorzaak zat louter in de klimato
logische omstandigheden en deze hebben ons zowel in het
voorjaar als in het najaar geweldig parten gespeeld. Boven
dien was vorig jaar het gedrag van de bladluizen in de bie
ten geheel anders als voorheen en mede hierdoor was de
vroege infectie van de vergelingsziekte niet te voorzien.
Toch heeft deze vergeling heel wat opbrengst gekost en
achteraf is gebleken, dat de bestrijding te laat is uitgevoerd,
maar toch weer niet helemaal te laat, want anders zou de
aantasting gemiddeld nog erger zijn geweest. De moeilijk
heid in het afgelopen voorjaar was, dat op het moment dat
de eerste gevleugelde bladluizen op pad gingen, de meeste
telers hun bieten nog maar amper boven de grond zagen
staan. Toen was het aantal bladluizen nog wel heel gering,
maar er was alle tijd om de besmetting te doen. Mede door
de zachte winter waren er veel „opslagbieten" welke zwaar
met vergelingsziektevirus besmet waren en schijnbaar is
hiermede de vroege infectie van de nog prille bietjes te ver
klaren. Slechts op de met Temik behandelde percelen was
een bescherming aanwezig op het moment dat de eerste
luizen in het gewas arriveerden en mede hierdoor kwamen
daar weinig viruszieke planten voor. Van belang is het daar
om thans, dat we deze winter behoorlijk vorst krijgen zodat
de „opslagbieten" worden opgeruimd. Op deze wijze kunnen
we een enorme infectiebron kwijtraken en onze maatregelen
weer nemen zoals we voorheen gewend waren. Al deze wijs
heid hebben we op de Zeeuwse Spuitdag opgedaan en het
is verwonderlijk dat de organisatoren deze dag weer steeds
zo actueel kunnen maken. Het was de 21e spuitdag en het
plan is door te gaan zij het misschien onder de naam van
„Gewasbeschermingsdag". Men moet nu eenmaal met de
mode mee, maar zeker is dat de behoefte naar deze voor
lichting in de huidige landbouw groot is. Op vele punten is
weer gewezen en vermeldenswaard is, dat bij de chemische
luisbestrijding een watergebruik van 800 liter per ha drin
gend gewenst is. Hierin schuilt het geheim van de smid. Of
er deze herfst vanwege de enorme regenval veel luizen zijn
omgekomen is niet meegedeeld en zo constateren we weer,
dat ook de wetenschap op bepaalde punten een slag om de
arm houdt. Het onderzoek moet doorgaan en of 1975 een
luizenjaar wordt hangt nog in het verschiet. Wel weten we,
dat 1975 is uitgeroepen tot het „jaar van de vrouw". Daar
de dames zich nog steeds erg „ribgebonden" gevoelen, me
nen. we te mogen geloven, dat dit alles voor ons nog wel
mee zal vallen. We gunnen het dat ze eens goed in het zon
netje worden gezet. Wij als mannen zijn gewend niet anders
te doen. Gedurende de hele modderperiode hebben zij zich
van hun heel sterke kant laten zien en daarvoor zijn we
buitengewoon dankbaar.
„Toen Adam groef en Eva spon,
zat zij reeds heerlijk in de zon".