Reaktie van melkvee op voedering met gedroogd en geperst ruwvoer Zeeuwse fokschapendag te Goes 9 PROEFSTATION VOOR DE RUNDVEEHOUDERIJ ALLEEN WAFELS EN BROK VOOR MELKKOE ONGUNSTIG Lang ruwvoer zoals hooi en kuil voer vraagt veel opslag ruimte terwijl een ver doorgevoerde mechanisering van de voedering daarmee met gemakkelijk Is. Bij een meer gecom centreerde vorm als wafels en brok zouden er in dat opzicht meer mogelijkheden zijn. Bovendien zou daarmee misschien een gunstig effect op de droge-stofopname en de melkpro- duktie verkregen kunnen worden. Om over de mogelijk heden op dat gebied beter geïnformeerd te worden werd op de Waiboerhoeve ni 1970 aan een proef met ca. 30 koeien begonnen die twee en een half jaar werd voortgezet. De resultaten zijn vermeld in een onlangs verschenen rapport no. 25 van juli 1974 „Reactie van melkvee op voedering met gedroogd en geperst ruwvoer". Het is verkrijgbaar door storting van 4,op giro 2307421 van het Proefstation voor de Rundveehouderij te Wageningen, met vermelding: Rapport nr. 25. RANTSOENEN MET VRIJWEL GEEN LANG RUWVOER In de periode mei 1970 t/m augustus 1971 werd een rant soen van 12 kg wafels vergeleken met een rantsoen, be staande uit 6 kg wafels en 6 kg grasbrok. In de periode december 1971 t/m juli 1972 werd een rantsoen van 10 kg luzernehakselbrok en 2 kg hooi vergeleken met een rantsoen van 7 kg grashakselbrok en 5 kg hooi. Het ruwvoerrantsoen werd aangevuld met krachtvoer tot gemiddeld ca. 750 gzw boven de CVB-norm. Omdat het persen van het gedroogde produkt op zichzelf nog een punt van onderzoek vormde, kon niet altijd over de gewenste kwaliteit wafels en brok worden beschikt. Vooral de wafels die gemaakt waren van herfstgras van blijvend grasland vertoonden zeer weinig structuur. Alleen iin de maanden mei t/m augustus 1970 worden de wafels en de brok niet altijd geheel opgenomen. Overigens kregen, omdat groepsvoederring werd toegepast, de trage vreetsters soms te weinig en namen andere dieren meer van het geperste voer dan hun toekwam. Omdat de proef over een periode van twee jaar uitgevoerd werd, waren de groe pen niet altijd goed vergelijkbaar. Vooral in perioden dat veel oudmelkte en droogstaande koeien aanwezig waren liet de vergelijkbaarheid van de groepen te wensen over. De gemiddelde resultaten zijn vermeld in de volgende tabel. med 1970aug. '71 Dec. 1971juli 1972 Wafels Luzernehak Grashak- Proef Wafels -F brok selbrok selbrok Melkproduktie (kg) 15,9 16,9 17,1 18,1 Produktie per standaardkoe (kg) 25,7 26,3 26,9 26,2 Vetgehalte 3,85 3,64 3,08 3,62 Eiwitgehalte 3,17 3,20 3,17 3,01 Gewicht (kg) 544 537 584 588 MELKPRODUKTIE ONBEVREDIGEND In het algemeen liep bij beide proeven de melkproduktie van de twee groepen weinig uiteen. Het niveau van de pro- duktie per standaardkoe was, vooral in de zomermaanden van 1971, laag. Dit kan met vrij grote zekerheid aan de in vloed van het bij de proef gebruikte geperste ruwvoer wor den toegeschreven. In de zomermaanden van 1972, toen naast het geperste ruwvoer ook hooi werd verstrekt, kwam de produktie per standaardkoe weer op een redelijk niveau. Bij vergelijking van de vóór de wafelperiode (januari 1970 t/m december 1971) afgesloten melklijsten met die welke in deze periode zijn gemaakt, blijkt dat de gemiddelde melk produktie per dag van de in de wafelperiode gemaakte lijs ten 3 kg per koe per dag lager was dan de gemiddelde melk- prodluktie per dag vóór deze periode. LAAG VETGEHALTE Het vetgehalte van de melk was in het algemeen niet hoog en schommelde soms sterk. Alleen tijdens de wintermaan den bij een laag produktieniveau en veel oudmelkte koeien kwam het vetgehalte boven 4 Bij de proef in de periode december 1971 t/m juli 1972 waren er vanaf 1 april ver- sohillen in het vetgehalte van de melk tussen beide groepen van 0.74 tot 1.12. E>e vetgehalteverschillen tussen de twee groepen moeten worden toegeschreven aan de verschillen in hooigift. Een aanvulling van het luzernehakselbrok rantsoen met 2 kg hooi per dier per dag waai onvoldoende om het vet gehalte van| de melk op eenl redelijk niveau te houden. GEZONDHEIDSTOESTAND MATIG De gezondheidstoestand van de koeien was zeer matig. Hierin trad pas verbetering op toen het geperste ruwvoer rantsoen werd aangevuld met hooi. Vooral tijdens de eerste proef moesten in vergelijking met de andere afdelingen van de C.R. Waiboerhoeve veel dieren worden afgevoerd als ge volg van gewrichtsontsteking en kreupelheid. Totdat hooi werd verstrekt kwamen speciaal na het af kalven veel problemen voor als gevolg van voederweigering, trommelzucht en spijsverteningsstoornissen. Sommige die ren waren op dit punt erg gevoelig. Zeer opvallend tijdens de eerste proef was een knarsetandend geluid, dat veel die ren voortdurend lieten horen. Daarbij werden herkauwende bewegingen gemaakt zonder dat er van echt hericauwen sprake was. TEKORT AAN STRUCTUURHOUDEND VOER In de perioden dat wafels met een slechte structuur wer den gevoerd en ook bij de hakselbrokrantsoenen met weinig hooi kwam duidelijk naar voren dat de dieren een tekort aan structuurhoudend materiaal hadden. Daarvan getuigt ook het feit dat een aantal dieren vrij veel zaagsel uit het ligbed opnam. Later, toen overgegaan werd op het strooien van zand in de boxen, werd door een aantal dieren zand op genomen. Uit het diergeneeskundig onderzoek kon geen duidelijk konklusie worden getrokken over de invloed van het voeren van geperst ruwvoer c-p de fysiologische taestand van het dier. De ervaringen hebben wel geleerd dat, zolang het nog niet mogelijk is wafels van goede kwaliteit te maken, het voeren van wafels nog weinig mogelijkheden biedt voor praktische toepassing. Dit vooral ook omdat de gezondheid van de dieren dan niet gewaarborgd is. GROTE MARKT, UNIEKE PLAATS VOOR DIT PROVINCIAAL EVENEMENT C A. R. GOES. Ing J. J. ZONDERLAND. De schapen waren er weer, op donderdag 5 septem ber op de Grote Markt in het centrum van Goes. Ditmaal bevolkten ze het deel van de markt grenzend aan het zeer fraai gerestaureerde stadhuis. Dit zorgde er mede voor dat deze 19e Zeeuwse fokschapendag, ondanks het sombere weer, een sfeervol evenement werd. Deelname aan de keuring was ruim 10% groter dan vorig jaar. 37 fokkers zonden tesamen meer dan 300 schapen, verdeeld over 214 catalogusnummers in. In to taal werden 54 rammen, 129 ooien en 133 lammeren in geschreven. Individueel werden gekeurd rammen, ram- lammeren en ooien. In de hokken werden de ooien met lammeren, 2- en 3-tallen lV2-jarigen en oudere ooien en 2-, 3- en 4-tallen ooi- en ramlammeren beoordeeld. De totale belangstelling was iets geringer dan vorig jaar. Desondanks was er een behoorlijk aantal bezoekers van buiten de provincies. De Belgische collega's en ken nissen waren goed vertegenwoordigd. Deze provinciale keuring was de proef op de som voor de commissie die de voor-selectie had verricht voor de nationale tentoonstelling die op 20 september in Utrecht plaatsvond. Behoudens een uitzondering kwamen de uit verkoren schapen uitstekend voor de dag. Wel kwam naar voren dat niet alle fokkers overtuigd zijn van de kwaliteit van hun dieren. Enkele zeer goed geplaatste dieren wa ren namelijk niet opgegeven voor de voorselectie. Ook waren niet alle fokkers even tevreden over de handel. Sommigen kwamen onvoldoende aan hun trekken, terwijl anderen uitverkocht naar huis gingen. Toch kan deze 19e Zeeuwse fokschapendag door de grotere deelname dan in voorgaande jaren en de beste kwaliteit als geslaagd beschouwd worden. BIJNA DE HELFT MEER RAMMEN Er waren maar liefst 54 rammen ingeschreven, wat een uitbreiding van 17 stuks betekende t.o.v. '73. Desondanks was het ondereind toch heel beperkt. De top daar entegen vertoonde meer kwaliteit dan vorig jaar. Op merkelijk was bovendien dat in 2 van de 5 rubrieken een Zeeuws fokprodukt aan de kop kwam. Dit gebeurde bij de anderhalfjarige rammen, waarbij een behoorlijk aantal veelbelovende rammen getoond werden. De ou dere rammen vormden een gewone rubriek met aan de kop Z 1896 van Gebr. De Buck, Oostkapelle, een best ontwikkelde typische ram met een sterk beenwerk en iets harige dijen. De twee-en-een-halfjarige rammen vormden een zeer goede rubriek met een beste kopgroep. Uit deze rubriek kwam de kampioenram voort, Z 1972 van A. v. d. Voor de, IJzendijke, een fraai gebouwde, brede, diepe ram met een goede huid. De anderhalfjarige rammen waren in drie rubrieken ingedeeld. Alleen in de middelste groep kwam wat veel ondereind voor. In alle rubrieken kwamen goede kop- nummers voor. Bij de oudste groep ging Z 1999 van Gebr. Serrarens, Ossenisse aan kop. Deze best typische ram met een bemerking op de benen, gefokt door Gebr. Goethals, werd des middags reserve-kampioen. De mid delste groep die wat onregelmatiger was, werd aange voerd door Z 1908 van Gebr. Goethals, Westdorpe, een mooi typische ram met gevuld achterstel en goede huid, een gewone kop en een bemerking op de benen. Ram 8399. gefokt door J. J. A. v. d. Velde en eigendom van J. C. J. v. d. Velde, werd bij de jongste groep eerste, een zeer goed ontwikkelde ram met best achterstel die in de voorhand wat zwaarder kon. iDe enkeling ramlammeren werden in twee rubrieken gekeurd. Het waren twee leuke rubrieken, waarvan de kwadteit niet geheel het niveau van vorig jaar kon halen. Des middags werd het beste ramlam van de fok- dag aangewezen. Behalve de beide kopnummers uit de enkeling rubrieken, kwamen ook de beste ramlamme ren uit de hokken in de ring. Ramlam 6799 van Gebr. Goethals werd aangewezen als het beste ramlam. (Zie verder pag. 18). Zeeuwse fokschapendag op de Grote Markt te Goes, met op de achtergrond het fraaie stadhuis. Links: kampioen ram Z 1972, van A. v. d. Voorde, IJzendijke. Rechts: Res.-kampioen ram Z 1999, van Gebr. J. E. en A. Serrarens. i

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 9