Permanente regeling particuliere
cultuurtechnische werken
Bedrijf sfinanciering
vraagt de aandacht
Het planteziektenkundige beleid
Veeartsenijkundig beleid
accentueert de bedrijfshygiëne
Wetsontwerpen die „in de maak" zijn!
O
8
De aangekondigde studie omtrent de structuurvisie voor
de landbouw op langere termijn is mede van belang voor
het bedrijfsontwikkelingsbeleid. Aldus die Minister, in zijn
Memorie van Toelichting. Tegen de achtergrond van econo
mische en maatschappelijke ontwikkelingen zal daarbij aan
dacht worden besteed aan de mogelijkheden tot, resp. de
wenselijkheden van intensivering of extensivering, de be
perkte opnamecapaciteit van de markt, de mobiliteit van de
grond, de ontwikkeling van verschillende vormen van sa
menwerking (w.o. teeltcontracten) en het tempo van af
vloeiing van agrarische arbeidskrachten. Daarnaast zal ook
aandacht worden besteed aan de problematiek van de toe
komstige positie van de middengroepen van bedrijven, die
momenteel nog een redelijk inkomen opleveren, maar waar
van de hestaande bedrijfsopbouw onvoldoende waarborgen
biedt voor voortzetting op langere termijn. In afwachting
van het rapport van de inmiddels ingestelde beleidscommis
sie voor de structuurvisde voor de landbouw zal het beleid
m.b.t. de bevordering van de bedrijfsontwikkeling in land
en tuinbouw worden voortgezet.
In het kader van het werkgelegenheidsbeleid is eind 1973
in samenwerking met het departement voor sociale zaken
een bijdrageregeling geopend voor de uitvoering van parti
culiere cultuurtechnische werken. Het betrof erfverharding,
aanleg van bedrijfswegen, toegangswegen naar boerderijen
en drainage. Ondanks die korte periode waarin aanvragen
konden worden ingediend, werden er ruim 4000 plannen
voor een bijdrage ingezonden.
Voor een rationele bedrijfsvoering en het aanpassen van
de interne bedrijfsstructuur aan de eisen van zwaardere
transportmiddelen en machines zijn dergelijke kleinere wer
ken van groot belang. Dit blijkt ook duidelijk uit de grote
belangstelling. Daarom is besloten deze incidentele bijdra
geregeling aan te passen, een meer permanent karakter te
geven en deze in het najaar van 1974 in te voeren.
Voor de agrarische jongeren geeft de financiering der be
drijven problemen, met name bij bedrijfsopvolging. Zodra
een door het Landbouwschap ingestelde studiecommissie
rapport heeft uitgebracht zal de minister daaraan de nodiige
aandacht gaan schenken.
De toenemende afhankelijkheid van grond- en hulpstoffen
leidt tot onzekerheid bij de bedrijfsontwikkeling zowel door
de voorzieningsmogelijkheden als door de grilligheid van de
prijsvorming daarvan op de wereldmarkt. Voor een deel
heeft dit probleem in het bijzonder in de glastuinbouw
betrekking op de omschakelingsmogelijkheid van olie op
aardgas. Deze omschakeling geeft een grotere voorzienings
zekerheid. Minister Van der Stee blijft deze omschakeling
bevorderen. Voor wat betreft de prijsaanpassing van aardgas
aan die van olie zal hij bevorderen, dat het tempo ruimte
laat voor de nodige bedrijfsstructurele aanpassing van de
glastuinbouwbedrijven. De uitbreiding van het takenpakket
van de diensten voor de bedrijfsontwikkeling is nodig voor
de uitvoering van een toenemend aantal regelingen op korte
termijn, terwijl mankracht ingezet zal moeten worden voor
een aantal nieuwe activiteiten als
integratie en verbetering van kwaliteitszorg;
integratie melfchygiënisch onderzoek en kwaliteitsonder
zoek;
kwekersrecht;
uitbreiding cultuur- en gebruikswaarde-onderzoek;
extra begeleiding intensieve veehouderij.
Deze nieuwe activiteiten hebben consequenties voor de
bedrijfsvoorlichting „oude stijl". Hierbij zijn ook de voor
delen van belang, die door een integratie van de provinciale
bedrijfsontwikkelingsdiensten en het apparaat van de Stich
ting tot Uitvoering van Landbouwmaatregelen (STULM)
reeds zijn verkregen.
HET ZELFSTANDIGENBELEID VOOR LAND-
TUINBOUW EN VISSERIJ IN RIJKSBEGROTING
1975
In de Memorie van Toelichting op de begroting
van het departement van financiën heeft de Rege
ring een aantal voornemens t.a.v. het zelfstandi-
genbeleid bekend gemaakt.
De achter deze beleidsvoornemens tussen haak
jes geplaatste bedragen geven de ramingen weer
die daarbij volgens het Ministerie van Landbouw
aan de ca. 200.000 zelfstandige ondernemers in de
land- en tuinbouw en de visserij ten goede zullen
komen.
De algemene inflatiecorrectie op de belasting
tarieven zal in 1975 voor 80 worden toege
past (ƒ30 miljoen).
De fiscale oudedagsreserve. Het te reserveren
percentage wordt verhoogd tot het voor 1976
wettelijk vastgestelde maximum van 10. Het
maximaal te reserveren bedrag wordt hierbij
verhoogd van 4.000 tot 6.000 per jaar 20 a
25 miljoen).
Invoering van een eerste schijf in de inkom
stenbelasting van ƒ3.000 met een tarief van
20% (was 25 3/c). Dit betekent een algemene
verlaging van inkomstenbelasting over 1975 met
ƒ150 (ca. ƒ24 miljoen).
Aansluitend hierop is het bijzonder tarief m.b.t.
liquidatiewinst aangepast en van 2550 ge
bracht op 20—50®/#.
Gelijkertijd is het bedrag, dat bij beëindiging
van een bedrijf van belasting wordt vrijgesteld,
verhoogd van 10.000 tot 15.000. Deze regeling
geldt zowel bij liquidatie als bij overdracht van
het bedrijf. Dit beleidsvoornemen in samenhang
met het voorgaande, vertegenwoordigt een ra
ming van ƒ3 miljoen bij 6.000 veronderstelde
bedrijfsbeëindigingen en 8.000 bedrijfsover-
dradhten.
Er komt een vrijstelling van vermogens-belas
ting voor het bedrijfsvermogen tot ƒ50.000 per
bedrijf (waarschijnlijk 20 miljoen).
De oveukeid zal het komende jaar een l/i
extra AOW-premie voor haar rekening nemen
(kosten ca ƒ15 miljoen).
yiTGANGSPUNTEN bij het planteziektenkundige beleid
zijn:
ziekten en plagen zoveel mogelijk voorkomen en waar
nodig verantwoord bestrijden;
ziekten en plagen, diie een bijzonder gevaar opleveren
voor de teelt of export van landbouwgewassen, uitroeien
of zoveel mogelijk tegengaan.
Gegeven deze situatie stelt minister mr. A. van der Stee
zich voor, de volgende beleidsvoornemens in de naaste toe
komst te realiseren. Ten aanzien van de gezondheidstoestand
van het teeltmateriaal ontbreekt de wettelijke mogelijkheid
het materiaal bestemd voor het eigen bedrijf onder de keu
ring te brengen. In de aardappelsector tracht men dit op te
vangen met regionale aardappelteeltregelingen van het Land
bouwschap. Daarbij worden ook aan het voor eigen gebruik
De Veewet behoeft om verschillende redenen wijziging.
Zo zal bij deze wet, ten behoeve van de gezamenlijke finan
ciering door het rijk en het georganiseerde bedrijfsleven van
zogenaamde stamping-out acties en entingscampagnes, de
instelling en het beheer van een fonds moeten worden ge
regeld. De mogelijkheid moet worden geschapen, ten behoe
ve van dit fonds heffingen op te leggen en een meer gedif-
firentieerd beleid ten aanzien van de schadieloosstellingen
bestemde uitgangsmateriaal bepaalde eisen gesteld, teneinde
de teelt zo goed mogelijk te waarborgen tegen ziekten zoals
aardappelmoeheid en aardappelwratziekte.
Hoewel deze ontwikkelingen nu nog incidenteel betrek
king hebbend op de aardappel positief gewaardeerd moe
ten worden, is een meer integrale aanpak nodig. In overleg
met het betrokken bedrijfsleven zal nagegaan worden welke
wettelijke maatregelen genomen kunnen worden om in de
bestaande leemte te voorzien.
Bij het plotselinge optreden van nieuwe gevaarlijke plan-
teziekten of -plagen zullen onverwijld doeltreffende maat
regelen worden genomen.
Indien hierbij belanghebbenden schade ondervinden, die
uitgaat boven een normaal aanvaardbaar bedrijfsrisico, zal,
waar nodig, een regeling worden getroffen waarbij de finan
ciële lasten gelijkelijk door de overheid en het georganiseer
de bedrijfsleven worden gedragen.
gIJ de fytosanitaire inspectie voor export zal de verant
woordelijkheid van het bedrijfsleven gestimuleerd
worden door het geleidelijk invoeren van de zogenaamde
bedrijfsinspectie, waarbij door middel van een op bepaalde
normen gebaseerd objectief beoordelingssysteem de indivi
duele partijeninspectie kan worden uitgebreid. In overleg
met het bedrijfsleven is hiermee in de bloembollensector
een begin gemaakt. Indien gunstige resultaten en de aard
van de bedrijfstak dit verantwoord maken, zal aan dit
systeem verdere uitbouw worden gegeven. Bij de toepassing
van bestrijdingsmiddelen zal gestreefd worden naar verant
woorde beperkingen bij middelen en toepassingen, waarbij
ongewenste nevenwerkingen optreden. In het algemeen zal
dit mogelijk zijn zodra effectieve vervangingsmiddelen be
schikbaar zijn. Het onderzoek naar deze vervangingsm'dde
len zal worden geïntensiveerd. In dit verband is het even
eens noodzakelijk dat het onderzoek zich vooral richt op de
ondersteuning van de verdere ontwikkeling van geleide en
geïntegreerde methoden van gewasbescherming.
Geleide bestrijding beoogt een beperkter en verantwoord
gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op basis van 'be
paalde waarnemingen en bepalingen; geïntegreerde bestrij
ding berust op een combinatie van chemische middelen met
alternatieve methoden van voorkóming en bestrijding (ge
bruik van resistente rassen, vmchtwisseding, biologische
bestrijding met insekteparasieten of ziekteverwekkers, gene
tische bestrijding, gebruik van lokstoffen of insekte-hormo-
nen). De introductie van de praktische toepassing van deze
methoden, zoals in enkele sectoren (groenteteelt onder glas,
fruitteelt) thans plaats vindt, zal worden gestimuleerd.
Vanaf 1 mei 1975 zal het gebruik van met hexachloorberv
zeen (HGB) sterk verontreinigd quintozeen in de teelt van
bloembollen en voor enkele andere kleine toepassingsgebie
den geëindigd worden. Het huidige quintozeen zal daarbij
vervangen worden door het zuiverder produkt.
te voeren. (Onder een stamping-out actie is te verstaan het
destruëren van een bedrijfsveestapel die door een besmet
telijke ziekte in de zin van de Veewet is aangetast).
Tevens zal de bevoegdheid moeten worden gecreëerd om
voorschriften te geven ten aanzien van de inrichting van
en de hygiëne op de bedrijven e.d., waarbij eisen met betrek
king tot de kwaliteit van de produkten, het milieu en de
dierenbescherming in acht zullen moeten worden genomen.
Het ligt in de bedoeling van de minister zo mogelijk nog
in het zittingsjaar 1974/1975 een wetsontwerp in te dienen
waarin het vorenstaande is opgenomen. Tevens ligt het iin
zijn voornemen in dat zittingsjaar een wetsontwerp in te
dienen waarbij het vervoer van dieren wondt geregeld. Hier
mee zal enerzijds uitvoering worden gegeven aan de Euro
pese overeenkomst tot bescherming van dieren tijdens inter.
nationaal vervoer, terwijl anderzijds een coördinatie tot
stand zal worden gebracht van de verschillende vervoers-
regelingen die momenteel voor dieren bestaan.
Met het Landbouwschap is inmiddels overeenstemming
bereikt over een finanoieringsiregeling gezondheidszorg voor
dieren voor de jaren 1974 t/m 1976. Ten aanzien van de
activiteiten van die Stichting Gezondheidszorg voor Dieren
de Provinciale Gezondheidsdiensten voor Dieren en de Ge
zondheidsdienst voor Pluimvee, zal de financiering in prin
cipe plaatsvinden op een fifty-fifty basis door rijk en Land
bouwschap. De stamping-out acties inclusief de eventuele
noodentingen, zullen op dezelfde basis worden gefinancierd.
Het Landbouwschap zal over d"e jaren 1974 t/m 1976 ten
hoogste 24 miljoen bijdragen en de kosten daarboven zul
len voor rijksrekening komen.
LïLIJKENS de Memorie van Toelichting op de
begroting voor 1975 van het departement van
landbouw en visserij zijn achttien wetsontwerpen in
meer of minder vergevorderd stadium van voorbe
reiding. Reeds zijn in parlementaire behandeling:
de herziening van de RuiWerkavelingswet,
waarbij o.m. wijziging van de stemmingsproce
dure is voorgesteld (nog te behandelen door
Eerste Kamer);
de speciale wet voor de reconstructie van Mid
den Delfland (volkshuisvesting en ruimtelijke
ordening eerste ondertekenaar Voorlopig
Verslag is uitgebracht)
de herziening van de Bestrijdingsmiddelenwet
ter verbetering van de bewaking van het leef
milieu (Memorie van Antwoord is ingezonden).
Bij adviesinstanties bevinden zich de volgende
wetsvoorstellen
de speciale wet voor reconstructie van Oost-
Groningen en de herinrichting van de Gronings-
Drentse Veenkoloniën;
de herziening van de Jachtwet voor invoering
van een jachtexamen en een W.A.-verzekering
voor jagers (indiening 1974);
een wettelijke regeling voor het vervoer van
dieren ter uitvoering van een terzake gesloten
Europese overeenkomst.
IN 1974 a 1975 is voorts te verwachten dat ten
departemente voorstellen gereedkomen voor:
Veterinaire Tuchtwet, een tuchtrechtregeling
voor dierenartsen;
de herziening van de Veewet met het oog op o.a.
wijziging van de schadevergoedingsregeling voor
van een in de Wet genoemde besmettelijke ziek
te verdachte bedrijfsveestapels;
de herziening van de Vleeskeuringswet (eerste
ondertekenaar: Volksgezondheid) o.a. ter intrek
king van de nadere keuring van vlees bij invoer
uit een andere vleeskeuringskring en voor rege
ling van de rijks financiering van de vleeskeu
ringsdiensten;
de herziening van de Antibioticawet voor een
strengere regeling van de kanalisatie van sterk
werkende diergeneesmiddelen;
de wettelijke regeling voor keuring van sera en
entstoffen;
de Landinrichtingswet.
,P het departement zijn voorstellen in voorbe
reiding voor:
een Diergeneesmiddelenwet (een nieuwe rege
ling voor de keuring van middelen);
een wijziging van de Wet op de uitoefening van
de dier geneeskunst;
de herziening van de Boswet teneinde de strooi-
selroof uit bossen te beteugelen;
de herziening van de ruim 25 jaar oude Mest
stoffenwet;
de aanpassing van de Zaaizaad- en Plantgoedwet
aan de E.E.G.-regeling voor r assenlij sten;
Landbouwkwaliteitswet een raamwet, waar
voor nog de nodige wetgevende arbeid op het
departement van landbouw moet worden ver
richt, ter totstandkoming van een aantal Land-
bouwkwaliteitsbesluiten.