Gemeenschappelijke landbouwmarkt niet (verder) aantasten Structuurvisie voor de landbouw op lange termijn Jaarlijks 40.000 ha ruil verkaveling in uitvoering (1975-1978) Ruilverkavelingen De landbouwbegroting in enkele cijfers 7 yyiLLEN wij niet verzeild raken in een economische situatie als zich in de jaren dertig heeft voorgedaan, dan zijn herstel en versterking van de internationale disci pline een dringende noodzaak, met name ook die in het verband van de Europese Economische Gemeenschap. Zo schrijft de minister van landbouw in de paragraaf over het internationale kader, waarin de Nederlandse landbouw zich beviindtt. Een stuk internationale discipline (het internatio nale monetaire stelsel, verschillende goederen-overeenkom sten, handelspolitieke gedragsregels) is verdwenen en/of dreigt steeds meer aan betekenis in te .boeten. De situatie op de landbouwmarkten geeft grote verschuivingen te ziien. De ervaring leert dat het zelfs voor de korte termijn moeilijk is voor de verschillende landbouwprodukten betrouwbare voorspellingen te doen inzake het verloop van het aanbod, de vraag en de prijzen. Van de Europese Commissie en de E.E.G.-Raad van Ministers zal een sterke politieke wil en een grote vindingrijkheid worden gevraagd om wat in de afgelopen jaren is opgebouwd in stand te houden en weer stand te bieden aan de neiging een oplossing voor de huidi ge problemen te zoeken in een versterkt protectionisme of in een terugkeer tot nationale beleidsvormen. Mijn streven, zo schrijft Minister Van der Stee, is er op gericht om hetgeen t.ajv. de gemeenschappelijke markt en het gemeenschappelijk landbouwbeleid tot stand is gebracht de integratie daarvan zo goed mogelijk in stand te houden en waar mogelijk te herstellen, te verbeteren en aan te pas sen aan de gewijzigde omstandigheden. Het is namelijk niet goed meer mogelijk, met het gemeenschappelijke markt- en prijsbeleid de agrarische groepsbevolking permanent een redelijk inkomen te garanderen. Ook de interne sociaal- economische ontwikkelingen laten de landbouw niet onbe roerd. Het Brusselse instrumentarium behoeft een zekere aanvulling. Aansluitend bij de wensen van de Europese Commissie en de verlangens van het bedrijfsleven zal hij volledige steun verlenen aan vereenvoudiging van de wijze „De herstructurering van -landelijke gebieden, mits op een zorgvuldige .wijze voorbereid en uitgevoerd, is van het grootste belang voor welvaart en welzijn in een groot deel van ons land". Met deze constatering vangt de minister van landbouw de paragraaf over het landinrichtingsbeleidi aan in de Memo rie van Toelichting op de begroting 1975 van zijn departe ment. In de Oriënteringsnota Ruimtelijke Ordening heeft de regering recent een aantal beleidsvoornemens ten aanzien van het landelijke gebiedi aangekondigd. Zowel ten behoeve van de bestemmingsregeling (waartoe een structuurschets voor het landelijke gebied zal worden voorbereid), als voor de voortgezette inrichting (waarvoor de beleidslijnen op langere termijn in een structuurschema voor de landinrich ting zullen worden gegeven) is nader inzicht dn de toekom stige ontwikkelingen van land- en bosbouw gewenst. In verband hiermee heeft minister Van der Stee besloten tot het ontwikkelen van een structuurvisie voor de landbouw op langere termijn en van een visie op de instandhouding en uitbreiding van het bos. De Landinrichtingswet zal het instrumentarium leveren voor de uitvoering van de taak van de rijksoverheid ten aan zien van de inrichting van het landelijke gebied. De landin richting kan zowel het verbeteren van de gebruiksmogelijk heden bij een gelijk blijvende bestemming betreffen, als het treffen van maatregelen ter realisering van nieuwe of gewij zigde bestemmingen. Naast een inventarisatie van de behoefte aan landinrich ting en het verschaffen van methoden om deze behoefte te bepalen enj prioriteiten te stellen, zal in het structuurschema de waardebepaling van de verschillende projekten aan de orde dienen te komen. De Centrale Cultuurtechnische Com- De totale oppervlakte aan ruilverkavelingen in voorberei ding is enigszins teruggebracht tot ca. 460.000 ha, terwijl voorgaande schema's een oppervlakte van ca. 500.000 ha aangeven. De C.C.C. heeft het vijfjarige volgordeschema voor ruil verkavelingen herzien en wel voor de periode 19741978. In 1973 is door een positieve uitslag van de stemmingen voor 38.000 ha tot uitvoering van ruilverkavelingen beslo ten, terwijl daarenboven tot eind mei 1974 door de Centrale waarop het beleidsinstrumentarium in het kader van het ge meenschappelijk landbouwbeleid wordt toegepast. Voorts is van groot belang te streven naar een grotere stabiliteit van de wereldmarktprijzen voor de belangrijkste agrarische pro- dukten. In de multilaterale onderhandelingen moet ernstig gepoogd worden om aan deze gedachte vorm en inhoud te geven. Een internationaal moeilijk terrein moet daarmede warden geëffend. Ook in het kader van de verschillende in ternationale organisaties, waarbij het ministerie van land bouw en visserij al dan niet in E.E.G.-verband betrok ken is, is het beleid erop gericht, voor de verschillende land bouwprodukten tot een beter geordende wereldmarkt te komen. Daarnaast wordit hoge prioriteit toegekend aan ge zamenlijke inspanningen om de ontwikkeling van de land bouw- en voedselproduktie in de derde wereld te bevorde ren. Beide kunnen een belangrijke bijdrage leveren tot de verheffing van het levenspeil van de bevolking in de derde wereld. Ten aanzien van het suikerbeleid wordt opgemerkt dat op 30 juni 1975 het huidige gemeenschappelijke suikerbeleid afloopt, zodat, ten aanzien van de vaststelling van de nieu we regeling, mede in relatie tot de verhouding met de ont wikkelingslanden, spoed geboden is. De leveringsmogelijk heden van deze landen en de daarvoor geldende prijsaf spraak zullen centrale punten vormen in het komende over leg over het gemeenschappelijke suikerbeleid. De Europese Commissie heeft voorgesteld jaarlijks 1,4 miljoen ton suiker in te voeren uit een aantal onafhankelijke ontwikkelings landen van het Britse Gemenebest die bijzondere handels betrekkingen met de Gemeenschap zullen aangaan. Dit voor stel is voor Nederland aanvaardbaar. Overigens hebben, zo wordt opgemerkt, de in de loop van het laatste jaar steeds duidelijker aan de dag getreden schaarste aan suiker op de wereldmarkt, de daaruit voortvloeiende hoge prijzen en dé voorspellingen, dat er voorlopig weinig kans is op overpro- duktie, de behoefte van de exporterende landen op korte termijn een overeenkomst af te sluiten sterk vermin derd. Betreffende de tarwesituatie schrijft de Minister dat zijnerzijds op het ontwerpen van E.E.G.-voorstellen voor een marktregeling zal worden aangedrongen. Het is gewenst in de overeenkomst, meer dan in het verleden, bepalingen op te néfrien over het voorraadbeleid, waarbij speciale aan dacht moet worden gegeven aan maatregelen om aan moei lijkheden van ontwikkelingslanden, als importerende of als exporterende deelnemers, tegemoet te komen. missie (C.C.C.) is inmiddels als meest geëigende orgaan ver zocht de voorbereiding van het structuurschema ter hand te nemen. Het wettelijke instrumentarium, dat voor de rea lisering van het landinrichtingsbeleid ter beschikking staat, vormt de laatste jaren onderwerp van studie. Voor de Ruil- verkavelingswet 1954 is, zoals bekend, een wijziging met betrekking tot de besluitvorming en de financiële voorwaar den bij de Staten-Generaal aanhangig gemaakt. De inter departementale commissie belast met de voorbereiding van de Landinrichtingswet is thans zo ver gevorderd, dat naar verwachting nog dit jaar de hoofdlijnen in de vorm van een interim-rapport voor advies kunnen worden voorgelegd aan de meest belanghebbende instanties en organisaties. In het parlementaire jaar 1975/1976 zal dan de indiening van een wetsontwerp kunnen worden tegemoet gezien. Het inmid dels gereedgekomen concept-ontwerp voor de speciale wet voor de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings- Drentse Veenkoloniën is voor advies aan de provinciale be sturen van Groningen en Drenthe gezonden. In de Memorie van Antwoord op het wetsontwerp voor de reconstructie van Midden Delfland, zal aandacht worden besteed aan de opmerkingen terzake van de voorgestelde procedures, de mogelijkheden van democratisering en onteigening. Teneinde een geleidelijke overgang naar het toekomstige landinrichtingsbeleid mogelijk te maken en onnodige stag natie te vermijden voor de herinrichting van gebieden waar toepassing van de Ruilverkavelingswet mogelijk blijkt, is besloten tot het in uitvoering nemen in de komende vier jaren van gemiddeld 40.000 ha ruilverkaveling per jaar. Dit beleid zal mede worden ondersteund door het vervroegen en versterken van de aankoopaktiviteiten door de Stichting Beheer Landbouwgronden (S.B.L.). In aanmerking nemend, dat de huidige bijdrageregeling voor het verplaatsen van landbouwbedrijfsgebouwen sinds 1958 niet is aangepast, is een aanpassing aan de huidige situatie en behoefte noodzakelijk. Aangezien zich ook buiten ruilverkavelingsgebieden duidelijk knelpunten voordoen, doordat de bedrijfsgebouwen op een structureel ongunstige plaats liggen (tussen niet-agrarische bebouwing, nabij na tuurgebieden e.d.), zal met het agrarische bedrijfsleven over leg worden gepleegd. De C.C.C. zal worden verzocht ten aanzien van de financiële regelingen voor boerderijver plaatsing, zowel in als buiten ruilverkavelingen, advies uit te brengen. De C.C.C. is eveneens gevraagd over het onder de werking brengen van de „E.E.G.-bergboerenrichtlijn" van gebieden met bedrijven, waarvan de ontwikkeling door natuurlijke handicaps wordt belemmerd. Na ontvangst van dit advies zal zo spoedig mogelijk de totstandkoming van een derge lijke regeling worden bevorderd. Aan de landschappelijke begeleiding van de landinrich- tingswerken zal grote aandacht worden geschonken. Aange zien het goed beplante boerenerf van oudsher één van de kernmerken vormt van het Nederlandse landschap, ligt het in het voornemen deze vorm van landschapsverzorging met kracht te bevorderen. Cultuurtechnische Commissie voor 66.000 ha plannen zijn goedgekeurd. Met de begrotingsbedragen, die voor ruilver kavelingen beschikbaar zijn, wordt een verantwoorde voort gang van die uitvoering mogelijk geacht. Voor 1975 is 220 min op de begroting geplaatst voor de uitvoering van ruil verkavelingen, waarvan 195 min voor de uitvoering van werken en 25 min voor grondverwerving door de Stich ting Beheer Landbouwgronden (S.B.L.) Daarnaast kan op een bedrag van 56 min aan bijdragen van derden en bijstand uit het Europese Landbouwfonds worden gerekend. In totaal is dus eeni bedrag van 276 min beschikbaar. Met het op de begroting uitgetrokken bedrag van 39,5 min kan in vol doende mate worden voldaan aan de subsidie-aanvragen voor de uitvoering van plannen ter verbetering van de infra structuur in het landelijke gebied door waterschappen en gemeenten. ■Jjé Het eindcijfer van de begroting van landbouw en visserij 1975 vertoont in vergelijking tot 1974 een stijging van 234,3 min tot 1,6 miljard; zfc Voor aankoopactiviteiten van de S.B.L. is f 34,5 min begroot (was f 30,7 min), gezien de ontwik keling- van de grondmarkt en de op basis daar van voorziene aankoopmogelijkheden. In dit be drag is f 4 min gereserveerd voor voortzetting van de activiteiten in het noorden. Uit de reste rende f30 min moeten (evenals vorige jaren) ook de Staatsbosbeheeraankopen betaald wor den, waarvoor een volume tussen f 7 min en f 12 min is gedacht; Voor bijdragen in werken van waterschappen en gemeenten op het gebied van ontsluiting en wa terbeheersing is f 39,5 min (was f 41,9 min) ge reserveerd. Er kan bovendien op f 1 min bijdra ge uit het Europese Landbouwfonds worden ge rekend (was f 1,5 min) zodat in deze categorie van werken voortzetting gewaarborgd is; Ten einde aan de verplichtingen te voldoen en het beleid voort te zetten, is het voldoende ge acht, het totaal van het Ontwikkelings- en Sa neringsfonds voor de Landboiiw beschikbare in vesteringsbedrag evenals voor 1974 te stellen f p 85,2 min exclusief een bedrag dat nog in Brusy- sel gedeclareerd kan worden; Het garantieaandeel van het Rijk in het Borg stellingsfonds voor de Landbouw wordt met f 20 min verhoogd tot 125 min. Inclusief het oor spronkelijke kapitaal heeft dit fonds thans een draagkracht van 165 min (was f 145 min). Voor het landbouwkundige onderzoek wordt voor 1975 113,1 min aangevraagd (was f98,3 mïn); voor het landbouwonderwijs f365,5 min (was f 309,6 min), waarvan voor de Landbouw hogeschool f 133 min (was f 116,3 min). Bevor dering van produktie en afzet (in 1974 f 151,1 minvergt f 175,6 min. Voor het veterinaire en fyosanitaire beleid zal samen f 86,9 min (was f 74,5 min) nodig zijn. Staatsbosbeheer en Fau nabeheer samen zijn begroot op f 79,2 min (was 62,9 min). De voortgang van de in uitvoering zijnde ruil verkaveling sw erken acht de minister van land bouw en visserij gewaarborgd met beschikbaar stelling van f 195,4 min (was f 221,4 min) voor rijksbijdragen en voorschotten. Hierin is weder om begrepen het in de Nota Noorden des Lands aangekondigde extra investeringskrediet. Het begrote bedrag voor grondoverdrachten aan de Stichting Beheer Landbouwgronden (S.B.L.) werd evenals vorig jaar op f25 min gesteld. Voorts wordt gerekend op f 56 min aan bijdra gen van derden en bijstand uit de Afdeling Oriëntatie van het Europese Landbouwfonds sa men (was f46,5 min). Zodoende kan in totaal een investeringsbedrag van f 276,4 min (in 1974 f 292,9 min) beschikbaar komen voor het uitvoe ring sprogramma van ruilverkavelingswerken in 1975. DE GRONDVERWERVING DOOR DE S.B.L. Ten aanzien van de grondverwerving door de S.B.L. in ruilverkavelings- en andere landanrichtingsgebieden wordt geconstateerd, dat de realisatie reeds enkele jaren achter blijft bij de taakstelling op jaarbasis van circa 7.500 ha. Door de omstandigheden op de grondmarkt geringe mobiliteit en stijgende prijzen was het niet mogelijk deze taakstel ling in 1972 en 1973 te halen. De ontwikkelingen van de laat ste maanden rechtvaardigen de verwachting, dat in 1974 een herstel zal optreden, hoewel het aankoopvolume nog wel beneden de normatieve taakstelling zal blijven. Gezien bet belang van een tijdige aanvang van de grondverwerving ligt het voor de hand, het verklaren tot aankoopgebied direct te gaan koppelen aan de plaatsing op het volgordeschema. Het bestuur van de Stichting Beheer Landbouwgronden is thans gemachtigd haar beleid dienovereenkomstig aan te passen. Ten aanzien van de grondverwerving voor het ministerie van C.R.M. wordt t.a.v. het bod dat de S.B.L. in overleg met het ministerie van C.R.M.het waterschap van „De Dommel" en de Stichting „Het Brabants Landschap" uitbracht op de niet te verbeteren gronden in het Dommeldal tussen Son en Boxtel opgemerkt dat hiervan slechts een bescheiden ge bruik is gemaakt. Alvorens voor een tweede traject een bod wordt uitgebracht, wordt nagegaan of naast de recente prijsontwikkelingen ook andere factoren een rol speeldën. In het volgordeschema 19741978 ruilverkavelingen in voorbereiding is opgenomen voor wat Zeeland en Noord- Brabant betreft: 1974: Schaft (N.-Br.) 2.400 ha 1975: Braakmanpolders (Zld.) 5.000 ha Willemstad (N.-Br.) 7.500 ha Oud-Gastel, Oudenbosch (N.-Br.) 7.000 ha 1976: Kruisland, Wouw (N.-Br.) 8.000 ha Land van Cuyk (N.-Br.) 15.000 ha 1977: St. Oedenrode-Nrd (N.-Br.) 8.000 ha St. Oedenrode-Zd (N.-Br.) 9.000 ha 1978: Nispen-Schijf (N.-Br.) 7.800 ha

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 7