<^Üoor de Ürouw 1975: „HET JAAR VAN DE VROUW" DE Erf en akker 3 17 onder redaktie van de Bond van Plattelandsvrouwen Voor Zeeland en Brabant: Els Deurloo Markt 1 Tholen Tel. 01660-504 |E 4000 leden van de Nederlandse Bond van Platte landsvrouwen in Noord-Brabant en Zeeland staan aan het begin van een nieuw seizoen. Het feit dat het jaar 1975 door de Verenigde Naties tot het jaar van de vrouw is uitgeroepen vormde voor beide provinciale besturen de aanleiding hieraan in de informatieboekjes van de af delingsbesturen de nodige aandacht te besteden. Zo schrijft mevr. M. S. EversPauw, presidente van het provinciaal bestuur in Zeeland in haar voorwoord van het nieuwe programmaboekje: Zoals u ongetwijfeld door allerlei media al ter ore is gekomen, zal het seizoen 19741975 voor ons een belangrijke tijd zijn. De Ver enigde Naties heeft n.l. het jaar 1975 uitgeroepen tot ,,Het Jaar van de Vrouw". Dit is overgenomen door de regering en ook ons aller bond zal er bijzonder veel aandacht aan besteden. Zo wordt op landelijk niveau meegewerkt aan het houden van een grote manifestatie in Utrecht van 20 mei tot 8 juni. Hoewel ik van mening ben, dat als wij ons werk in de provincie en de afdelingen goed doen, wij zonder ophou den werken aan de vooruitgang en positie van de vrouw zijn er zeker nog gebieden in onze samenleving te vin den waar nog veel werk ligt te wachten en waar de vrouw nog niet ten volle geaccepteerc /ordt. Aan ons allen nu is de taak deze facetten op te sporen en er metterdaad wat aan te doen, aldus mevr. Evers. T^E provinciale wedstrijd in Zeeland staat dit keer in het teken van ,,Het Jaar van de Vrouw". Gevraagd wordt een collage te maken (een plaat met knipsels uit tijdschriften en kranten, eventueel voorzien van bijschrif ten) over een van de volgende onderwerpen: de vrouw in het gezin de vrouw in beroep en bedrijf de vrouw in de reklame de ideale vrouw (gezien door de ogen van de man) de vrouw in verschillende rollen (bijv. in gezin, be roep, maatschappij, kerk, politiek, enz.) TN haar voorwoord bij het provinciaal programma boekje van Noord-Brabant betrekt mevr. A. A. Kantvan Rijswijk ,,de grote groep vrouwen die ver strikt zit in de zorg voor hun gezin en die zich afvraagt of dit nu het doel van hun bestaan is. Vrouwen die vroe ger misschien een leuke baan hadden en 'die nu graag eens met anderen over een onderwerp praten, een cursus Engels volgen of zich in een hobby willen bekwamen. Natuurlijk, zo schrijft mevr. Kant, is er een grote groep vrouwen, die heel tevreden is, die het heerlijk vindt om voor man, kinderen en huis te zorgen. Laat deze tevre den. Want elk mens heeft het recht een leven te leiden zoals hij of zij dat wil aldus mevr. Kant. INTERESSANT is ook een artikel over de vrouw en het milieu in het programmaboekje van Noord- Brabant van mevr. C. OverbeekeBreure. Het milieu, we weten 't langzamerhand, is erg belangrijk. Door erover te praten, te lezen en te schrijven, gaat het tot ons door dringen, dat we er iets aan moeten doen. Maar als mens, als huisvrouw, voel je je dikwijls mach teloos. Zo van: ,,Wat moet ik daar nou in mijn eentje aan doen?" Wat helpt het als ik milieubewust wordt? En toch zijn we al milieubewuster doordat we steeds weer met onze neus op de feiten gedrukt worden en we erover pra ten in de bond of op een gezellige visite. We weten, dat we als huisvrouw meedoen aan de vervuiling, ook al willen we anders. Die wasmachine kun nen we immers niet meer missen, zeker niet met kleine kinderen. Ook is het de klok terugdraaien als we alle maal de auto laten staan en weer gaan lopen. Wat we wel kunnen doen is met veel minder fosfaten wassen, ook al is de was dan niet witter dan wit. Of zoveel mogelijk met elkaar meerijden, ook fietsen is gezond, leuk en je ziet veel meer. Zo zijn er tal van voorbeelden waarmee we als we er allemaal iets aan zouden doen, al een heel eind in de goede richting kunnen komen. Denk er nog eens over of u die afwasmachine nu echt wel voor uw verjaar dag vraagt. Hij gebruikt veel water, dat steeds schaarser wordt en alleen de afwasprodukten met veel fosfaten wassen schoon. Vindt u het eigenlijk niet beter, wanneer de kinderen om beurten helpen met de afwas. Je kunt er gezellig bij praten ondertussen en problemen komen er vaak gemakkelijker uit. Ook kunnen we met elkaar over dreven verpakkingen weigeren, b.v. rookworst tweemaal in plastic plus vaak nog een papieren zak erom. Voor uw tuin zijn er voor spuitmiddelen alternatieven, zoals een randje wit zand rondom het bed sla in plaats van slakken- korrels. Geen slak kruipt daar overheen 's nachts. Breng de kinderen eerbied en liefde bij voor de natuur, laten wij en ons gezin niet vergeten, dat we park en straat schoon moeten houden en in het bos niets mogen ver nielen, aldus mevr. Overbeeke. Met Ali Kaze ben ik al een hele poos bevriend. Hij woont in een dorpje langs de rivier. Eigenlijk woont hij meer vlak bij de rivier in zijn veldhutten, vlak bij zijn land, dan dat hij in zijn huis woont in het dorp. Maar dat huis in het dorp wordt wel regelmatig door hem be zocht, want zijn oudste vrouw woont er in. En om zijn aandacht tussen de twee vrouwen die hij heeft, eerlijk te verdelen, blijft hij zo nu en dan eens een paar dagen in het dorp overnachten. Zijn jongste vrouw woont in de hutten bij de akker. En het moet gezegd worden dat Ali liever in zijn akkerhut woont, misschien wel vanwege die jonge vrouw, maar we weten zeker dat het ook is omdat hij zo trots is op zijn akkertje daar. Hij heeft er heel wat van gemaakt. Hij is de enige die zijn akker heeft omheind met prikkeldraad, om het kleinere wild er uit te houden en ook om de koeien van de Orma stam te weren. Dat prikkeldraad heeft hij weggehaald bij het voor malige concentratiekamp. Maar dat hoeft natuurlijk niet idereen te weten. En dat is maar goed ook, want dat con centratiekamp is een monument. Maar nu ligt Ali niet wakker over die Kikuyu's die hier in Hola gevangen hebben gezeten. Voor hem zijn Kikuyu's Afrikanen die in Kenya wonen, veel te zeggen hebben, maar verder voor hem net zo vreemd zijn als Eskimo's. Ali is dus ge woon boer. Geen boer op het irrigatieproject; dat is een slag apart. Nee, hij is een traditionele Pokomoboer, zoals de meesten langs de rivier. Met zorg kijkt hij iedere re gentijd de hemel af, hopende op veel regen, en op het stijgen van de rivier. Alleen dan kan er iets terecht ko men van het zaad dat wordt gezaaid. Maar als het dan ook regent en er kan gezaaid worden, dan is Ali een voorbeeld voor zijn verre omgeving. Waar hij het initiatief vandaan haalt is onbekend, ze ker niet uit zijn omgeving.. Misschien wél uit de vriend schap met mij. Hij is als een pauw zo trots op zijn akker. En iedere keer wanneer ik er kom en ik prijs hem uit bundig dan straalt zijn gezicht. Je kon er voorheen met de landrover niet komen. Een heel eind, dat wel, maar dan werd het rivierbos zo dicht dat je verder te voet moest gaan. Maar dat was Ali een doorn in het oog. Nu pas geleden nodigde hij me weer uit. Om vier uur in de namiddag reed ik er heen. Hij stond al bij het begin van het rivierbos te wachten. Ik stopte en hij kwam naast me zitten. Toen vertelde hij lachend, als was het een groot goed nieuws: je kunt nu vlak bij de shamba (ak ker) komen. Ik heb het pad gemaakt, verteide hij trots. Met zijn hakmes had hij takken gekapt, bomen gerooid, tot er een pad \vas voor de landrover. We stopten op vier meter voor zijn hutten. Nou, en? vroeg hij trots. Ik betuigde mijn verbazing. Daarna gingen we boeren. Dat doen we altijd. Eerst de katoen, die hij óók heeft gezaaid.. Staat er goed bij, Ali, maar een bui nat kan geen kwaad. Dan schuift hij zijn Moslimpetje wat naar achter en knikt. Mungo saidie (God zal helpen). En dan komt intussen zijn vrouw ook naar buiten. Habari Mamma, salama! Ze lacht uitge breid, dat doet ze altijd. Ali en ik gaan verder, want de shamba is zes gemeet groot. We komen in de bananen. Ze staan heel erg gezond. De rivier heeft hoog gestaan en de grond is door en door vochtig geworden. Het hoofdvoedsel is voorlopig veilig gesteld. Onder zijn bananen heeft Ali nog cowpeas gezaaid, een soort vlinderbloemig gewas. De boontjes hiervan worden gegeten. Ngodja (wacht), zegt hij. Met zijn pan- ga (hakmes), dat hij altijd bij zich heeft, snijdt hij een tros bananen af. Hier, voor jou". „Da's veel te veel man. De helft, daar heb ik genoeg aan". Goed, hij zal de tros straks in tweeën delen. Na de bananen koonen we bij een klein zijriviertje van de Tanarivier. Nu de rivier laag is staat er alleen maar hier en daar nog wat water in de diepere plaatsen. Maar zodra de rivier ook maar een meter stijgt dan stroomt dit riviertje. Ali zet er dan zijn fuiken. ïhiiken gemaakt van rietstengels, maar zeer effectief. Het zijn voorname lijk de kleine visjes die hij vangt. Maar die hoef je niet schoon te maken Alles gelijk in de kookpot, goed laten borrelen en je hebt een uitstekende vissoep. Zo gaan we door. Hij loopt voorop onder de bananenbladeren door. Na de bananen komen we in zijn kokosnoten. Er zijn bomen bij die al zeker dertig of veertig jaar oud zijn. Hoge. lange slanke stammen met fiere afhangende blade ren in een trotse kruin en rijke grote noten bruine die bijna rijp zijn en groene en hele kleintjes maar ook bloe sem Daarnaast heeft, hij jonge aanplant staan, Marina, zegt hij, en weer lacht hij, napenda madafu? Natuurlijk, zeg ik. Als een aap zo lenig klimt hij langs de inkepin gen die in de stam zijn gemaakt naar boven en snijdt met zijn panga een aantal groene jonge kokosnoten af, die met een luide plof op de grond vallen. Mafadu zijn de jonge kokosnoten die nog geen harde schaal hebben gemaakt, maar boordevol zitten met een heerlijk zuiver vocht. Met zijn panga schilt hij eerst een gedeelte van de groene bast, daarna snijdt hij het topje van de kotkos- noot af. Hij reikt mij de noot en ik drink gulzig en met genoegen het heerlijke koele sap. In een noot zit een groot bierglas vol. Hij neemt er zelf ook een. We zijn er bij gaan zitten. Daarna nemen we nog ieder een noot. Dan gaan we naar de rijst die rijp in de aar staat op de banken langs het stuk rivier waar zijn land aan grenst. Hij is een gelukkig mens die Ali. Eigenlijk heeft hij alles op de wereld. We kijken uit over de rivier. Traag stroomt het bruine water van de Tana aan ons voorbij. Aan de overkant maken mensen zich gereed om in een eigen gemaakte kano te stappen en over te steken. Een oude Pokomo is een eindje verder met een visspeer in een poel bezig om vis te vangen. Als we terug bij de hut komen, heeft zijn vrouw de thee klaar. Slurpend genieten we voor de hut van de gloeiende mierzoete thee. Ali is ook één van de tijde lijke trekkerchauffeurs die we hébben. Vijf gulden per dag houdt hij er aan over, en dat is voor het Tana River gebied een mooi loon. Hij is er gelukkig mee, je hoort hem bijna altijd zingen terwijl hij ploegt. Boven het ge raas van zijn MF 165 klinkt zijn stem. terwijl hij met luide uithalen de oude Pokomoliederen zingt. En als er wat te vieren valt in het dorp is Ali een zeer gewaar deerd drummer en danser. In huis bij me staat een fraaie drum, die Ali hoogstpersoonlijk voor me heeft gemaakt. Dagen moet hij er aan bezig zijn geweest. Hij heeft hem persoonlijk on een avond met een groep vrienden voor ons ingespeeld. Na een poosje stappen we op en nemen afscheid. Zyn vrouw komt de hut uit. In een bananenblad heeft ze een paar gerookt visjes gepakt, keurig dichtgebonden met taaie grasstengels. Hij is zwart ik 'ben wit, maar we zijn alletwee mensen en behalve dan in die kleur is er geen verschil als we terugkeren naar de Ibasis van het leven. Een gulle lach, een kleine gift en een open hart voor elkaar. Ontwikkelingshulp heeft ons beiden dat geleerd! SCHRIJFKOUTER

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 17