VAN HET OOGSTFRONT Fiscale en ongevallen- aspekten oogsthulp november 1974 3 In overleg met het ministerie van financiën is een regeling getroffen voor de oogsthulpen, die momenteel in de landbouw werkzaam zijn. Deze regeling geldt zo wel voor de hulpverleningscentra als voor de landbou wers, die rechtstreeks van hulpkrachten gebruik ma ken. GEEN BELASTING, WEL PREMIES VOLKSVER ZEKERING. De regeling houdt in dat GEEN loon belasting van het uitbetaalde loon behoeft te worden ingehouden, doch alleen premies voor de volksverze kering alsmede de Kinderbijslag Wet Loontrekkenden. Dit maakt in totaal uit een percentage van 18,02 over het betaalde loon. ADMINISTRATIEVE PROCEDURE Voor het toepassen van deze regeling is in dit bij zondere geval geen schriftelijke toestemming no dig van de Inspecteur der belastingen. De verschuldigde premies dienen na afloop van het 4e kwartaal op de normale wijze te worden afge dragen, d.w.z. op een aangifteformulier loonbelas ting, dat bij de Inspectie der belastingen verkrijg baar is. Ook dienen in januari 1975 voor de oogsthulpen loonbelastingkaarten te worden ingezonden, waar voor het noodzakelijk is over naam en adres van belanghebbenden te beschikken. Deze formulieren zijn eveneens bij de Inspectie der belastingen ver krijgbaar. Voor zoveel nodig zij nog opgemerkt dat het door belanghebbenden ontvangen loon vrijwel nimmer tot belastingheffing zal leiden omdat voor een tweede dienstbetrekking een bedrag van 400is vrijgesteld. VERZEKERING OOGSTHULP TEGEN ONGEVALLEN De Verenigde Onderlinge Schadeverzekeringsmaat schappij „OTOS" te Leeuwarden heeft de vrijwilli gers, die behulpzaam zijn bij het binnenhalen van de oogst in de rampgebieden, verzekerd tegen ongeval len. Een en ander houdt in vrijwilligers een uitkering te verlenen, indien zij bij een ongeval betrokken raken met voor hen blijvende gevolgen. De ongevallenver zekering is afgesloten met het Coördinatiecentrum Hulp Landbouw Zuidwest Nederland en met de Ge westelijke Raad van het Landbouwschap voor Noord- Holland. Voor de vrijwilligers en voor de landbouwers zijn er geen direkte premieconsequenties. De ongevallenverzekering, die per 8 november j.l. is ingegaan, geeft een uitkering bij overlijden, die inge roepen wordt tengevolge van een ongeval. Deze regeling geldt niet voor de militairen, voor wie door het Coördinatiecentrum een aparte regeling is getroffen. Onder de verzekering vallen alle vrijwilligers voor zover geen militairen zijnde), die werken bij boeren en tuinders, die het aantal bij hen werkzame vrijwilligers doorgegeven hebben aan de meldingscentra van het Coördinatiecentrum een aparte regeling is getroffen. Onder de verzekering vallen alle vrijwilligers (voor zover geen militairen zijnde), die werken bij boeren en tuinders, die het aantal bij hen werkzame vrijwilligers doorgegeven hebben aan de meldingscentra van het Coördinatiecentrum of aan de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap voor Noord-Holland. Voor het vaste personeel op de agrarische bedrij ven en de kinderen van de boeren geldt deze ver zekering niet. Schademeldingen dienen aan eerder genoemde in stanties te geschieden. OTOS vertrouwt met deze ongevallenverzekering voor de vrijwillige oogsthulpen een adequate dekking te hebben verzorgd, waardoor de landbouwers zich niet voor nog meer probelemen gesteld zien. T ANDBOUWMINISTER Van der Stee en Staatssecre- taris van Defensie Van Lent hebben zich dinsdag middag persoonlijk op de hoogte gesteld van de ramp die de oogst in het Zuid-Westelijk kleigebied te wachten staat als er niet zeer spoedig veel meer hulp wordt ge boden dan tot nu toe beschikbaar is gekomen. Sinds zijn vorige bezoek, zo zei de minister, was hij geschrokken van de bijzonder slechte omstandigheden waarin nu ge probeerd wordt nog te redden wat er te redden valt. Van daar dat meteen door de staatssecretaris van Defensie beslist werd dat de nog aanwezige reserve aan militaire vrijwilligers van 1100 man ingezet zullen worden met de reeds ingezette ca. 1800 militaire vrijwilligers komt de totale hulp van die kant op ca. 2900 man. Een en ander brengt voor Defensie de nodige problemen met zich mee, daar het oefenprogramma van de militaire opleiding in de knel komt, maar staatssecretaris Van Lent vond in dit geval ook: „Nood breekt wet". De nu toegezegde 1100 man extra zal echter, naast de vele andere vrijwilligers van scholen enz., niet voldoende zijn om het oogstwerk geklaard te krijgen. Oogsthulp Coördinator, de secretaris van de Gewestelijke Raad voor Zeeland schat in totaal een 6000 man nodig te hebben. Voor verdere toezeggin gen aan hulp van militairen zag staatssecretaris Van Lent geen mogelijkheden meer. Het zijn vrijwilligers die zich beschikbaar stellen zo zei hij en is geen militaire bijstand in «en noodsituatie. XAINISTER Van der Stee die onder de indruk was van deze regelrechte ramp merkte ook nog op het een diep treurige zaak te vinden dat er van de ca. 150 160.000 werklozen nog niet één ingezet kan worden om de in moeilijkheden verkerende landbouw te helpen. Zelfs van de ca. 200 werklozen in het Zuid-Westen, die zich daarvoor wel hadden aangemeld, bleek nog geen enkele aan de slag te zijn. Administratieve rompslomp blijkt daarvan de reden te zijn. Vandaar dat de minister nog deze week met zijn collega van Sociale Zaken over leg zal plegen om te bekijken op welke wijze de proble men dienaangaande opgelost kunnen worden. Problemen als „passende arbeid" niet in loon (uitkering) achteruit gaan en het feit dat hij als seizoenarbeider later in moei lijkheden met zijn bedrijfsvereniging kan komen. Het. is logisch dat de animo onder de werklozen die 80 van hun laatste verdiende loon als uitkering krijgen er niets voor voelen om aan de slag te gaan en dan min der of hetzelfde in handen krijgen en in het slik moeten werken. Het moet toch mogelijk zijn een zodanige rege ling te treffen dat het voor diegene die in de W.W. zit financieel aantrekkelijker wordt gemaakt om de handen uit de mouwen te steken. Maar ja, ambtelijke molens ma len langzaam, er zijn bergen voorschriften enz. die zo maar niet veranderd kunnen worden! Overigens moeten de kosten die deze oogsthulpaktie voor de overheid met zich mee brengt niet onderschat worden. Extra uitkeringen aan militair personeel, aan transport, huisvesting enz. voor vrijwilligers, scholen enz., transportkosten oogstmachines en allerlei andere kosten zullen zeker de nodige miljoenen guldens onkosten met zich mee brengen. Een raming, zo zei de minister, van het totaal bedrag is momenteel nog op geen stukken na te maken. T)AT ambtelijke molens niet zo snel malen als betrok kenen vaak wel zouden willen blijkt ook te gelden voor de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen op basis waar van de zo financieel zwaar getroffen land- en tuinbouw de helpende hand zal worden toegestoken. Er zijn alweer verschillende besprekingen tussen het ministerie van C.R.M., die de uitvoering financiert, het ministerie van Landbouw en de landbouworganisaties over geweest. Er komt voor de zwaar getroffen gebieden en globale ver soepeling van deze regeling. Voor zover wij begrepen hebben is hier overeenstem ming bereikt en zou woensdagochtend e.e.a. bekend kun nen worden gemaakt. Er schijnt echter één of meerdere kinken in de kabel gekomen te zijn zodat wij officieel nog van niets weten, alleen datgene hetgeen minister Van der Stee dinsdagmiddag hieromtrent globaal mededeel de. Uitgangspunt zal zijn dat geen enkele boer of tuinder op een levensvatbaar rendabel bedrijf geheel buiten zijn schuld de dupe mag worden en ten onder mag gaan aan de rampzalige oogstomstandigheden. Er komt dus een vereenvoudigde versoepelde uitvoe ring van de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen die niet via de gemeenten, maar via de Distriktsbureauhouders zal gaan lopen. Daarbij wordt de boer de gelegenheid gebo den credieten aan te vragen voor het aantal ha waarvan de oogst verloren is gegaan. De voorwaarden en normen zijn ons echter nu nog niet bekend. Maar we zullen op e.e.a. de volgende week in een uitvoerig artikel nader op terugkomen. De opgenomen credieten zullen voor twee jaar renteloos en daarna tegen een lage rente van ca. 5 beschikbaar worden gesteld. Voor aflossing mag na deze twee jaar op 5 tot 7 jaar gerekend worden. BI. IJ ET ivel zeer bijzondere jaar 1974 heeft in agrarische kringen een zeer sombere stemming opgeleverd. De moeilijk te beoordelen situatie op economisch gebied, de onzekerheden ten aanzien van prijsbeleid en marktbeleid gevoegd bij het achterblijven van de prijzen en de moor dende belastingheffing, alles droeg bij tot de toestand van onzekerheid en onbehagen die nu gemeengoed zijn geworden. De acties en reacties in de zomer van 1974 toonden duidelijk aan hoe hoog de nood was gestegen. Deze ontwikkelingen worden gevolgd door voor het Zuid- Westelijk kleigebied zulke abnormale weersomstandighe den dat in de agrarische wereld een noodsituatie is ont staan. flOK afgezien van deze bijzonderheden is het onder- nemingsklimaat in Nederland economisch gezien aanleiding om noodsignalen uit te zenden. Voor de ge middelde onderneming is in ons land de winst onvoldoen de, om op hetzelfde niveau te blijven doen. De middelen hiertoe zijn ontoereikend. Het investeringsklimaat biedt onvoldoende mogelijkheden en kansen voor een voldoende rentabiliteit van het bedrijfsleven. Als grote boosdoeners hiervoor gelden het prijsbeleid en het loonbeleid, de gevoerde belastingpolitiek en de ge weldige inflatie. Voegen wij hieraan toe de buitensporige hoge rentelasten dan is dat alles voldoende voor de con clusie dat het ondernemingsklimaat in ons land nog on gunstiger is dan in andere Europese landen. A LLERWEGEN kunnen tekenen worden waargenomen betreffende deze zorgwekkende situatie De werk loosheid schrijdt voort wegens gebrek aan investeringen en een steeds dalend aantal ondernemingen. Verder moet ook betekenis worden gehecht aan het sociaal-politieke ondernemingsklimaat. De ondernemer geniet over het algemeen weinig waar dering. Hij wordt door sommige kringen beschouwd als iemand die allen eigenbelang dient, terwijl zijn betekenis voor werkgelegenheid en zijn bijdrage aan het maatschap pelijk welzijn wordt gebagatelliseerd! Een verdergaande overheidsbemoeiing, waarbij aan allerlei maatregelen een overwegende invloed en beteke nis wordt toegekend, wordt gepropageerd De ontwikkeling van de laatste jaren is, naar wij me nen, een duidelijk voorbeeld dat zowel nationaal als in ternationaal gezien hiervan geen succes is te verwachten! IJ E vraag kan worden gesteld welke overheid of wel ke centrale instantie in staat is om op elk gebied deskundig te zijn. Welk orgaan beschikt over voldoende ervaring en deskundigheid om voor een zo gevarieerd be drijfsleven onder zulke verschillende omstandigheden de gepaste maatregelen te treffen, dat ondernemingen die levenskansen verkrijgen die zowel voor de werkgelegen heid, de rentabiliteit als de handhaving en uitbouw van de onderneming optimaal zijn. Naar onze mening is dat alleen mogelijk indien de on derneming wordt geleid door ondernemers die geleid worden door gezonde economische en sociale principes en die gesteund door gepaste wettelijke maatregelen op het gebied van produktiebev or dering en dragelijke belasting maatregelen die rekening houden met specifieke kapi taalsvorming, noodzakelijk voor de handhaving en uit breiding van deze onderneming. Een voortgaan op de weg van uitholling van het be drijfsleven zal catastrofale gevolgen hebben voor zowel de ondernemingen, de werkgelegenheid als de gehele sa menleving. Wij hopen dat de situatie van vandaag met zijn werk tijdverkortingen en werkloosheid, zijn bedrijfssluitingen en faillissementen, zijn onzekerheden op schier elk ter rein van het ondernemer zijn, leidt tot een gezamenlijke bezinning en maatregelen ter verkrijging van een gezond ondernemersklimaat! PA AU WE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 3