LANDBOUWSCHAP
VAN HET
Rijksbegroting 1975
Fiscaal nog veel te wensen!
STIKSTOFKUNSTMESTFABRIKANTEN
SAMEN MET ANDERE DELEN
Op de wereldmarkt overtreft de vraag naar meststof
fen nog steeds het aanbod. De stikstofmeststoffenfabrie-
ken produceren vol-belast. De producenten zijn eensge
zind van mening dat zorg gedragen dient te worden
voor een zodanige voorziening met stikstofmeststoffen,
dat geheel in de behoefte van de Nederlandse land- en
tuinbouw kan worden voorzien, aldus het Centraal Stik
stof Verkoopkantoor, waarin de meeste Nederlandse pro
ducenten van stikstofmeststoffen samenwerken.
Daarnaast zal de industrie zich echter tot het uiterste
moeten inspannen om een aandeel in de voorziening van
de landbouw in ontwikkelingslanden met kunstmest
stoffen te blijven leveren. De thans gesignaleerde tekor
ten in deze landen aan stilrstofmeststoffen vormen he
laas reeds een ernstige bedreiging van de voedselpro-
duktie. In dit licht gezien is het onverantwoord ruimere
voorraden voor de binnenlandse markt te reserveren
dan voor het werkelijk verbruik noodzakelijk zijn.
In eerste instantie zullen tijdens de bevoorradingspe
riode van oktober tot en met februari hoeveelheden naar
het (binnenland worden verscheept welke volgens de er
varing voldoende zijn voor de eerste uitzaai van stik
stofmeststoffen in het voorjaar. Later gedurende het sei
zoen zullen aanvullende hoeveelheden, al naar werke
lijke behoefte, ter beschikking worden gesteld. Uit de
produktie worden hiervoor voldoende hoeveelheden ge
reserveerd.
Het CSV heeft bij de aanvang van het meststoffensei-
zoen 1974-1975 kunnen volstaan met een prijsverhoging
welke voor de belangrijkste stikstofmeststof kalkam-
monsalpeter beperkt blijft tot ca 51:; De andere stik
stofmeststoffen worden met eenzelfde faktor voor de
prijs per kg N verhoogd, waarmede het Ministerie van
Economische Zaken akkoord is gegaan. Het CSV hoopt
dat deze prijsverhoging voldoende zal zijn voor de rest
van 1974.
Daar de binnenlandse prijzen aanzienlijk lager zijn
dan die welke gelden op de wereldmarkt, kan 'het aan
trekkelijk zijn om in het binnenland afgeleverde mest
stoffen te exporteren. Met name in het afgelopen sei
zoen is het gebleken dat een deel van de handel, doch
ook van de coöperaties, en zelfs van de boeren, de ver
leiding niet heeft kunnen weerstaan om op deze wijze
extra verdiensten te behalen. Dit verklaart mede, naast
andere faktoren, de toename van de afleveringen van
kalkammonsalpeter door het CSV van 780.000 ton in het
seizoen 1972<1973 tot 940.000 ton in 19731974.
In verband met de problemen waarvoor de landbouw
zich toe:-; al gep.aatst ziet, is het van het allergrootste
belang dat de verbruikers voldoende produkt tegen de
door de overheid in hun belang laag gehouden prijzen
ter beschikking krijgen.
Aanwending van in het binnenland afgeleverde mest
stoffen voor andere doeleinden dan voor het eigen ge
bruik van de Nederlandse land-'en tuinbouw, zal onver
mijdelijk tekorten doen ontstaan. Het CSV doet een be
roep op de medewerking van alle belanghebbenden, zo
wel handelaren, coöperaties als ook boeren, om te voor
komen dat de voorziening van de Nederlandse land- en
tuinbouw met meststoffen in gevaar wordt gebracht.
DE RASSENKEUZE BIJ KARWIJ
Vervolg van nag. 11)
DE VERKOOPWAARDE
QP de beurs wordt de verkoopwaarde slechts bepaald
door direct aan het monster waarneembare kwali
teitskenmerken. Deze kenmerken zijn: een mooie egale
bruine kleur, een frisse geur, het zaad mag niet te fijn zijn
en geen onzuiverheden zoals angeltjes bevatten. Een iets
hoger of lager oliegehalte kan zonder chemische analyse niet
worden waargenomen, maar is van belang voor de fabrikant,
die de karwijolie uit het zaad extraheert. Het overgrote deel
van het zaad wordt als specerij gebruikt; het gehalte aan
aetherische olie is dn feite bepalend voor de kracht van de
geur. Het lagere oliegehalte van Blei ja zal op korte termijtn
geen gevolgen hebben voor afzet en prijszetting. Wel is mo
gelijk dat op langere termijn de exportpositie van ons land
wordt geschaad, wanneer het Nederlandse karwijzaad een
lager oliegehalte heeft dan dat -van andere exporterende
landen (vooral Polen). (Veel van het bovenstaande is
ontleend aan het boekje ..Teelt van
karwij", publikatie nr. 8 (febr. 73)
van het Proefstation voor de Akker
bouw, dat te verkrijgen is door
overmaking van f 5,op postreke
ning 2249700 t.n.v. Proefstation voor
de Akkerbouw te Lelystad.
DE PERENAANVOER ZOUDEN MINDER WORDEN
Aangenomen mag worden dat de zeer grote aanvoeren
van peren die er gedurende vele weken zijn geweest in
ons gebied, nu tot het verleden zullen gaan behoren. De
pluk is deze week overal klaar gekomen en hoewel er ge
noeg staan opgeslagen in de koelhuizen, zal de verkoop
hiervan toch meer geleidelijk gaan verlopen en zullen
we niet meer de grote pieken in de aanvoer hebben welke
er waren gedurende de maand september. Zeer groot zijn
steeds de aanvoeren geweest en we mogen vaststellen dat
er ook een bijzonder grote export is geweest terwijl ook
op de binnenlandse markt de peren goed verkocht konden
worden. De prijs is dikwijls tegengevallen, vooral van de
Beurré Hardy, maar dat wil niet zeggen dat er geen ber
gen werk zijn verzet door de handelaren om de enorme
aanvoer van peren bij de consument te brengen. De betere
rassen en kwaliteiten werden vorige week over het alge
meen wat duurder. Beurré Hardy in de grote maten steeg
tot 43 cent per kg en de maat 65-70 mm klasse I kwam
aan 40 cent. Daar stond tegenover dat de maat 6065 mm
welke in het begin van de week tot 31 cent per kg liep,
later weer op 28 cent kwam en wat daar beneden zat
draaide meestal door.
Bonne Louise in de grote en middelmaten steeg tot 50
•a 55 cent en de klasse II 5560 mm, die aanvankelijk
weer was teruggelopen tot 25 cent per kg, steeg later tot
32 cent.
Conference in de grote en middelmaten bleef hangen
rend en iets boven 40 cent per kg, maar de maat 55—60
mm klasse I liep terug tot rond en iets boven 30 cent, ter
wijl de maat 5055 mm op 25 cent per kg kwam.
Het aanbod van Doyenné du Cornice nam in ons gebied
sterk toe. Toen de aanvoeren zeer groot waren, in het mid
den van de vorige week, werd vlot voor opslag gekocht op
een prijspeil van rond en iets boven 60 cent voor de mees
te gevraagde maten klasse I kwaliteit en 35 cent per
kg minder voor de klasse II.
Het aanbod van appelen was niet bijzonder groot. Zeer
.evraagd waren de kleine maten van de Cox's Orange
in. Vooral Engeland toonde hiervoor interesse. De
maat 60<65 mm klasse I van de Cox's steeg tot 72 cent
per kg en de I 5560 mm noteerde vorige week ook rond
45 cent. De maat 6570 mm klasse I werd steeds rond 75
cent per kg verhandeld en al naar gelang van de kwali
teit deden de. grote maten tussen 75 en 85 cent per kg of
soms nog iets daar boven. De meest gevraagde maten van
de goudreinette noteerden weer rond 80 cent en de rode
goudreinette deed voor de meest gevraage grote maten
rond en iets boven 90 cent per kg. Industrie-appelen lie
pen op tot 22 cent, dat is 6 cent meer dan in de voorgaande
week werd betaald.
VANZELFSPREKEND .ging de aandacht in de openbare
bestuursvergadering van het Landbouwschap die
woensdag 2 oktober werd gehouden wat de miljardennota
betreft in het bijzonder naar de specifieke regelingen voor
de zelfstandige ondernemer in de land- en tuinbouw, dde
daarin voorgesteld worden. Het voorstel om maximaal
50.000,van het bedrijfsvermogen belastingvrij te doen
zijn noemde de voorziitter van het Landbouwschap ir. C. S.
Knottnerus hoopgevend alhoewel de Regering niet de vol
ledige konsekwenties uit deze visie getrokken heeft. Er is
dus in regeringskringen wel gepraat over de bijzondere func
tie van het inkomen en het bedrijfsvermogen bij de zelf
standige onderneming, zo meende ir. Knottnerus. Maar als
het bedrijfsvermogen een bijzondere taak heeft, moet de
ondernemer het ook kunnen vormen. Hij dient immers te
(investeren en zijp eigen arbeidsplaats veilig te stellen. Ver
mogensvorming is alleen mogelijk als de bijzondere functie
van het zelfstandigen-inkomen ook erkend wordt. Door de
fiscus zijn gelijke inkomensbedragen altijd gelijk behandeld,
ongeacht wat men er mee deed. Voor de zelfstandige onder
nemer is het inkomen veel meer dan alleen maar een be
steedbaar inkomen. In dit verband wees ir. Knottnerus er op
dat er rekensommen zijn gemaakt waaruit blijkt, dat het
bruto inkomen van de zelfstandige veel hoger moet zijp dan
van de loon- of salaristrekkende om een zelfde besteedbaar
inkomen over te houden. Hij: vermeldde dat een bruto mini
mumloon van 14.300 gulden een besteedbaar inkomen van
12.700 gulden oplevert. Als de ondernemer dezelfde 12.700
gulden wil besteden, dient hij op zijn minst een inkomen van
21.000 gulden te halen; dat; is bijna anderhalf maal het mini
mumloon. Het zou voor de hand liggen dat onze regering,
die zegt oog te hebben voor de moeilijkheden van de zelf
standige ondernemer, voldoende maatregelen op het terrein
van de belastingen treft voor de zelfstandigen. Het is nood
zakelijk dat de rregening een zekere vrijstelling van inkom
stenbelasting voor de ondernemer geeft, d.w.z. een belasting,
vrijstelling voor een inkomensdeel dat gerelateerd wordlt aan
de hoogte van het inkomen en het geïnvesteerd vermogen,
aldus ir. Knottnerus.
ONVOLDOENDE AAN VERLANGENS
TEGEMOETGEKOMEN
HET Bestuur van het Landbouwschap, een nauwkeurige
vergelijking makende tussen de door de regering
voorgestelde fiscale maatregelen en de eisen dienaangaande
van het georganiseerde bedrijfsleven stelde vast dat de over
heid onvoldoende aan de verlangens van de land- en tuin
bouw tegemoet is gekomen. Zo is geen gehoor gegeven aan
de wensen betreffende de afschaffing van de 5 -grens bij
middeling van inkomens voor de inkomstenbelasting en de
verhoging van de percentages van de onlangs opgeheven
schorsing van de investeringsaftrek, welke volgens het Land
bouwschap tot 10 moet worden verhoogd. Ook heeft de
overheid geen gehoor gegeven aan de eis van het Landbouw
schap om de schorsing van de vervroegde afschrijving voor
de roerende bedrijfsmiddelen in de agrarische sector op te
heffen. Ook heeft de overheid nog niet de produkten van
de sierteeltsector en van de verwerkte aardappelprodukten
van het normale btw-tarief naar het verlaagde btw-tarief
overgebracht!
VERMOGENSBELASTING
De regering stelt voor het in het eigen bedrijf belegde ver
mogen tot een maximum van 50.000,buiten beschouwing
te laten bij het vaststellen van het bedrijf dat aan vermo
gensbelasting moet worden betaald. Het tarief (8 %o) en de
belastingvrije sommen van 1974 (voor een gehuwde
59.000,voor elk kind waarvoor recht op kinderaftrek
bestaat 15.000,blij|ven gehandhaafd.
Hoewel de overheid aan de wens van het Landbouwschap
is tegemoetgekomen, meent het dat 1001.000,van het in
eigen bedrijf belegde vermogen buiten beschouwing dient te
blijven. Overigens zal deze maatregel slechts voor 1975 gel
den en kan miin of meer als een voorloper worden beschouwd
op de conclusies' van de departementale studie inzake het
vermogen en de vermogenswinst
FISCALE OUDEDAGSRESERVE VOOR
ZELFSTANDIGEN
De regering stelt voor het reserveringspercentage voor de
fiscale oudedagsreserve te verhogen tot 10 Tevens wordt
voorgesteld het minimaal en maximaal te reserveren bedrag
te verhogen tot resp. 569,en 6.000,(was 525,en
ƒ4.186,en het bedrag voor de belastingvrije afneming
van de fiscale oudedagsreserve en de voor deze afneming
'geldende inkomensgrens te verbogen tot resp. 342,en
17.058,— (was 315,— en 15.750,—).
Het Landbouwsohap had gevraagd de fiscale oudedags
reserve volledig in te voeren zowel naar reserveringsper
centage als naar het te reserveren bedrag. De regering is
aan de eis slechts1 gedeeltelijk tegemoetgekomen. Voorts was
gevraagd de aanspraak van de fiscus op de gereserveerde
bedragen te doen vervallen. Hieraan is niet voldaan.
VERHOGING LIQUIDATIEVRIJSTELLING
Door de regering wordt de -vrijstelling bij staking van on
dernemingen of gedeelten van ondernemingen (de zogenaam
de liquidatievrijstelling) te verhogen van 10.000,tot
15.000,1. Door deze verhoging ris tegemoetgekomen aan
de wens van het Landbouwschap. Evenwel wordt in het
voorstel met geen woord gerept over de door het Landbouw,
schap gevraagde indexatie van dit bedrag.
IN HET BEDRIJF VAN DE MAN
MEEWERKENDE GEHUWDE VROUW
Voorts stelt die regering -voor de regeling van de in het
bedrijf van de man meewerkende gehuwde vrouw te ver
beteren, doordat:
a. aan de vrouw die haar tijd geheel of nagenoeg geheel
(tenminste 2000 uren) besteedt aan de onderneming van
haar man, wordt toegerekend 'u van de winst met een
maximum van 1.600,(thans 1.500,en een maxi-
"/r. van de winst met een minimum van 1.600,(thans
1.500,en een maximum van ƒ11.518,(thans
10.800,—);
c. aan de vrouw die haar tijd in -belangrijke mate (tenminste
600 uren) aan de onderneming besteedt, wordt toegere
kend van de winst met een minimum van 1.600,
(thans 1.500,en een maximum van 3.840,(thans
3.600,—).
Het Landbouwschap heeft steeds gesteld, dat de regeling
van de werkende gehuwde vrouw in de belastingheffing na
delig werkt ten opzichte van de Lrv het bedrijf van de man
meewerkende gehuwde vrouw. Hoewel de bedragen in de
Rijksbegroting 1975 zijn aangepast, blijft het nadeel -ten op
zichte van de buitenshuis werkende ge-huwde vrouw bestaan.
Niet tegemoetgekomen is aan de door het Landbouwschap
terzake geformuleerde eis n.-l. aanpassing van de grenzen
van het aantal door de vrouw gewerkte uren voor het be
palen van het aan de vrouw toe te rekenen deel van de
winst, te weten deel van de winst bij tenminste 1500 uren
meewerken (op het ogenblik 2000 uren), 1deel van de
winst bij, tenminste 750 uren meewerken (op het ogenblik
1000 uren) en ,in belangrijke mate" meewerken te stellen
op 375 uren (op het ogenblik 600 uren).
VERTRAGING UITVOERING RUILVERKAVELINGEN
gjRNSTIG bezwaar maakte het bestuur van het Landi-
bouwschap tegen het ruilverkavelingsbeleid zoals de
minister van Landbouw dat in zijn memorie van toelichting
heeft ontvouwd.
Het regeringsbeleid, aldus het bestuur, is gericht op een
geleidelijke overgang naar het toekomstige landinrichtings-
beleid. Hiermee wordt vooruit gelopen op een wettelijke
regeling, die nog in een beginstadium van voorbereiding is.
Er bestaat nog grote onzekerheid over de inhoud van de
wet en het tijdstip van indiening.
Deze gang van zaken betekent dat voor een aantal ge
bieden de verdere voorbereiding van de ruilverkaveling ern
stig wordt bemoeilijkt of zelfs geblokkeerd. Dit heeft tot
gevolg dat de betrokken boeren in deze gebieden geen enkel
vooruitzicht op verbetering van de produktie-omstandig-
heden door herinrichting kan worden geboden. Volgens het
Landbouwschap leidt dit beleid tot ernstige spanningen, irri
tatie en een belemmering van de mogelijkheid tot verbete
ring van de inkomenspositie.
Ten aanzien van het budget -voor ruilverkavelingen wordt
opgemerkt dat voor de uitvoering van een zelfde pakket
van werken een belangrijke verhoging van het budget nood
zakelijk zal zijn. Dit bedrag is echter verlaagd van 267,9
miljoen naar 254,4 miljoen. Dit betekent dat de regering
rekening houdt met een aanzienlijke verlaging van het uit
voeringstempo van ruilverkavelingen. Gesteld wordt dat
deze ontwikkeling een sterk vertragende invloed heeft op
het totstandkomen van de noodzakelijk geachte structurele
ontwikkeling in de landbouw. Ook heeft het Landbouwschap
bezwaar tegen de vetlaging van de post „gemeente- en wa-
terschapswerken". Deze werd verlaagd van ƒ41,8 miljoen
naar 39,5 miljoen.
Met instemming heeft het Landbouwschap kennis geno
men van het besluit tot versnelde invoering van een bijdra
geregeling ter stimulering van particuliere cultuurtechni
sche werken. Het gaat daarbij om zaken zoals ontsluiting,
detailontwatering en perceelsverbetering. Hiervoor is een
bedrag van 6,5 miljoen uitgetrokken.
Ernstig bezwaar heeft het Landbouwschap tegen de plan
nen voor uitbreiding van het bosareaal op basis van artikel
13 van de Ruilverkavelingswet. Het betekent een gedwon
gen aftrek op de toedelingsrechten van, de betrokken belang
hebbenden!