Wateroverlast en leve ringsplicht kontraktteelt Praten over de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen Maatregelen gevraagd voor ai et en prijsvorming van tarwe 5 De laatste weken wordt het ZLM-secretariaat regelmatig benaderd met vragen omtrent de kontraktuele leveringsplicht van bijv. aardappe len, uien, bruine bonen enz. Daaraan kan door de bijzonder slechte weersomstandigheden niet aan worden voldaan. Een en ander kan voor be trokkenen grote moeilijkheden en financiële stroppen tot gevolg hebben. Vanzelfsprekend staan de kontraktvoorwcarden waarop geleverd dient te worden bij de beoordeling van de aan sprakelijkheid voorop. Vandaar dat wij de Kon- trakttelersvereniging Zuid-West verzochten hierover een korte uiteenzetting te geven. Om dat de individuele kontrakten grote verschillen zullen vertonen, is een en ander zeer in het al gemeen gesteld en zullen er vele vragen open blijven. Hoewel dit in dit artikeltje niet vermeld staat kunnen onze leden ingeval van kontraktue le moeilijkheden, vanzelfsprekend, ook een be roep doen op de medewerkers van het ZLM- secretariaat. De akkerbouw in het Zuid-Westen van het land wordt momenteel geteistert door ernstige wateroverlast. Voor de boeren betekent dit grote zorg en ernstige onzeker heid over hun inkomenspositie. Voor de teelten op kon- trakt komt daar nog extra narigheid bij. De industrie en handel zit te wachten op de produkten, dié door de water overlast niet tijdig geleverd kunnen worden, hoe graag de boer dit ook zou doen. Hoe te handelen in deze situa tie? Indien aardappelen zijn gekontrakteerd op basis van de door de N.K.T.V. en V.B.N.A. vastgestelde algemene mo- delvoorwaarden kan men terugvallen op het gestelde in artikel 31: „Overmacht, welke tenuitvoerlegging van een overeenkomst onmogelijk maakt, ontheft zolang deze be staat de partij, die zich op overmacht beroept, van de verplichting tot tenuitvoerlegging, mits zij daarvan tijdig kennis geeft aan de wederpartij". Uit dit artikel blijkt dus duidelijk dat de afnemer de boer niet in gebreke kan stellen in een zo duidelijke over machtsituatie als momenteel voor vele akkerbouwers geldt. Wel is het belangrijk om als kontraktteler tijdig overleg te plegen met de afnemer en afspraken te ma ken over de te nemen stappen in de nabije toekomst. Ook voor uien die momenteel nog op het land zij het vast dan wel los in het zwad zijn achtergebleven geldt een algemeen model-kontrakt. Ook hierin is een overmachtsklausule als bij aardappelen ingebouwd. De handelwijze kan dus ook hetzelfde zijn. Hoewel voor bruine bonen, die vooral in Zeeuws-Vlaanderen worden geteeld, geen algemene modelvoorwaarden zijn vastge steld lijkt het ons toch reëel uit te gaan van dezelfde uitgangspunten. KWALITEITSAANTASTING Het is te verwachten dat de wateroverlast in een aan tal gevallen de kwaliteit van de gekontrakteerde produk ten ernstig zal aantasten. In het geval van een aardappel gewas of een gewas uien zou door een zware sortering de kwaliteit nog opgevijzeld 'kunnen worden. In andere gevallen heeft men te maken met de kwaliteitseisen, zo als ze in het kontrakt omschreven zijn. Verwacht mag worden dat onder de huidige omstandigheden de kwali teitseisen soepel toegepast zullen worden. Steeds zal in eerste instantie een goed overleg tussen teler en afne mer voorop moeten staan. Dit geldt ook indien het pro- dukt niet oogstbaar of afleverbaar mocht zijn. Komt u in het onderling overleg niet tot een oplossing dan verdient het aanbeveling de vertrouwenskommissie, behorende bij de betreffende fabriek of handelaar, in te schakelen. In dringende gevallen kunnen de telers een beroep doen op bemiddeling van de kontrakttelersvereniging in de persoon van de heer B. van Dueren den Hollander te Fijnaarl. Telefoon 01686785. KONTRAKTTELERSVERENIGING KRING ZUID-WEST. J. MARKUSSE. Het zal een ieder duidelijk zijn, ook buiten de landbouw, dat vele gezinnen in de landbouw, de tuinbouw, de veehou derij, van de loonwerker zicih vele malen de vraag stellen, indien de gewassen niet geoogst kunnen worden, zal er dan hulp worden geboden en op welke manier? Dat het in feite zo zou moeten zijn dat een ondernemer normale tegenslagen zou moeten kunnen opvangen met eigen middelen is een ieder bekend. Dat door de moordende inflatie, het fnuikende belastingstelsel, de zeer hoge premies voor sociale voorzie ningen het voor velen niet mogelijk was en is om reserves te vormen om grote tegenslagen op te vangen is helaas een feit. De ondernemers en hun organisaties hebben hier vele malen op gewezen, maar helaas onvoldoende gehoor gevon den. Voorlopig weten we alleen één mogelijkheid om hulp te verlenen n.l. via de bestaande Rijksgroepsregeling Zelf standigen. We weten ook dat er bij vele zelfstandigen een grote weerstand bestaat om van deze regeling gebruik te maken voor het vragen om financiële hulp is ons bekend. In incidentele gevallen (denk aan de'fruitteelt, de varkens houderij, denk aan anderen) hebben we-voor en met men sen getracht een oplossing te vinden en hebben deze ook vaak gevonden. Tevens hebben wij ervaren hoe ontzaglijk moeilijk een zelfstandige er toe te bewegen is, de hulp via deze regeling te vragen en te aanvaarden. Daarnaast heb ben we mensen gezien die na hun aanvankelijke schroom erg blij waren ons advies te hebben opgevolgd, doodgewoon omdat de eerste moeilijkheden daadwerkelijk konden wor den opgevangen. HOE MOETEN WE EEN EN ANDER BEKIJKEN? We zullen het wellicht zo moeten zien, dat het vragen om financiële hulp via deze regeling niet betekent dat U om een gunst vraagt, maar een beroep doet op een recht dat iedere zelfstandige heeft. Verder hebt U er aan meegewerkt de pot te vullen waar uit geput wordt om deze hulp te verlenen. Dit gebeurde door het betalen van uw belasting. Haal dan nu uit deze pot .waar U recht op hebt! WIE KUNNEN ER MIDDELS DEZE REGELING WORDEN GEHOLPEN? Iedere zelfstandige ondernemer die in omstandigheden verkeert of dreigt te geraken dat hij niet over voldoende financiële middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van zijn bestaan te voorzien kan hulp krijgen mits op een andere wijze de financiële middelen niet kunnen worden ver kregen! WAT BETEKENT DIT? Op het eerste gezicht zou men kunnen stellen: „Dus als je niets meer over hebt dan kun je hulp krijgen". Dit is echter onjuist. Het betekent, indien de bank geen krediet meer aan U kan verstrekken omdat er niet voldoende onderpand of zekerheid aanwezig is, of dat met garantie van het borg stellingsfonds geen krediet meer is te verkrijgen, men dan via de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen hulp kan krijgen. Wij willen hier zeer drukkelijk stellen dat wil er van daad werkelijke hulp sprake zijn een eigen bedrijfskapitaal aan wezig moet kunnen blijven van rond de 40 Of dit gereali seerd zal kunnen worden zal in hoge mate afhangen van diegenen die de beslissing over het wel of niet verlenen van deze hulp geeft. In het verleden hebben we vaak gezien dat familieleden hielpen met een lening tegen verlaagde rente. Hoewel op zichzelf toe te juichen zouden we hier willen stellen eerst van de groepsregeling zelfstandigen gebruik maken en dan pas van de hulp van de familie. En niet om gekeerd! STELT MEN OOK NOG VOORWAARDEN AAN HET BEDRIJF EN DE ONDERNEMER? Eén van de voorwaarden is dat het bedrijf voor de toe komst perspectief biedend dient te zijn. Dat wil zeggen dat het bedrijf na de hulpverlening volgens een redelijke ver wachting zoveel levensvatbaarheid bezit dat het voortgezet kan worden en een voldoende bestaan op kan leveren voor de ondernemer en «zijn gezin. Wacht niet met het vragen om financiële hulp tot het te laat en geen redden meer mogelijk is! WELKE HULP KAN ER GEBODEN WORDEN? 1. Er kan een bedrijfskapitaal worden verstrekt. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie vormen. a. een rentedragende lening b. een renteloze lening c. een bedrag om niet Onze ervaring as dat een bedrag „om niet" praktisch nooit wordt uitgekeerd. Of een lening rentedragend wordt gegeven en dan vaak tegen een verlaagd percentage, wordt beoordeeld naar ge lang het bedrijf deze lasten op kan brengen en of er na de bijgesloten'lening een voldoende verteerbaar inkomen over blijft en voldoende inkomen voor herinvesteringen. In som mige gevallen wordt de rente op 5 of lager "Bepaald. Wanneer zou blijken dat de rentelasten te zwaar zouden worden kan de lening renteloos worden verstrekt. Ook komt het voor dat pas na een jaar vastgesteld wordt welke rente •betaald moet worden. Ook de aflossingstermijn wordt be keken naar gelang de mogelijkheden van het bedrijf zijn wat het inkomen betreft. 2. Er kan een periodieke uitkering voor levensonderhoud worden verstrekt die in de meeste gevallen begint met 26 weken. Na deze 26 weken wordt de zaak opnieuw bekeken. De hoogte van deze uitkering voor levensonderhoud bedraagt voor een gezinshoofd! 250,300,per week. In dit bedrag zijn de kosten bijv. voor ziekenfondspremie en woon kosten inbegrepen. Het zou o.i. redelijk zijn als de perio dieke 'uitkering voor levensonderhoud niet geleend zou moe ten worden, maar verstrekt zou worden om niet. Levens onderhoud is immers geen bedrijfskapitaal! LIQUIDITEITSBEGROTING Om uw benodigd bedrijfskapitaal vast te stellen dient er een 'begroting te worden opgesteld van de te verwachten inkomsten tot 1 augustus 1975. Daarnaast zal men de te verwachten uitgaven inol. investeringen eveneens tot 1 augustus op een rij moeten zetten. Door deze twee gevon den getallen van elkaar af te trekken kan men het tekort berekenen en kan men becijferen welk (bedrag voor bedrijfs kapitaal men mag en kan vragen. WAT KUNT U DOEN? Neem kontakt op met de voorlichter van onze ZLM. Zij kunnen U behulpzaam zijn bij de aanvraag. Zij kunnen sa men met U vaststellen welke bedragen nodig zijn. WAAR MOET DE AANVRAAG WORDEN INGEDIEND EN HOE IS DE VERDERE BEHANDELING? De aanvraag dient te worden ingediend op het Gemeente huis in uw woonplaats. De gemeente stuurt de aanvraag om advies naar de Provinciale Direktie voor de Bedrijfsontwik keling in de Provincie Zeeland dan wel in Noord-Brabant. Deze adviseren de gemeente schriftelijk nadat een zgn. be- drijfsrapporteur U persoonlijk heeft bezocht en een rapport over uw bedrijf heeft opgesteld. Daarna wordt het rapport behandeld door een commissie, in de meeste gevallen bestaande uit een wethouder, een vertegenwoordiger van de afdeling sociale zaken van de gemeente, een vertegenwoordiger van Bureau Zeeland van CRM, de betreffende bedrijfsrapporteur en zo nodig, op eigen verzoek, uw economisch sociaal voorlichter. HOOP Wij hopen dat de weersomstandigheden snel mogen ver beteren opdat er nog gered kan worden wat er te redden valt zodat U financieel geen hulp nodig hebt, maar uw eigen 'boontjes kunt doppen. Mocht dit niet zo zijn en U komt door omstandigheden geheel buiten uw schuld in moeilijkheden schroom dan niet om hulp krachtens de Rijksgroepsregeling Zelfstandigen in te roepen. U bent, indien nodig, het verplicht terwille van uw gezin en uw bedrijf. Het minste wat U kunt doen is kon- takt opnemen met uw economisch-sociaal voorlichter. Hulp in een vroeg stadium kan immers effektief zijn en veel lesed en narigheid voorkomen. BESLUIT Dit artikel is niet geschreven omdat wij niet van ganser harte hopen dat er, waar nodig, buiten de zelfstandigenrege ling om, hulp geboden zal worden. Dat kan o.a. zijn via ren teloze voorschotten die zouden kunnen worden verstrekt aan diegenen die schade hebben geleden. Dit artikel is wel geschreven om U er van te doordringen hulp te vragen als die nodig is. En mede om de politiek ver antwoordelijken te doen beseffen dat een onderneming voor een dergelijk natuurgebeuren een reserve moet kunnen vor men. Indien dit onmogelijk wordt gemaakt nemen deze een grote verantwoordelijkheid op zich voor vele gezinnen. Ondanks het hogere prijspeil op de wereldgraanmarkt is de prijszetting van tarwe in ons land nog steeds be duidend lager dan de richtprijs en is teruggezakt op het interventie-prijspeil. Een en ander is wederom aanleiding geweest dat het Landbouwschap zich tot de minister van Landbouw heeft gewend met het klemmende verzoek maatregelen te nemen opdat op korte termijn een voldoende prijszet ting van de tarwe verkregen kan worden. Een geëigend middel daartoe in de gegeven omstan digheden kan zijn het alsnog open stellen van de moge lijkheid tot aanbieding van tarwe voor zogenaamde in terventie B. als aanvulling oo de eerder toegestane in terventie B voor het seizoen 1974/'75, voor Nederland tot maximaal 175.000 ton. Interventie B maakt het de aanbieders n.l. mogelijk om, met een kostendekkende bewaarvergoeding tot een tijdstip later in het seizoen, het produkt na dit tijdstip normaal op de markt af te zetten. Een dergelijke maatregel op korte termijn te treffen kan een ondersteuning van de tarwemarkt betekenen en een prijszetting tot het noodzakelijke niveau be vor deren,aldus het Landbouwschap. Aan de andere kant zit in deze maatregel het element van een zekere reser vering waardoor het beter mogelijk is om later in het seizoen, ook met het oog on de interne voorziening in het te voeren beleid positie te kiezen, wanneer de inter nationaal precaire graansituatie zich verder zou toe spitsen. Volgens de betreffende verordening geldt voor het toestaan van interventie B mede als motief een dreiging van een overmatige aanbieding voor interventie. We be seffen dat dit vooralsnog niet is te voorzien. Afgezien van de vraag of dit criterium in het verleden steeds con sequent is gehanteerd, meent het Landbouwschap dat op grond van de motieven die hiervoor zijn genoemd deze maatregel ten zeerste is aan te bevelen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 5