v°l VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM Een blik terug Denken v^v over een denkfabriek 3 Het boekjaar 1974 ligt weer achter ons. Het was me een jaartje wel. 1974 startte midden in een oliecrisis, ben zine op de bon, maximale snelheden en benzineprijs dras tisch omhoog. Als autoverzekeraar dachten wij: ,,Als die benzinedistributie wat lang gaat duren, wordt het voor ons een goed jaar. Immers, het aantal gereden kilometers per auto zou daardoor drastisch verminderen en dat be tekent minder risico. Welnu: u weet het, de benzine distributie heeft nauwelijks gewerkt. Voordat de bonnen goed en wel waren uitgedeeld was al ongeveer bekend, wanneer de distributie zou worden opgegeven". Toch hebben de genomen maatregelen blijkbaar hun uitwerking niet gemist. Het aantal doden in het verkeer is in 1974 met 11 gedaald n.l. van 3092 doden in 1973 naar 2750 doden in 1974. Betrekt men de toename van het aantal voertuigen in deze becijfering dan is het dalings percentage in feite veel hoger. Ongetwijfeld is er een rechtstreeks verband te leggen tussen de maximale snel heden en het aantal doden. Aan de rndere kant dachten wij, dat het aantal gereden kilometers per auto ook wat lager is uitgevallen dan in 1S73. Dit is naar onze smaak ook oorzaak, dat het aantal schadegevallen in 1974 nauwelijks hoger ligt dan in 1973. Alleen in de maand december is het schadebeeld slechter geworden. Wel lo gisch want in december 1973 zaten we met autoloze zon dagen. Per 31 december hadden wij 6068 schadegevallen in geboekt tegen 5983 in 1973. In procenten komen we voor 1974 aan 14,75% tegen 16,6% in 1973. Daarmee is met een aangegeven, dat het boekjaar 1974 met zeer gezon de resultaten zal kunnen worden afgesloten. Ook de groei was wederom groot. EEN BLIK OP HET HEDEN We noteren nu 6 januari 1975 en willen beginnen met u en de uwen het allerbeste toe te-wensen voor 1975. Dat u en de uwen een goede gezondheid mogen ge nieten, een opgewekt gemoed, weinig pessimisme en vooral ook weinig cynisme en een grote dosis geluk. Dit laatste wensen wij u vooral ook toe ter voorkoming van ongelukken. Dat we in 1975 goede kontakten met elkaar mogen hebben, waarbij zonder het zakelijke uit het oog te verliezen de toom de muziek mag maken. Dat we in 1975 gespaard mogen blijven voor lieden, die steeds weer proberen te halen wat er in feite niet te halen is. Ze weten dat zelf ook wel maar gaan er van uit als je een verzekeraar of de belasting oplicht zulks geen diefstal is. Dat is het wel en wij wensen zulke lie den alleen maar beterschap toe. Onze stafmedewerk sters en medewerkers zullen u ook in 1975 weer gaarne van dienst zijn. Als hun toon niet goed mocht zijn wilt u ze dan op de muziek wijzen. Zij zijn zelf ook allen groot voorstander van goede menselijke kontakten. EEN BLIK VOORUIT Mede op grond van de te verwachten gunstige resulta ten in 1974 hebben wij enkele voorwaarden gewijzigd. Zo is de W.A.-dekking van 1 miljoen gebracht op 5 miljoen. Hoewel de 1 miljoen W.A.-dekking al een ruime dekking genoemd mag worden meende het bestuur toch tot deze zeer hoge dekking te moeten besluiten. Zij geldt zowel in het binnen- als buitenland. Vanaf 1 november j.l. zal bij kasko-schade als gevolg van brand en/of diefstal de no-c!aimkorting gehandhaaft blijven. Aan de halveringsregeling van de no-claimkorting gaat onze O.V.M. niet meedoen. Met betrekking tot de medische varia zij opgemerkt, dat nog juist in het oude jaar dan eindelijk een wetsont werp bij de 2e kamer is ingediend voor een Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (A.A.W.). Naar deze vijfde volksverzekering werd al lang reikhalzend uitgezien door de zelfstandige ondernemers. Althans die ondernemers, die niet in aanmerking kwamen om zich particulier tegen arbeidsongeschiktheid te verzekeren. Bedoeld ontwerp moet uiteraard in beide kamers be handeld worden. Beoogd wordt deze wet per 1 juli 1976 in te voeren en de uitkeringen te baseren op de A.O.W.- normen. Het gaat er bij deze wet om uitkeringen te ver strekken, indien men na een jaar blijvend ongeschiktheid blijft hetzij geheel of gedeeltelijk. Zij, die reeds op dit mo ment geheel of gedeeltelijk blijvend arbeidsongeschikt zijn, zullen na invoering van voornoemde wet meteen voor uitkering in aanmerking komen. Overigens blijft het 1e jaarsrisico zo wie zo voor eigen rekening. Dit 1e jaarsrisico benevens de aanvulling boven de wet telijke regeling zal in de toekomst via vrijwilige basis moe ten worden gedekt. Wij komen op deze A.A.W. nog wel nader terug, zodra de 2e kamer zich met dit ontwerp gaat bezig houden. Met betrekking tot de gezondheidszorg is het Ministe rie met name Staatssecretaris Hendriks druk bezig. Niet onwaarschijnlijk is, dat men in dit opzicht met een zesde volksverzekering uit de bus komt. De vraag zal wel zijn of er op de duur nog ruimte overblijft om premie te hef fen. Immers men is er in Den Haag wel reeds achter, dat de belasting plus sociale kosten geen 100% van het in komen mag bedragen. Welk percentage dan wel is nog volop in discussie. Laten wij derhalve met ons allen maar moed houden. DE L. Drs. DIJKGRAAF. L.C.C. - Goes. ,,Je staat er verstomd van dat zo'n massa mensen bij elkaar zo weinig kunnen denken". Deze uitspraak heb ben we eens ergens opgeschreven, maar we weten niet meer van wie hij is. Dat doet er ook niet zo veel toe, maar hij heeft ons wel aangesproken. Je kunt er verbazing in beluisteren, maar ook intellectuele hoogmoed. Bij verba zing valt dan te denken aan de hartgrondige reaktie van „hoe bestaat het". En bij intellectuele hoogmoed aan „wat is de massa toch dom". Beide reakties zijn niet erg vleiend voor de massa. Bovendien vinden wij ze ook erg gevaarlijk. Wij houden namelijk niet van elitair denken en van het zich verheffen boven de massa, waartoe we nota bene zelf behoren. Of we willen of niet en rnet alle pogingen om afstand te nemen. Dat neemt natuurlijk niet weg, dat denken niet iedereens sterkste punt is. Afgezien van onze beperktheden zijn er velen, die niet graag veel denken. Hetzij vanwege geestelijke luiheid, hetzij omdat het toch geen nut heeft, hetzij omdat denken alleen maar narigheid meebrengt. Ze laten liever anderen denken. Dat is wel jammer, omdat bijna iedereen toch kan den ken vraagt wel training en inspanning, maar het is goed te doen. GEEN EILAND MEER Wij vinden het destemeer jammer, omdat vooral in deze tijd nadenken zo belangrijk is om tot een goede oordeels vorming te komen. En die oordeelsvorming mogen we ons inziens toch niet onderschatten. Maatschappelijk, economisch, politiek en sociaal wordt de laatste tijd enorm veel overhoop gehaald. Het gaat allemaal niet zo erg florisant in onze samenleving en dat is een goede voedingsbodem voor het lanceren van nieuwe iedeeën om tot een betere samenleving te komen. Die ideeën va riëren van kleinere tot grote wijzigingen van de bestaan de struktuur tot geheel nieuwe strukturen. Nu vinden wij, dat we daar bij moeten zijn. Anderen gaan door en zo kunnen veranderingen plaatsvinden waar we het helemaal niet mee eens zijn. En wat te denken van land- en tuinbouw in dit verband. We leven al lang niet meer op een eilandje. De beslotenheid van bedrijfs takken behoort tot het verleden. We kunnen ons niet meer uitsluitend beperken tot de zaken, die we tot de onze rekenen. Als wij ons niet met de maatschappij bemoeien, be moeit de maatschappij zich wel met ons. Deze tijd vraagt om een veel bredere opstelling en om het betreden van denkgebieden, waar we voorheen geen weet van hadden. De wereld om ons heen wordt steeds verder opengelegd en die openlegging gaat gepaard met in onze ogen soms de meeste wilde ideeën. We zullen belangsteling op moe ten brengen voor problemen, die op het eerste gezicht soms ver van ons vandaan lijken te liggen. De maatschap pelijke integratie schrijdt voort. Daar kunnen we noch in dividueel noch als groep en ook niet in onze organisaties, instellingen en coöperaties onderuit. We splitsen ons riu nog te veel op in deel en denkgebieden, terwijl we moe ten zoeken naar een integrale visie. DENKFABRIEK Ja en daar is toch denkwerk voor nodig of we willen of niet. Een massamedium als de t.v. levert daartoe in de meeste gevallen ternauwernood een aanzet. Daarvoor is het té oppervlakkig en trekken de beelden teveel aan ons voorbij. Bovendien is de variatie te groot om tot een na denken over bepaalde zaken te komen. Het blijft allemaal wat aan de oppervlakte hangen, waardoor het weer snel vervluchtigt en daardoor uit onze interessesfeer verdwijnt. Maar gelukkig zijn we niet van de t.v. afhankelijk. Het luisteren naar en het lezen over kan ons verder helpen. Het wat dieper kennis nemen van zet ons doorgaans op een beter denkspoor. Denkprodukten van anderen zetten ons dan weer aan het denken. In navolging van wat elders gebeurt pleiten wij voor de oprichting van een denkfa- briek voor land- en tuinbouw. In zo'n denkfabriek kunnen mensen van verschillend niveau en verschillende discipli nes op niveau integraal proberen te denken over het funktioneren van land- en tuinbouw in onze samenleving. Ze zullen terdege geselecteerd moeten worden en zich met duidelijk geformuleerde opdrachten gaan bezighou den. Wat nu verbrokkeld gebeurt kan en moet uiteraard doorgaan, zowel in het grondvlak als in de top, maar daarnaast kan de denkfabriek coördineren en integreren. Wij geven deze gedachten in ernstige overweging omdat naar onze mening een soort denkbureau voor land- en tuinbouw in ruime zin geen overbodige luxe is. We heb ben behoefte aan rustig en integraal denken over onze bedrijfstakken, waarbij nog valt te bezien of het de vorm aan zal nemen van een wetenschappelijk bureau. Met stimulansen van boven naar beneden en visa versa. Ons inziens stellig onderzoek en initiatief waard. Met een gezamenlijke denkinspanning bouwen aan een samen leving, waarin onze land- en tuinbouw een zo goed mo gelijke bijdrage levert. Daar kunnen we met elkaar aan blijven denken. Ons eerste artikeltje voor 1975 kan er moeilijk omheen om onze verwachtingen ten aanzien van de economische ontwikkelingen in 1975 weer te geven. Men moet wel erg optimistisch zijn om een gunstig beeld te zien. Alle symptomen wijzen op een economische crisisalle planologen, futurologen en wat er meer zijn ten spijt. De inflatie en de werkeloosheid zijn de meest op. de voorgrond tredende symptomen van deze tijd. Als eveneens zeer belangrijke elementen kunnen wor den aangewezen de neergaande ontwikkeling van de we reldhandel en het teruglopen van de produktie evenals de vermindering van de binnenlandse consumptie. Op enkele van deze punten willen wij wat nader ingaan. Nederland heeft de laatste jaren geleefd in een schijn baar gunstige economie. De voornaamste oorzaak hier van moet o.i. worden gezocht in de aardgasschat. Inderdaad is dat voor ons land gebleken een schat in de akker. Overigens hebben de opbrengsten van deze aardgasproduktie er toe bijgedragen dat de werkelijke situatie vertraagd aan het licht kwam. De werkelijke situatie werd verdoezeld door de impulsen van de aard gasproduktie. De betalingsbalans was gunstig door aardgasleveran ties en het achterblijven van de noodzakelijke investerin gen in kapitaalsgoederen door de bedrijven. Bovendien hebben wij in de Nederlandse gulden, hoe is het mogelijk denken velen, maar ook hierin spelen aard gas en betalingsbalans een rol, een harde valuta. De gul den staat internationaal goed genoteerd. Toch ondervinden ook wij de nodige gevolgen van de zwevende wisselkoersen. De wereldhandel wordt hoe langer hoe meer gesplitst in valuta-blokken. Binnen de sterkste valutablokken zal de handel zich het sterkst ontwikkelen, maar vallen ook bepaalde landen als klant weg. Denkt maar eens aan Italië met zijn geweldige prijsval van de lire in 2974 en anders zins aan de prijsstijging van de Zwitserse frank die in enkele jaren tijds is gestegen van ongeveer f 0,80 tot f 1, per frank. De wereldhandel ondervindt steeds meer de nadelen van de zwevende wisselkoersen. Het ziet er naar uit dat de nadelen van dit systeem van zwevende wisselkoersen zo groot zijn, dat de vraag kan worden gesteld of de risico's die hieruit voortvloeien wel op het bedrijfsleven kunnen worden afgewenteld. De overheid heeft toch als taak de waardevastheid van de munteenheid te handhaven en te garanderen. Wanneer dit niet gebeurd, krijgt de handel, krijgen de ondernemingen er een risicofaktor bij, een risicofaktor die beheerst wordt door politieke faktoren en die vrijwel niet is te overzien. Deze faktor is zo riskant dat de handel er door wordt belemmerd en geconstateerd moet dan ook worden dat de nationale valuta's in Europa hun functies» niet goed vervullen.. Zowel uit nationaal als uit internationaal gezichtspunt is het herstel van vertrouwen in de valuta een eerste ver eiste, een zaak van levensbelang voor het gehele maat schappelijke leven. De geest van wantrouwen die allerwege valt te con stateren, die een vlucht uit het geld en in goederen te weeg heeft gebracht moet plaats maken voor een sfeer van vertrouwen in het geld, dan kunnen handel en pro duktie zich ontwikkelen. Dat is noodzakelijk om een wereldcrisis te voorkomen en ook in nationaal verband is vertrouwen nodig om re cessie en werkeloosheid op gepaste wijze het hoofd te bie- den. Laat ons hopen dat het de overheden niet aan inzicht ontbreekt om hiertoe de nodige impulsen te stimuleren. PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1975 | | pagina 3