Mi
Same trekkers
ware krachtpatsers
II
Praters en
doeners
Laat
U
zien
in
donker
Voorlopig geen rem op ontwikkeling bio-industrie in Zeeland
CEBECO-HANDELSRAAD
Drs. J. DIJKGRAAF.
L.C.C. - Goes.
\KTE mogen met elkaar toch wel constateren, dat er
de laatste tijd enorm veel nieuwe ideeën worden
gespuid. Er wordt gepraat bij het leven. Het overleg is
niet van de lucht en het aantal beroeps- en hobbypraters
neemt zeer sterk toe. Dat past in het beeld van de be
wustwording, van de mondigheid (ook heel letterlijk) en
van de maatschappelijke veranderingen. Alhoewel wij dit
een goede zaak vinden blijkt het toch wel nodig een
sterke selektie toe te passen. Veel nieuwe ideeën en voor
stellen zijn namelijk bijzonder onrijp en daarmee te wei
nig doordacht. Het woorden loslaten wordt dikwijls ge
kenmerkt door te weinig achtergrond. Wij hebben nogal
eens de indruk, dat praten en het zich verantwoordelijk
voelen voor wat wordt gezegd niet met elkaar overeen
stemmen. Naar onze mening moet je je verantwoordelijk
Op landbouwtrekkers en -machines mogen nu knipperende
waarschiuwingslichten worden gebruikt. Verplicht is het voe
ren van een geel zwaailicht op zelfrijdende landbouwmachi
nes, die breder zijn dan 2.60 m, als ze op de openbare weg
rijden.
De donkere maanden zijn aangebroken en daarmee is het
gevaar toegenomen dat langzaam rijdend verkeer niet tijdig
door achteropkomend snelverkeer wordt gezien. Goed licht
zorgt ervoor dat u wordt gezien. De juiste verlichting houdt
in: vóór twee koplampen (waar binnen de bebouwde kom
geen straatverlichting brandt, moet dimlicht worden ge
voerd); twee helder rode achterlichten, liefst reflecterend en
twee aparte reflectoren. Dit geldt ook voor aanhangwagens,
die evenwel ook voorzien moeten zijn van lengtedriehoeken
en zijlichten.
Bij dichte mist of zware sneewval is inschakeling van een
sterk rood mistachterlicht aan de linkerkant van de trek
ker of wagen gemonteerd toegestaan en voor de lang
zaam rijdende landbouwwerktuigen zeker aan te bevelen.
Hoewel stoplichten voor trekkers en aanhangwagens in het
algemeen niet zijn voorgeschreven, verdient het aanbeve
ling deze te monteren. Want hoe kan men vooral in het don
ker het verplichte stopsignaal geven aan het achteropko
mende verkeer anders dan door stoplichten?
MEDEWERKING AAN ZEEUWS DORPENONDERZOEK
GEVRAAGD
Er zijn in Zeeland ongeveer 160 steden en dorpen, d.w.z.
er zijn een paar betrekkelijk grote steden en verder veel
kleine dorpen, waarvan er ongeveer 70 met zelfs mjnder
dan 500 inwoners! Welke toekomst hebben deze dorpen, wat
gaat er of wat moet er gaan gebeuren met deze dorpen die
in onze Zeeuwse samenleving, wat hun aantal betreft, zeker
meetellen. Het provinciaal bestuur van Zeeland wil daar
meer van weten, voordat zij, vanzelfsprekend in overleg met
de gemeenten, haar beleid bepaalt met betrekking *ot deze
dorpen. Zij wil dit doen aan de hand van allerlei vragen die
aan een aantal dorpsbewoners worden gesteld. Uiteraard is
dit onderzoek gebaseerd op vrijwillige medewerking van de
bewoners van de dorpen.
Het spreekt echter voor zich dat deze medewerking niet
alleen op prijs wordt gesteld maar zelfs van essentiële be
tekenis zal zijn voor de bruikbaarheid van de ingezamelde
antwoorden. Hoe beter de medewerking, hoe betrouwbaar
der de resultaten!
Vanaf maandag 28 oktober a.s. zal er in 42 dorpen in
Zeeland een onderzoek worden gehouden onder de bewoners
van 18 jaar en ouder over het wonen in de kleine dorpen:
welke voorzieningen (bakker, slager, school, verenigingsge
bouw enz.) vindt men belangrijk, zijn er misschien andere
dingen dan voorzieningen die belangrijker zijn, wat is de
binding aan het dorp?, hoe ziet men de toekomst van het
dorp, waar men nu woont?, enz.
Daarnaast wil het onderzoek wat trachten te weten te
komen over de vraag wat men nu vindt van de zgn. tweede
woningen in het dorp: heeft men daar geen bezwaar tegen
of is men van mening dat er geen tweede woningen meer
bij moeten komen.
Het „dorpenonderzoek" wordt verricht door het Econo
misch Technologisch Instituut, het Provinciaal Opbouwor-
gaan Stichting Zeeland en de Provinciale Planologische
Dienst.
Verwacht wordt dat het uitreiken en, na invulling, weer
ophalen van de vragenlijsten onder ca. 3.200 inwoners, onge
veer 4 k 6 weken zal duren.
voelen voor wat je zegt. En juist om die verantwoordelijk
heid te nemen is het nodig dat je goed weet waarover
je praat. Dan moeten de nieuwe gedachten en ideeën
vooraf al flink uitgediept zijn en op hun „haalbaarheid"
om dat verschrikkelijke woord maar weer eens te gebrui
ken getoetst. Anders wordt het wel erg goedkoop om
anderen maar met nieuwigheden op te schepen en die
dan te laten uitzoeken wat ze er mee kunnen doen. Neen,
het samen praten schept ook een stukje gezamenlijke
verantwoordelijkheid en daar mag niemand zich aan ont
trekken. Tenzij het de bedoeling is om alleen maar te
praten.
VRIJ PRATEN
TA7E doelen hierbij op de zogenaamde brainstorming,
een vreemd woord voor het de gedachten eens
de vrije loop laten. Uit op het eerste gezicht vreemde
gedachtenkronkels en wilde ideeën kan best, ja kan juist,
iets goeds geboren worden. Laten we alstublieft veel
ruimte houden voor om het wat wijds te zeggen het schep
pende (creatieve) denken. Maar spreek dat dan ook van
tevoren af dat de woorden in hun juiste verband worden
gezien. Aan brainstorming wordt naar onze mening in
land- en tuinbouw en in de coöperatie veel te weinig
gedaan. Aan het hardop denken zonder meer. Aan het
niet direkt beleidsbepalend praten. Daar moest naar onzé
mening gewoon tijd voor uit getrokken worden. Ook tij
dens bestuursvergaderingen. Zo nu en dan het punt vrije
meningsuiting op de agenda. Dat zou een hele goede
zaak zijn. Ook voor de onderlinge kommunikatie.
nOFNPRS ONDERGEWAARDEERD
t-.. ?rv- 'j v.'-.:we heen willen is dit. Door
die praters vergeten we heel gemakkelijk de
oeners, die nog altijd sterk in de meerderheid zijn. Het
;jn de werkers, die zich nauwelijks of nooit in het open
baar laten horen, maar die ondertussen wel druk bezig
zijn om de maatschappelijke motoren draaiende te hou
den. Dat zijn tevens de mensen, die al het bruikbare
nieuwe en praktische inhoud moeten geven en er in het
uitvoerende vlak mee moeten werken. Deze mensen wor
den in deze tijd sterk ondergewaardeerd, terwijl ze de
ruggegraat van onze maatschappij vormen. Nog altijd!
Praters met verantwoordelijkheidsgevoel akkoord, maar
doeners zijn minstens zo belangrijk. Doeners, die vaak
tegen de stroom van de nieuwe ideeën moeten in roeien
om het hoofd boven water te houden. Niet uit conserva
tisme, maar gewoonweg omdat ze de gelegenheid niet
krijgen het nieuwe in daden om te zetten. Ze zitten
voortdurend in tijdnood, want praters plannen meestal
slecht of helemaal niet, terwijl doeners van werkschema's
én wat dies meer zij aan elkaar hangen. Praters zouden
wat dit betreft gerust wel eens wat meer aan die doeners
kunnen denken.
Zo komen we dan toch weer bij het wederzijds begrip
hebben terecht. Van het conflict naar het harmoniemodel
met gevoel voor eikaars taak en positie. Want ook pra
ters met verantwoordelijkheidsgevoel hebben een duide
lijke taak. Om inclusief te denken dat wil zeggen niet
éénzijdig, maar vanuit een breed gezichtsveld. Dan krij
gen de doeners het ook wat gemakkelijker, want éénzij
dige belichting is ^een goede basis om in het praktische
vlak aan het werk te zijn.
Gedeputeerde staten hebben de inspecteur van de
volksgezondheid (belast met milieutoezicht) meegedeeld,
dat het voorlopig niet noodzakelijk lijkt een speciaal
overlegorgaan in te stellen voor de ontwikkeling van de
bio-industrie. De inspecteur heeft enige tijd geleden een
suggestie in deze richting gedaan vanwege de sterke uit
breiding van de z.g. dierveredelingsbedrijven gedurende
de laatste jaren en van alle milieuhygiënische en ethi
sche problemen, die hieraan vastzitten. Gs hebben hun
mening gebaseerd op een rapport van het subbureau
volksgezondheid en milieuhygiëne van de provinciale
griffie, getiteld „Dierveredelingsbedrijven, een pro
bleem?"
Voor de samenstelling van het rapport is gebruik ge
maakt van de uitgave „Bio-industrie, augiasstal in mi
lieu en landschap" van de Stichting natuur en milieu te
Amsterdam en van de publikatie van het ministerie van
landbouw en visserij De provinciale ontwikkeling van
de veestapel in Nederland".
Na een algemene inleiding, waarin aandacht wordt ge
schonken aan de algemene problemen van de bio-indus
trie voor het milieu en het landschap en waarin op de
ethische kant van de zaak wordt ingegaan, komen de
samenstellers van het rapport tot de conclusie, dat van
een ontwikkeling van de bio-industrie in Zeeland nog
weinig valt te bespeuren. Eerder kan worden aangeno
men, dat de pluimvee- en kleinveesectoren (mestkalve-
ren, varkens etc.) in Zeeland nog overwegend traditio
neel zijn opgezet. Dit valt af te leiden uit de CBS-cijfers
van de gemiddelde veebezetting per bedrijf. Er worden
b.v. in Nederland gemiddeld 103 varkens per bedrijf ge
houden, terwijl dit gemiddelde in Zeeland op 45 (het
laagste van alle provincies) ligt.. Ook het Zeeuwse cij
fer aan kippen is het laagst van alle provincies, n.l. ge
middeld 362 dieren per bedrijf (Nederland 1840).
Het gemiddeld aantal mestkuikens is per bedrijf 10.880
(Nederland 14.680). In totaal zijn er in Zeeland echter
slechts tien grote kuikenmesterijen (in heel Nederland
2.417).
De CORSARO, de
SATURNO.de DRAGO...
de zware jongens uit de
SAME-lijn. Stuk voor stuk
trekkers die U 24 uur per
dag onder de zwaarste
omstandigheden ten
dienste staan. Dag in dag
uit. Jarenlang! SAME 4-
wielaandrijving: dè trek
ker voor het zware werk.
SAME biedt U bovendien
in elke pk-klasse een
trekker met een groot af-
takasvermogen, dat U
juist tegenwoordig bij vele
machines hard nodig
hebt.
Nog méér voordelen van
SAME! De luchtgekoelde
motor met z'n geringe ge
luidsproductie; de A.C.U..
hefinrichting met Valve-
matic en de keuze bij elk
type tussen 2- en 4-
wielaandrijvingen!
Alle andere gegevens
staan in onze uitgebreide
folders. Vergelijk ze eens
met anderen. Tien tegen
één dat U een SAME
kiest.
CORSARO 70
Max. motorvermogen 67 pk
bij 2200 omw. 56 aftakaspk's
bij 540 omw/min en een
motortoerental van 2006
SATURNO 80
Max. motorvermogen 78 pk
bij 2200 omw. 66 aftakaspk's
bij 540 omw./min. en een
motortoerental van 2006
DRAGO 100
Max. motorvermogen 96 pk
bij 2200 omw. 85 aftakaspk's
bij 540 omw/min en een
motortoerental van 1970
;V:;
4 A'fa -
A' 44** h - SATURNO 80
GOES Dr. A. F. Philipsstraat9 Telefoon 01100-8110
V* w*
.1 DRAGO 100
m. -nmmur