Voor oogsthulp zeer dankbaar, We zien het niet meer zitten! maar OPGEPAST Welke financiële hulp wordt geboden i.v.m. oogstramp Gele roest in wintertarwe 1974 en aanbevolen maatregelen voor oogst 1975 We schrijven voor WEST ZEEUWS VLAANDEREN zaterdag 12 november nadat we hebben 'geconstateerd dat het de afgelopen nacht weer 20 mm heeft geregend Vandaag kan er weer niets van de verschrikkelijk grote achterstand in de oogst worden ingehaald. Want ook in handwerk is het onmogelijk enig werk van betekenis op het veld te doen. Wat wilje; 60 mm regen in drie dagen tijds! De velden 'veranderen in een moeras. Moeizaam bij elkaar geraapte uien zijn zeer moeilijk droog te krij gen of worden soms zelf door de kontrakterende hande laar afgekeurd! Bovendien is de prijs slecht. Aardappe len gaan door zuurstofgebrek over tot rotting. Voor de geboden hulp is iedereen erg dankbaar, maar steeds weer is regen spelbreker, waardoor alle hulp maar een druppel op een gloeiende plaat is. Het ziet er naar uit, dat van de aardappelen en uien 80 op het land zal blijven. Ook de bieten zullen niet volledig kunnen wor den geoogst, of men wil ze niet meer oogsten door de grote kosten hieraan verbonden, de hoge tarrapercen- tages en het lage suikergehalte. Ook van het beloofde „tientje extra" zal wel niet alles bij de boer kunnen komen. Het is om er moedeloos van te worden. Velen hebben alle hoop opgegeven en hopen dat het maar gaat vriezen om van alle twijfels af te zijn. Veel bewondering hebben we voor de heren van het coördinatiecentrum W. Zeeuws-Vlaanderen, die handen vol werk verzetten aangaande de oogsthulp. Naar we hebben vernomen wordt gewerkt aan een vereenvou- (Vervolg van pag. 5) Een groep met zeer nauwe banden aan onze bedrijven, zijn de loonwerkers, die ook door de huidige omstandig heden bijzonder zwaar gedupeerd worden. Wanneer men de grote kapitale machines op deze bedrijven werkeloos of zeer weinig produktief ziet, dan krijgt men een beklemmend gevoel. De lasten van rente en aflossing komen er dit jaar niet uit, om maar niet te spreken van de verdere exploitatiekosten en het le vensonderhoud van de loonwerker. Voor de agrarische sektor van ons gebied wordt het een ramp, waarvan de gevolgen nog jaren merkbaar zullen zijn. De oogsthulp heeft de volle aandacht van pers, radio en televisie. Laten we hopen dat de moei lijkheden ook door de beleidsvoerende instanties vol doende worden onderkent! UIT DE PRAKTIJK digde versoepelde uitvoering van de Rij ksgroep re geling Zelfstandigen. Verwacht moet worden dat de voorwaarden om de nodige credieten aan te kunnen vragen nog dermate strak zijn, dat juist de levensvatbare bedrijven die de laatste jaren toch een goed inkomen behaalde^ er nu weer naast zullen pakken. Maar ook deze bedrijven hebben niet kunnen reserveren en moeten nu grote schulden gaan aflossen! Maar hoe moet dat als de helft van het bruto-inkomen op het land achterblijft? Iemand zei terecht: „mijn brood ligt in het water"! Beter en wellicht draagbaar voor de regering zou toch zijn, voor elke ha wat achterblijft, een bepaald 'bedrag, om vattende alle gemaakte kosten voor dat gewas, zonder meer uit te keren. Stel dat dit ƒ4000 per ha is en er blijft ongeveer 20.000 ha aan produkten in het Zuid- Westen achter, dan is dit een bedrag van 80 miljoen. Zo mogelijk zou men er later een deel van kunnen te rugvorderen. Dan was iedereen geholpen! Nu worden goede ondernemers „gestraft" voor hun arbeid en in zicht! Hopelijk bekijken we deze zaak te zwart, maar de zorgen zijn zodanig groot, dat velen er geen gat meer in zien. Hier is geen sprake meer van een normaal onder nemersrisico, maar van een ramp, waarbij de Overheid de helpende hand, aan ieder die er door getroffen wordt, dient uit te steken! INGEZONDEN RAMPENFONDS NODIG Er is nu al zeer veel schade. Als de vorst zou invallen wordt die nog veel erger. Als er dan nog geen rampen fonds zou komen, begrijp ik er niets meer van. Desnoods wil ik persoonlijk bij de minister-president, de heer Den Uijl vragen of ik binnen mag komen en hem dan dringend en smekend vragen om te komen tot 'n ram penfonds ten behoeve van de zwaarst getroffenen of in ieder geval een fonds in het leven te roepen om de zware zorgen die deze bedrijven hebben te verlichten, want de rijksgroepsregeling zelfstandigen is voor deze groep be slist onvoldoende! Met deze oproep hoop ik iets positiefs naar voren te hebben gebracht. De getroffenen kunnen op mijn gehele inzet rekenen, want er heerst menselijke nood en angst. P. A. DE GREEF, Nieuw-Vossemeer. Uien die nu geoogst worden en niet behandeld zijn met het anti-spruitmiddel Maleine Hydrazide (M.H.) die nen direkt te worden afgezet! Hierop verzocht de S.N.Ui.F. ons belanghebbenden te wijzen. Ook de bietenoogst komt door de Rampzalige oogstom- standigheden steeds meer in de knel, en de moed zinkt de boer steeds dieper in zijn modderlaarzen! (Vervolg van pag. 3) Van de bedrijven die in deze groep vallen zal een rap port worden opgemaakt door een bedrijfsrapporteur. Het liquiditeitstekort zal worden berekend aan de hand van te verwachten kosten en opbrengsten tot 1 sep tember 1974. Aan de hand hiervan wordt de financiële hulp bepaald. Afhankelijk van de mogelijkheden die het bedrijf biedt kan worden bepaald of de lening rentedragend zal zijn en met welk Ook de aflos singsverplichtingen zullen bepaald worden door de mogelijkheden die het bedrijf biedt. EIGEN VERMOGEN UOOR de bedrijven in groep a. en b. geldt dat bij een fiscaal eigen vermogen van 50 of minder van he- balanstotaal, financiële hulp kan worden gebo den zonder dat de ruimte eerst bij de banken en/of onder garantie van het borgstellingsfonds benut moet worden. Dit betekent niet dat bedrijven met een hoger eigen vermogen niet geholpen kunnen worden. Indien zou blij ken dat rente- en aflossingsverplichtingen bij een bank lening te hoog zouden worden om een voldoende ver teerbaar inkomen te verkrijgen en de voortzetting van het bedrijf in gevaar zou komen dan kan een dergelijk bedrijf op een voor hem passende wijze geholpen worden via de rijksgroepsregeling. Voor de bedrijven in categorie c. zal de fiscale vermo genspositie naar onze mening evenmin mogen dalen be neden de 50 Gaarne hadden we gezien dat dit percentage eigen vermogen hoger gesteld was omdat we zeer goed weten dat een bedrijf over een bepaalde kredietruimte moet kunnen beschikken wil het niet steeds kwetsbaarder wor den. Deze 50 was echter in de gevoerde besprekin gen het uiterst haalbare. HOE GAAT HET MET DE LOONWERKERS DIE IN FINANCIËLE MOEILIJKHEDEN KOMEN TE VERKEREN QOK deze categorie bedrijven, waarvoor wij ook zo wel wat de ondernemers als de werknemers betreft grote waardering hebben en die niet de geringste finan ciële tegenslagen zullen moeten verwerken kunnen een aanvraag indienen. Hun bedrijf zal nader worden beke ken en de hulp zal voor ieder bedrijf afzonderlijk wor den bepaald. Hetzelfde geldt voor de z.g. landhandel (uien, aardappelen, gladiolen e.d.). WAAR KAN MEN EEN AANVRAAG INDIENEN T^E aanvragers voor hulp kunnen per 1 december 1974 een aanvraagformulier halen en indienen bij de Distriktsbureauhouders in hun gebied. Bij de aanvra gen kan men hulp vragen aan de economische sociale voorlichters van de ZLM. WIE BESLUIT OVER DE AANVRAGEN I-IET ligt in de bedoeling in Zeeland 2 of 3 regionale commissies te vormen die de aanvragen zullen behandelen. In Noord-Brabant zal dit nog worden beslist. Doordat bij deze regionale commissies een vertegen woordiger van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, met beslissingsbevoegdheid, uit Den Haag aanwezig zal zijn is een snelle afwerking ge waarborgd. BESLUIT TTR is op korte termijn een regeling voor financiële hulp in verband met de wateroverlast gekomen in het kader van de zelfstandigenregeling. Indien U meent ervoor in aanmerking te komen, maak er dan gebruik van en schroom niet dit te doen. U hebt er recht op! NOG EEN WENS T ATEN die mensen die met de uitvoering worden be- last de hulp niet te pietepeuterig bekijken zoals bij bepaalde regelingen helaas wel eens gebeurt. Het gaat hier n.l. niet alleen om geld maar om mensen, om gezin nen die hulp nodig hebben! Wie dit beseft mag en kan niet op ieder slakje zout leggen. J. MARKUSSE. IETS in deze wereld staat vast. Zo was er deze zomer ook in het samenspel tussen het gewas tarwe en de gele-roest-ziekte iets onverwachts. Aldus schreef in het nummer van september van Cebeco-Handelsraad Samen Sterk Dr. Mastenbroek in een artikel over de gele roest in wintertarwe in 1974. In seizoen 1974 heeft de gele roest zich bepaald niet stil gehouden. In Gele-Roestbericht no. 16 oktober '74 van de Stichting Nederlands Graan-Cen- trum opgesteld door ir. R. W. Stubbs van het I.P.O. te Wa- geningen wordt een overzicht gegeven betreffende de gele roestsituatie in 1974. Alhoewel de verspreiding van de gele roest beperkt bleef doordat het tarwe-areaal v.n. met tarwe- rassen was ingezaaid die voor zover toen bekend niet of nog niet door gele roest konden worden aangetast, is het optreden van een geheel nieuwe en voor de praktijk zeer gevaarlijke stam (fysio) zeer verontrustend geweest. In het afgelopen seizoen was de opbouw van dit fysio nog te ge ring om op uitgebreide schaal schadelijk te kunnen optreden. Echter het veellovende wintertarweras Clement, dat voor dien zeer resistent was tegen gele roest, werd door dit nieu we fysio aangetast. Aanvankelijk werd verondersteld dat de resistentie van Clement voldoende groot en van lange duur zou zijn. Niet bekend was uiteraard 'hoe de gele roest zou reageren als dit ras op grote schaal verbouwd zou worden. De praktijk heeft het antwoord op deze vraag snel gegeven! QELE ROEST bericht no. 16 geeft een verzicht van de gele-roestfysio's die in 1974 optraden en de betekenis daarvan voor het tarwegewas in 1975. Alhoewel door de uitzonderlijk slechte weersomstandigheden in het Zuid- Westen praktisch nog geen wintertarwe kon worden inge zaaid met daarbij het feit dat het er voorlopig niet naar uit ziet dat zulks alsnog nog kan gebeuren en dus de omstan digheden voor het Z.W. in' 1975 in belangrijke mate zullen afwijken, geven wij in het volgende de maatregelen, die door het Graan Centrum worden aanbevolen, ter voorkoming van gele-roest-epidimiën. Evenals in voorgaande Gele-roestberichten wordt ook nu rassenspreiding aanbevolen als maatregel ter voorkoming of beperking van het schadelijk optreden van de gele-roest- ziekte. Het effect van rassenspreiding zal groter zijn naar mate het aantal resistente rassen, dat in het rassensortiment wordt opgenomen groter is. HET laat zich aanzien, dat een vrij groot deel van het wintertarwe-areaal 1975 met het vatbare ras Clement zal worden ingezaaid waardoor de verhouding vatbaar ras- resistente rassen in het voordeel van het schadelijk optreden van de gele-roestziekte komt te liggen. Deze situatie is ver gelijkbaar met die van 1955 toen het vatbare ras Heines VU domineerde. Het is daarom te vrezen, dat bij de voor de gele roest gunstige weersomstandigheden een deel van het tarwe gewas 1975 door geleroestepidemieën getroffen zal worden. Gele roest is chemisch te bestrijden maar de middelen hiervoor zijn nog niet toegelaten. De resistentie van de in de Rassenlijst van Landbouwge wassen 1975 opgenomen rassen is op grond van IPO-proef- veklgegevens als volgt: zeer resistent tot resistent (aantastings percentage variërend van 0 tot 25) In alfabetische volgorde vatbaar tot zeer vatbaar (aantastings percentage variërend van 35 tot 90) wintertarwe Bongo Caribo Cyrano Lely Manella Norda Adamant Cama Clement Tadoma zomertarwe Fundus Kaspar Melchior Toro Bastion Selpek

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 6