Met zesrijïge bietenrooier is nog wat te bereiken Aan het „Westhoek-oogstfront" praktisch niet veranderd UIT DE PRAKTIJK We moeten echter verder Sterke vakbeweging hard nodig Het wordt wel wat eentonig, maar de werkzaamhe den op NOORD-BEVELAND verlopen nog steeds zeer moeizaam. Vooral de oogst van aardappelen en uien is geheel teruggevallen op handwerk. Ondanks alle goede bedoelingen met oogstfnulp van scholieren en militairen, ziet het er nu toch echt wel naar uit, dat al deze pro- dukten niet meer geborgen zullen worden. Hiervoor zijn de oppervlaktes nu eenmaal te groot. Het is nu 10 we ken geleden dat we uitgeregend zijn met aardappel- en uienrooien, met tussendoor eens een dag dat er wat ge daan kon worden, met ook al een lage capaciteit. Ook voor deze week, met vooruitzichten zachter en af en toe regen, zal er van machinaal rooien niet veel terecht komen. Bij de aardappeloogst komen de nog aanwezige werp- radrooiers weer voor de dag. Ook zijn er enkele nieuwe rooiers aangeschaft met aftakasaandrijving. Hierbij ver valt in ieder geval het oude aardappelriekje, wat al een hele verlichting is. Ook met de triltand-cultivator dwars op de rijen, worden redelijke resultaten bereikt. Een methode die vroeger ook wel in pootgoed werd toege past, lijkt niet onaardig, n.l. de aanaardscharen, waar van de vleugels zijn verwijderd, door de ruggen trekken. Hierbij komen de aardappelen vrij goed boven en ze gevestigd en wacht met spanning het resultaat af van de toezegging van de Minister dat hij „niet krenterig zal zijn"! Men weet maar al te goed waartoe de voor bije regeringspolitiek heeft geleid en ervaart nu meer dan ooit de gevolgen daarvan. Het is in het verleden niet mogelijk gebleken reser ves te vormen om een situatie als deze het hoofd te kun nen bieden. Men meent dan ook het recht te hebben een bedrag per ha als schadeloosstelling te kunnen claimen. En men hoopt vurig dat dit spoedig zal worden bekend gemaakt, zodat men weet waar men aan toe is en grote onzekerheid om het voortbestaan van velen wordt weggenomen. Van deze plaats willen wij hulde brengen- aan de oogstcoördinator voor onze streek, voor zijn, ondanks zijn leeftijd, volledige inzet voor de oogsthuipactie, waarbij wij ook zijn medewerkers willen betrekken! We moeten edvter verder, de kalender geeft reeds de laatste maand van het jaar aan, en hoewel er praktisch nog geen intertarwe is gezaaid, moeten we niet ver geten dat we in de maand December in het verleden meermalen wintertarwe hebben gezaaid en met succes. Laten we hopen dat de weersomstandigheden het ons toelaten zulks te doen, zodat wij weer ai enigszins een basis kunnen leggen voor het volgende, naar wij hopen, beter jaar! IS ER VOLDOENDE ZOMERZAAIGRAAN? Zomerzaaigerst. Hiervan heeft C.Z.A.V. voldoende in voorrdad, met name van het brouwgerst Delisa, voorts het ras Berac. Zomerzaaitarwe. Van het nieuwe, veelbelovende ras Melchior zal niet voldoende voor de 'binnenlandse vraag beschikbaar zijn. In de totaliteit wordt geraamd dat Ne derland met de te velde goedgekeurde zomertarwerassen maximaal 40.000 ha zal kunnen inzaaien. Daarbij zijn nogal wat rassen die voor het zuidwestelijk kleigebied weinig aantrekkelijk zijn. Van het nieuwe zomertarwe- ras Melchior heeft de C.Z.A.V. inmiddels een kwantum aangekocht. Haver. Hiervan zal als de export geen al te groot be roep op de beschikbare hoeveelheid doet. voldoende be schikbaar zijn en beschikt de C.Z.A.V. over het voor onze streek uitstekend geschikt.e ras .Leanda. worden door de trekkerbanden niet vastgereden. De bietenoogst is wei wat verder gevorderd. Misschien dat dit werk, deze week een eind klaar kan komen, be houdens enkele percelen, welke absoluut niet te berij den zijn. De 6-rijige-rooiers hebben dit najaar wel be wezen dat hiermee meer mee te bereiken is dan met de getrokken één-rijige machines. Hiervoor ziet men zeer dikwijls twee trekkers voor staan, met een geringe dag capaciteit. Al met al is het een gemodder waar we het volgend jaar de sporen ongetwijfeld nog zullen terug vinden. Die sporen zullen ook te zien zijn in de vrucht opvolging. Er is praktisch nog geen wintertarwe ge zaaid en hoewei we daar nog een paar weken de tijd mee hebben, zal de oppervlakte toch niet groot worden. Bietenland n.l. is op het ogenblik niet zaaiklaar te maken en wanneer we in aardappelland willen zaaien, zitten die weer in de weg. Een perceel aardappelen waar de kwaliteit nog goed van is, gaat men toch ook weer zo maar niet ploegen. Ondanks alle narigheid, blijft er todh altijd nog een beetje hoop. Eén geluk is, dat we op Noord-Beveland een geheel vernieuwd en aangepaste ontwatering hebben, met over bijna het gehele gebied een vernieuwde drainage. De waterstand in de sloten is zodanig, dat de drains het overtollige water vlot kunnen afvoeren. Wanneer we dat niet hadden gehad, was ongetwij feld een groot gedeelte van de aardappel- en uienoogst verrot geweest en zouden ook de bietenrooiers met nog grotere problemen te kampen hebben gehad. Er is in de WESTHOEK aan 't oogstfront, net als overal in 't zuidwesten, praktisch niets veranderd. Je zou haast zeggen: wat moet er nog veranderen? Je vraagt je wel af, of de zorgen die we nu hebben, of die nog worden overgebracht naar het volgend jaar. De toestand van de grond is op vele plaatsen allerberoerdst. Daar waar nog nooit water te zien was op 't land staat nu water. We moeten ons echt niet voorstellen dat met ploegen alles is goed te maken! Zou het in sommige ge vallen niet beter zijn de grond maar te laten liggen en te wachten op een flinke nachtvorst en er dan met de cultivator overheen te gaan? 't Hangt er natuurlijk vanaf hoeveel ha men heeft met water en land, het kunnen er n.m.l. wel zoveel zijn, dat we teveel nacht vorstjes moeten hebben dat we dat ook nooit voor el kaar kunnen krijgen. Daar speelt nog iets bij, en daar is moeilijk tegen te vechten. De boer wik het liefst zijn land netjes geploegd zien liggen om het op die manier te laten overwinteren en daar is hij zomaar niet vanaf te brengen! De eerste najaarstormen hebben on2e kust al weer geteisterd. Onwillekeurig denk je dan ook weer even aan het Deltaplan en zijn beveiliging, die het eigenlijk had moeten brengen in 1978. Die beveiligheid krijgen we nu niet in de jaren zeventig. Ondanks alle proteste rende Zeeuwen en Brabanders heeft het niet geholpen. De Oosterschelde blijft voorlopig open! 't Is toch eigenlijk een dieptreurige zaak, dat terwijl er in wezen een meer derheid in de Kamer is die afsluiting wenst, maar die niet vóór mogen stemmen, omdat anders een Kabinet in gevaar komt! Inspraak, een groot woord, maar wan neer het werkelijkheid is wordt het een holle phrase. Men uit Zwolle, uit Amersfoort, uit Assen en weet ik waar vandaan, beslissen dat de Zeeuwen en Westbra banders maar in angst moeten zitten. God verhoede dat door zo'n besluit ooit mensenlevens betreurd zouden moeten worden. ATTENTIE BIJ DE OPSLAG VAN UIEN Vochtige uien in de bewaarcel, hetzij plaatse lijk, hetzij in zijn geheel, gaan broeien en zijn binnen de kortst mogelijke tijd minder van kwa liteit dan vele uien die nu nog op het land lig gen. Kontroleer daarom regelmatig dit produkt, het geen meer inhoud dan alleen de ventilator aan^ zetten. Is het produkt in zijn geheel vochtig, dan zal de dikte van de laag beperkt moeten zijn (niet bo ven de 2.00 m) en moet goed geventileerd wor den met opgewarmde lucht. Is de vochtigheid van het produkt plaatselijk, dan ontwijkt de geventileerde lucht via de droge gedeelten. Men moet deze laatste dan afdek ken met plastic en jute zakken. Deze zijn ge makkelijk te verwijderen bij kontrole van het produkt. Door dit afdekken wordt geventileerde lucht wat meer naar de vochtige plekken ge drongen. De droge plekken worden hierdoor groter, maar deze gedeelten moeten ook weer afgedekt worden. Blijft het produkt plaatselijk nog vochtig (o.a, vanwege stortkegels, of te veel met grond be zet of besmeurd) dan moet er ter plaatse een gat gemaakt worden, hetgeen de luchtweer- stand verkleind. Later mag dit niet opgevuld wor den. Het vereist wat werk, maar minder dan la ter een hele bebroeide cel uithalen. Op het moment dat we dit overzicht voor OOST ZEEWSCH-VLAANDEREN schrijven bevinden zich nog 1675 ha aardappelen in de grond, dit is 60 van het totaal. Wat de suikerbieten betreft is dit ongeveer 30 of nog 1540 ha en van de uien moet er nog 277 ha of ongeveer 45 geoogst worden. En zo kunnen we verder doorgaan met bruine bonen: 146 ha of 6 en mais: 300 ha. We kunnen rustig aannemen dat er nog voor zo'n 10.000.000 aan produk- ten te oogsten is. Het is werkelijk hartverwarmend te kunnen consta teren hoe er van alle kanten hulp wordt geboden, scho lieren, vrijwilligers en militairen, ailen doen hun best en trotseren de elementen. Maar het is om er wanhopig van te worden, als het weer dan voor de zoveelste maal een streep door de rekening haalt. En ook moet men aan het eind van een dag hard ploeteren constateren, dat men met hand kracht toch maar zo weinig heeft kunnen doen. De praktijk is van mening dat wat de produkten aardappelen en uien het kritieke moment, wat de kwa liteit en houdbaarheid betreft, in de meeste gevallen is bereikt. Alhoewel er gerukkig nog wel uitzonderingen zijn. Een dergelijke oogstramp is fataal voor onze boeren- standen de praktijk heeft thans de hoop op de regering VERHOGING CONTRACTPRIJZEN CBK BROUWGERST Op 7 oktober j.l. zijn de verhoogde drempel- en inter ventieprijzen voor o.a. gerst en tarwe van kracht ge worden. Volgens de overeengekomen voorwaarden die nen de prijzen van de met het CBK gecontracteerde brouwgerst dienovereenkomstig te worden verhoogd. Inmiddels is hierover overeenstemming bereikt. Deze prijzen worden voor de leveringen na 7 oktober met 1,99 per 100 kg voor het geschoonde produkt verhoogd is inclusief OB ƒ2,08. Deze prijsverhoging geldt niet voor de hoeveelheden brouwgerst, die contractueel in de maanden augustus en september moesten worden geleverd. Toen waren de oude drempel- en interventieprijzen van kracht. Wij moeten aan het contractuele leveringsschema voldoen, volgens welk wij in de maanden augustus en september 25 van het gecontracteerde kwantum moeten leve ren. Aldus meldt de CZAVWemeldinge in een circu laire aan de leden waaraan wij verder nog het volgende ontlenen. i 1 jWj HOE GA IK ZAAIEN? ALS HET HALF KAN, GEBEURT HET HELEMAAL Een andere deskundige adviseert: Stel nu geen normale eisen aan het zaaibed. Op een andere manier gaat het ook wel. Zelfs als het land wat bevroren is, trek het maar wat open met cultiva tor of schijvenegge en zaai. De tarwekorrel dooit er wel in, kiemt en wordt een plant. Gebruik goed zaaizaad en iets meer dan onder normale omstan digheden. De openstaande orders C.ZA.V. deelt mede dat al enige tijd geleden de af levering van de ingediende bestellingen tot nader order is stopgezet. Dit betekent niet, dat daarmede een streep door deze bestellingen is gehaald. Een deel hiervan ligt zelfs op ons zaaizaadbedrijf te Goes, ontsmet gereed. Daarvoor zijn door de C.Z.A.V. ook aankopen afgesloten, die afgenomen moeten worden. INZAAI WINTERTARWE GEEN PANIEK Wintertarwe is een belangrijk basisprodukt van ons bouwplan en de vraag onder de huidige omstandighe den .Hoelang kan ik wintertarwe zaaien?" ligt voor de hand. Wij hebben deze vraag aan enige deskundigen voorgelegd, die over de thans in gebruik zijnde rassen over eigen zaaitijdenproeven beschikken. Eén daarvan, een tarwekweker zegt: Zaai Clement en Manella gerust tot omstreeks half januari, dan kun je vergeleken met zomertarwe een meeropbrengst verwachten van 1.000/1.500 kg. Lely kan met hetzelfde effekt zeker tot februari wor den gezaaid. Van dit ras zit de korrel vast in het kaf en is vrij weinig gevoelig voor schot. In dit ras is Flevina ingekruist. Een tarwe die onder ongustige omstandigheden wel even op stam kan staan. Lely dient echter beslist tegen afrijpingsziekten te worden bespoten en eventueel tegen meeldauw. Wilt u een ander, dan de hierboven genoemde rassen zaaien? Wij hebben ook Caribo in voorraad en Norda sn Cyrano in aanvoer. Raadpleeg dan onze Zaaizaadgids 1974 of de Rassenlijst, aldus C.Z.A.V. IC In het ZLM-blad van 22 november heeft ene mijnheer P. W. van Overbeeke uit Kapelle zijn hart gelucht over de regering en over de werklozen. Dat de huidige regering er in die kringen niet best af komt is bekend. Hij had het echter ook over de vakbe weging en over Wim Kok en zijn kliek. Dergelijke uit drukkingen zijn we in die kringen niet meer gewoon te horen. Nu interesseert het Wim Kok „en zijn kliek" niet wat die mijnheer uitkraamt. Toch is het wel tekenend voor de mentaliteit van zulke lieden en het is wel nuttig dat dit zo nu en dan eens voor de dag komt. Het is natuur lijk onjuist om te generaliseren maar zij die menen dat er bij de werkgevers alom mentaliteitsveranderingen zich hebben voorgedaan, zien weer eens dat dit niet bij ieder een het geval is. Meestal zijn de z.g. mentaliteitsveranderingen ook nog onder druk tot stand gekomen. Als zulke mensen als mijn- INGEZONDEN heer Van Overbeeke het nog voor het zeggen hadden zou het er voor „de kliek" van Wim Kok niet al te best uitzien. Bij het lezen van zijn kreten denkt men onwille keurig terug aan het verleden. Toen waren er werkgevers die geen arbeiders moesten hebben die in de rooie bond waren. Zulke dingen gebeurden er toen maar dank zij mensen als Wim Kok is dit verleden tijd geworden. Dankzij de vakbonden zijn de werknemers enorm voor uitgegaan en zijn ze van slaven zelfbewuste mensen ge worden. Dat niet iedereen dat op prijs stelt blijkt uit ge noemd geschrijf. Wij prijzen ons gelukkig dat we, juist in minder goede tijden, over een sterke vakbeweging be schikken. Dit geschrijf toont ook aan dat versterking van Wim Kok „en zijn kliek" nog hard nodig is. Kortgene Torendijk 97 A. WELLEMAN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 10