KNLC
ProefZaaizaadhoeveel
heden/stikstof-
hoeveelheden
op wintertarwe
1ï|I
Dagelijks Bestuur K.N.L.C.
bezocht Groningen
7
Stichting ter exploitatie
van de Proefboerderij
„Rusthoeve"
G. J. BOM
|\E opbrengst van de tarwe staat in relatie tot het aantal
aardragende halmen per m2. Zowel een te sterke uit-
stoeling, waardoor een te groot aantal niet aardragende
stengels de productieve groei afroomt, als een te_ dunne
stand van het gewas leiden tot beperking van het productie
vermogen en bijgevolg tot een' niet bereiken van de optimale
opbrengst.
Daarnaast is er een zekere samenhang te veronderstellen
tussen standdichtheid en het optreden (ook schade) van
schimmels. Deels als gevolg van een meer of minder passend
microklimaat, doch ook door de met de standdichtheid zich
wijzigende chemische samenstelling van de plant, waardoor
de aantrekkelijkheid als waardplant voor de parasiet wijzi
gingen ondergaat.
Het onderzoek dat in 1974 is begonnen cn verder voort
gezet zal worden, tracht informaties te verkrijgen over de
inbreng en de hoeveelheid zaaizaad en van de stikstof (af
zonderlijk en in samenspel) op het aantal aardragende sten
gels en dit weer op de opbrengst, Daarnaast is de reactie op
de gezondheid van het gewas belangrijk.
De tarwe (ras Glement) werd op 2 november gezaaid. De
opkomst was goed; er was geen winterschade doch wel een
„regelmatige groei gedurende de winter. Ook in het voorjaar
en zomer verliep de ontwikkeling snel en mooi. Ziekten en
legering kwamen praktisch niet voor. De voorvruoht was
aardappelen.
Objecten van onderzoek
Z 1 50 kg zaaizaad per ha
Z 2 100 kg zaaizaad per ha
Z 3 150 kg zaaizaad per ha
Z 4 200 kg zaaizaad per ha
Al deze zaaizaadhoeveelheden bij:
NO 0 kg N per ha gestrooid op 6 maart als kas
N 1 45 kg N per ha gestrooid op 6 maart als kas
N 2 90 kg N per ha gestrooid op 6 maart als kas
N 3 135 kg N per ha gestrooid op 6 maart als kas
De stikstofgiften zijn gebaseerd op een stikstofhoeveelheid
van 90 kg/ha in de grond, bemonsterd op eind februari. Tij
dens de groei en rijping rees de veronderstelling dat deze
gliften wat hoger hadden kunnen zijn.
kttr.J i»«r.
T*~-
7""
to...
i»*n
-O.
- ft»r Xw.
stikstof kg/ha
0
45
90
135
zaaizaad kg/ha
50
312
308
384
414
100
330
363
440
472
150
367
475
438
506
200
415
480
474
497
Opbrengst kg/are (16 vocht)
stikstof kg/ha
0
45
90
135
zaaizaad kg/ha
50
60.6
72.3
81.8
86.2
100
59.4
69.1-
81.1
86.5
150
49.5
72.4
83.2
84.5
200
50.5
70.3
80.2
87.4
.elfLtltt tl.
Qt»..
Kélm»
tê»
T90
4"
b"V"
WAARNEMINGEN
■^IJDENS de gnoei was een duidelijke invloed merkbaar
zowel van de zaaizaadhoeveelheid als van de stikstof
op het aantal stengels, c.q. standdichtheid. (Zie Tabel 1 en 2,
als ook grafieken 1 t/rn 4).
Bleef stikstof achterwege dan ontstond een te open gewas
bij de laagste zaaizaadhoeveelheden. Opvallend was hier de
donkerder kleur van het bladgroen naarmate de zaaizaad
hoeveelheid kleiner was (meer stikstof per plant beschik
baar).
Tabel 1
Aantal planten per m2; geteld december 1973 (gemiddelden)
Z 1 50 kg zaaizaad 83
Z 2 100 kg zaaizaad 194
Z 3 150 kg zaaizaad 304
Z 4 200 kg zaaizaad 360
Tabel 2 Aantal aardragende stengels per m2 (gemiddelden
van de telling in juli)
SAMENVATTING RESULTATEN
yOQRAF moet opgemerkt worden dat de verkregen
resultaten geplaatst moeten worden tegen de achter
grond van de groei omstandigheden voor de tarwe in 1973/
'74. Geen vorst- of winterschade doch regelmatige groei;
vroege en onbelemmerde groei in voorjaar, droogte tot half
juni en ontbreken van ziekten.
Zo gezien was de tarwe in staat tot een groot compensa
tie vermogen bij) de vorming van aardragende stengels. Gaan
we uit van 50 kg zaaizaad waarbij 83 planten/m2 werden
verkregen dan werd daarbij het aantal aardragende halmen
gemiddeld 354/m2. Een 4,3-voudige vermeerdering. Bij 100
kg zaaizaad was dit een 2,1-voudige, bij 150 kg een 1,4-vou-
dige en bij 200 kg zaaizaad een l,3woudige uitstoeling.
Ook de stikstof had een grote invloed op de uitstoeling.
Op deze proef is het effect van- 45 kg stikstof op het halm
getal vrijweL gelijk aan die van 50 kg zaaizaad.
Genoemde reacties vinden hun weerslag op de opbrengst.
De stikstofgiften hebben het niveau duidelijk omhoog ge
bracht, doch binnen een bepaalde stikstofgift bleef de op
brengst bij elke zaaizaadhoeveelheid gelijk. Gezien het toe
nemende aantal halmen binnen een bepaalde stikstofgift bij
meer zaaizaad, moet geconcludeerd worden dat er ook via
aar- en korrelgrootte compensatie heeft plaatsgevonden.
Wordt geen stikstof gegeven dan reageert het stikstof
tekort als een minimumfactor. We vinden hier de geringste
uitstoeling. Dat de opbrengst zondier stikstof en bij meer
zaaizaad afneemt, kan veiklaard worden uit een nog groter
tekort aan stikstof per plant. Dit was gedurende het groei
seizoen aan de kleur van de planten zichtbaar. Tenslotte
moet opgemerkt worden dat op deze proef de stikstof de
dominerende factor was voor de opbrengst. De invloed van
de hoeveelheid zaaizaad en aantal halmen kwam in de op
brengst niet tot uiting.
Vanzelfsprekend hebben resultaten van één proef een be
trekkelijke waarde; hoe interessant deze ook mogen zijn.
Verder onderzoek zal uitwijzen in hoever deze waarnemin
gen kunnen bijdragen iin de vormgeving van een advies over
deze problematiek.
DE DOLLARDKWESTIE
DRIE MANIEREN VAN MODERNE
BEDRIJFSONTWIKKELING IN HET
OLDAMBT
Zijn laatste werkbezoek van dit jaar bracht het dagelijks
bestuur van het Kon. Ned. Landbouw-Comité aan het werk
gebied van de Groninger Maatschappij van Landbouw. Dat
gebeurde op 14 en 15 oktober j.l. en wel gewoontegetrouw
d'an eerst 's avonds een gezamenlijke vergadering van beide
dagelijkse 'besturen en de volgende dag een excursie.
Nadat voorzitter T. Meijer Jzn van de Groninger Mij van
Landbouw zijn gasten welkom had geheten kwamen actuele
zaken van landbouwbeleid, alsmede enkele Groninger pro
blemen aan de orde.
Wat de eerste betreft had de heer ir. Knottnerus de ge
legenheid diverse punten toe te lichten. Hij begon met het
E.E.G.-prijs- en marktbeleid. Nu 5 officiële prijsverhoging
over de hele linie bereikt is, is het overleg over de nieuwe
prijsronde al weer in volle gang. Het C.O.P.A. verzamelt de
noodzakelijke gegevens over de forse kostenontwikkeling om
t.z;.t. weer een verantwoord prijsvoorstel te doen. De Minis
terraad heeft gesteld ook met de markt rekening te willen
houden en wat dat betreft zou de situatie voor de akker
bouw zo goed mogelijk uitgebuit moeten worden. Steeds
duidelijker blijkt een uitgesproken wereld(voer)graantekort.
Dit schept een ernstige situatie voor de veredelingsland-
bouw. Dat Brussel deze laatste tak laat verkommeren cm
voergraan te sparen volgens afspraken met de Amerikanen
is eigenlijk onaanvaardbaar.
Met betrekking tot het nationale beleid was natuurlijk
het schamele resultaat van de algemene beschouwingen
voor de zelfstandigen het eerste onderwerp. Op zichzelf de
zelfstandige bedrijven gezond houden, is thans kennelijk niet
meer van belang, alleen de kleine wordt wat toegestopt.
In het nationale landbouwbeleid in engere zin ontmoet
vooral het nieuwe ruilverkavelingsbeleid (vertragingstactie
ken met daarna kredietbeperking) ernstig bezwaar.
Duidelijkheid is nodig over de positie van de actiecomité's.
Uit het wat en hoe van recent gestelde eisen blijkt niet dat
men werkelijk „'binnen de organisaties" werkzaam wil zijn
en dan heeft verdier overleg tussen actiecomité's en 3 C.L.O.
ook geen zin meer.
DOLLARD-KWESTIE
Van Groninger zijde werd in de gezamenlijke vergadering
ook de grondpolitiek ter sprake gebracht. Moet iets gedaan
worden aan de stijging van de grondprijzen? Rentesubsidies
op grondaankoop lijken weinig zinvol. Moeten onteigenden
op dit gebied hun pré behouden? Als deze elders weer een
bedrijf willen beginnen zouden ze daarvoor niet hun hele
onteigeningsvergoeding moeten kunnen 'bestemmen b.v. niet
hun „beëindigingsvergoeding", aldus een geopperd idee. Men
kwam natuurlijk niet zo maar even tot een conclusie.
Op de agenda stonden nog twee andere, specifiek Gronin
ger problemen. In de eerste plaats de voorspelde bodem
daling als gevolg van de aardgaswinning. Deze daling ge
schiedt wel geleidelijk en gelijkmatig vanuit het centrum,
maar op den duur ontstaan er enorme problemen, vooral
voor de waterhuishouding en wie draait dan op voor de kos
ten van de ingrijpende aanpassingswerken. Het is nu nog
niet duidelijk wanneer het zover is, maar laat men er tijdig
voldoende geld voor reserveren, zo was de conclusie. De
grondeigenaren en -gebruikers kunnen en mogen deze lasten
niet dragen.
En voorts dan de Dollard-kwestie. Dit was ook een punt
van het excursie-programma van de volgende dag. Zoals
bekend, heeft de regering tegen het advies van alle Grc lin
ger belanghebbenden en een vroeger besluit in, nu gekozen
voor het binnendijks afwateringskanaal, wat zo'n 700 ha
uitstekende landbouwgrond gaat kosten. Het buitendijkse
tracee kostte 1.000 ha Dollard, die nu al grotendeels
droog ligt. Het provinciaal bestuur ging in beroep. Door
slaggevend was het verloren gaan van wat aangeslibd ter
rein waar vele vogels zouden broeden. Misschien onderkent
men nog tijdig het zekere nadeel van het verlies van cultuur
grond in een tijd van voedselschaarste.
Op de punt van Reide liet de heer Kraai, voorzitter van
het waterschap Reiderzijlvest, de (nu nog alleen afwate-
rings-)sluis zien waar al een 20 min in gestoken is. In 1975
of 1976 had Oost-Groningen van zijn afwateringsproblemen
verlost kunnen zijn, maar wanneer nu? De busrit door de
Johannes Kerkhoven- en Carel Coenraadpolder liet zien, wat
aan de waan van de dag dreigt te worden opgeofferd!
DISCUSSIE MET DRIE
Het tweede onderdeel van het programma speelde zich
af te Finsterwolde en wel in het bijzonder op de gastvrije
boerderij van de heer W. E. Huisman. Daar had een soort
confrontatie plaats met en van drie manieren van moder
ne bedrijfsontwikkeling in het Oldambt. Vertegenwoordi
gers van dez-e drie richtingen gaven kort en goed hun op
vattingen en bedoelingen weer.
De heer B. A. Crebas te Drieborg vertelde over zijn ex
ploitatie-combinatie, met nog drie partners, samen 390 ha
extensieve Oldambtster akkerbouw (1974: 185 ha winter
tarwe, 45 ha win tergerst, 120 ha koolzaad). Iedereen houdt
eigen grond, gebouwen en bijbehorende lasten, regelt
eigen inzaai, oogst en afzet. Via een omslag per ha worden
gemeenschappelijk lonen, investeringen e.d. bekostigd.
Iedereen is tot op zekere hoogte vrij in de bepaling van
zijn bouwplan. Geleidelijk ontstaat 'een gezamenlijke in
ventaris. Met drie all-round-werknemers zijn zeven ar
beidskrachten aanwezig, een bezetting die bij dit bedrijfs-
type vraagt om oppervlaktevergroting. De zelfstandig
heid wordt nog zodanig gewaardeerd, dat omzetting in
een B.V. niet wordt overwogen.
Dan ging het verhaal van die heer H. E. Waalkens over de
„Landbouwcombinatie Finsterwolde" wel verder. Drie jaar
zijn eerst zes, nu nog vier partners bezig met een nauwe
samenwerking op maafsdhapbassis. 'Hier is alle onroerend
goed ooik ingebracht (op punten gewaardeerd). Het begin
was een akkerbouwbedrijf, maar men wilde meer emplooi.
Nu wordt 330 ha bewerkt (80 ha akkerbouw) en in een
groot melkveehouderijbedrijf in opbouw. Er is ƒ1 min ge-
investeerd, maar het einddoel betreft wel f 4 m'n. De
melkveestapel wordt geleidelijk uitgebreid, gemikt wordt op
750 grootvee-eenheden (w.o. 550 melkkoeien). Het geheel
zal straks 14 a 15 arbeidskrachten werk geven onder moder
ne werkomstandigheden. Bij de afrekening komen achter
eenvolgens de arbeid, de punten, en het gestorte kapitaal
aan de beurt.
Als derde en als zelfstandige deed gastheer Huisman zijn
verhaal. Negen jaar akkerbouwer op nu 80 ha, waarvan
61 ha eigendom (50 granen, verder vooral koolzaad en
suikerbieten). Ten aanzien van allerlei werktuigen wordt
samengewerkt, in de eerste plaats met vader, verder met
een broer en andere collega's. De heer Huisman gelooft in
het zelfstandig boer zijn. Maar hij vond wel dat faciliteiten
als in fiscale en sociale programma's van het Landbouw
schap dat verantwoord mogelijk moeten doen blijven. Voor
zijin bedrijf hoopte hij op een snelle uitvoering van de ruil
verkaveling Beerta.
Het was geen wonder dat deze confrontatie veel stof tot
discussie gaf. Tot aan de afscheidslunch in Winschoten toe,
die dit in alle opzichten goed georganiseerde werkbezoek
afsloot.