Vervreemding VERZEKERINGSINSTEL.LINGF.N VAN DE ZLM Niet alle schade valt te claimen 4 Drs. J. DIJKGRAAF. L.C.C. - Goes. A LWEER een modewoord kunt U zeggen: vervreem- ding. Overigens een proces, dat ,in de tijd ge zien, al heel lang aan de gang is. De vervreemding van het werk is begonnen met de industrialisatie. De over gang van het oude ambacht met veel handarbeid en een voudige hulpmiddelen naar de moderne industrie is er een duidelijk voorbeeld van. Het vastgeklonken worden aan de machine en het slechts en klein radertje zijn in het gehele produktieproces heeft vervreemdend gewerkt. Wie maakt nog een produkt, dat helemaal een eigen werkstuk is? Met de industrialisatie deed nog een an dere vervreemding z'n intrede, namelijk het losgeslagen worden van de oude vertrouwde omgeving. De trek naar de stad, de urbanisatie, deed een opeenhoping ontstaan, waarin de mensen zich vreemden voelden. Als we vandaag over vervreemden praten hebben we met andere aspecten te doen. Enerzijds met de concen tratie in grotere verbanden en anderzijds met het niet meer begrijpen. Vervreemding waardoor? De mens kan het niet meer vólgen en daarom begrijpt hij niet meer wat er nu eigenlijk aan de hand is. Hij ziet de verbanden niet meer en raakt het overzicht kwijt. Hij kan zich niet meer oriënteren door al het grote en vooral door de in gewikkeldheid van vele zaken. Hij raakt stuurloos. Welnu wat moet je dan nog? Je voelt je geïsoleerd, alleen staan en daarmee begint de vervreemding. Omdat je het niet meer begrijpt! BINDING GEWENST IJOE staat het met de vervreemding van boeren en tuinders? En in het bijzonder in het verband van hun organisaties en coöperaties? Deze zijn evenzeer groter en ingewikkelder geworden. Wat dit betreft geen verschil met de ontwikkelingen elders in onze samen leving. Wel hebben we te maken met zelfstandige, door gaans kleinere ondernemers, die gewend zijn de eigen boontjes te doppen. We praten over mensen, die van oudsher op zichzelf aangewezen waren. Althans voor een groot deel. Wat dit laatste betreft, ze zijn niet voor niets lid van standsorganisaties en coöperaties. Ze doen vele dingen bewust gezamenlijk. Ze horen ergens bij en moe ten zoals ieder mens het gevoel hebben ergens bij te ho ren. Wij hebben de indruk en beslist niet meer dan dat het is niet wetenschappelijk onderzocht dat onder leden van standsorganisaties en coöperaties vervreem dingsverschijnselen te vinden zijn. Dat wil niet zeggen, dat ze geen relaties als collega's onderhouden. Tenslotte liggen de bedrijven in hun gemeenschap tegen elkaar aan en komen ze elkaar voortdurend tegen. Maar de relaties buiten de direkte gemeenschap (dorp of streek) liggen al heel wat moeilijker. Ze zijn veel minder veel vuldig en ze zijn veel losser. Op zich heel begrijpeiijk, maar toch ongewenst. Voor een kleine groep in een grote maatschappij is een sterke binding ons inziens van extra groot belang. Voor de organisaties en coöperaties ligt hier een taak bij uitstek om die binding te bevorde ren. Of het nu de algemene belangenbehartiging betreft of bepaalde specifieke, zoals commerciële belangen. AANPAK TA7IE gaan nu de vervreemding te lijf en hoe doe je dat? De liefde kan niet van één kant komen. Ér van uitgaande, dat de leden van het stadium van onver schilligheid nog niet hebben bereikt moet de bereidheid wederzijds aanwezig zijn. Leden én organisatie zullen beiden de kontakten moeten versterken. Dat kan door binnen de organisatie mee te doen zowel aan bijeenkom sten en vergaderingen als door het verwerken van de papieren voorlichting. Vanzelfsprekend moet daarbij de openheid voorop staan en zullen vele ingewikkelde za ken zo doorzichtig mogelijk uit de doeken worden ge daan. En vooral met elkaar zoeken naar goede uitgangs punten voor de richting, waarin gewerkt zal worden. Dat is in een onzekere situatie verre van gemakkelijk. Maar zonder vaste steunpunten neemt de vervreemding alleen maar toe. De centrale vraag is steeds: waar staan we en waar gaan we met z'n allen naar toe? Om deze vraag te beantwoorden mogen we ons niet teveel afsluiten en op sluiten. Willen we dit voorkomen dan is een goede kom- munikatie een eis van eerste orde. Dat vraagt inzet" en tijd. Die zullen we er met elkaar voor over moeten heb ben. In het besef dat nog altijd de gezamenlijke kracht groter is dan de optelsom van de onderdelen! In het ver leden hebben boeren en tuinders daar meerdere voor beelden van gegeven. De vervreemding mag geen sta in de weg zijn voor de toekomst, want we hebben alle krachten nodig! Daar om zullen we de vervreemding met alle kracht te lijf moeten gaan. 81 AA ET name in de sector van de Wettelijke Aansprake lijkheidsverzekering de z.g.n. W.A. gezins- en be- drijfspolis blijkt een geweldige misvatting te bestaan om trent de vraag wanneer schade geclaimd kan worden. De begrippen als wettelijke aansprakelijkheid en on rechtmatige stoelen op het Burgerlijk Wetboek. U weet het boek waaraan iedere staatsburger zich dient te hou den. In het B.W. nu is in artikel 1401 t/m 1407 omschreven: Elke onrechtmatige daad, nalatigheid en onvoorzichtig heid waardoor een ander (derde) schade wordt toege bracht, stelt diegene, door wiens schuld, die schade ver oorzaakt is in de verplichting deze schade te vergoeden. Welnu, op grond van deze wetsartikelen heeft ieder verstandig gezins- of bedrijfshoofd een W.A.-verzekering lopende. Immers, ieder loopt het risico een ander schade te berokkenen en de hoogte van die schade is absoluut niet te overzien. Uiteraard moet voor zo'n W.A.-verzekering premie be taald worden. Niet zo gek veel overigens; voor een W.A.P. b.v. 18,75 per jaar en voor een W.A.B., afhankelijk van de grootte van het bedrijf 50,tot 100, Nu blijkt men in de praktijk de opvatting te huldigen; ik heb een W.A.-verzekering; ik betaal premie en der halve kan ik nu iedere schade claimen. In het verslag van het Inlichtingen- en Klachtenbureau staan daaromtrent enkele leuke voorbeelden. GEBROKEN BRILLEN AAEVROUW A is op bezoek bij haar buurvrouw en neemt het 3-jarige zoontje des huizes op schoot en laat het kereltje paardje rijden op haar knieën, tot grote vreugde van het ventje, dat zwaaiend met zijn armp jes op een gegeven ogenblik de bril van de neus van mevrouw A afstoot. De bril komt tegen een stoelpoot te recht en breekt. Schade ƒ125,Geen nood, zegt buurvrouw, geluk kig hebben wij een w.a.-verzekering als particulier. Groot is de teleurstelling, ja soms zelfs de verontwaardiging als blijkt, dat de w.a.-verzekeraar deze schade niet be taalt. ,,Ze willen wel premie ontvangen, maar als je scha de hebt betalen ze niet", wordt er dan gezegd. Men vergeet, dat het om een wettelijke aansprakelijk heidsverzekering gaat. Bij dit eenvoudige voorval zijn drie partijen betrokken: het kind, de buurvrouw en mevrouw A. Het 3-jarige kind heeft nog geen normbesef, m.a.w. het is te jong om het de gevolgen van zijn daden te kun nen toerekenen. De buurvrouw is als moeder niet aan sprakelijk, want zij heeft niets gedaan of nagelaten dat haar verweten kan worden. Mevrouw A leed deze schade door haar eigen schuld. Immers zij speelde vrijwillig met dat kind. Zij wist, dat als zij een 3-jarig kind paardje laat rijden op haar schoot, zo'n kind uitgelaten met zijn armp jes zwaait. Zij aanvaardde als brildraagster daarmede het risico, dat een handje van dat kind haar bril kon raken en afstoten. Zij had er dus zelf voor dienen te zorgen, dat haar bril buiten het bereik van die handjes bleef. Een tweede bron van klachten vloeit voort uit schaden welke spelende kinderen elkaar toebrengen. Verontwaar digde vaders schrijven soms lange brieven over de bril van hun zoontje die brak tijdens voetballen of stoeien of vechtpartijtjes op school of op straat. Soms ook gaat het om een scheur in een jas of een lichte verwonding die aldus werd opgelopen. Het is onvoorstelbaar wat een werk sommige vaders doen om dergelijke bagatelschaden te verhalen. Kinderen worden verhoord, de politie wordt verzocht proces-ver baal op te maken, onderwijzers worden er bij gehaald en schoolbesturen aangeschreven en per saldo concentreert zich de verontwaardiging op de w.a.-verzekeraar die niet betaalt. Een normaal gezond kind dat speelt en ravot loopt daarbij wel eens een buil op of scheurt een kledingstuk of breekt zijn bril en als ouders de consequenties daar van niet zelf willen dragen is de enige oplossing dat zij hun kinderen letterlijk in de watten leggen. BALDADIGHEID ^■EREGELD wordt het I.K.B. geconfronteerd met klach- ten van ouders over het niet betalen door w.a - verzekeraars van schade door opgeschoten jongens uit baldadigheid toegebracht. Het gaat dan soms om vrij grote bedragen voor indrukwekkende vernielingen door 17- of 18-jarigen in hun vrije tijd toegebracht aan eigen dommen van derden. De ouders kunnen zich meestal disculperen, hetgeen betekent dat zij op grond van de jurisprudentie niet aansprakelijk zijn. Blijft over de aan sprakelijkheid van de betrokken jongelui zelf. Die is er wel degelijk, maar de w.a.-verzekeraar weigert terecht voor hen te betalen omdat duidelijk is dat dergelijke scha de opzettelijk is toegebracht en met opzet toegebrachte schade is uiteraard onverzekerbaar. Ook een brandassuradeur betaalt zijn verzekerde niet als bewezen is, dat hij de brand opzettelijk stichtte. HET „ONDER ZICH HEBBEN" KJAGENOEG alle aansprakelijkheidspolissen bevatten een uitsluiting met betrekking tot schade aan voor werpen en goederen van derden welke men ter bewer king, in behandeling of op andere wijze „onder zich heeft". Dit is een vrij subtiel begrip en het geeft aanleiding tot veel misverstanden. Verzekeraars zijn zich daarvan bewust. Zij onderkennen de moeilijkheden welke deze bepaling veroorzaakt maar de consequenties van afschaf fing daarvan zijn onoverzienbaar. DE STRIJKBOUT, HET KOPJE EN DE FRISDRANK TEN huisvrouw bemerkt op haar strijkdag plotseling dat zij vergeten heeft haar strijkbout, die in repa ratie was gegeven, terug te halen. Zij leent een bout van haar buurvrouw en tijdens het strijken laat zij deze val len. Dat had haar uiteraard met haar eigen strijkbout ook kunnen overkomen. Geen nood, redeneert deze huis vrouw, ik zal een nieuwe strijkbout claimen bij mijn w.a.- verzekeraar. Deze wijst de schade af, want zij had de strijkbout „onder zich". Een gast wordt een kopje thee geserveerd. Het kopje ontglipt zijn hand en breekt. Het is niet bij te krijgen en de gast claimt een geheel servies bij zijn w.a.-verzeke raar. Betaling geweigerd. Terecht want in de eerste plaats ontbreekt het causaal verband tussen het breken van het kopje en het feit dat de leverancier geen bijbe horende kopjes meer voorradig heeft, en in de tweede plaats had de gast het kopje gebroken tijdens het han teren daarvan en hij had het kopje dus .onder zich". Een kind komt op bezoek bij de buurvrouw, die haar een glas limonade aanbiedt. Het glas ontglipt de kinder hand en de inhoud veroorzaakt een vlek op het tapijt. Wederom wijst de w.a.-verzekeraar van de ouders van het kind de schade terecht af. Bij deze beide laatste ge vallen speelt overigens nog een ander facet een rol. Na melijk dat van de risico-aanvaarding. Wanneer men te zijnen huize gasten ontvangt en deze iets aanbiedt, dan aanvaardt men daarmede het risico van kleine ongelukjes als hiervoor genoemd. Het zou een vreemde soort gastvrijheid worden als men zijn gasten daarvoor de rekening presenteerde. Zulks wel te doen als de gast w.a.-verzekerd is kan moeilijk anders worden gezien dan een oneigenlijk gebuik maken van de verzeke ring. OVERMACHT "TIENTALLEN gevallen zijn het I.K.B. voorgelegd wel ke hun oorzaak vonden in de orkaanachtige stor men van november 1972 en april 1973 Deels waren dit schaden onder aansprakelijkheids-polissen van particu liere huiseigenaren, deels werden de schaden gerecla meerd in de bedrijfs w.a.-sfeer van woningbouwvereni gingen, gemeenten, e.d. In de meeste gevallen betrof het schaden veroorzaakt aan op straat geparkeerde auto's door afgewaaide pan nen of andere stukken dakbedekking. In bijna al die ge vallen gold het protest de w.a.-verzekeraar die de schade had afgewezen op grond van overmacht. Men begreep dit dikwijls niet. Men zei dan: „Ja maar, het is toch dui delijk mijn schuld niet, dat mijn auto is beschadigd Die pannen vielen van zijn huis en in zijn polis staat hele maal niet, dat overmacht is uitgesloten". Dat is ook niet nodig. De vraag is alleen of de eigenaar van-het pand in dezen een onrechtmatige daad, nalatig heid of onvoorzichtigheid kan worden verweten. Hij of zij kon het in ieder geval niet laten stormen: vandaar het beroep op overmacht. In het algemeen zouden wij nog adviseren, zich goed te realiseren of de tegenpartij wel schuld heeft aan het ongeval alvorens een claim in te dienen. Elkaar wat op jutten onder het mom, je hebt toch een W.A polis dus proberen maar is een zeer slechte zaak. DE L BESTEMMINGSPLANNEN Halsteren Vanaf 21 november ligt gedurende een maand ter inzage het ontwerp-bestemmingsplan „Industrieterrein 1974". Gedurende deze termijn kunnen bezwaren worden in gediend bij de gemeenteraad. Domburg. Vanaf 25 november ligt gedurende een maand ter inzage de le herziening van het bestemmingsplan „Prin- seweg". Zij, die zich tijdig met bezwaren zowel tot de ge meenteraad als tot G.S. hebben gewend, alsmede een ieder die bezwaren hebben ingediend tegen de in het ontwerp aan gebrachte wijzigingen bij G.S. kunnen gedurende bovenge noemde termijn beroep instellen bij de Kroon. Zundert. Vanaf 25 november ligt gedurende een maand ter inzage het ontwerp-bestemmingsplan „De Berk II". Ge durende bovengenoemde termijn kunnen bezwaren worden ingediend bij de gemeenteraad.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 4