Vragen rond de tombola
van de
inkomenstoeslagen
Verruimde toepassing
regeling oogstschade
WAT ZIJN SBE's?
V
De berekening van de bedrijfsomvang via SBE's (stan-
dóardbedrijfseenheden) levert voor de meeste boeren en
tuinders nogal wat problemen op. Wat zijn SBE's voor din
gen?
Het komt erop neer dat het een maatstaf is waarmee de
faktoren grond, arbeid en kapitaal onder één gemeenschap
pelijke noemer worden gebracht. Daardoor wordt het moge
lijk om b.v. tarwe en varkens met elkaar te vergelijken.
Bijl wijze van voorbeeld wordt in onderstaand staatje voor
enkele belangrijke gewassen en dieren de normen weerge
geven.
Ruim 80.000 boeren en tuinders ontvingen eind december
van vorig jaar een cheque, waarmee op het postkantoor een
bepaald bedrag kon worden geïnd. Het was een extraatje dat
enerzijds dankbaar werd aanvaard, maar anderzijds aanlei
ding gaf tot veel vragen en ook tot ontevredenheid. We wil
len proberen wat meer duidelijkheid te verschaffen over de
wijze waarop de bedragen werden berekend.
MOTIE TER WOORST
Eerst volledigheidshalve nog wat informatie over de oor
sprong van de regeling. In juni 1974 vroeg het Landbouw
schap om een tussentijdse aanpassing van de produktenprij-
ien. Omdat zo'n aanpassing via Brussel veel tijd kost, werd
voorgesteld een extra B.T.W.-toeslag van 2 te laten gel
den, die dan door middel van de opbrengstprijzen aan de
boeren en tuinders ten goede zou komen. Iedereen zou dus
gelijkelijk naar verhouding van zijn omzet van die 2 kun
nen profiteren De kamer ging echter op 23 augustus in op
het motie van de heer Ter Woorst OKV.P.), waarin een voor
keur werd uitgesproken voor inkomenstoeslagen. De moti
vering was dat dan rekening kon worden gehouden met de
mate waarin de bedrijven hadden te lijden van de ongunstige
prijsontwikkelingen.
Het Landbouwschap wees een dergelijke regeling van de
hand, mede om de ingewikkeldheid en administratieve
rompslomp, maar dat hielp niet. De beslissing was gevallen.
ZEER INGEWIKKELDE REGELING
Het gevolg van dit alles was dat er een bedrag van 115
miljoen gulden verdeeld moest worden via inkomenstoesla
gen. De uitvoering werd opgedragen aan ambtenaren van het
Ministerie van Landbouw. De verdeling is geschied aan de
hand van richtlijnen die de zaak buitengewoon gecompli
ceerd maakten. Vandaar dat er zoveel vragen over zijn.
De hoogte van de uitkering is namelijk afhankelijk van de
omvang van het bedrijf en de produktietak.
De bedrijven zijn in 3 groepen ingedeeld
L Niet zwaar getroffen bedrijven- Daarbij zijn o.a. de ak
kerbouw, melkveehouderij en het kleine fruit ingedeeld.
Alleen de bedrijven in de grootteklasse van 3090 SBE
komen voor een toeslag in aanmerking van 800,
H. De overige bedrijven. Die worden weer onderverdeeld
in:
a. Zwaar getroffen bedrijven. Hierbij behoort in hoofd
zaak de tuinbouw met o.a. fruitteelt (pit- en steen
vruchten), de glastuinbouw, bloembollen, champig
nons. Vanaf 30 SBE's is de uitkering 800,
7,50 per SBE tot een maximum van 150 SBE's.
b. Zeer zwaar getroffen bedrijven, met name de var
kenshouderij, pluimveehouderij, mestveeproduktie.
De uitkering bedraagt vanaf 30 SBE 800,
15,per SBE met een maximum van 150 SBE's.
Tenslotte is er nog categorie III. Dat zijn gemengde be
drijven, waarvan minstens 30 van de bedrijfsomvang in
categorie I en/of II valt. Deze krijgen ook een extra toelage
van 7,50 of 15,per „zwaar getroffen" SBE. Het is
vooral deze categorie die alles zo uitermate moeilijk maakt!
Volledigheidshalve wordt nog opgemerkt dat niet naar het
hoofdberoep wordt gekeken. Ieder die aan de normen vol
doet krijgt een toeslag, wie er niet aan voldoet valt er buiten.
Enkele SBE-normen
granen
suikerbieten
koolzaad
graszaad
groene erwten
pootaardappelen
cons, aardappelen op kleigrond
snijmais
grasland
melk- en kalfkoeien
mestvarkens
leghennen
tomaten (verwarmd)
pit-steenvruchten
frambozen
rode bessen
bramen
tulpen
gladiolen
tuinbouwzaden
zaaiuien
3 per ha
6,5 per ha
4,5 per ha
4,5 per ha
4,5 per ha
9 per ha
7,5 per ha
4,5 per ha
1 per ha
2,5 per dier
0,16 per dier
0,02 per kip
2,5 per 100 m2
18 per ha
56 per ha
38 per ha
70 per ha
60 per ha
35 per ha
22 per ha
14 per ha
100 mestvarkens
x 0,16
16
Totaal aantal SBE's
200
Voor een akkerbouwbedrijf van
30 ha
zou dat b.
v. kunnen
zijn
30
10 ha tarwe
X
3
SBE
3 ha gerst
X
3
9
SBE
8 ha aardappelen
X
7,5
60
SBE
6 ha suikerbieten
X
6,5 -
39
SBE
2 ha .uien
X
14
28
SBE
1 ha graszaad
X
4,5
4,5 SBE
Totaal
Met behulp van de bestaande SBE-normen kan voor ieder
bedrijf het aantal SBE's bepaald worden.
Voor een weidebedrijf betekent dit bijvoorbeeld:
35 melk- en kalfkoeien x 2,5 87,5
25 jongvee kalveren x 0,7 14
15 ha grasland x 1,0 15
15 ha snijmais x 4,5 67,5
170,5 SBE
Een fruitteeltbedrijf met 6 ha appels en peren omvat 6 x
18 108 SBE's. Een kleinfruitbedrijf met 0,5 ha rode bessen,
0,40 ha frambozen en 0,35 ha bramen omvat 19 -f 22,4
21 62,4 SBE's, enz.
LOTERIJ MET VEEL NIETEN
Voor de berekening is uitgegaan van de mei-inventarisatie
1974. De bedrijven moeten dus geregistreerd zijn.
Er zijn thans veel vragen. Wie niets kreeg moppert en
wijst op de onbillijkheden in de regeling. Waarom is b.v.
het kleine fruit niet tot de zwaar getroffen sectoren gere
kend. Waarom krijgt de ene akkerbouwer met b.v. 15 ha
geen toeslag en zijn buurman met een evengroot bedrijf en
vrijwel hetzelfde bouwplan wel?
Wie wel een toeslag kreeg probeert te berekenen hoe men
aan het berekende bedrag kwam. Vaak had hij meer ver
wacht. Heeft men fouten gemaakt?
Bij de akkerbouw, melkveehouderij, klein fruitteelt en
vollegronds groenteteelt (groep I) is vooral van betekenis
dat bedrijven boven de 90 SBE's buiten de prijzen vallen.
Dat geeft aanleiding tot vreemde situaties. Een bedrijf van
18 ha met 8 ha graan, 4 ha consumptieaardappelen, 4 ha
suikerbieten, 2 ha graszaad 89 SBE's krijgt 800,Een
bedrijf van 15 ha met 6 ha graan, 4 ha consumptie-aardappe
len, 3 ha suikerbieten en 2 ha zaaiuien 92 V2 SBE's, krijgt
echter niets! Kunt U zich voorstellen dat de eigenaar van
laatstgenoemd bedrijf zich opgelaten voelt?
ANDERE VOORBEELDEN
Ter verduidelijking geven we hieronder nog enkele ande
re voorbeelden.
a. Bedrijf van 85 SBE, waarvan 40 SBE afkomstig zijn van
de varkenshouderij. Inkomenstoeslag: 800,40 x
15,1.400,het aantal SBE in de eerder ge
noemde sectoren bedraagt meer dan 30
b. Bedrijf van 89 SBE, waarvan 40 SBE glastuinbouw en
30 SBE pluimveehouderij. Inkomenstoeslag: ƒ800,
40 x 7,50 30 x 15,— 1.550,—.
c. Bedrijf van 140 SBE, waarvan 30 SBE in de bloembollen,
de rest bijv. akkerbouw. Inkomenstoeslag: nihil, omdat
de bloembollen SBE's minder dan 30 van het totaal
uitmaken.
d. Bedrijf van 140 SBE, waarvan 30 SBE in de bloembollen,
50 SBE glastuinbouw en 20 SBE Jegpluimvee. Inkomens
toeslag: 800,— 80 x 7,50 20 x 15,—
1.700,—.
e. Bedrijf van 150 SBE, volledig varkenshouderij. Inkomens
toeslag: 800,150 x 15,3.050,(maximale
toeslag).
f. Bedrijf van 300 SBE, waarvan 75 SBE rundveemesterij;
de rest akkerbouw. Inkomenstoeslag: nihil, zie voorbeeld
c.
g. Bedrijf van 200 SBE, volledig pit- en steenvruchten. In
komenstoeslag: 800,150 SBE (max.) x 7,50
1.925,—.
h. Bedrijf van 200 SBE, waarvan 100 SBE varkens en 100
SBE glastuinbouw. Inkomenstoeslag: 800,100 x
15,50 x 7,50 2.675,Indien het aantal
SBE, dat voor de inkomenstoeslag in aanmerking komt,
zowel bestaat uit SBE 7,50 als uit SBE a 15,
wordt altijd eerst het aantal SBE a 15,berekend en
daarna het aantal SBE a 7,50, totdat het vastgestelde
maximum van 150 SBE is bereikt.
Misschien is het tot zover nog enigszins te volgen. De
grootste problemen bij de berekening zijn er echter op ge
mengde bedrijven met meer dan 150 SBE's. Dan wordt ge
rekend volgens de formule: aantal SBE's in de zwaar ge
troffen sectoren, gedeeld door het totale aantal SBE's x 150
x 7,50 of 15,—.
NU WORDT HET PAS MOEILIJK!
Misschien is het tot zover nog enigszins te volgen als men
er een paar uur studeren voor over heeft. De grootste pro
blemen bij de berekening zijn er echter op gemengde bedrij
ven met meer dan 150 SBE's. Dan wordt gerekend volgens
de formule: aantal SBE's in de zwaar en/of zeer zwaar ge
troffen sectoren gedeeld door het totale aantal SBE's x 150
x 7,50 of 15,—.
Als voorbeeld een fruitteler met 10 ha appels en peren
180 SBE) en 1 ha bramen (60 SBE). De uitkering wordt:
180
800,x 150 x 7,50 1.643,75. Ongetwijfeld
240
knap om zoiets in elkaar te timmeren!
Een ander voorbeeld. Een glastuinbouwbedrijf van 160
SIBE, met daarnaast 1 ha aardappelen, 1 ha uien en V/2 ha
tarwe, samen goed voor 26 SBE. U kent intussen de reken-
160
som: 800,b x 150 x 7,50 1.768,40. Eigenlijk
186
dóódsimpel als 't eenmaal uitgerekend is.
BEZWAARSCHRIFT
Wie het voorgaande heeft doorgeworsteld zal lang niet
alles begrepen hebben. Het is onmogelijk om een dergelijke
gecompliceerde regeling in een vrij beknopt artikel op een
bevattelijke wijze uit te leggen. Doen we het uitgebreider
dan raakt men ook verdoold. Heel misschien kunt U nu ech
ter bij benadering nagaan of er reden voor is dat zich U' te
kort voelt gedaan. De voorlichters van de ZLM kunnen u
daarbij helpen. Komt men tot de konklusie dat er iets niet
klopt dan kan er een gemotiveerd bezwaarschrift worden
gezonden aan het Ministerie van Landbouw en Visserij.
Directie agrarische produktie, verwerking en afzet, le v. d.
Boschstraat 4 te 's-Gravenhage.
A. v. O.
De minister van landbouw en visserij, mr. A. van der Stee,
heeft besloten de volgende wijzigingen te doen aanbrengen
in de in voorbereiding zijnde bodemvoorziening voor de
oogstschade 1974.
De maximum tegemoetkoming van 20.000,per bedrijf
voor ongeoogst gewas, voorzover begrepen onder de
regeling, is vervallen.
Het gewas bruine bonen wordt voorzover ongeruiterd
onder de werking van de regeling gebracht. De tege
moetkoming voor ongeoogste bruine bonen is op
1250,per hectare gesteld. De overige voorwaarden
van de regeling zullen op het gewas bruine bonen onver
minderd van toepassing zijn.
De voorwaarden tot aanmelding van ongeoogst gewas
is verruimd. Aanmelding kan geschieden indien de be
treffende oppervlakte voor consumptie-aardappelen, uien
en bruine bonen elk minimaal 1 ha en voor gladiolen
minimaal 0,5 ha is. Daarnaast geldt nu voor combinaties
van twee of meer van vorenstaande gewassen op één be
drijf een minimum van 1,5 ha, waarbij het areaal gladio
len ter bepaling van het totaal dubbel zal worden geteld.
OVERZICHT VAN DE REGELING
Met inachtneming van het bovenstaande ziet de regeling
er in hoofdlijnen thans als volgt uit:
In aanmerking voor een uitkering komen bedrijven met
meer dan 20 niet-geoogste gewassen (dit zijn gewassen
in de grond al of niet ondergeploegd en op zwad) con
sumptie-aardappelen, zaai-uien, bruine bonen of gladiolen.
Het areaal wordt bepaald op grond van de meitelling 1974
van het C.B.S.
Nadere voorwaarden zijn:
de afzonderlijke niet-geoogste oppervlakte consumptie
aardappelen, zaai-uien of bruine bonen dient tenminste
1 ha te zijn: voor gladiolen geldt een minimale opper
vlakte van 0,5 ha.
een combinatie van twee of meer gewassen per bedrijf
moet minstens een oppervlakte hebben van 1,5 ha, waar
bij het areaal gladiolen tervbepaling van het totaal dub
bel mag worden geteld.
Zoals bekend zal de tegemoetkoming worden verstrekt
over het aantal niet-geoogste hectaren boven genoemde
20 dat als eigen risico wordt aangemerkt.
AANMELDING
Voor het verkrijgen van de tegemoetkoming dient men
zich in de periode van 6 t/m 17 januari te melden bij de dis
trictbureauhouder (D.B.H.) om een aanmeldingsformulier in
te vullen. Voor het Z.W.-kleigebied ligt het in de bedoeling,
dat de districtsbureauhouders van 6 t/m 17 januari 1975
„zitdagen" houden, waarbij betrokken landbouwers daartoe
zullen worden opgeroepen.
ONDERPLOEGEN
Het ministerie van landbouw en visserij vestigt er de aan
dacht op dat voor aanmelding (en eventuele tegemoetko
ming) van ongeoogst produkt in de zin van de speciale rege
ling, ook niet-geoogste percelen, waarop reeds een grond
bewerking is toegepast ,b.v. met de ploeg of cultivator, wor
den meegerekend.
Dit betekent, weersomstandigheden buiten beschouwing
latende, dat de speciale regeling geen oorzaak kan vormen
van vertraging in de in dit seizoen noodzakelijke bodembe
werking en daarmede verbandhoudende verdere werkzaam
heden.
Degene, die vóór genoemde aanmeldingsperiode daartoe
wil overgaan dient dit schriftelijk op te geven biji de D.B.H.
in het district waarin zijn bedrijf is gelegen.
Tenslotte wordt er nogmaals op gewezen dat naast voren
staande bodemvoorziening de Rijksgroepsregeling Zelfstan
digen van toepassing zal kunnen zijn.
Vorenstaande regeling is thans aangemeld bij de Commis
sie van de Europese Gemeenschappen, met het verzoek
gezien de noodsituatie waarin de getroffen agrariërs en hun
gezinnen verkeren op zo kort mogelijke termijn te reage
ren.
AARDAPPELHANDEL
Aardappelhandelaren moeten voor verkrijging van de
tegemoetkoming een aanvrage indienen bij de directeur van
de Stichting Uitvoering Landbouwmaatregelen, Stadhou
dersplantsoen 12 te Den Haag. Daarbij dienen te worden
overgelegd afschriften van de met de boeren gesloten con
tracten, alsmede een accountantsverklaring waaruit blijkt
dat de opgave volledig is. De aanvrage kan ook via de Ver
eniging ter Behartiging van de Nederlandse Aardappelhandel
(VBNA) worden ingediend.
IC