A. J. van de Ree
B. V. G.
Inkoop Oud Goud en Zilver
V. P. Z.
Nieuwstraat 36 - Tel. 290 - Ter Neuzen
JAARVERSLAG AFD. WALCHEREN DER V. P. Z
VRAGENRUBRIEK.
INGEZONDEN.
Uit het bovenstaande blijkt al wel voldoende, dat wjj
a-H-n de zieke dieren niet veel doen kunnen en dat deze
dus meestal wel als verloren beschouwd kunnen wor
den. Want wanneer de veehouder de ziekteverschijnse
len aan het dier waarneemt en deskundige hulp in
roept, zullen de veranderingen aan de longen en het
borstvlies meestal wel zoo ver voortgeschreden zijn,
dat van herstel geen sprake meer kan zijn.
iMaar wel valt er in beginnende gevallen wat te
bereiken en vooral voor de dieren welke reeds besmet
z\jn, maar nog geen afwijkingen vertoonen, kan veel
gedaan worden. -Deze kunnen namelijk ingespoten
worden met een vloeistof welke stoffen bevat waar
door de in het lichaam aanwezige bacteriën gedood en
de door hen geproduceerde vergiften onwerkzaam ge
maakt worden.
Het is dus wel zaak om, zoodra zich in een koppel
kalveren een ziek of verdacht dier bevindt, de andere
te laten inspuiten. Natuurlijk dient vooraf uitgemaakt
te wonden of er besmettelijke longontsteking in het
spel is of niet, want anders maakt men tevergeefs
kosten. Dit is iets wat alleen door een deskundige en
dat is in dit geval een dierenarts, gebeuren kan. Raad
pleeg deze dus zoodra gij verdachte verschijnselen aan
een der dieren meent te bespeuren.
Spoedig ingrijpen is echter van veel belang, wil men
de ziekte niet de kans geven om meerdere slachtoffers
te maken. Kijk daarom de zaak niet eerst nog esns
even aan of denk dat het dier wel kou gevat zal heb
ben, want in die tusschentijd zijn de andere dieren wel
licht al in een dergelijke mate aangetast, dat de kans
op herstel veel vermindert.
Natuurlijk zal een grondige ontsmetting van het
hok waarin het zieke of gestorven dier aanwezig ge
weest is, een eerste vereischte zijn om later herhaling
te voorkomen. Dit ontsmetten dient dan echter zeer
nauwkeurig en degelijk te geschieden. Een 3 oplos
sing van creoline in kokend water kan hierbij zeer
goede diensten bewijzen. Men dient dan vooral aan
dacht te besteden aan die plaatsen en voorwerpen,
waar het zieke dier ms.de in aanraking geweest kan
zijn en welke dus met smetstof bezoedeld kunnen zijn
geraakt.
(Nadruk verboden.)
Zult ge vast niet wat gaan sparen,
Nu g'Uw.j^angifte zelf doet?
't Kost &3el moeite en bezwaren,
En veel gelden nog niet igoed.
BOHKHOUDBUREAU Z. L. M.
WORDT IN ZEELAND GENOEG VAN HET GROND
ONDERZOEK, ZOOALS DAT MOGELIJK IS,
GEPROFITEERD.
(Ingez. Med.)
Het grondonderzoek is in de laatste jaren, vooral
buiten onze provincie, in sterke mate toegenomen, dank
zij de veelal gunstige resultaten die door dit onderzoek
verkregen zijn.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat wanneer men
uitslagen van proefvelden boort of leest in de diverse
landbouwbladen, dat bovenstaande vraag, ter beant
woording is opgegeven.
Vioor onze Zeeuwsche kleigronden is het evenwel nog
niet in die mate van belang als wel in de zandstreken
van naburige provincies. Algemeen luiden de antwoor
den dan ook, dat nog zeer weinig grondmonsters zijn
genomen en ter onderzoek opgestuurd worden voor een
volledig onderzoek. Het onderzoek alleen op kalk-
gehalte wordt wel in meerdere mate toegepast, en wel
voornamelijk in de oudste polders onzer provincie b.v.
in de B. W. B. W. I. (Breede Watering Bewesten Ier-
seke). Hier treffen we aan de z.g.n. loopende en in-
éénslibbende gronden. Dit onderzoek bepaalt zich dan
slechts vrijwel tot het toevoegen van wat zoutzuur aan
den grond, om te zien of dit sterke, lichte of geen op
bruisingen veroorzaakt. In beide laatste gevallen kan
men de zuurgraad bepalen met een Combes-toestel. Als
voorbeeld voor andere vereenigingen mag ik zeker de
vereeniging van Kloetinge noemen. Deze heeft vfbor
hare leden zulk een toestel aangeschaft.
Men is hiertoe overgegaan omdat in die plaatselijke
omgeving veel zure gronden voorkomen.
Volgens ingekomen antwoorden wordt de aanwezig
heid van kalk hoofdzakelijk vastgesteld door het zout
zuur. Heeft m,en eenmaal vastgesteld, dat een of ander
perceel grond zeer weinig of geen kalk bevat, zal men
na een bekalking, wat voor al in dezen tijd een dure
geschiedenis is, niet direct een verhoogde opbrengst
hebben.
Door de sterke bufferende werking van onze klei
gronden, zal men over 't algemeen van 'een bekalking
niet direct die resultaten hebben die men er van ver
wacht. Proefveldresultaten in mijn naaste omgeving,
hebben dit bevestigd. Wel was door de werking der
kalk de structuur aanzienlijk verbeterd, doch of dit in
deze tijd tegen de kosten van een bekalking opweegt is
de vraag.
Bovenstaande is mjjns inziens wel de hoofdzaak dat
in Zeeland nog zoo weinig grondmonsters genomen
worden. Met het oog op de bemesting kan het even
wel toch zijn nut hebben, mé er grondmonsters te onder
zoeken, vooral van die gronden waarvan men verwacht,
dat zij zuur zullen reageeren. Op deze gronden zal men
toch bij voorkeur meststoffen nemen die de grond niet
zuurder maken dan deze al reeds is. Zeer weinig wordt
bovenstaande nog in acht genomen.
Het is van groot belang hierop voortdurend de aan
dacht te vestigen. Moge dit rapport hiertoe mede
werken.
De rapporteur,
ARIE SINKE Jr.
Het jaar is weder teneinde en rust op ondergeteeken-
de de taak een overzicht te geven van onze Afdeeling.
Veel valt niet te vermelden over het vereenigingsleven,
dit is door de omstandigheden zeer terug gedrongen.
3 leden bedankten als lid, een nieuw lid werd inge
schreven. Het eenigste wat onze afdeeling kan doen
was een demonstratie in het sexen van kuikens, hier
was een goede belangstelling en werd de leden duide
lijk vertoond. De pluimveeteelt was in 1935 wat de fi
nantiëelé uitkomst betreft zeer slecht te noemen, daar
de graanrechten nog steeds te zwaar drukken daar de
restitutie aan de pluimveehouders niet tot zijn recht
komt, de eierprijzen waren zeer laag. Jonge hennen
hetzelfde, mede in verband dat geregeld uit België
jonge hennen kwamen die de prijs zeer drukten.
Wij kunnen niet beter doen dan de actie, wij vragen
geen steun. Wij vragen recht, teruggave aan de pluim
veehouders van de door hen betaalde graanrechten,
te steunen, deze actie, dat ons eenmaal recht wordt
gedaan.
De Secretaris,
M. J. ROTTIER.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Vragen:
1. Hoe kan men het best de entkever bestrijden?
2. Is de moderne snoei goed te keuren?
.3. Wanneer moet'men Oox Oranje Pipping, Precose
de Trevoux dunnen, daar ze nog al lang ruiën?
4. Waar kan men de blauwe vlaggetjes koopen tegen
het keeren van vogels?
5. Wanneer moet men de boomen met Derrispoeder
bespuiten tegen spint of drooebestuiven
6. Kan men zijn late pruimen
bespuiten
7. Vorig jaar
geplukt, maar zej
Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van het onderschrift in het Zeeuwsch
Landbouwblad van 21 Maart vragen wij nog gaarne
opname voor onderstaande in verband met bet artikel:
,,Mais als Nederlandsch graangewas"'.
De Red. heeft dit voorjaar tot onzen spijt al meer
malen onze bevreemding opwekt over zijn houding, die
h(j aangenomen heeft. 1 en 8 Februari was ons artikel
zeker aan het redactiemes ontsnapt, of, hoe dan ook,
het had de eer geplaatst te worden in de redactioneele
rubrieken Als de Redacteur later opmerking over dit
onderwerp krijgt biedt hij zijn excuus den lezers aan en
gaat hetzelfde artikel bestrijden.
Vervolgens hebben wij getracht in een kort art.
enkele dingen in helderder licht te stellen en onze be
doeling met het plaatsen van het art. nader te moti-
veeren en jammer genoeg, de Red. trekt nog eens zijn
misleidende conclusies.
De Zeelandia Mais van Van der Have zou door ons
nog al aangeprezen zijn. Ik kan niet zien, waarin dat
bestaat. In ons eerste artikel hebben wij dit ras terloops
genoemd en enkele van de beste eigenschappen om
schreven. Ten zeerste aangeprezen hebben wij dit ras
in geen geval, daarvoor hebben wij dit ras nog niet
lang genoeg in cultuur. Dan begint de Red. opnieuw
zijn klompen te breken over onze opbrengsten, die wij
in '35 mochten bereiken. Wie ons artikel nuchter ge
lezen heeft, zal zonder meer wel steeds begrepen heb
ben, dat de Red. maar steeds de plank misslaat. Hoe
zouden wij uitdrukkelijk durven te publiceeren, dat
onze hoogste opbrengst op de proefvelden voor het
I. v. P. te Wageningen 8440 kg geweest is? Van hoo-
ger hand zouden wij en alle lezers reeds lang op het
misleidende van dat cijfer gewezen zijn! Wij ontkennen
niet dat het samenvattend verslag de cijfers meldt, die
de Red. overgenomen heeft. Bedoeld verslag vermeldt
inderdaad bij Mecklenburger Körner een opbrengst van
49,8 kg per Are,„n.l. bij een plantverband van 66 X 66
cm. Het Itailaansche ras Giallotondo di s'Panczrazia
komt in dat verband dan op 137,9 X 49.8 kg 6867
kg per ha. Alleen in dit plantverband komt de bereke
ning dus goed. En dit plantverband is in het samen
vattend verslag opgenomen, omdat ons grootste varië
teitsproefveld was aangelegd in dit plantverband. Het
is echter wel eenigzins jammer, dat een groot proef
veld van 38 variëteiten, in enkelvoud aangelegd in een
appelboomgaard, gedeeltelijk overgenomen wordt in een
samenvattend verslag, zonder vermelding van de iet
wat ongunstige omstandigheden, waaronder dit proef
veld opgegroeid is.
Thans willen wij echter nog aantoonen, zonder de
minste hocus-pocus te gebruiken, waar we de 8440 kg
zaad vandaan halen, door eenvoudig den uitslag mee
te deelen van ons proefveld met Mecklenburger Körner
(ook een proefveld van het I. v. P.) en de lezer oor-
deele dan over de juistheid van onze vorige artikelen.
na den bloei ook
Itób
:b ik Herzogin Elza in November
erde* taai. Hoe komt dat?
N.
Antwoorden:
1. De bestrijding van de entkever is op verschillen
de manieren mogelijk. U kunt de ent omhullen met een
papieren zak en zoo de kever buiten sluiten. U kunt
ook. probeeren de kever te vangen op plaatsen waar ze
talrijk zijn, omdat ze meestal aan de voet van de plant,
in de grond zicb verschuilen en bij hoogere gewassen
is het soms mogelijk om kippen er onder te laten loo-
pen en die de kevers te laten vangen.
2. Wanneer onder moderne snoei verstaan wordt de
snoei zooals die de laatste jaren worden toegepast en
waarbij in de eerste plaats het afgedragen hout verwij
derd wordt en verder de hoornen sterk uitgedund wor
den en de hoogte van de boom niet boven een bepaal
de grens stijgt, dan is inderdaad deze nieuwo snoei-
methode aan te raden.
3. Cox's Orange Pippin en Precoce de Trévoux kun
nen, ofschoon ze ongedund toch lang blijven ruien, wel
vroeg gedund worden, omdat juist door het dunnen
die vruchten weggenomen worden, welke anders nog
af zouden vallen. U kunt met het dunnen wachten
tot na het ruien, maar vooral voor Precoce verdient
vroeg dunnen aanbeveling.
4. Het adres waar vlaggetjes te koop zijn voor het
keeren van vogels is mij niet bekend. Ik zou U aan
raden om als proef een aantal zelf te maken van een
fel blauwe kleur, dat is goedkooper en U kunt dan eerst
zich een oordeel vormen of het bevalt of niet.
5. De bespuiting met Derrispoeder tegen spint zal
uiteraard niet eerder uitgevoerd worden dan wanneer
de spint zich vertoont.
6. Ook late pruimen kunnen na de bloei nog be
spoten worden met Californische pap van Ve
llet komt echter wel eens voor dat de pruimen door
Californische pap eenigszins bladbeschadiging ver
toonen. e
7. Het taai worden van Herzogin Elza is zoo, zon
der meer, moeilijk te verklaren. De pluktijd is zeker
laat genoeg geweest. Misschien speelt de onderstam
een rol.
Proefveld No.
Zaaitijd.
l
Plantverband
in c.M.
opbrengst in
K.G. per veldje
van 25 c.A.
Opbrengst in
K.G. per H.A.
berekend.
1.
18 Apr.
33 X 66
21.100
8440.—
2.
18
50 X 66
21.050
8420.—
3.
18
66 X 66
19.510
7804.—
4.
18
83 X 66
18.500
7400.—
5.
2 Mei
33 X 66
17.250
6900.-
6.
2
50 X 66
17.200
6880.—
7.
2
66 X 66
17.450
6980.—
8.
2
83 X 66
15.050
6020.—
9.
16
33 X 66
15.200
6080.—
10.
16
50 X 66
17.700
7080.-
11.
16
66 X 66
19.040
7616.-
12.
16
83 X 66
18.150
7260.—
Hoogachtend,
M. DE JONG,
Selecteur Wetenschappelijk Selectie Bedrijf
D. J. van der Have, Kapelle-Biezelinge.
Onderschrift.
Onze houding die de fa Van der Have vréémd vindt
is hieruit te verklaren, dat wij aanvankelijk, en ver
moedelijk velen met ons, de strekking van het artikel
over het hoofd hebben gezien.
De fa Van der Have kan niet inzien, dat in baar
artikel de Zeelandia Mais nogal is aangeprezen. Maar
waarom noemt de fa dan haar eigen maisras, waarvan,
voor zij het artikel publiceerde, nog niemand in den
lande ooit had gehoord, en waarom verzweeg zij de
rassen die in de Rassenlijst vermeld staan? De Zeelan
dia Mais komt zelfs in de geheele Rassenlijst niet voor.
En wat zegt men dan wel over de volgende sensatio-
neele mededeeling in het artikel van de fa Van der
Have „dank zij de activiteit waarmede geselecteerd is,
is het ons gelukt de mais zoo te selecteeren, dat wij een
gewas gekregen hebben met een productie niet minder
hoog dan de N.H.M.-mais, dat bovendien drie en een
halve week een maand vroeger rijptEn dat
alles is bereikt in een jaar tijds? Of indien dit niet het
geval is, hoeveel jaar heeft de fa Van der Have dan
reeds aan de selectie van mais gewerkt, dat zij reeds
nu er in geslaagd is een dergelijk veelbelovend maisras
te selecteeren, dat luisterde naar den schoonen naam
Zeelandia? Als wg goed zijn ingelicht heeft de firma
Van der Have het vorige jaar voor het eerst een proef
veld aangelegd.