De positie van de Nederlandse veehouderij in landelijk- en EEG-verband KORTE WENKEN 18 DE POSITIE VAN DE NEDERLANDSE AKKERBOUW IN LANDELIJK- EN E.E.G.-VERBAND (Vervolg van pag. 6) gen. We hebben dan voor A en B-suiker ruimte voor cir ca 1.000.000 ton suiker voor de A-prijs. Ei1 is dus een flinke ruimte voor uitbreiding van de bietenteelt en wel tot zo'n 140.000 a 150.000 ha (oogst 1974 circa 116.000 ha). Voor het daarop volgende jaar (1976/ 77) zal het totale quctum in elk geval niet lager zijn dan de hoeveelheid die in 1975/76 is geproduceerd. Daarna is de zekerheid voor het B-quotum weg. Afgezien van de vraag welke mogelijkheden er in ons land zijn om de teelt uit te breiden, moeten de bieten ook nog kunnen worden verwerkt. Ik weet niet welke ruimte de Nederlandse suikerindustrie in zijn bestaan- (Vervolg' van pag. T.) worden vertraagd of niet aangepast en de hoge suiker prijzen zijn een ernstige belemmering voor de afzet van gesuikerde gecondenseerde melk. Afzetproblemen in de condenssector kunnen de aanboddruk naar andere melk- verwerkende sectoren vergroten. De heer Lardinois heeft zich bij zijn laatste uitlatingen over produktie en export van gecondenseerde melk weinig hoopvol uitgelaten. De wereldmarkt moet voor melkprodukten zoveel mogelijk openblijven door een adequaat restitutiebeleid. fWER consumptiemelk kan ik u een aparte inleiding geven. Niet-ingewijden horen van minimum- en maximumprijzen, over stuntprijzen, slijtersprijzen en va riatie van aanbiedingen in het grootwinkelbedrijf. De overheid volgt de consumptiemelksector krampachtig en houdt deze in een strak keurslijf. Ook vandaag had de melkprijs met 3 cent omhoog moeten gaan, maar er is heiaas nog geen toestemming van Economische Zaken. Het gevecht gaat steeds over 2 uitgangspunten. In de eerste plaats de in te zetten grond stof waarde en in de tweede plaats de kostencijfers van de melkverwerkende bedrijven. Wat de grondstofprijs betreft wordt discrimi nerend opgetreden tegen melkveehouders, die voor de binnenlandse consumptiemarkt produceren. Men mag toch tenminste verwachten dat ook deze melk gelijk ge waardeerd wordt als de melk, die industrieel verwerkt wordt Bij de kostencijfers is de overheid steeds aan het touwtrekken over onderdelen. En die zijn er nogal wat in de consumptiemelksector. Verwerking en distributie zijn een arbeidsintensieve aangelegenheid. Zo zegt men nu bijvoorbeeld dat vorig jaar 0,70 en dit jaar 0,80 per 100 liter uit de toegestane berekening verwijderd moet worden. Men wordt geacht dit op te vangen uit produktiviteitsstijging. Een onmogelijke zaak op korte ter mijn! In twee jaar wil dat dus zeggen, dat je ƒ1,50 per 100 liter uit produktiviteitsstijgingen zou moeten halen, dat dan neerkomt bij een totaal van 1,6 miljard liter con sumptiemelk in ons land op 24 miljoen; 24 miljoen is het loon van 1000 werknemers. Wanneer de consumptie melksector dat aan produktiviteitsstijging moet ophikken door arbeid te vervangen door kapitaal, moet men on middellijk 1000 werknemers aan de kant schuiven. Dat is op korte termijn natuurlijk een onmogelijke zaak, maar waarschijnlijk ook op langer zicht. Dit houdt in dat de boer als grondstofleverancier de lijdende partij is, die het gat moet dichten. I7EN apart verhaal is u ook te vertellen over de enorme spanningen op de afzetmarkt van de con sumptiemelksector. Door de steeds toenemende omzet CA.R. Zevenbergen AKKERBOUW U KUNT AARDAPPELEN die provisorisch zijn opge slagen in een schuur, niet behandelen met kiemrem- ming&middelen in nevelvorm. Tijdens de behandeling komt het kiemremmingsmiddel via kieren en openingen terecht op veevoer, pootgoed enz. Voor het „gassen" van aardappelen moet de bewaarplaats goed dicht zijn afge sloten. SPRUITONTWIKKELING BIJ CONSUMPTIEAARD APPELEN is tegen te gaan door het inblazen van chloor- profam of chloorprofam/profam in nevelvorm. Het moet gebeuren voordat de spruiten gaan uitlopen. Dosering: 20 gr. aktieve stof per 1.000 kg aardappelen verdeeld over één, twee of drie behandelingen tijdens het bewaarsei- zoen. Na de behandeling de interne ventilatie zolang la ten draaien dat de nevel is neergeslagen. Een behande ling de interne ventilatie kort voor het afleveren van de aardappelen geeft een te hoog residu in de knollen en mag daarom niet gebeuren. de capaciteit nog heeft voor een meerdere verwerking van suikerbieten, maar het is wel duidelijk dat op basis van een vooruitzicht voor twee jaren moeilijk investe ringen voor uitbreiding van de verwerkingscapaciteit kunnen worden gedaan! Er zou daarom eigenlijk voor meer jaren een minimum gesteld moeten worden aan het B-quotum, zodat de in dustrie zich kan aanpassen aan de produktie-mogelijk- heden op langere termijn. Produktie van C-suiker, dus boven de A en B-suiker, is mogelijk, maar daar zullen we in elk geval liet vol gende jaar niet aan toekomen. Het mengprijssysteem is weer toegestaan, dus we hoeven niet naar een contin- gentering per teler toe. In de afgelopen jaren zijn we hiervoor afgestraft, omdat landen die het mengprijs systeem toepasten (Nederland en België) gekort werden in do uitloop van B-suiker .In volgende jaren zal zo'n bezwarende bepaling ook aan het mengprijssysteem kun nen worden verbonden. Hiertegen zal Nederland zich moeten verzetten. De wijziging van het nationale suikerprijsbeleid zal de uitbetalingscapaciteit van de industrie ten goede komen, van het grootwinkelbedrijf ontstaat er een gewijzigde af- zetstructuur. Andere koopgewoonten van de consumen ten spelen daar natuurlijk ook mee. Maar het is wel een funeste ontwikkeling voor de tussenschakel: de melk- detailhandel. Begrijpelijk is dat men in die kring de toe komst met grote zorg tegemoet ziet. Men vraagt zich af waar de daling van het aantal huis-aan-huis bezorgers zich zal stabiliseren. In 4 jaar tijd daalde het aandeel van de slijters in de consumptiemelkafzet in West-Ne derland van 90 tot 55 Het voor hen bedoelde bescher mende minimumprijsbeleid heeft gefaald. Het gebruiken van melk als lokkertje gaat onverminderd voort. Op deze wijze wordt de bezorgende melkhandel in een onmoge lijke concurrentiepositie gemanoeuvreerd. Wanneer ze de strijd niet meer kan voortzetten, is dat zeker ook niet in het belang van de consumptiemelkindustrie. Van ver schillende kanten, inclusief de emotioneel reagerende melkhandel, wijst men met de beschuldigende vinger naar de fabrieken die de kortingen geven. Men moet daarbij overigens wel bedenken dat kortingen, dus prijsdifferen tiatie, afhankelijk van leverings- en betalingsvoorwaar den, in het bedrijfsleven normale en economisch verant woorde zaken kunnen zijn. Maar iets anders moet dan ook meteen gezegd worden. Ook in de detailhandels wereld zal men zich moeten blijven aanpassen aan de gewijzigde omstandigheden. Staatssecretaris Hazekamp van het ministerie van Eco nomische Zaken zei dat kortgeleden in Tilburg nog eens duidelijk. Ik citeer: ,,lk denk daarbij in het bijzonder aan samenwerking bij de inkoop, verbetering van de doel matigheid in opslag en uitbreng en bij de te volgen ver- kooppofitiek ten aanzien van bijvoorbeeld samenstelling van het assortiment, prijssteling en serviceverlening. Tot zover de heer Hazekamp. Ik ben het met deze uit spraak eens. De consumptiemelkindustrie samen met de melkhandel hebben een taak naar duurzame oplossingen te zoeken voor dit structuurprobleem. T^E aangekondigde samenwerkingsvormen op con- sumptiemelkgebied tussen zuivelcoöperaties in Nederland hebben hier een eerste opdracht. Zij zullen 'moeten afrekenen met stuntpraktijken en ongeoorloofde kortingen. Het is geld van boeren en melkslijters en ge zamenlijk moeten zij in staat zijn om een gezond afzet- klimaat te scheppen, zodat het waardevolle slijterskanaal behouden kan blijven. Daarnaast is een nauw samenspel van produktie en afzet noodzakelijk voor de totale zuivel industrie. Alleen al sis ik denk éan de kapitale investe ringen die nog nodig zullen zijn om de toenemende melk- produktie op te vangen. Maar ook de benadering van onze afzetmarkten in binnen- en buitenland vergt geld. Want we moeten ook niet vergeten, dat we per slot van zaken maar 10 van de Europese melkproduktie in on2e handen hebben en om je te handhaven moet je dan wel een slagvaardig beleid voeren. Een budget van ƒ41 mil joen voor NZB-zuivelreclame in binnen- en buitenland is zeker goed besteed. TK heb misschien wel wat veel uitgeweid over de consumptiemelk, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Een belangrijke factor die- het inkomen van de melkveehouder bepaalt voor 25 is de post omzet en aanwas. Anders gezegd: de vleessituatie in de ruimste zin. Rundvlees, varkensvlees, pluimvee vlees, het is alles gericht op die ene consument en alles staat met alles in concurrentie, zeker als er te veel is! Het pluimvee wil ik laten voor wat het is. Over de var- DE BESTRIJDING VAN DE OPSLAG van wintertar we met T.C.A. in percelen graszaad heeft ten gevolge van de vele regent hier en daar minder goed gewerkt. Een tweede bespuiting met T.C^A geeft een verlaging van de graszaadopbrengstmaar deze kan soms minder zijn dan de schade veroorzaakt door de tarweopslag. Naarmate later in het seizoen wordt gespoten neemt de opbrengst derving in véldbeemdgras toe. Roodzwenkgras kan zo no dig nog in de tweede helft van februari met T.C.A wor den bespoten. WAAR REGELMATIG VOGELSCHADE VOORKOMT, verdient het aanbeveling zaad van graan, mais of peul vruchten te behandelen met een vogelafwerend middel. VEEHOUDERIJ OP VERSCHILLENDE BEDRIJVEN is men bezig of zal binnenkort worden begonnen met het voeren van snijmais. Belangrijk is er voor te zorgen dat er geen broei in de kuil komt. Zorg daarom, dat direk-t na het uithalen van het' voer de kuil goed wordt afgesloten met plastik en met zakken grond wordt vastgelegd. OOK EEN REGELMATIGE KONTROLE op het voor komen van ratten en ander ongedierte is belangrijk. Zo- in de E.E.G.-prijzen voor het volgende jaar zal de suiker wel wat extra krijgen en in de regeling is er voldoende ruimte, zodat het er wat dit betreft voor de suikerbieten teelt niet slecht uitziet. 1 CR is overleg met het Centraal Brouwerij Kantoor over de herziening van het brouwgerst contract. In ver band met het opbrengstverschil ten opzichte van winter tarwe, met de gewijzigde situatie op de internationale graanmarkt en de Brusselse prijsverhoging zal de con tractprijs flink omikoog moeten. Het C.B.K. is volledig bereid om hierover te praten, maar hoe het zal uitpak ken is nog niet te zeggen. De consumptieaardappelmarkt is, na een zeer zwak begin, behoorlijk aangetrokken en de prijs zit nu op een redelijk niveau. De niet rooibare oppervlakte aardappe len betekent een produktieverlaging en zal resulteren in een geringere export dan anders het geval zou zijn geweest. De afzet en voorziening moet men niet zien binnen de grenzen van Nederland, de situatie in andere landen als Duitsland en Frankrijk speelt hierbij een be langrijke rol. kenshouderij het volgende. Die heeft enkele gunstige ja ren achter de rug, maar is nu weer in een diep dal te recht gekomen. De reden er van is de vanouds bekende produktiecy- clus, alhoewel ook conjuncturele en misschien ook struc turele moeilijkheden er nu in doorspelen. We hebben een westelijk aanbod van 250.000 stuks. De lage prijzen houden lang aan en het einde is nog niet in zicht. Het verlies per varken was in juli/augustus opgelopen tot 100, veroorzaakt door marktdaling en stijging van voer en bouwkosten. De E.E.G.-deskundigen verwachten voor het eerste halfjaar van 1975 nog een uitbreiding van de aanvoer van slachtvarkens in de E.E.G. van de zes. In Engeland en Ierland wordt een daling voorzien. U zult zeggen, dat we dan die varkensvleesberg mooi daar naar toe kunnen uitsmeren. Maar dat is voor vers vlees niet mogelijk door de strenge veterinaire eisen aan de gren zen van Engeland. Dringend zullen voor varkensvleespro- dukten de exportrestituties moeten worden gehandhaafd. De varkenshouderij is een gevoelige bedrijfstak door de geringe marges. Een vraag die mij op dit moment aktueel lijkt, is hoe een bedrijfstak als deze door de nog komen de moeilijke tijd heen geloodst kan worden. Met de vele integraties moet een plan ter overbrugging te realiseren zijn. Belangrijk is een tijdelijke uitbreidingsstop en maat regelen in het financieringsvlak om het produktie-appa- raat geen blijvende schade te doen oplopen. T^E slachtveemarkt heeft het afgelopen jaar ernstige teleurstellingen gebracht. Er zijn verschillende oor zaken. In de eerste plaats toeneming van het aantal slacht- runderen. Al enkele maanden hebben we marktaanvoeren van 30 a 40 boven vorig jaar. Dit geldt ook voor de meeste landen in en buiten de E.E.G. Voorts is er bijna tot geen toename van consumptie. In Nederland is dat 71 kilo per hoofd. De hogere consumentenprijzen heb ben onze marktprijzen niet gevolgd. Daar komt dan nog het grote aanbod van varkensvlees bij. Het gebrekkig functioneren van de E.E.G.-rundvleesverordening, met een verhoging van de richtprijs, heeft geen enkel effect gehad, het marktinstrument werkte niet! Vorig jaar is dan ook veel te lang gewacht met het nemen van maatrege len aan onze buitengrenzen, terwijl de invoerbeperkingen in Italië toch al extra druk gaven. Er zijn een aantal maat regelen genomen. Ze beogen de berg uit te smeren met een stuk geldelijke tegemoetkoming voor de boer. Mi nister Van der Stee had in de K.N.L.C.-jaarvergadering geen woorden gebruikt aan het vleesprobleem. Ook de heer Lardinois gaat kennelijk in die richting en wil nog eens kijken of er ook kopers zijn voor Europees inter ventievlees. Om tot een oplossing te komen, zullen er maatregelen genomen moeten worden. Naast interventie van stieren, ossen en vaarzen moet voor de tweede soort slachtkoeien iets gedaan worden, bij wijze van interven tie. Bijvoorbeeld een regeling voor ontbenen en inblik ken, die voor lange tijd van kracht is. De Nederlandse vleeswarenindustrie krijgt dan de kans, het verwerkings proces daarop af te stemmen. Elders in Europa, met name in Engeland en Ierland, is het al even slecht. De E.E.G.- marktprijs bevindt zich op 79 van de oriëntatieprijs. In ons land is dat 75 Er wordt nogal wat aangeboden voor interventie in ons land; de laatste weken ongeveer 2000 dieren per week. Voor de premieregeling de stij gende toeslag per maand zijn nu een 30.000 formulie ren afgegeven. Voor meer dan 10.000 runderen is al pre mie uitgekeerd! Verwacht wordt, dat het aanbod van slachtvee de eerstkomende maanden hoog zal blijven! Tegen kraaiachtigen bevalt anthrachinon of ziram goed. Tegen fazanten methiocarb. Tegen beide soorten vogels teerolie/naftaline. WANNEER DE CHEMISCHE BESTRIJDING van straatgras in veldbeemd tengevolge van de slechte weers omstandigheden onvoldoende resultaat heeft gehad, is het mogelijk een aanvullende bestrijding met 5 a 6 endo- thal Prebetoxper ha uit te voeren. Hiervoor moet het veldbeemdgras goed zijn ontwikkeld. Voor een goede werking zijn verder nodig: spuiten op een winddroog ge was, langdurig een temperatuur beneden 4° C, vorst na het spuiten is gunstig en enige dagen na het spuiten geen neerslag. dra u dat konstateert direkt het beschadigde pastik her stellen. Bij aanwezigheid van ratten dit ongedierte gaan bestrijden met rattengif. i RANTSOENBEREKENING blijft een belangrijke zaak. Het is niet alleen dat er te veel maar ook dat er te weinig verstrekt kan worden. Bij te veel krachtvoer wordt het goedkopere ruwvoer verdrongen, dus te duur. Bij te wei nig krachtvoer wordt de produktie verlaagd en dat gaat ten koste van de geldelijke opbrengst.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 18