Grond stoffenschaarste
Ruwvoer voor fokzeugen
weer de moeite waard
Veehouder
moet zelf letten op kwaliteit
betonnen
roosterbalken
Attentie bij
bovengrondse mestopslag-
silo's
15
C. V. P.-TILBURG,
Ir. E. H. KETELAARS.
SCHAARSTE is een betrekkelijk begrip, zei laatst
iemand, toen het ging over de energievoorziening
in de wereld. Nog nooit heeft de mensheid over zoveel
energie beschikt als nu. Maar we hebben ook nog nooit
een tijd beleefd, waarin we zoveel energie nodig hebben,
of beter gezegd: waarin we met zijn allen zoveel energie
verbruiken. Want „nodig hebben" en „verbruiken" zijn
twee verschillende dingen.
Zo is het ook met onze veevoedergrondstoffen. Nog
nooit is er zoveel geproduceerd en nog nooit hebben we
in Europa zoveel grondstoffen geïmporteard als nu, maar
de vraag lijkt het aanbod te gaan overtreffen. We zullen
zuiniger me; onze overvloed om moeten springen. Min
der vee gaan houden, zo wordt er al gezegd. Dat is wel
een heel simpele conclusie. Wie moet er minder vee hou
den en waar moeten we daarmee beginnen? De nuchtere
veehouder zal er het zijne wel van denken en uitzien naar
middelen om per stuk vee minder voer te verstrekken. De
prijs van het voer zal hem daar trouwens wel toe dwin
gen.
NOG VELE MOGELIJKHEDEN
zijn nog veel mogelijkheden om de grondstoffen-
schaarste het hoofd te bieden. Meer dan ooit zal
het nodig zijn deze en nog onbekende mogelijkheden te
onderzoeken op hun waarde. Nog altijd wordt er voer
vermorst door een ondoelmatig gebruik van voersyste-
men. Bedrijfssystemen die een gunstiger voeromzetting
met zich meebrengen zullen meer aandacht moeten krij
gen. Binnen het fokkerij-onderzoek is opvoering van de
genetische aanleg voor een economische voederbenut-
ting een nog belangrijker doel geworden dan het al was.
Allerlei produkten zullen onderzocht moeten worden op
hun bruikbaarheid als grondstof voor de voederindus
trie. En tenslotte zullen we opnieuw na moeten gaan of
het geen zin kan hebben' bij die diersoorten, waar we
dit al lang niet meer gewend zijn, weer wat ruwvoer
te verstrekken.
EFFECT VAN RUWVOER AAN ZEUGEN
IN de zeugenhouderij is daar de laatste jaren, om
meerdere redenen, hier en daar weer aan begonnen.
In het laatste verschenen overzicht van de zeugenhou
derij in Noord-Brabant en Zeeland, over de periode 1
mei 1973 tot 1 mei 1974, is het resultaat opgenomen van
de verstrekking van ruwvoer aan zeugen. Op bijna een
kwart van de deelnemende bedrijven werd dit gedaan.
Het effect hiervan kan blijken uit de onderstaande
tabel:
Wel ruwvoer Geen ruwvoer
Aantal bedrijven
155
488
Percentage van de bedrijven
24
76
Aantal zeugen per bedrijf
58.0
61.5
Aantal worpen per zeug per jaar
1.88
1.81
Aantalgrootgebrachte biggen
per worp
8.66
8.38
Aantal grootgebrachte higgen
per zeug p. jaar
16.30
15.22
Zeugen-voerkosten
per omgerekende zeug
505
502
Saldo per omgerekende zeug
826
757
Saldo per zeug per jaar
966
894
Uit deze cijfers komt naar voren, dat gemiddeld één
big per zeug per jaar méér wordt grootgebracht op de
„ruwvoerbedrijven", en dat dit, bij ongeveer gelijk ge
bleven voerkosten per zeug per jaar, geleid heeft tot
gemiddeld 72 hoger „saldo" per zeug per jaar. Voor
een 'bedrijf met 100 zeugen zou dat een hoger arbeidsin
komen betekenen van 7.200 per jaar. Bij een jaar
loon van 28.000 zou dat een extra inkomen van 25
betekenen. (Bij de huidige „arbeidsinkomens" nog veel
meer!)
Nu is het niet zó dat we zo zeker zijn van deze cij
fers. We weten bij een enquêtegewijs opgezet onderzoek
zoals dit, dat we nooit helemaal zeker kunnen zijn of
we wel alléén de invloed van het ruwvoer meten. Zijn
we niet bezig de zuinige en oplettende boeren onder de
loep te nemen, om maar een mogelijkheid te noemen?
Wie zal het zeggen?!
Toch lijkt er wel iets in te zitten in deze cijfers. En
we menen dat dit van meer betekenis kan worden als
het krachtvoer duur gaat worden, en dat doet het!!
OOK PROBLEMEN TE OVERWINNEN
pi het voorgaande ging het alleen om het effect van
het ruwvoer, maar eerlijkheidshalve moeten we
zeggen dat er ook een „maar" aan zit. Dat bleek duide
lijk toen wc twee jaar geleden op een aantal bedrijven
eens nagingen, wat er zo allemaal bij komt kijken als
we snijmais aan zeugen voeren. Snijmais is waarschijn
lijk wel het meest verstrekte ruwvoer aan zeugen. Het
is een, aantrekkelijk gewas hoge opbrengsten, goed te
conserveren en vrij gemakkelijk en met weinig kosten
te telen en te oogsten (al moeten we dan wel een beter
najaar hebben dan dit jaar!). Uit het onderzoek, uitge
voerd op een zeer beperkt aantal 'bedrijven, n.l. 27 en
daarom slechts oriënterend van karakter, kwam een
minder duidelijk effect van snijmaisverstrekking naar
voren.
Men meende bij de zeugen een betere conditie te kun
nen vaststellen, maar dat is een nogal subjctief, d.w.z.
door een persoonlijke kijk beïnvloed, gegeven. De cij
fers zélf gaven op deze groep van bedrijven geen ver
schil te zien met het Brabants gemiddelde.
Wél kwamen enkele problemen om de hoek kijken.
Op 10 van de 27 bedrijven was men van mening dat er
teveel mee gemoeid was. Naar schatting zou dat op een
bedrijf met 100 zeugen 1 uur per dag extra kosten. Op
merkelijk was dat dit werk voor een deel ook toe te
schrijven was aan het verwijderen van de mest op roos-
tervloeren, omdat de mest te vast van consistentie ge
worden was. De andere 17 bedrijven leken daar minder
."ast van gehad te hebben. Daar werd de extra arbeid
gemiddeld geschat op 20 minuten per dag per 100 zeu
gen. De variatie is wat groot en het blijven schattingen,
maar we zouden er de conclusie uit kunnen trekken dat
de kans bestaat dat er voor 100 zeugen 365 x 1 uur 365
uur extra per jaar nodig is, of minder. Uit de cijfers van
onze technische administratie bleek dat op 155 bedrij
ven gemiddeld 7200 méér verdiend werd met ruw-
voerverstrekking, op bedrijven met gemiddeld rond de
50 zeugen. Bij een extra arbeid van 365 2 ca. 180
uur zou dat een aardig uurloon opleveren! En dit zou
zeker het geval zijn als er minder dan één uur per dag
per 100 zeugen werk zou zijn.
HET OVERDENKEN WAARD
WE willen niet zo ver gaan dat we uit het bovenstaan
de gaan concluderen dat ruwvoerverstrekking aan
zeugen goed betaalt. Wij houden het evenwel wél voor
mogelijk. En tegen de achtergrond van een dreigende
schaarste aan grondstoffen en snel stijgende krachtvoer-
prijzen zijn deze cijfers zeker het overdenken waard.
Daarnaast zal nog meer onderzoek nodig zijn om de ar
beid te verkleinen en te verlichten, de juiste hoeveel
heden ruwvoer vast te stellen (teveel geeft problemen
met de mest en dus ook meer werk) en de moeilijkheden
bij het: uit de kuil halen te verkleinen. Maar dan zijn we
er ook van overtuigd dat ruwvoerverstrekking aan zeu
gen, zeker in de naaste toekomst, de extra moeite waard
zal zijn
Veehouders die van plan zijn een ligboxenstal voor
hun vee te bouwen dienen uiteraard voorzieningen te
treffen voor de opslag van de mest. Men kan mest op
slaan in een grondkuil of silo buiten de stal, maar ook
kan worden gekozen voor een stal met roostervloeren.
Bij dit laatste type stal zijn de gangen tussen de rijen
ligboxen voorzien van betonnen roosters, waaronder
een kelder is gebouwd. De mest, die door de dieren
wordt geproduceerd, valt tussen de spleten van de
roostervloer door en komt op deze wijze in de kelder.
Na verloop van tijd wordt de mest uit de kelder verwij
derd met behulp van een vacuummestzuiger.
Vooral in die streken van het land waar de grond
soort zich er voor leent, bestaat een grote belangstelling
om de ligboxenstallen uit te voeren met roostervloeren.
Doordat bovendien het aantal stallen, dat de laatste ja
ren gebouwd is, groot is, is er daardoor een grote vraag
naar betonnen roosterbalken ontstaan.
Het gevolg is, dat veel betonfabrieken zich hebben
toegelegd op de produktie van roosterbalken. Dit is
uiteraard in het geheel niet bezwaarlijk, mits de kwali
teit van de geleverde balken voldoende is. Uit de prak
tijk blijkt helaas herhaaldelijk dat dit laatste niet altijd
het geval is en het is reeds meermalen voorgekomen,
dat de mestopslagplaats is gepromoveerd tot zwembad
voor de koeien.
DEMP DE PUT
Nare situaties zoals hierboven omschreven kunnen op
eenvoudige wijze worden voorkomen als men beton
nen roosterbalken gebruikt van goede kwaliteit. Helaas
is het, zeker voor een leek, bijzonder moeilijk om aan de
buitenzijde van deze balken te zien of de kwaliteit hier
van goed is en dus of ze zonder gevaar kunnen worden
gebruikt. Het is daarom gelukkig, dat de Bond van Fa
brikanten van Beton waren in Nederland (BFBN) in
overleg met enkele Wageningse instellingen een stand-
Sterktebepaling bij het IMAG
van betonnen roosterbalken
aardisatieblad voor betonnen roosterbalken heeft opge
steld. In dit blad worden o.a. kwaliteitseisen aangege
ven, waaraan betonnen roosterbalken moeten voldoen.
Zo worden eisen gesteld ten aanzien van de kwaliteit
van het gebruikte beton en van het in de balken toe te
passen betonstaal. Ook worden normen genoemd met
betrekking tot de betondekking, de betondichtheid, de
Bij de mestopslag buiten de stal wordt veelvul
dig gebruik gemaakt van bovengrondse silo's'. Daar
naast wordt ook mest opgeslagen in in de grond
uitgegraven grondkuilenOok deze grondkuilen
kunnen enorm gevaarlijk zijn bijvoorbeeld voor
spelende kinderen. Het is lang niet denkbeeldig,
dat kinderen te dicht bij de grondput komen en
hierin wellicht verdrinken.
Om dit laatste te voorkomen is het dringend
noodzakelijk om rond een dergelijke mestopslag een
stevig hekwerk te plaatsen. Door een luttel bedrag
uit te geven kan veel onheil worden voorkomen.
belasting enz. Het standaardisatieblad van de BFBN
wordt gezonden aan alle firma's die betonnen rooster
balken maken. Dit wil echter geenzins zeggen dat alle
firma's roosterbalken maken die voldoen aan bovenge
noemde kwaliteitseisen. Hierin zijn de fabrikanten ge
heel vrij. Er bestaan geen voorschriften dat de balken
volgens het standaardisatieblad van de BFBN moeten
zijn gemaakt.
ZELF CONTROLEREN
De veehouder, die betonnen roosterbalken wil kopen,
dient er zelf op te letten, dat hij balken krijgt, die vol
doen aan de kwaliteitseisen. De enige manier waarop
dit kan gebeuren is, dat hSj garantie vraagt van de le
verancier van de roosterbalken, dat deze voldoen aan
de genoemde kwaliteitseisen. De verhalen dat betonnen
roostervloerbalken goedgekeurd zijn door of onder con
trole staan van Wageningse instellingen moeten worden
verwezen naa- het land der fabelen. Deze diensten oefe
nen op gete'. enkele wijze controle uit op de kwaliteit
van de balken, evenmin als welke onpartijdige instel
ling dan ook!