De vergelingsziekte - waren de behandelingen doeltreffend dit jaar? PlRinoR W?so spaart vriend, doodt vijand Voederpositie bij veehouders wordt hopeloos Kwaliteitsonderzoek bij de aardappelen KORTE WENKEN Ir. L. VAN STEYVOORT. U hebt allen kunnen vaststellen dat ondanks drie en zelfs^ vier behandelingen met systemische insekticiden, de bieten velden totaal geel werden. Aldus schrijft ir. L. van Steyvoort van het Belgisch Instituut tot verbetering van de Biet in „De Suikerbietplanter" van november waaraan wij het vol gende ontlenen, over een probleem waarover ook het Z.- Westen over mee kan praten! U besluit hieruit dat dit jaar de kosten van deze behande lingen een zuiver verlies uitmaken. U hebt misschien gelijk indien u veronderstelt dat zonder behandeling uw velden niet in grotere mate zouden aange tast zijn door de vergelingsziekte. Nochtans er zijn verschil len in vergeling. Vergelingsziekte die voorkomt na de behandelingen heeft minder invloed op de opbrengsten aangezien de besmetting gebeurt met een vertraging van minimum 2 a 3 weken en door een zeer beperkt aantal bladluizen. Voor eenzelfde vergelingsgraad zijn de opbrengstverliezen minder belangrijk naargelang de ziekte overgebracht werd door een geringer aantal bladluizen. Het is bijna niet te geloven, doch zelden zijn de behande lingen zo rendabel geweest als dit jaar en dit door de he vige aantasting. Bij al de bemonsteringen die we uitgevoerd hebben in het begin van de campagne in velden waar een onbehandelde strock voorkwam, stelden we een gemiddelde opbrengstver hoging vast van 6 a 7 ton bieten per hektare en een toe name van het suikergehalte met 0,3 a 0,5 punt in het gedeel te behandeld met goede systemische insekticiden. U die reeds een gedeelte van uw oogst geleverd hebt en een opbrengst bereikte van meer dan 40 ton per hektare u moogt er van overtuigd zijn dat zonder behandeling deze opbrengst niet boven 35 ton zou liggen. Dit zou toch wel beneden alles zijn. Aan de huidige bietenprijs was dit jaar uw oogst nog ren dabel. WAT TE DENKEN VAN DF. VERSCHILLENDE PRODUKTEN DIE DIT JAAR GEBRUIKT WERDEN? Ondanks de totale vergeling van behandelde velden heb ben de goede systemische spuitmiddelen een meeropbrengst opgeleverd (over 't algemeen 6 a 7 ton bieten per ha). In verband met de verschillende gebruikte handelspnoduk- ten zijn er nochtans enkele opmerkingen. SPUITPRODUKTEN De beste spuitprodukten waren die op basis van demefion (Mesdrin, Asepta, Tina, Luxan Demefion) of op basis van oxy-dimetonmethyl (Metasystox, Metadipterex). Vervolgens zijn er produkten zoals Dimecron, Ekatine en Endocide waarvan de doeltreffendheid somtijds geringer is, doch die relatief weinig verschillen van de eerst genoemden. Daarentegen hebben de produkten op basis van dimethoaat dit jaar praktisch geen effekt gehad op de vergeling. In meer normale omstandigheden hebben deze produkten reeds een kortere werkingsduur en is men dus genoodzaakt het aantal spuitbeurten te verhogen (minstens alle 10 a 12 dagen in de plaats van 12 a 14 dagen om eenzelfde doeltreffendheid te bereiken). Dit jaar hebben de produkten op basis van dimethoaat ons in de steek gelaten. Wij moeten er in de toekomst rekening mee houden. TEM IK In 1969 werd Temik voor de eerste maal beproefd in ons land. Sinds toen heeft dit produkt in de strijd tegen de ver gelingsziekte een volstrekte superioriteit vertoond. Verleden jaar reeds bedroeg de meeropbrengst 5 ton bie ten per ha en meer in streken met vergelingsziekte en waar Temik gebruikt werd en dit in vergelijking met velden die behandeld werden met de klassieke spuitmiddelen. Dit jaar wijzen de bemonsteringen uitgevoerd in de loop van de campagne op meeropbrengsten van 5 tot 10 ton/ha en een verbetering van het suikergehalte met 0,3 a 0,5 punt dit is gemiddeld ongeveer 1.000 kg suiker/ha en dit ten op zichte van velden waarin herhaald gespoten werd. Ondanks de slechte jaarsomstandigheden zullen verschil I.C.I. BELGIUM n.v. lende van de velden behandeld met Temik nog 60 ton/ha bereiken. Het zijn trouwens de enige velden die tot de oogst min of meer groen bleven. Het gebruik van dit produkt tegen 10 kg/ha op het ogen blik van het zaaien sluit elke bespuiting uit en heeft overal zijn rendabiliteit bewezen. NIEUWIGHEDEN VOOR 1975 Een nieuw spuitprodukt werd tot de verkoop toegelaten voor volgend jaar. Het betreft het produkt Pirimor WP 50, spuitpoeder 50 actieve stof. Zonder Temik te evenaren heeft dit produkt in de proeven die de laatste jaren uitge voerd werden, steeds een hogere doeltreffendheid vertoond dan deze van de beste spuitprodukten. In tegenstelling met de andere spuitprodukten heeft Piri mor geen systemische werking. De betere doeltreffendheid is te wijten aan de zeer snelle werking waardoor alle aan wezige bladluizen gedood worden, daarentegen blijven er na bespuitingen met systemisohe insekticiden nog zeer dikwijls enkele levende bladluizen. Het is mogelijk dat de doeltreffendheid van Pirimor ook gedeeltelijk te wijten is aan het feit dat dit produkt behoort tot een andere scheikunde groep. Het betreft hier de car- bamaatgroep en niet de groep van de fosforesters. Sommige bladluizen zouden meer resistent geworden zijn aan produk ten op basis van fosforesters. In tegenstelling met andere spuitmiddelen, doodt Pirimor de nuttige insekten niet (O.LJH.-beestje - bijen) en laat geen residu na. Pirimor wordt gespoten met tussentijden van 12 a 14 dagen vanaf ontvangst van de waarschuwing;. De doeltreffendheid van Pirimor is geringer dan deze van Temik doch beter dan deze van de beste systemische spuit produkten die zich op dit ogenblik in de handel bevinden. BESLUITEN i De behandelingen tegen de vergelingsziekte waren dit jaar zeer rendabel zelfs wanneer zij op het eerste gezicht geen invloed hadden op de besmettingsgraad. 'De goede systemisohe spuitprodukten hebben een meer opbrengst opgeleverd van 6 a 7 ton/ha. Produkten op basis van dimethoaat zijn tegengevallen. Temik heeft de opbrengst verhoogd met 11 a 17 ton/ha (5 a 10 ton meer dan de andere produkten). Al de goede spuitprodukten hebben in zekere mate het suikergehalte gunstig beïnvloed. C..A.R. - Goes Ir. L. Th. J. M. DE WIT De veehouder in Zuid-West Nederland heeft een van de rest van zijn Nederlandse collega afwijkend voederwinnings- systeem. De Nederlandse melkkoe wordt in het algemeen gevoerd met produkten van het grasland. In de zomermaan den wordt dan het extra geproduceerde gras als kuilgras of hooi geconserveerd om in de winter over voldoende ruw- voer te beschikken. In het Zuid-Westen heeft men een ander systeem doordat de veehouder normaal de beschikking kan hebben over krielaardappelen, suikerbietenkoppen en de laatste jaren over snijmais die ook op het bouwland groeit. In dit voor de akkerbouwer zo trieste najaar komt nu ook de veehouder in grote moeilijkheden omdat hij niet de be schikking krijgt over z'n normale ruwvoedermiddelen voor de komende wintermaanden. Op het merendeel van de vee houderijbedrijven is de positie zo, dat én de suikerbieten koppen en -blad, én de aardappelen én de snijmais niet ge oogst kunnen worden of slechts gedeeltelijk en in slechte kwaliteit. Door de matige tot slechte suikerbietencampagne is er ook geen overvloed van suikerbietenpulp, zodat er ook van die zijde weinig hulp geboden kan worden. Door de droogte van het afgelopen voorjaar was de grasgroei mini maal, dus is er ook weinig kuilgras en hooi gewonnen. Doordat de regen reeds in september is begonnen zijn de melkkoeien een maand eerder opgestald, zodat gerekend moet worden op een extra lange winterperiode waarvoor voer voor de koeien moet worden bijgekocht. Een situatie die thans door veel veehouders als hopeloos wordt omschre ven. Koeien afstoten wil en kan men niet omdat dan ook de inkomsten wegvallen. Ook de vleesproducenten kunnen niet verkopen omdat de vleesprijzen ongekend laag zijn. Na de hulpactie voor machines en mensen om van de oogst zoveel mogelijk te redden zal een volgende actie nodig zijn om te zorgen dat de veehouders over de mogelijkheden komen te beschikken hun dieren deze winter voldoende voer te geven. C.A.R. - Goes Ir. L. Th. J. M. DE WIT. Op maandag 18 november j.l. startten de drie akker- bouwconsulentschappen in het Zuid-Westen een actie om snel geïnformeerd te zijn naar de innerlijke kwa liteit van de aardappelen die nog in de grond zitten. Door een groot aantal aardappeltelers is van deze actie gebruik gemaakt om voor zich zelf geïnformeerd te zijn over deze kwaliteit. Zij hebben daartoe een representatief monster genomen op hun aardappel percelen en dat monster gebracht naar een hen be kendgemaakt verzameladres. Hier werden door een bliksemactie deze aardappelmonsters opgehaald en gebracht naar het laboratorium dat gevestigd is bij de Keuringsdienst Delta Nederland van de N.A.K. te Goes. De knollen werden hier schoongespoten, flink geschud en geconditioneerd gedurende 48 uren be waard. Daarna werd bij elk monster een blauwbepa- ling uitgevoerd om zo de blauwgevoeligheid vast te stellen. Dit onderzoek wordt ook uitgevoerd in de normale oogsttijd, zij het dan onder gunstiger omstan digheden. Ook dit najaar is er in augustus/september een on derzoek geweest waarmee de resultaten van deze bliksemactie vergelijkbaar zijn. Na bepaling van ongeveer 50 van de ingezonden monsters kan nu reeds vastgesteld worden dat er een lichte verschuiving heeft plaatsgevonden naar iets meer blauwgevoeligheid. De aardappelen zullen dus iets voorzichtiger behan deld moeten worden bij het rooien om geen blauw plekken te krijgen. De knollen die in de grond zitten zijn niet blauw en gelukkig nog steeds van goede kwaliteit ,met uitzondering van te natte plekken op enkele percelen waar natrot is opgetreden. De kwa liteit gaat echter over het algemeen met de dag ach teruit. C.A.R. - Zevenbergen AKKERBOUW WINTERTARWE IS EEN GOEDE DEKVRUCHT voor veldbeemd en roodzwenkgrasmits u van de tarwe wat minder dan normaal zaaizaad gebruikt, b.v. 100 kg per ha. Verder moet men zuinig zijn met de stikstof en deze in twee keer geven. C.C.C. en zonodig het bestrijden van de oogvlekkenziekte kunnen bijdragen tot het welslagen van de ondervrucht. WORDT WINTERTARWE gemengd met veldbeemd- gras gezaaid, dan komt het veldbeemdgras meestal te diep in de grond en komt slecht op. Het veldbeemdgras mag niet op dezelfde diepte van de wintertarwe in de grond worden gebracht. Heel goed bevalt het zaaien met een dubbele bak aan de zaaimachine of zaaien in twee werk- gangen met opgehangen zaaipijpen voor het veldbeemd gras. BIJ HET BEKLIMMEN VAN EEN DAK met asbest- golfplaten is het noodzakelijk extra maatregelen te ne men om ongelukken te voorkomen. Bij het lopen over een dak met asbestgolfplaten gaan de platen gemakkelijk stuk, vooral wanneer het koud is. Men kan dan dodelijk verongelukken of op zijn minst enkele ledematen bre ken. NU DE VOORUITZICHTEN voor de suikerbietenteelt gunstiger zijn, zal deze teelt wel uitbreiden. Op sommi ge bedrijven zijn hiervoor mogelijkheden, b.v. door het vervangen van koolzaad en voederbieten door suikerbie ten. Over het algemeen zal men zeer voorzichtig moeten zijn met uitbreiden van de suikerbietenteelt, daar dit na delig is voor de ha opbrengst en het vermeerdering geeft van het bietencystenaaltje. BIJ EEN INTENSIEVE BIETENTEELT is het gewenst om de 3, 4 of 5 jaar afhankelijk van de, 1 op 3, 1 opl 4 of 1 op 5 bietenteelt alle percelen van het bedrijf te laten on derzoeken op het voorkomen van het bietency stenaaltje. Door de uitslagen te vergelijken met het vorige onder zoek, kunt u zien hoe de bietencystenaaltjes zich in aan tal ontwikkelen. Bij het kiezen van de percelen voor de bietenteelt is het goed de minst besmette percelen de voor rang te geven. VEEHOUDERIJ KWEEK IN SNIJMAIS is een lastig onkruid dat moei lijk te bestrijden is. Bespuiting in het najaar met T.C.A. is mogelijk na de laatste grondbewerking. Een wachttijd van 4 maanden voor gezaaid wordt, moet aangehouden worden. Dus niet meer spuiten na november. TE VEEL WATER IN DE MELK komt nog steeds op een aantal bedrijven voor. De oorzaak is vaak gelegen in onvoldoende bekendheid met de melkapparatuur en het gebruik daarvan. Volg daarom de instrukties goed op en kontroleer zo nu en dan of de installatie geen afwijkin gen vertoont. LET BIJ DE MELKAPPARATUUR op eventuele ver zakkingen in de melkleiding. De lange melkslangen en het melkglas moeten voor het melken leeg zijn. De stijg - buis naar de melkpomp, waarin zich het filter bevindt, moet afgetapt zijn. Gebruik van water om de laatste melk weg te persen kan vermenging van melk en water geven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 7