HET is mogelijk, dat ik belangrijke dingen uit het ver
leden niet heb vernoemd, dames en heren. Maar ik
dacht, dat ilk me aan de stelregel van de heer Becu moest
houden om niet te overdrijven en het kort te houden. Ik
wil echter dit nog zeggen. We izitten momenteel in een diep-
De nieuwe 9Czlm-voorzitter
Afscheid
van de heer J. B. Becu
als Algemeen voorzitter
Benoemd tot erelid der ZLM
aan het woord
3
IJAARNAAST was U volledig boer naast de boeren en
hierbij heeft U een wenkracht en een werkhist ge
toond, waar iedereen verbaasd over was.
Als men een vergelijking zou mogen trekken, dan zou
men het zo kunnen stellen. Toen we vroeger in de landbouw
nog met paanden werkten, hadden wij dieren, waar je altijd
op kon vertrouwen, die nooit weigerden en die steeds met
gelijkmatigheid voortgingen.
Voorzitter, U bent geen hardloper, doch juist zulk een
eerlijk Zeeuws werkpaard, waar men volledig op mocht en
kon vertrouwen.
Voorzitter, dames en heren, deze vergelijking is misschien
wat pnozaisch en had ik andere woorden moeten gebruiken,
doch degenen, die mij kennen, weten dat ik wel eens meer
niet direct parlementaire woorden gebruik. Doch wat zijn
tegenwoordig parlementaire woorden...!
Wat wellicht minder bekend is, doch wat niet onvermeld
mag blijven is, dat de heer Becu dit jaar zijn 25-jarig jubi
leum als bestuurslid van de ZLM viert.. In 1949 kwam hij in
het Hoofdbestuur van de ZLM en in hetzelfde jaar ook in
het toenmalige dagelijks bestuur. Daardoor geraakte hij ook
in verschillende commissies, zowel regionaal als landelijk
en dan voornamelijk in de akkerbouwsfeer. Hierdoor heeft
Becu veel kennis en levenservaring opgedaan, waar wij
op dit moment, nog steeds van profiteren.
|K kom nu toe aan de periode van het .voorzitterschap,
aldus de heer Van Nieuwenhuijzen. Uw voorganger,
de heer Pirins maakte in de loop van 1971 bekend, dat hij
de ZLM ging verlaten en een functie wilde aanvaarden bij
Cebeco-Handelsraad.
Iedereen weet nog hoe moeilijk het lag tot een voordracht
te komen voor een opvolger van de heer Prins. Er was wel
keus, doch de gedachten waren verdeeld. Het dagelijks be
stuur stond geen andere mogelijkheid open dan de heer Becu
te vtragen tijdelijk deze functie als waarnemend voorzitter
op zich te nemen.
We legden U de vraag voor om als waarnemend voorzit
ter tijdelijk te willen fungeren. Typerend was toen de eerste
reactie na zorgvuldig nadenken.
„Het is niet juist, dat een maatschappij als de ZLM naar
buiten gaat optreden met een waarnemend voorzitter. Dit
betekent een bepaalde onmacht van de ZLM en dat mag en
zal niet gebeuren! Ik vind het reëler als voorzitter van de
ZLM te gaan optreden voor een periode van 3 jaar en in die
tijd dienen wij een geschikte kandidaat te vinden om het
voorzitterschap over te nemen. Verder zal ik verschillende
functies afstoten en dan moet het maar". Zo bent U dan op
1 januari 1972 begonnen en wanneer ik deze 3 jaren dan op
rijtje zet, dan was 1972 een vriendelijk jaar, 1973 wat min
der goed, met name in de mestveesector en 1974 een jaar
vol ellende voor de boer in het Zuid-Westen en voor de ZLM
als organisatie.
Vooral dit jaar is bijzonder moeilijk geweest om alles in
het rechte spoor te houden. Eerst de droogte, daarna de
boerenprotestakties. En nu in het Zuid-Westen de ramp,
waarvan de uiteindelijke gevolgen op dit moment nog niet
zijn te overzien.
Zowel met de droogte als met de nattigheid heb ik kun
nen constateren, dat U elke persoon van enige betekenis
naar het Zuid-Westen gesleept om ze met de narigheid te
confronteren en mogelijk enige verlichting voor de landbouw
te verkrijgen. U heeft de andere landbouwmaatschappijen dit
jaar weten te overtuigen van de narigheid in de landbouw
en dat akties noodzakelijk waren en bovenal een geheel an
dere lijn diende gevolgd te worden.
Een hoogtepunt tijdens uw voorzitterschap was in 1973
de grote ZLM-tentoonstelling te Kamperland, waar de maat
schappij weer eens bewees een manifestatie als deze met
goed gevolg te kunnen organiseren.
(Zie verder pag. 8)
De nieuwe voorzitter ir D. Luteryn, de rif van spre
kers sluitendrichtte zich met de volgende woorden
tot de vergadering en de scheidende voorzitter Becu.
f yRAAG maak ik van de mij geboden gelegenheid
gebruik een kort woord tot de vergadering en
tot de heer Becu te spreken.
Mag ik mij' in de eerste plaats tot de leden van de
ZLM richten. U bent het immers geweest die via uw
kringen het Hoofdbestuur heeft opgedragen mij tot
uw nieuw algemeen voorzitter te benoemen. Dat u
deze origetwijfeld zware maar ook zeer eervolle taak
aan mij hebt willen toevertrouwen, heeft mij bijzonder
getroffenIk mag u daar allen oprecht dank voor zeg
gen.
Dat u als leden en dus als ZLM-organisatie weder
om, zoals ook reeds vele malen in het verleden, de
moed hebt gehad om de eiding in handen te leggen
van een jong voorzitter, die nog een grote dosis be
stuurlijke en menselijke ervaring moet opdoen, is ove
rigens tekenend voor de interne kracht van de ZLM.
Een interne kracht, gebaseerd op een hechte organisa-
tiestruktuurwaarbinnen het beleid gedragen wordt
door een scala van bekwame en ervaren bestuurders
en adviseurs, zowel op plaatselijk als regionaal en pro
vinciaal niveau. Gesteund door een staf van voortref-
felifke medewerkers is het voor mij dan ook een voor
recht en bovenal een uitdaging om deze unieke orga
nisatie straks leiding te mogen geven. Ik zeg u toe
daarbij alle werkkracht die mij is gegeven te zullen
inzetten.
IK ben mij er diep van bewustgeachte vergade
ring, dat zeer vele boeren en tuinders en hun ge
zinnen vandaag de dag wel bijzonder moeilijke tijden
doormaken. Over de oorzaken daarvan is deze mid
dag al uitvoerig van gedachten gewisseld. Zonder twij
fel zullen evenwel deze tijden van tegenspoed weer
door meer perspectief biedende jaren worden gevolgd.
U als leden hebt er recht op van uw organisatie te
eisen dat zij zich volledig inzet om de weg naar deze
betere tijden vrij te maken. Daarbij gebruik makend
van de verworven kennis en ervaring uit het verleden
en heden, maar niet schromend zich in te stellen op de
eisen van de nieuwe tijd.
Een nieuwe tijd, die overigens naar mijn stellige
overtuiging voor de land- en tuinbouw niet kan en
mag gebaseerd zijn op een kleine elite van mammoet-
bedrijven, maar waarin plaats dient te blijven voor een
veelheid van zelfstandige ondernemers die onder ac
ceptabele economische en vooral ook sociale voor
waarden hun bedrijf kunnen uitoefenen.
In dat perspectief hopen wij de ZLM in de komen
de periode te mogen leiden. Ons daarbij steeds voor
ogen houdend dat de ZLM nimmer een doel op zich
mag zifn, maar slechts een middel om de belangen
van in het bijzonder de boer en tuinder zo goed moge
lijk te behartigen.
MIJNHEER BECU.
Voorgaande sprekers hebben al uitvoerig uw
vele verdiensten op een rijtje gezet, om één van uw
eigen uitdrukkingen te gebruiken. Ik wil daar graag
van ganser harte mee instemmen en daar nog slechts
een paar opmerkingen aan toevoegen. In de eerste
plaats dacht ik dat zelden iemand uit de eigen ZLM-
gelederen zo zeer het erelidmaatschap heeft verdiend
als juist u. Niet alleen vanwege het feit, dat u zo'n
groot deel van uw tijd en werkkracht gedurende een
K/MJNHEER de voorzitter, mevrouw Becu, dames en
heren. Als vice-voorzitter rust op mij de taak na
mens de ZLM afscheid te nemen van de heer Becu. Aldus
de heer G. P. A. va nNieuwenhuijzen die zich ter gelegen
heid van het afscheid in de volgende bewoordingen tot
de heer en mevrouw Becu richtte.
Afscheid nemen is nimmer een prettige zaak. Sedert
de fusie tussen de Zeeuwse en Noord-Brabantse Land-
bouwmaatschappijen zijn wij veel met elkaar opgetrok
ken; samen zaten we in diverse commissies en besturen
en als er vergaderingen of werkbezoeken waren, die lan
ger dan één dag vergden wéren we meestal „slapies".
Niet alleen hierdoor is er een bepaalde band gegroeid.
Maar ik en met mij vele anderen hebben respekt en be
wondering gekregen voor U als mens en de wijze waar
op U' de landbouwbelangen en vooral de positie van de
ZLM steeds naar voren wist te brengen.
Bent U iemand, die dusdanig aan de weg timmert, met
veel vuur en élan, waar iedereen stil van wordt? Nee, zo
iemand bent U niet! Integendeel. Persoonlijk heb ik wel
eens gedacht, voorzitter duw er toch eens wat harder
tegen aan! Dat dit niet nodig was is echter steeds weer
gebleken. U behoefde dit niet te doen, omdat U op de
Uw eigen rustige wijze naar voren kon brengen, wat U
wilde, ledereen wist en begreep dat, hetgeen U zei, be
ruste op feiten. Overdrijving was U vreemd en steeds
waren Uw argumenten goed doordacht. Dit was juist de
grote kracht van U als voorzitter, zowel naar buiten als
naar binnen.
Aan de heed Prins en mij de taa!k om' de heer Becu te vra
gen dit te willen aanvaarden.
lik mag rustig bekennen, dat we beiden met een bezwaard
hart naar Groede zijn getogen op een middag in september
1971. Het is immers geen sinecure iemand van 60 jaar, druk
bezet, te vragen om een aantal jaren als wtaarnemend voor
zitter voor de ZLM naar buiten als naar binnen op te treden.
We zaten toen ook in geen gemakkedijke tijd voor de land
bouw, het was de tijd van de grote bedrijven van Mansholt.
We werden ook toen geconfronteerd met inflatie en te wei
nig compensatie om dit; op te brengen.
lange periode aan de ZLM hebt gegeven, maar vooral
ook om de wijze waarop u dat hebt gedaan. En dan
met name de laatste drie jaar gedurende uw voorzit
terschap, waarvoor ik bijzonder dankbaar ben dat ik
die heb mogen meemaken.
U was voor ons op het landbouwhuis een beetje als
de kapitein op het schip, die alleen dan in de stuur
hut verscheen wanneer het werkelijk nodig was, maar
overigens de stuurlui zijn volledige vertrouwen schonk
en hun de vrije hand liet. Als één van uw stuurlui heb
ik daarbij wel in bijzondere mate die vrijheid van han
delen mogen ervaren. Ik ben u daar zeer dankbaar
voor. Immers het bood mij de gelegenheid reeds snel
in woord en geschrift naar buiten op te treden en zo
doende in versneld tempo een brok ervaring op te
doen. Kortom u verstond de kunst om werkelijk te
delegeren!
Als het nodig was volgde u de ontwikkelingen van
nabij, als het goed liep bij voorkeur van verre. Daar
bij was u altijd paraat om moeilijke karweitjes zelf op
te knappen; de eer van het werk gunde u graag aan uw
medewerkers. Medewerkers, die zich wel altijd door
u gedekt wisten, wanneer er eens iets fout dreigde te
gaan
Persoonlijk zal ik het in de komende tijd dan ook
bijzonder op prijs stellen indien u mij van verre wilt
volgen en zonodig van nabij tot steun wilt zijn. Als
erelid hoop ik u met uw vrouw in elk geval nog vele
malen op ZLM-vergaderingen en manifestaties te mo
gen begroeten.
GEACHTE VERGADERING, op 1 januari zal ik
de taak van de heer Becu overnemen. Ik zal dit
doen in het besef dat het vertrouwen dat u als leden,
bestuur en in het bijzonder u mijnheer Becu steeds in
mij hebt gesteld, waargemaakt moet worden.
Ik hoop daarbij samen met u te kunnen voortbou
wen aan de toekomst van een levenskrachtige land- en
tuinbouwwaar zeer velen een zinvol en gelukkig be
staan in kunnen vinden. Een toekomst waarnaar u,
mijnheer Becu, mij gedurende de afgelopen drie jaar
in alle eenvoud en bescheidenheid de weg hebt ge
wezen.